een held voor Canadezen en Duitsers

In een Frans veldhospitaal overlijdt op 28 december 1918 de Canadese soldaat Harry Cochran aan de gevolgen van de verwondingen die hij heeft opgelopen in 1916 tijdens de gevechten bij Sanctuary Wood (Zillebeke). Nadien belandt hij in een Duits krijgsgevangenenkamp, maar kort na de wapenstilstand komt hij vrij.
Wat hem zo uniek maakt, is dat hij de enige geallieerde militair is die een Duitse onderscheiding heeft gekregen, tijdens de oorlog dan nog. Als hij in krijgsgevangenschap zit redt hij het leven van een driejarige Duits meisje dat in een vijver gevallen is. De Beierse minister van oorlog stuurt hem een telegram en Cochran krijgt het Beierse Kruis van Militaire Verdienste 3e klasse.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Roland Garros stort neer

Nadat hij op 19 oktober 1915 een noodlanding moest maken met zijn vliegtuig, voorzien van een gesynchroniseerd machinegeweer, was Roland Garros krijgsgevangen genomen en naar een Duits kamp getransporteerd.

In februari 1918 ontsnapt hij uit krijgsgevangenschap en keert hij terug naar huis. Hij meldt zich weer bij het leger en wordt nu ingedeeld bij Les Cigognes, het befaamde jachteskader waartoe ook Georges Guynemer behoord heeft, de meest vermaarde Franse jachtpiloot.

Op 5 oktober 1918 slaagt een Duitse piloot erin om het toestel van Roland Garros neer te schieten boven de Franse Ardennen. Bij wijze van postuum eerbetoon dragen de Open Franse Tenniskampioenschappen sinds 1927 zijn naam.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

7681CD8B-3D14-47BF-BA12-1E8C8F9B81D6.jpeg

 

een medaille voor Herbert Patey

Een vermelding in The London Gazette is een hele eer. In oorlogstijd betekent het dat je een militaire onderscheiding krijgt. Op 21 september 1918 duikt Herbert Pateay op in die publicatie omdat hij het Distinguished Flying Cross krijgt. Jammer genoeg is hij krijgsgevangen en kan hij zijn ereteken niet ophalen.

Herbert Patey heeft een ongewone militaire carrière. Bij het begin van de oorlog treedt hij in dienst van de Royal Naval Division en vecht mee in Egypte en Gallipoli. In november 1915, wanneer hij, gehandicapt, terug in Groot-Brittannië is, ontdekken de autoriteiten dat hij te jong is voor het leger en ze ontslaan hem.

In april 1917 treedt hij weer in dienst, bij de Royal Naval Air Service, en wordt piloot. Tussen 17 mei en 3 september 1918 behaalt hij elf luchtoverwinningen. Op 5 september 1918 wordt hij neergeschoten en wordt krijgsgevangene. Met kerstmis 1918 is hij weer thuis. Twee maanden later sterft hij aan een dubbele longontsteking.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

HerbertPatey_1918

Herbert Patey 

 

honger kwelt de krijgsgevangenen

De Legerbode bericht op 24 augustus 1918 over Britse en Russische krijgsgevangenen die voor de Duitsers moeten werken.

Sedert augustus 1917 werken Britse en Russische krijgsgevangenen aan het aanleggen van een verbindingsspoor tussen de tram van Festingue en het station van Nechin. De behandeling van deze ongelukkigen door hun Duitse meesters laat veel te wensen over, in het bijzonder voor wat de voeding betreft.

De heer Du Chatelet, brouwer, was er reeds enkele malen in geslaagd hen levensmiddelen te bezorgen in bussels stro, maar dat werd op een dag door de moffen ontdekt. De achtenswaardige burgemeester, die reeds een tijdje werd bespioneerd, werd afgezet en door een Duitser vervangen die nu zeer streng optreedt.

Onderstaande tekening is van de Franse schilder Jean-Pierre Laurens.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

http://arbrebaz.free.fr/Documents/PrisonniersAB.html

JeanPierreLaurens_SoupePourLesPrisonniersdeGuerre

 

krijgsgevangen na Duitse raid

Rond 4u in de ochtend van 11 augustus 1918 omsingelen een honderdtal dronken Duitse soldaten een bunker aan de Ijzer die functioneert als Belgische voorpost. Voor Jozef Devisch, afkomstig uit Doomkerke, en zijn kameraden zit er niets anders op dan zich over te geven, zo niet gooien de lallende Duitsers granaten in hun schuilplaats.

Via Deinze komt Jozef Devisch uiteindelijk in Duitse kampen terecht, eerst in Dulme, later in Göttingen. Op termijn belandt hij bij een boer die hengsten houdt. Het leven is er alleszins stukken beter dan aan het front. Bij wapenstilstand trekt Jozef naar huis. Wel moet hij nog een tijdje naar het Ruhrgebied als lid van de bezettingsmacht.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

BelgischeKrijgsgevangenen

 

 

Ontmoedigende confrontatie met Amerikaanse krijgsgevangenen

Pal Kelemen, een Hongaarse militair in het Oostenrijks-Hongaarse leger, hoort bij de legereenheid die naar Aarlen is gezonden om de Duitse troepenmacht te steunen als een symbolisch gebaar van samenwerking en dankbaarheid. Zijn pogingen tot contact met de plaatselijke bevolking lopen op niets uit ook niet als hij hen uitleg dat hij geen Duitser is maar een Hongaar.

Op 6 augustus 1918 ziet hij voor het eerst Amerikaanse krijgsgevangenen. Hun aanblik demoraliseert hem : tegen deze soldaten zijn het leger waartoe hij behoort, niet bestand. In zijn dagboek noteert hij :

Hun verbluffend goede lichamelijke gesteldheid, de uitgelezen kwaliteit van hun uniformen, het dikke leer van hun laarzen, riemen en dergelijke, hun zelfverzekerde blikken ondanks hun gevangenschap, doet me beseffen wat vier jaar oorlog met onze soldaten gedaan heeft.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

2D8CAC5D-7C6E-47A3-B57A-FA8F267CA527

 

de grote ontsnapping uit Holzminden

In Holzminden openden de Duitsers een kazerne in september 1917 als krijgsgevangenenkamp. Hier zitten voornamelijk Britse officieren gevangen. Daarnaast zijn er ook gewone soldaten gevangen, die als ordonnans zijn toegewezen aan de officieren en die instaan voor de dagelijkse karweien.

In de nacht van 23 op 24 juli 1918 ontsnappen 29 Britse officieren uit dit krijgsgevangenenkamp door een tunnel. Tien van hen zullen Groot-Brittannië bereiken. Deze ontsnapping kent het grootste aantal ontsnapte krijgsgevangenen tijdens de eerste wereldoorlog.

Het uitgraven van de tunnel duurde negen maanden. De ingang van de tunnel was verborgen onder een trap in de kwartieren van de gewone soldaten. In de nacht van de ontsnapping zijn er 86 officieren aangeduid om te ontsnappen door de tunnel. Maar de dertigste officier geraakt vast in de tunnel en dus moet de ontsnapping van de rest worden afgeblazen. Van de 29 die al eerder ontsnapt zijn, geraken er tien in het neutrale Nederland en zo naar Groot-Brittannië. Onder hen is er kolonel Charles Rathborne, die dankzij zijn goede kennis van het Duits van de trein gebruik kan maken en in Nederland staat na 5 dagen. De andere ontsnapten gaan te voet en hebben meestal 14 dagen nodig om terug thuis te geraken.

bron
https://en.wikipedia.org/wiki/Holzminden_prisoner-of-war_camp

Holzminden_Tunnel_1918

de tunnel van Holzminden 

 

Edmond Thieffry krijgsgevangen

Boven hun eigen linies schieten de Duitsers op 25 februari 1918 één van de niet zo talrijke Belgische luchtazen Edmond Thieffry neer. De vijand neemt hem krijgsgevangen. Tot driemaal toe probeert hij te ontsnappen, maar tevergeefs. Hij moet wachten tot na de wapenstilstand om huiswaarts te keren.

Edmond Thieffry is niet meteen voorbestemd om een luchtheld te worden. Bij het begin van de oorlog is hij nog stafattaché bij generaal Gérard Leman in het fort van Loncin. Dan wordt hij een eerste maal gevangen genomen door de Duitsers. Hij ontsnapt en bereikt via Nederland het Belgische leger, toen nog in Antwerpen. In de loop van 1915 krijgt hij de toelating om voor een pilotenbrevet te gaan.

ALs piloot behaalt hij tien overwinningen en wordt zo betiteld als “aas”. In 1925 maakt hij als piloot de eerste verbindingsvlucht naar Belgisch Congo voor Sabena waarvan hij een van de medeoprichters is.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Edmond-Thieffry-1892-1929-Oorlogsheld-en-luchtvaartpionier

 

dood in krijgsgevangenschap

Luitenant-kolonel Neville Elliot-Cooper overlijdt op 11 februari 1918 in Hannover in Duitse krijgsgevangenschap. In 1917, als hij op 28-jarige leeftijd tijdelijk luitenant-kolonel is, ontvangt hij het Victoria Cross, de hoogste Britse militaire onderscheiding. Hij dankt die eer aan zijn heldhaftige optreden in La Vacquerie, tijdens de slag van Cambrai.

Tijdens dat gevecht slaagt hij erin om een vijandelijke aanval af te breken en hen vervolgens 500 meter terug te drijven. Wanneer hij vaststelt dat zijn manschappen in de minderheid komen, zorgt hij ervoor dat ze kunnen ontkomen, wetende dat hijzelf dan krijgsgevangen zou worden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

neville-bowes-elliot-cooper

 

begin van het kampleven

Op 20 december 1917 arriveert de Italiaanse soldaat Paolo Monelli op zijn eindbestemming, een oud kasteel in Salzburg dat is omgebouwd tot een krijgsgevangenenkamp. Hij heeft nu bijna twee weken gemarcheerd, ingeklemd in een colonne van vermoeide, gedemoraliseerde krijgsgevangenen met kapotte uniformen en afgerukte medailles en rangonderscheidingstekens. Soms hebben mensen om eten gevochten, soms is er bonje ontstaan als gevangenen de ontbinding ten gevolge van de gevangenschap hebben gebruikt om de eerder zo harde discipline te doorbreken en los te gaan op hun officieren. Velen zijn blij dat hun oorlog nu eindelijk ten einde is en schromen niet om hun vreugde te tonen.

Maar Monelli heeft ook kunnen zien dat de tegenstander, in zijn triomf, aanzienlijke problemen heeft : van de Oostenrijks-Hongaarse soldaten die de colonne gevangenen vanaf de kant van de weg tevreden stonden te bekijken, waren velen ondervoed en mager. De vijand moet bovendien een wanhopig gebrek aan mensen hebben, want hij heeft meerdere bultenaren gezien en zelfs een dwerg. Vandaag begint het kampleven voor hem en de anderen. Monelli schrijft in zijn dagboek :

Op 20 december arroveren we bij het fort in Salzburg – een grimmige kazerne met setile dikke muren op de top van een ontoegankelijke heuvel, zonder zon, rillend van de kou in lege zalen. In de noordelijke winter, met mist en sneeuw om ons heen, wordt de gedachte aan het traditionele kerstfeest een kwelling.

bron : Peter Englund, de schoonheid en het verdriet van de oorlog, Spectrum

ItaliaanseKrijgsgevangenenCaporetto