Belgen door griep geveld

Dokter Lievens schrijft over de Spaanse griep in zijn dagboek.

14-5-1918 : De influenza (Spaanse griep) verspreidt zich in mijn bataljon. In alle compagnies komen gevallen voor, maar de 6e wordt bijzonder beproefd. De een na de ander wordt ziek, iedereen is aangetast. We zouden de sector Nieuwpoort-Bad moeten overnemen, maar dat is door de griep onmogelijk en we blijven nog een termijn in tweede lijn.

16-5-19 : Nu zit ik zelf met de kwaal die me 38° koorts bezorgt, maar na drie dagen ben ik aan de beterhand. Ondertussen heb ik mijn gewone dienst voortgezet, wat erg afbeulend is. In de 6e compagnie zijn slechts zeven man niet ziek. We blijven in rust tot 20 mei. Ondertussen zijn de zieken veelal uit het hospitaal teruggekeerd, maar enkelen hebben verwikkelingen opgedaan en zijn gestorven aan broncho-pneumonie. Anderen zijn nog in herstelverlof. We blijven in tweede lijn tot 2 juni 1918.

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

griep1918

 

derde slag aan de Aisne

Erich Ludendorff, hoewel officieel de ondergeschikte van Hindenburg, is de man die de planning en uitvoering van de Duitse oorlogsinspanning dicteert. Na eerst in Vlaanderen bij de Leie aangevallen te hebben, besluit hij het verloren gegane stuk van de heuvelrug bij de Chemin des Dames te heroveren. Uitgerekend daar liggen de Britse troepen bij te komen van de veldslagen in Vlaanderen. De Franse generaal Denis Duchêne besloot in al zijn wijsheid om al die troepen in de voorhoede te plaatsen. Dit is tegen de zin van sir Alexander Hamilton Gordon die zijn mannen liever gestaffeld in de diepte had opgesteld.

Op 27 mei 1918 wordt een voorafgaand Duits bombardement met 4.000 kanonnen op de vier Britse divisies losgelaten. Omdat bijna alle mannen voorin liggen, is het effect een feitelijke slachting. Na een gasaanval beginnen 17 Duitse divisies  onder bevel van kroonprins Wilhelm op te rukken door het gat van 40 km dat is ontstaan. Tussen Soissons en Reims breken de Duitsers door nog 8 divisies heen en aan het eind van de dag hebben zij 15 km terreinwinst geboekt en liggen ze bij de rivier de Vesle. Op 30 mei hebben de Duitsers 50.000 krijsgevangenen gemaakt en 800 kanonnen veroverd. Op 3 juni 1918 liggen ze op 90 km van Parijs. Maar alweer verdwijnt het door de Duitsers opgebouwde momentum door vermoeidheid en geallieerde tegenaanvallen. De Franse verliezen bedragen 98.000 soldaten terwijl er 29.000 Britse slachtoffers zijn. Generaal Duchêne wordt ontslagen door opperbevelhebber Pétain terwijl diens positie belaagd wordt door geallieerd opperbevelhebber Foch.

bron : Roel Tanja, een korte geschiedenis van de eerste wereldoorlog, BBNC Uitgevers

Slag_Aisne_1918

 

het einde van UB-74

Op 26 mei 1918 wordt de periscoop van UB-74 opgemerkt door het stoomjacht Lorna in Lyme Bay ter hoogte van Portland. Zijn commandant, luitenant C.L. Tottenham, stuurt Lorna er op volle kracht heen en kan de onderduikende UB-74 verrassen en de toren lichtjes raken. Lorna laat een dieptebom vallen, gevolgd door een tweede op 50 meter afstand. Blijkbaar hebben de dieptebommen hun doel geraakt, want bijna onmiddeelijk welt een luchtbel op waarin zich vier objecten bevinden. Tottenham laat nog een dieptebom vallen en lost een boei op de locatie.

De bemanning van de Lorna hoort vage hulpkreten in het Duits :”Kamerad, Kamerad !”. Er zijn vier drenkelingen in het water te zien, maar slechts één van hen is in leven. De Britten halen hem uit het water, waarna hij bevestigt dat hij van de UB-74 is. Drie uur later sterft hij aan de gevolgen van de opstijging en van de waterdruk van de ontploffingen. De laatste dieptebom heeft waarschijnlijk zijn drie kameraden gedood en hem fataal verwond. Tottenham ontvangt een Distinguised Service Cross voor het vernietigen van UB-74.

bronnen
Tomas Termote, oorlog onder water, Davidsfonds
http://portlanddivecharters.co.uk/view_site.asp?id=56

u-boot_gezonken

Troost voor Raoul Snoeck

Raoul Snoeck is op zoek gegaan naar een soldatenmeter of marraine, een vrouw die met hem wil corresponderen. Via een kameraad krijgt hij het adres van een jonge Italiaanse.

17 april 1918 – Mijn vriend Georges Olbrechts speelt me het adres door van een jonge Italiaanse die wel mijn marraine wil worden. (…) Het zal me toelaten me te vervolmaken in de Italiaanse taal en mijn leven zin geven.

2 mei 1918 : Wat blijven die brieven uit Italië toch lang weg ! Ik heb nog geen nieuws ontvangen van mijn marraine terwijl ik haar nochtans elke dag lange epistels schrijf.

5 mei 1918 : In mijn jeugd heb ik heel wat mensen bekend en avonturen beleefd maar… zonder parfum. Dat was althans de stand van zaken voordat ik nieuws ontving van mijn marraine. Nu heb ik haar eerste brief ontvangen en ben gelukkig.

6 mei 1918 : Ik heb nieuws ontvangen van mijn kleine, bevallige marraine, een meid van tweeëntwintig, een zonnestraal in dit triestige leven. De brieven van de marraines zijn het enige lichtpunt in ons bestaan, want aan het front krijgen we van niemand bezoek.

11 mei 1918 : Ik heb niets om de tijd te doden. Daarom stuur ik mijn marraine een fotootje dat een makker genomen heeft aan het front.

17 mei 1918 : Ik heb hier een brief van mijn kleine marraine in de hand en glimlach om wat ze nu schrijft. Ze zegt dat ze nog niemand heeft bemind  en misschien nooit iemand zal beminnen. Ik geloof er niets van. De vrouw is gemaakt voor de liefde als de bloem voor de vlinder.

18 mei 1918 : Ik heb het boek ontvangen dat mijn marraine me had beloofd : “la sagra de Sant Giorgio”. Voordat ik kennis neem van de inhoud, en het aandachtig begin te lezen, doorblader ik het eerst (uit beroepsmisvorming). Ik draai en keer het boek tienmaal om, bekijk het aan alle kanten en zet er zelfs een prijs op (dat is mijn taak als drukker).

20 mei 1918 : Ik correspondeer al een maand met mijn kleine marraine  en schrijf haar bijna elke dag. Zij antwoordt regelmatig , haar brieven maken me gelukkig.

23 mei 1918 : Mijn kleine marraine maakt me gek van vreugde. Ze schrijft me dikwijls. Haar brieven zijn nooit lang genoeg voor mij. Ik heb “u” vervangen door “je” en het ergert haar niet. Zo is het veel prettiger. Ik geloof dat een vrouw zich altijd aan wat streling laat vangen.

27 mei 1918 : Elk vrij ogenblik besteed ik aan mijn lieve, kleine prinses, die zover van me af is. Ik heb haar zojuist een lange brief geschreven, eigenlijk meer een dagboek. Haar foto heb ik nog niet ontvangen, maar vandaag weet ik dat ze lief is, donkere ogen en een gebronsde huid heeft. Sinds ik met haar correspondeer , heeft de moedeloosheid die me bedreigde, plaats gemaakt voor hoop.

bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, uit het Frans vertaald door André Gysel, Snoeck – Ducaju & Zoon

De tekening hieronder is van Ivan Petrus Adriaenssens en komt uit de graphic novel “Afspraak in Nieuwpoort”

RaoulSnoeck_201805

Azerbeidzjan en Armenië onafhankelijk

Azerbeidzjan en Armenië roepen op 28 mei 1918 hun onafhankelijkheid uit.

De Azerbeidzjanen roepen in Ganja de onafhankelijkheid uit van de Azerbeidzjaanse democratische republiek. Dat gebeurt niet in de feitelijke hoofdstad Bakoe omdat die nog bezet wordt door Russische en Armeense troepen. In de islamitische wereld is Azerbeidzjan daarmee de eerste democratische republiek. Een lang leven is de nieuwe republiek niet beschoren : in 1920 verovert de Sovjet-Unie het land.

In Jerevan, de hoofdstad van buurland Armenië, verklaart men zich eveneens op 28 mei 1918 onafhankelijk. Gedurende de ruim twee jaar onafhankelijkheid is het bestuur in handen van de Dashnak partij. In 1920 voeren lokale bolsjewieken een geweldloze staatsgreep uit en nauwelijks een week later krijgt de nieuwe regering de steun van het Rode Leger van de Sovjet-Unie.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Armenia_Azerbaijan_1918_02

Amerikanen houden stand in Cantigny

Amerikaanse soldaten vallen op 28 mei 1918 voor het eerst in de oorlog aan op de tweede dag van het Duitse offensief bij de Aisne. het gevecht concentreert zich rond het dorp Cantigny ten oosten van Montdidier, ten noorden van de Somme. Soldaten van de Amerikaanse 1e divisie onder generaal Robert Lee Bullard vechten tegen het 18e leger van generaal Oskar von Hutier. Bullards soldaten veroveren Cantigny op de 28e mei en weren in de volgende dagen een reeks Duitse tegenaanvallen af. De Amerikanen verliezen 1600 soldaten waarvan 199 doden.

bron : Ian Westwell, 1914-1918, de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas

Het schilderij hieronder is van de Amerikaan Frank Schoonover en is getiteld “battle of Cantigny”.

FrankSchoonover_BattleofCantigny

 

Operaties Blücher en Yorck

Generaal Erich Ludendorff, afgevaardigd chef van de Duitse generale staf, opent op 27 mei 1918 zijn derde offensief van 1918 op het westfront. Het is een afleidingsaanval op de Fransen die de Chemin des Dames bij de Aisne bezetten. Ludendorff wil verhinderen  dat de Fransen versterkingen sturen naar de Britten in noord-Frankrijk, waar hij opnieuw wil aanvallen.

Het offensief wordt aangevoerd door het 7e leger van generaal Max von Boehn en het 1e leger onder generaal Bruno von Mudra, met in totaal 44 divisies. Het doelwit van hun opmarsen, onder de codenamen Blücher en Yorck, is het Franse 6e leger van generaal Denis Duchène dat bestaat uit twaalf divisies waaronder 3 Britse.

Het Duits offensief wordt ingeluid door een bombardement met 4600 artilliewapens, gevolgd door een aanval van zeven divisies over een front van 16 kilometers. De Duitsers veroveren meteen de Chemin des Dames en rukken op naar de Aisne, waarbij ze diverse intacte bruggen veroveren. Tegen het einde van de dag hebben ze zo’n 16 kilometer terrein gewonnen.

Hoewel het offensief qua omvang beperkt blijft, beweegt het aanvankelijke succes het Duitse opperbevel om naar Parijs op te rukken dat op maar 128 km ligt.

bron : Ian Westlwell, 1914-1918 – de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas

Operatie_Blucher_Yorck_1918

de slag om Sardarabad

De  slag om Sardarabad vindt plaats nabij de stad die men tegenwoordig Armavir noemt, tussen 21 en 29 mei 1918, op zo’n veertig kilometers van Yerevan, de hoofdstad van Armenië. Voor de Armeniërs is deze slag een kwestie van overleven.

Vanaf januari 1918 trekken de Russen hun handen af van de Kaukasus. Het land is immers in een burgeroorlog verwikkeld sinds de bolsjewieken de macht hebben gegrepen na de revolutie van november 1917. Grensgebieden zoals de Kaukasus en Armenië liggen daarom voor het grijpen. Niet alleen de Duitsers maar ook de Ottomanen maken daarvan gebruik. De Armeniërs weigeren om onder de bolsjewieken te vallen en richten hun eigen militaire eenheden op.

General Tovmas Nazarbekian en Drastamat Kanayan richten een klein Armeens leger op. In mei 1918 dringt het Ottomaanse leger oostelijk Armenië binnen en valt de stad Gyumri aan (toen Alexandropol). Het doel van de Ottomanen is het Russische Transkaukasië in te nemen en vooral de oliebronnen van Baku (vandaag de hoofdstad van Azerbeidzjan ). Ze slagen erin Gyumri te veroveren en rukken verder op richting Yerevan.

Op 21 mei verslaan de soldaten van Zihni Bey een Armeense eenheid van 600 infanteristen en 250 cavaleristen en nemen Sardarabad in. Vandaar gaan ze verder richting Yeghegnut. Op 22 mei lanceren de Armeniërs een tegenaanval en ze drijven de Ottomanen een 15 kilometer terug. De Ottomanen hergroeperen zich en steken de rivier Araks over maar stuiten op verwoede tegenstand. Op 24 mei komt er een nieuwe poging maar ook deze keer blijven de Armeense posities ongebroken. Op 25 mei 26 mei zijn de rollen omgekeerd : Armeense soldaten willen door de Ottomaanse linies breken maar worden afgeslagen.

Op 27 mei vallen de Armeniërs opnieuw de Ottomaanse linies aan, maar dit keer doen ze dat niet alleen frontaal maar vallen ze de vijand ook in de rug aan. In de achterhoede slagen de Armeense soldaten erin om het station van Arka te veroveren en een magazijn in Mastara. De Ottomanen trekken zich terug tot Karaburun. Op 29 mei nemen de Armeense soldaten ook Karaburun in. De Ottomanen hebben ondertussen belangrijke versterkingen laten aanrukken. Beide partijen komen overeen om een wapenstilstand te ondertekenen.

bronnen
http://historyofarmenia.org/2017/05/28/battle-sardarabad-birth-new-nation/
https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Sardarabad

ArmeenseStrijders_1918

Theodore Roosevelt gewond

Tijdens een Duitse aanval in de buurt van het Franse dorpje Catigny loopt majoor Theodore Roosevelt junior op 27 mei 1918 een gasvergiftiging op met gezichtsverlies als gevolg. Hij weigert zich ziek te melden en vecht nog verder tot 1 juni samen met het bataljon dat hij aanvoert.

TheodoreRoosevelt_1918

 

Een paar maanden eerder was Archie Roosevelt, de andere zoon van de voormalige president Theodore Roosevelt senior (president van 1901 tot 1909) eveneens gewond geraakt in Frankrijk. Aan een eerder stil stuk front werd hij zwaar getroffen aan een arm en been door een ontploffende Duitse artilleriegranaat. Na geruime tijd in het ziekenhuis en diverse operaties wordt hij in september 1918 naar huis gestuurd.

Theodore Roosevelt zal nog in de 2e wereldoorlog vechten, onder meer op Utah Beach tijdens de landing in Normandië. In de film “De langste dag” wordt zijn rol vertolkt door Henry Fonda,

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://www.wereldoorlog1418.nl/Roosevelt/index.html

Raoul Snoeck op patrouille

Raoul Snoeck noteert op 13 mei 1918 in zijn dagboek het volgende :

Op verkenning trekken is avontuurlijk, liefst zo dicht mogelijk bij de Duitse voorposten. We zijn tegelijk voorzichtig en agressief. We dwalen rond, kruipen op de buik, rukken op of trekken ons terug, zonder de juiste afstand te kennen die ons van de vijand scheidt. Soms haperen we aan prikkeldraad, schrammen de handen en scheuren de kleren. Het is zo donker dat we niet zien waar we onze voeten zetten. We vorderen tastend. De meeste tijd liggen we plat op de buik, de revolver in de ene en de dolk in de andere hand, voorbereid op elke omstandigheid. Om ons te redden moeten we soms in een obusput springen. We steken dan tot over onze buik in het water, en wachten op het gunstige ogenblik om de expeditie verder te zetten. Als de Duitsers ons horen of opmerken, dan is het man tegen man. Komen we iets over de vijand te weten, dan keren we gelukkig terug  om het onze oversten te vertellen.

bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervalle, uit het Frans vertaald door André Gysel, Snoeck, Ducaju en zoon

De tekening hieronder is van Léon Broquet, getiteld “patrouille surprise par la fusée”.

LeonBroquet_PatrouilleSurpriseParLaFusee