wapenstilstand in Ierland

Frank Aiken wordt op 20 april 1923 de nieuwe stafchef van het Ierse Republikeinse leger als opvolger van Liam Lynch, die tien dagen eerder in een hinderlaag is omgekomen. Aiken, die de aanval van het Irish Free State National Army heeft overleefd, drintg er bij de 12 leden tellende raad van bestuur op aan om verdere actie in de Ierse burgeroorlog stop te zetten. Hij is tot de conclusie gekomen dat de anti-verdrags-IRA een langdurig gevecht met de Free State niet kan winnen. Aiken’s resolutie om vrede te sluiten met de Ierse Vrijstaat wordt aangenomen met 9 tegen 2 stemmen.

Op 27 april 1923 kondigt Éamon de Valera aan dat het Ierse Republikeinse leger bereid is in te stemmen met een staakt-het-vuren in de burgeroorlog. Op 30 april kondigt Frank Aiken, dan een staakt-het-vuren aan en roept alle IRA-vrijwilligers op om op 24 mei afstand te doen van hun wapens om 12 uur.

De foto links toont Frank Aikin. Rechts staat Eamon de Valera.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/April_1923

terreurmaand in Ierland

Sinds eind juni 1922 woedt de Ierse burgeroorlog. Wat een korte strijd tussen rivaliserende IRA-facties kon zijn, sleept zich in plaats daarvan vele maanden voort, in een kleinschalige maar meedogenloze guerrilla tussen de regering van de Ierse Vrijstaat. en de IRA, die zich tegen het verdrag met de Britten kant.

Tegen het einde van februari 1923 komt de uitvoerende macht van de IRA bijeen op een afgelegen locatie in Tipperary. IRA-stafchef Liam Lynch krijgt te horen dat het guerrillaleger op instorten staat. Lynch kiest ervoor om de oorlog toch voort te zetten. De Vrijstaat heeft de executies begin februari opgeschort, in de hoop dat het zal helpen om het einde van het conflict te bespoedigen en de bijeenkomst van de IRA-leiding moet voor hen de ideale gelegenheid hebben geleken om het af te blazen. Maar Lynch denkt daar dus anders over.

De county Kerry heeft tijdens de guerrillafase van de oorlog meer geweld gezien dan bijna overal in Ierland. Aan de kant van de Vrijstaat zijn er al 68 soldaten gedood en 157 gewond. En toch is het dieptepunt nog niet bereikt begin maart 1923.

De maand begint in Kerry met een aanval van de IRA op Cahirciveen. Drie soldaten van het Nationale Leger en twee Republikeinse soldaten worden gedood en zes IRA-mannen worden gevangen genomen . De volgende dag rijdt een groep officieren van het Nationale Leger op basis van informatie van een informant Tralee uit naar een dorp genaamd Knocknagoshel, waar ze verwachten een Republikeinse schuilplaats te vinden. Als ze de schuilplaats binnengaan, doodt een boobytrapmijn drie officieren en twee soldaten doodt.

Twee van de doden zijn goede persoonlijke vrienden van Paddy Daly , die het bevel voert over de troepen van de Vrijstaat in Kerry. .Daly kondigt aan dat gevangenen in de toekomst wegen met mijnen zullen vrijmaken. De dag na de Knocknagoshel-bom worden negen gevangenen naar het kruispunt van Ballyseedy gebracht, zogenaamd voor dit doel. Sommige gevangenen zijn al geslagen tegen de tijd dat ze in Ballyseedy aankomen, waar ze rond een landmijn worden vastgebonden en letterlijk in stukken worden geblazen. Stephen Fuller wordt niet gedood maar weggeblazen door de ontploffing en kan later getuigen over het bloedbad. Als alle mijnen zijn ontploft, scheppen de troepen van Vrijstaat de overblijfselen van de verpulverde lichamen in negen doodskisten en brengen ze terug naar Tralee met het verhaal dat ze per ongeluk zijn omgekomen bij het opruimen van een weg met mijnen. Er breekt een rel uit in de stad als de familieleden van de doden proberen de doodskisten open te breken en de doden te identificeren .

bron : https://www.theirishstory.com/2011/03/14/march-1923-the-terror-month/#.ZBcTPsLMI2w

Amnestie onder voorwaarden

In Ierland woedt nog steeds een burgeroorlog tussen aanhangers van de Ierse Vrijstaat en aanhangers van het Ierse Republikeinse Leger (Irish Republican Army). Die laatsten wijzen het akkoord van de Ierse Vrijstaat met Groot-Brittanië af omdat ze een vrijstaat niet verregaand genoeg vinden.

Op 18 januari 1923 arresteren de soldaten van de Ierse Vrijstaat Liam Deasy in Tincurry, Tipperary County. Liam Deasy is de plaatsvervangend stafchef van het Irish Republican Army (IRA). Omdat er een parabellum-revolver en munitie bij hem zijn gevonden, wordt hij een week later door een krijgsraad ter dood veroordeeld. De krijsgraad volgt daarmee de wet van de regering tegen het bezit van ongeautoriseerde vuurwapens, een decreet dat specifiek gericht was op IRA-strijders.

En dat zou het einde van hem zijn geweest, een andere naam op een groeiende lijst van Republikeinse martelaren, behalve dat Deasy er niet helemaal klaar voor is om zich erbij aan te sluiten. Op zijn verzoek om een ​​gesprek met de vijandelijke opperbevelhebber, Richard Mulcahy , wordt de gevangene overgebracht naar Dublin, waar men na verder overleg overeenkomt dat hij zijn naam zet op een communiqué met de volgende inhoud :

Ik heb me ertoe verbonden, voor de toekomst van Ierland, een onmiddellijke en onvoorwaardelijke overgave van alle wapens en manschappen te aanvaarden en eraan mee te werken, en ik heb de volgende verklaring ondertekend:

Ik accepteer, en zal helpen bij de onmiddellijke en onvoorwaardelijke overgave van alle wapens en manschappen, zoals vereist door generaal Mulcahy.

Dit communiqué wordt met gemengde gevoelens onthaald. Zo is er Ernie O’Malley die vanuit Mountjoy Prison naar zijn vriendin schrijft om de houding van Deasy aan te vallen. O’Malley is zelf krijgsgevangene en met executie bedreigd, maar hij “ziet niet welk recht gevangenen hebben om te proberen de handen van hun kameraden in het veld te forceren; we zijn uit de strijd en het maakt niet uit wat de vijand ons aandoet. “.

Twee weken later volgt er een ondertekende verklaring van twaalf krijgsgevangenen in Limerick, die beweren zeshonderd anderen te vertegenwoordigen. Ze vragen om vier van hen voorwaardelijk vrij te laten om met hoge IRA-officieren te kunnen overleggen over een mogelijk einde aan de vijandelijkheden.

Zeventig gedetineerden in Tralee, Kerry County , gaan nog verder in hun eigen proclamatie, waarbij ze niet alleen Deasy bij naam noemen, maar er ook bij de overgebleven anti-verdragsaanhangers op aandringen om verder te gaan dan alleen het overwegen van vrede:

Wij, de ondergetekende gevangenen in Tralee Prison, keuren de acties van Liam Deasy goed door zijn kameraden op te roepen tot onvoorwaardelijke overgave, en we vragen een voorwaardelijke vrijlating voor afgevaardigden om met onze strijdmakkers te praten over een overgave.

De regering van de Ierse Vrijstaat maakt van deze oproepen gebruik en biedt amnestie aan aan al diegenen die hun wapens inleveren tussen acht en achttien februari 1923. Sommige IRA aanhangers maken gebruik van deze mogelijkheid en geven zich over.

bron : https://erinascendantwordpress.wordpress.com/tag/liam-deasy/

Bloedig begin van de Ierse Vrijstaat

Op 5 december 1922 keurt het Britse Lagerhuis de Irish Free State Constitution Act goed. Op 6 december kondigt Koning George V de Ierse Vrijstaat af. Op 7 december stemmen beide huizen van het parlement van noord-Ierland unaniem voor de optie om uit te treden uit de Ierse Vrijstaat en aan te sluiten bij het Verenigd Koninkrijk. Op dezelfde dag worden 2 leden van het Ierse parlement (de Dail) neergeschoten : Sean Hales en Patrick O’Malley zijn het slachtoffer van een wraakactie van de Irish Republican Army (IRA) die zich verzet tegen de Ierse Vrijstaat en het Iers-Britse verdrag. O’Malley overleeft de aanslag in tegenstelling tot Sean Hales. Deze aanslag van de IRA is trouwens een reactie op de eerdere executies van aanhangers van de IRA door de Ierse Vrijstaat die vanaf 17 november 1922 plaatsvinden.  

Op 8 december 1922 komt de regering van de Ierse Vrijstaat in spoedzitting bijeen. Als wraak op de aanslag worden 4 aanhangers van de IRA opgehangen : Rory O’Connor (39),  Joe McKelvey (24); Liam Mellows  (30) en Richard Barrett (32). De Ierse burgeroorlog belandt daarmee in de fase van opeenvolgende wraakacties.

Bronnen

https://en.wikipedia.org/wiki/December_1922

https://www.odt.co.nz/opinion/100-years-ago/irish-free-state-executes-duo

https://en.wikipedia.org/wiki/Irish_Civil_War

de laatste dagen van Michael Collins

In augustus 1922 woedt de burgeroorlog in Ierland. Het conflict draait rond het al dan niet aanvaarden van het Brits-Ierse verdrag dat Ierland de status van Vrijstaat geeft maar niet van republiek. De tegenstanders van het verdrag verzamelen zich in het Iers republikeins leger (Irish Republican Army of IRA). De voorstanders van het verdrag horen bij het Iers nationaal leger onder leiding van Michael Collins. Maar in de zomer van 1922 zal het Iers nationaal leger zijn opperbevelhebber verliezen.

Omdat Michael Collins ziek en koortsig is, adviseert zijn arts de reis uit te stellen. Maar hij vertrekt toch. Collins’ konvooi verlaat Dublin, op zondag 20 augustus om 5.15 uur en maakt zijn eerste stop bij Maryborough Jail (nu Portlaoise Prison), waar Collins het overbrengen van een aantal gevangenen bespreekt naar het kamp van Gormanstown om de overbevolkte omstandigheden te verlichten. 

Daarna gaat het konvooi naar Roscrea Barracks voor een inspectie en ontbijt. In de Limerick-kazerne ontmoet Collins generaal Eoin O’Duffy.  Het konvooi rijdt vervolgens door Mallow en ze brengen die nacht door in Cork City, waar hij verblijft op het militaire hoofdkwartier in het Imperial Hotel. Die avond ontmoet Collins zijn zus, Mary Collins-Powell, en haar zoon, Seán, en de rest van de avond dient voor overleg met generaal Emmet Dalton

Op maandag 21 augustus bezoekt Collins zijn zus, en heeft hij weer overleg met generaal Dalton.  Collins bezoekt ook enkele lokale banken in een poging om republikeinse fondsen op te sporen. In juli heeft de IRA  120.000 pond aan douane-inkomsten verzameld en dit geld verborgen op de rekeningen van sympathisanten. Bij elke bank zegt Collins tegen hun managers dat ze de deuren moeten sluiten en dat ze de banken alleen zouden laten heropenen als de managers volledig meewerken. 

Collins en Dalton reizen vervolgens de vijftig kilometer naar Macroom waar Collins Florence O’Donoghue ontmoet, een IRA lid en een van de leiders in County Cork in de Onafhankelijkheidsoorlog, maar die neutraal is in de burgeroorlog.  O’Donoghue erkent dat de IRA  de oorlog niet kan winnen en dat Collins naar het zuiden komt op zoek naar vrede. Collins probeert  de oorlog te beëindigen en de leiders aan de andere kant een overeenkomst te geven.  Na de lunch in het Imperial gaan ze op pad om het leger in Cobh te bekijken en keren in de vroege avond terug naar Cork.

Collins’ gezelschap verlaat het Imperial Hotel, Cork, op dinsdag 22 augustus om 6.15 uur. Het militaire escorte is veel te klein voor de bescherming van de opperbevelhebber van de Vrijstaat, vooral omdat ze door enkele van de meest actieve anti-verdragsgebieden van Zuid-Cork zullen reizen. Het konvooi gaat rond 8 uur door Macroom richting Béal na mBláth, waar het stopt om een ​​routebeschrijving te krijgen, vervolgens door Crookstown en vervolgens naar Bandon.

In Bandon ontmoet Collins kort generaal-majoor Seán Hales. Bij Clonakilty stopte het konvooi voor de lunch in Callinan’s Pub. ’s Middags gaat het konvooi naar Roscarberry en Collins drinkt wat in de Four Alls Pub (eigendom van zijn neef Jeremiah) bij Sam’s Cross, waar Collins verklaart: ‘Ik ga dit regelen. Ik ga een einde maken aan deze bloedige oorlog.” . Op de terugweg passeert Collins’ gezelschap de verbrande overblijfselen van zijn ouderlijk huis, Woodfield, en Collins wijst naar de ruige stenen muren. ‘Daar,’ zegt hij tegen Dalton, ‘daar ben ik geboren. Dat was mijn thuis.” 

Het konvooi verlaat om 17.00 uur het Eldon Hotel in Skibbereen en keert terug naar Cork. Collins ontmoet op deze reis zijn grote vriend John L. Sullivan. Het konvooi maakt op de terugweg een omleiding rond Clonakilty vanwege een wegblokkade. Het stopt bij Lee’s Hotel in Bandon voor thee. 

Maar ondertussen hebben de republikeinen niet stil gezeten. In de vroege ochtend van dinsdag 22 augustus komt het hinderlaaggezelschap bijeen in Long’s Pub . De mannen die zich in Béal na mBláth verzamelen, zijn officieren die getraind zijn in guerrillaoorlogvoering en die bijeenkomen om een ​​ stafvergadering te houden.   Ze zien de mogelijkheid om het ​​vijandelijk konvooi op zijn terugreis te overmeesteren en besluiten de uitdaging aan te gaan en het in een hinderlaag te lokken.

De hinderlaag vindt plaats in Béal na mBláth  net voor zonsondergang, om 19.30 uur. Zodra de eerste schoten worden gelost, geeft Collins het bevel : “Stop, we zullen tegen ze vechten.”. Het Lewis-machinegeweer in de pantserwagen loopt verschillende keren vast en zodra dat gebeurt, profiteren de republikeinen van de stilte in het vuren om hun posities te verplaatsen.

Dan rent Collins ongeveer vijftien meter de weg op, valt in een vooroverliggende schietpositie en schiet op de republikeinen op de heuvel. Dalton hoort dan de zwakke kreet: “Emmet, ik ben geraakt.” Dalton en commandant Seán O’Connell rennen naar de plek waar Collins met zijn gezicht naar beneden op de weg ligt en vinden een angstaanjagende gapende wond aan de basis van zijn schedel achter het rechteroor. . … O’Connell knielt nu naast de stervende Collins die nog bij bewustzijn is, en fluistert in het oor van de snel zinkende man troostende woorden. Ze proberen nog de wonde te verbinden maar al snel zien ze dat Michael Collins dood is.

bron : https://www.irishcentral.com/roots/history/michael-collins-death-timeline

Michael Collins

slag om Kilmallock

De Ierse burgeroorlog is het resultaat van een splitsing in de Ierse Republikeinse beweging na de ondertekening van het Engels-Ierse Verdrag in 1921. Het Verdrag verleent Ierland zelfbestuur als een heerschappij binnen het Britse rijk en maakt ook de opdeling van de zes graafschappen van Ulster mogelijk . Voor velen binnen de Republikeinse beweging wordt dit als onaanvaardbaar gezien en als een verraad dat leidt tot een splitsing tot voor- en tegenstanders van het verdrag. Na mislukte pogingen om vreedzame oplossingen te vinden, beginnen zowel het Iers Nationale Leger (voorstander) als het Iers Republikeinse Leger (IRA – tegenstander) strategische locaties te bezetten.

Dit leidt tot de eerste vijandelijkheden, maar pas op 27 juni 1922 begint de Ierse burgeroorlog met het bombardement door het Nationale Leger van de Four Courts in Dublin, dat bezet is door de IRA. Na hevige gevechten in heel Dublin, verovert het Nationale Leger de stad en begint het de rest van het land in te trekken.

De IRA slaagt erin om de provincies ten zuidwesten van een lijn gevormd van Limerick naar Waterford (bekend als de Munster Republiek) te houden. Na de val van Limerick City de IRA verdedigingswerken op rond de drie County Limerick-steden Bruff, Bruree en Kilmallock waarbij Kilmallock centraal staat in die verdediging omdat het een belangrijk knooppunt is van weg- en spoorverbindingen naar County Cork.

De gevechten, die op 20 juli 1922 beginnen en duren tot de verovering van Kilmallock door de strijdkrachten van de Vrijstaat op 5 augustus, zijn een van de weinige gevechten tijdens de oorlog waarbij gedefinieerde fronten bestaan tussen de twee tegengestelde partijen met versterkte gebouwen, barricades en zelfs loopgraven worden gebruikt.

Alles start met de aanval door de IRA op Bruff op 20 en 21 juli 1922. Na de val van Limerick City staakt de IRA de aanval tijdelijk, maar de volgende dag zijn ze erin geslaagd Bruff in te nemen. Deze overwinning is echter van korte duur, aangezien het Nationale Leger uiteindelijk op 23 juli Bruff herovert.

De volgende fase van de strijd concentreert zich op de stad Bruree ten westen van Kilmallock. Het Nationale Leger neemt de stad op 30 juli in na hevige gevechten waarbij artillerie en pantserwagens worden ingezet en waarbij verschillende strijders aan beide kanten omkomen. De IRA-commandant Liam Deasy, die het belang van de stad als startpunt voor een aanval op Kilmallock kent, lanceert onmiddellijk een tegenaanval met gepantserde auto’s en loopgraafmortieren. 

Zodra zowel Bruff als Bruree veilig zijn gesteld door het Nationale Leger, plannen de veldcommandanten, generaals Eoin O’Duffy en Murphy, de laatste aanval op Kilmallock. Dit houdt in dat veldartillerie (verkregen uit Groot-Brittannië) wordt ingezet.  Op 3 augustus 1922 maken ongeveer 2000 soldaten van het Nationale Leger, gesteund door pantserwagens en de artillerie, een algemene opmars naar Kilmallock vanuit het westen, noorden en oosten. De meeste gevechten bij Kilmallock vinden plaats op de nabijgelegen heuvels rond de stad. De troepen van het Iers Republikeinse Leger (IRA) hebben meer ervaring dan de troepen van het Nationale Leger, maar naarmate de strijd vordert, is het gebruik van artillerie tegen hun posities veelzeggend en dit dwingt hen uiteindelijk van de heuvels rond Kilmallock.

bron : https://liammck1745.wordpress.com/2018/02/25/the-battle-of-kilmallock-tracing-the-battle-on-the-ground/

Een gevangene van het IRA wordt weggevoerd door een soldaat van het Iers Nationaal Leger

begin van de Ierse burgeroorlog

De Ierse onafhankelijkheidsoorlog (1919-1921) is nog geen jaar gedaan of het geweld breekt terug uit in Ierland. In 1922 is er nochtans hoop door het Brits-Ierse verdrag dat de rust eindelijk kan weerkeren. Dat verdrag voorziet in de Ierse vrijstaat met een eigen leger en politie. Het verdrag voorziet ook de mogelijkheid voor Noord-Ierland om bij het Verenigd Koninkrijk te blijven. Maar Vrijstaat betekent ook dat Ierland binnen het Brits gemenebest blijft met de Britse koning als staatshoofd. En dat gaat voor sommige Ieren niet ver genoeg. Dat bewijst ook de stemming in het Ierse parlement op 7 januari 1922. Het verdrag wordt goedgekeurd met 64 stemmen voor en 57 stemmen tegen. De Ierse nationalisten zijn diep verdeeld.

De Ierse president Eamon de Valera treedt af bij wijze van protest maar wordt niet herverkozen dor het parlement. Daarop verwijt hij de Ierse parlementairen dat ze hun eed aan de Ierse republiek schenden door het verdrag te aanvaarden. De verdeeldheid van de Ierse nationalisten komt tot uiting als de Valera begin maart 1922 een nieuwe partij sticht.

De verwarring is compleet bij de verkiezingen op 18 juni 1922. Er komen twee nationalistische partijen op die beiden de naam Sinn Féin dragen, maar waarbij de ene partij voor en de andere tegen het Brits-Iers verdrag is. De aanhangers van het verdrag behalen de meerderheid en ze worden gesterkt door de resultaten van de niet-nationalistische partijen waarvan de meerderheid ook achter het verdrag staat. Maar Eamon de Valera, zijn politieke aanhangers en de meerderheid van de IRA blijven gekant tegen het verdrag. Volgens sommigen zou de Valera gezegd hebben :”De meerderheid heeft het recht niet verkeerd te handelen.”.

Michael Collins en Arthur Griffith zetten ondertussen hun schouders onder de Ierse Vrijstaat en stichten het Iers nationaal leger dat de IRA moet vervangen. Maar hun tegenstanders zitten niet stil. Eenheden van de IRA die gekant zijn tegen het verdrag bezetten vanaf april 1922 de “Four Courts”, zo genoemd naar de vier gerechtshoven die in hartje Dublin zetelen. Griffith wil het Ierse leger direct laten optreden, maar Collins laat deze IRA aanhangers ongemoeid. Hij gokt erop dat de aanhangers van het verdrag de meerderheid behalen bij de verkiezingen en dat de bezetters van de Four Courts democratisch genoeg zijn om de bezetting dan te beëindigen. Maar dat gebeurt niet. Bovendien is er op 22 juni 1922 nog de aanslag op veldmaarschalk Wilson in hartje Londen. Deze aanslag dwingt de Ierse regering tot handelen. Als ze niet kunnen bewijzen dat zij de macht hebben in Ierland, dreigen de Britten zelf op te treden. Op 26 juni 1922 kidnappen de tegenstanders van het verdrag een Ierse generaal. Nu heeft Michael Collins geen keuze meer. Hij stelt de bezetters van de Four Courts een ultimatum. Op 27 juni moeten ze de bezetting beëindigen. Op 28 juni 1922 begint het Ierse leger de Four Courts te bombarderen. Na drie dagen bombardement geven de bezetters zich over. Maar vuurgevechten blijven nog voortduren in Dublin tot 5 juli 1922. De Ierse burgeroorlog is begonnen.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Irish_Civil_War

De Four Courts in Dublin na het bombardement

Politieke onrust in de Ierse vrijstaat

In januari 1922 neemt de politieke onrust in de Ierse vrijstaat toe. Aanleiding tot de onrust is het Engels-Iers verdrag van december 1921 waarmee Ierland een vrijstaat geworden is. Het discussiepunt voor de Ieren onderling is het feit dat de Ierse vrijstaat onderdeel blijft van het Britse gemenebest. Sommige politiekers aanvaarden dit maar anderen blijven streven naar een volwaardige republiek en verwerpen daarom het recente verdrag.

Op 6 januari 1922 biedt Eamon de Valera zijn ontslag aan als president van het Ierse parlement, de Dáil . Hij maakt zijn standpunt zeer duidelijk en wil herkozen worden als president zodat hij zijn eis voor een Ierse republiek kan hard maken aan de onderhandelingstafel. En hij voegt eraan toe dat ze maar iemand anders moeten kiezen als president als ze genoegen nemen met de Ierse vrijstaat binnen het Britse gemenebest.

Op 9 januari volgt de herverkiezing : de Valera verliest nipt met 60 stemmen tegen 58. Op 12 januari volgt dan een gebaar van goede wil van de Britten : alle Ierse politieke gevangenen krijgen amnestie. Dit bericht betekent goed nieuws voor 1.010 Ierse gevangenen. Op 14 januari wordt het Brits-Ierse verdrag door het parlement in Dublin geraticifeerd met 64 stemmen tegen 57. Michael Collins wordt de voorzitter van de voorlopige regering van de Ierse vrijstaat. De Dublin Gazette, krant van de Ierse executieve, de vertegenwoordiging van de Britse overheid, verschijnt voor het laatst op 27 januari. Daarmee is de overgang naar de Ierse vrijstaat officieel een feit.

Maar Eamon de Valera legt zich niet neer bij deze feiten. De Ierse vrijstaat gaat hem niet ver genoeg en hij verzamelt aanhangers om zich die zijn standpunt delen. De politieke spanning stijgt daardoor en zal uitmonden in de Ierse burgeroorlog in juni 1922.

Ierse Vrijstaat in 1922

bronnen
https://en.wikipedia.org/wiki/%C3%89amon_de_Valera#Anglo-Irish_Treaty

https://en.wikipedia.org/wiki/January_1922


wapenstilstand in Ierland

Op 11 juli 1921 om 12 uur start een wapenstilstand tussen de Irish Republican Army en de Britse overheid in Ierland. Een vredesvoorstel om een einde te maken aan de bloedige aanslagen over en weer lag er al van december 1920 op tafel. De Ieren krijgen eigen zeggenschap in het grondgebied van zuid-Ierland wettelijk voorzien in de Fourth Home Rule Bill die in november 1920 door het Brits parlement aanvaard werd. In de praktijk zijn er dan 2 parlementen op Ierse bodem : een in noord-Ierland in Belfast en één in zuid-Ierland in Dublin.

Maar de Britse premier Lloyd George is in eerste instantie niet gehaast om de wapenstilstand te ondertekenen. Het gevolg is dat het conflict weer maanden verder gaat met vele doden tot gevolg. Maar er is hoe langer hoe meer twijfel bij de Britten over de haalbaarheid van een louter militaire oplossing. Ook koning George V laat zijn ontevredenheid blijken over het uitblijven van een oplossing. Hij vraagt generaal Jan Smuts om een voorstel . Dit voorstel van Smuts wordt gedeeld met de premier Llloyd George en zijn kabinet. Op 24 juni 1921 schrijft Lloyd George naar Eamon de Valera, als de leider van meerderheid in zuid-Ierland om onderhandelingsgesprekken te beginnen. Gesprekken tussen de Valera en Lord Middleton vinden plaats tussen 4 en 8 juli. Op 8 juli 1921 wordt er dan formeel een wapenstilstand getekend door leden van het Ierse Dail cabinet, Robert Barton en Eamon Duggan en de Britse militaire bevelhebber generaal Neville Macready.

Het duurt nog even voor alle leiders van het Irish Republican Army op de hoogte zijn van de wapenstilstand. Niet iedereen is overtuigd en enthousiast over de wapenstilstand en het einde van de vijandelijkheden. Sommige IRA cellen vallen nog Britse eenheden aan. Dat leidt dan weer tot tegengeweld : op 10 juli 1921 nemen loyalisten wraak in Belfast voor de IRA aanslag van de dag ervoor. Er vallen 16 doden en 161 huizen gaan in vlammen op. Die gebeurtenissen staan bekend als Belfast’s Bloody Sunday.

Maar uiteindelijk zwijgen de wapens dan toch. De overgrote meerderheid van de mesen in Ierland is opluchting dat de nachtmerrie die 131 weken heeft geduurd, voorbij is. Sommigen komen dan ook samen om te bidden dat de wapenstilstand tot een definitief akkoord leidt (zie foto hieronder).

bronnen

Today in Irish History, The Truce, 11 July 1921 – The Irish Story

Irish War of Independence – Truce | The Irish War

File:Not an Irish Civil War Prayer Vigil after all! (7485579104).jpg – Wikimedia Commons

brand in Custom House

Op 24 mei 1921 worden er in Noord-Ierland parlementaire verkiezingen gehoude, voor de eerste keer onder de nieuwe Home Rule Act. DIe voorziet in aparte parlementen voor het protestantse noorden en het katholieke zuiden. De Ulster Unionist Party wint twee derde van de stemmen en bijna drie kwart van de 52 zetels in het nieuwe parlement.

De IRA is natuurlijk niet van plan om dit te laten passeren zonder een tegenactie. Tot dan was de burgeroorlog in Ierland beperkt tot guerilla acties tegen de politie en het Britse leger. In Dublin is het een groep onder leiding van Michael Collins, bekend als the squad, die dit soort acties uitvoert. Maar Eamon de Valera, president van de zelfverklaarde Ierse republiek, wil een grotere actie met meer IRA aanhangers. Na de eerste parlementaire verkiezingen georganiseerd door de Britten, wil hij een actie waaruit blijkt dat de Irish Republican Army een echt leger is dat strijdt voor haar republiek. Men kiest als doelwit het Custom House, een belangrijk overheidsgebouw maar ondanks dat is het niet bewaakt door politie of Britse militairen. Michael Collins adviseert tegen de actie maar hij kan de anderen niet overtuigen om de actie te schrappen.

In de vroege ochtend van 25 mei 1921 komen de IRA aanhangers samen rond het Custom House in groepjes van twee of drie. Van de 120 IRA aanhangers is maar een minderheid geoefend in guerilla acties. Ze hebben enkel pistolen en een beperkte hoeveelheid munitie. Om 13 uur gaan ze tot de actie over. Ze overmeesteren de bewakers van het gebouw , schieten de concierge dood als die de politie wil bellen en laten een vrachtwagen binnen geladen met petroleum en balen katoen. Daarmee willen ze het gebouw in brand steken.

Om 13u10 komt de politie en het Britse leger aan en omsingelen het gebouw. De IRA opent het vuur maar na 30 minuten moeten ze het vurgevecht al staken wegens een gebrek aan munitie. Enkele IRA aanhangers worden neergeschoten als ze de vlucht willen nemen. Vijf IRA aanhangers worden gedood en 80 gearresteerd. ALs gevolg daarvan zal het aantal IRA acties in Dublin en omgeving de komende maanden afnemen. Het gewapend conflict stopt met een wapenstilstand op 11 juli 1921. Er komt nog een verdrag tussen Engelsen en Ieren in december van hetzelfde jaar.

bronnen
May 1921 – Wikipedia
Burning of the Custom House – Wikipedia

Dublin – Custom House in brand