herschikking van de politieke macht in Turkije

Nu het Ottomaanse rijk vervangen is door Turkije, is hebt moment rijp om de politieke macht te herschikken. En Mustafa Kemal laat er dan ook geen gras over groeien. Op 3 maart 1924 schaft de Turkse nationale raad het kalifaat af na een periode van 407 jaar. Er wordt vastgelegd dat 15 maart de datum is waarop de kalief  Abdulmejid II en zijn harem worden weggevoerd uit Istanbul. Abdulmejid is de neef van de laatste Ottomaanse sultan Mehmed VI, en hij was religieuze leider van de islam na zijn verkiezing tot kalief op 19 November 1923

Twee dagen nadat Turkije het kalifaat heeft afgeschaft, wordt Hussein bin Ali, koning van Hejaz (nu Saoedi-Arabië) en sharif van Mekka uitgeroepen tot kalief van alle moslims door moslimleiders in Mesopotamië (nu Irak) en Transjordanië (nu Jordanië). De respons in de islamitische wereld is eerder afwijzend.

De eerste regering van Turkije wordt gereorganiseerd als premier Ismet Pasha op verzoek van president Mustapha Kemal een nieuwe ministerraad vormt. Ismet vervangt vier leden van zijn kabinet en schakelt het Ministerie van Sharia en Stichtingen en het Ministerie van de Generale Staf uit, terwijl hij het Ministerie van Economische Zaken opsplitst in het nieuwe Ministerie van Handel en het Ministerie van Landbouw.

Turkije laat duidelijk zien wie de overwinnaar is in de Grieks-Turkse oorlog van 1919-1922. Terwijl de teugels strak worden gehouden in Turkije, rommelt het in Griekenland. Georgios Kafantaris wordt op 8 maart 1924 door het Griekse leger gedwongen af te treden als premier van Griekenland, samen met zijn kabinet, minder dan een maand nadat hij Eleftherios Venizelos is opgevolgd, omdat hij niet ingaat op de oproep van het leger tot afschaffing van de monarchie ten gunste van een republiek te onderschrijven. Kafantaris is voorstander van een referendum over de toekomst van de monarchie voorgesteld, terwijl het leger om onmiddellijke verandering vraagt.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/March_1924

proces wegens hoogverraad

Het proces van Adolf Hitler wegens hoogverraad begint in München op een winterse dinsdag, 26 februari 1924

Advocaten, journalisten en juristen, die aankomen bij de voormalige infanterie school van de Reichswehr, treffen een situatie aan die veel weg heeft van een militaire belegering. Uit vrees voor geweld door nationalistische paramilitairen of door demonstrerende fanatieke aanhangers van Hitler, is een detachement soldaten van de Reichswehr en de Beierse Staatspolitie, met stalen helmen op, rondom het gebouw in stelling gebracht. Het grote gebouw, opgetrokken uit donkere baksteen, moet tijdelijk dienstdoen als het Beierse Volksgerechtshof en als provisorische gevangenis voor Hitler en andere aangeklaagden. Terwijl de bezoekers met hun voeten stampen en in hun handen blazen vanwege de kou, lopen de soldaten wachten achter een barrière van in elkaar gevouwen prikkeldraad en tankversperringen. 

The New York Times is niet de enige buitenlandse krant die verslag doet van het proces. Een Zwitserse krant bericht dat er naast journalisten van de Londense Times en Le Temps uit Parijs nog zo’n vijftig andere buitenlandse journalisten zijn. Natuurlijk is het aantal Duitse verslaggevers nog groter. Voor de journalisten zijn zestig van de honderdtwintig bezoekersplaatsen beschikbaar in de tot rechtszaal omgevormde officiersmess. Maar dat is niet genoeg, in de hal is daarom nog een extra persruimte ingericht.  

De militaire academie, gelegen aan de Blutenburgstrasse, is deels uitgekozen voor het meest sensationele proces van jaren in München, omdat ze ver weg ligt van het drukke gerechtsgebouw in het centrum. Het is makkelijker om een bewakingscordon rond de academie te leggen. Maar er is nog een andere reden : de school staat leeg. Omdat het cadettenkorps van vijfhonderd man zich zo enthousiast heeft aangesloten bij Hitlers opstand, heeft generaal Seeckt, de opperbevelhebber van de Reichswehr, de school in München gesloten en de academie verplaatst naar een kleine stad in Thüringen waar de cadetten minder kwaad kunnen doen.  

Hitler wordt berecht met negen medeputschisten, inclusief de oorlogsheld Ludendorff. De spectaculaire mislukking van de putsch is nu vier maanden geleden en in theorie staat hem een eenvoudig proces wegens verraad te wachten. Hij heeft de daad al min of meer bekend. Maar de behandeling voor het Volksgerechtshof zal over veel meer gaan dan het vaststellen van schuld of onschuld. De voornaamste gedaagde zal er alles aan doen om zijn proces om te vormen tot een moraalgeschiedenis over de toekomst van Duitsland en de “redding van het vaderland” met hemzelf in de rol van redder. Hij zal de rechtszaal, stampvol met journalisten, gebruiken om zichzelf, nog altijd onbekend in grote delen van Duitsland, te verkopen aan het grootste publiek dat hij ooit gehad heeft. 

Bron : Peter Ross Range, 1924 – het kanteljaar van Hitler, atlas contact 

Sovjet-Unie krijgt erkenning 

Doorgaans is de periode na de dood van een politiek leider een moeilijk moment, zeker als het gaat om een dictatuur. Maar na de dood van Lenin kan de Sovjet-Unie zijn positie versterken. Op 1 februari 1924 erkent de regering van Groot-Brittannië de Sovjet-Unie. Op 2 februari wordt Alexei Rikov (foto links) de nieuwe voorzietter van de raad van volkscommissarissen, een titel te vergelijken met die van eerste minister van de Sovjet-Unie. Felix Dzerzjinski (foto rechts) wordt voorzietter van de sovjet van de nationale economie. Op 7 februari erkent ook de fascistische regering van Italië de Sovjet-Unie. Daarmee neemt de spanning tussen de voormalige geallieerden af en is het idee om de tsaar terug op de troon te brengen bij de westerse landen verdwenen. 

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/February_1924

testament van Lenin

De laatste jaren van Lenin zijn niet bepaald vrij van zorgen. Op 25 mei 1922 wordt Lenin getroffen door een beroerte, waardoor de rechterkant van zijn lichaam bijna geheel verlamd raakt. Bij een latere beroerte wordt Lenin van zijn spraakvermogen beroofd. Door die gezondheidsproblemen ziet Lenin zijn einde onder ogen. In december 1922 en januari 1923 dicteert hij zijn politiek testament, waarin hij de persoonlijke kwaliteiten van zijn kameraden bespreekt, in het bijzonder Trotski en Stalin. Hij adviseert Stalin te verwijderen uit de functie van secretaris-generaal van de Communistische Partij, omdat hij hem niet geschikt acht voor de functie. In plaats daarvan beveelt hij Trotski aan voor de baan en beschrijft hem als “de meest capabele man in het huidige Centraal Comité”. Hij benadrukt Trotski’s superieure intellect, maar bekritiseert tegelijkertijd zijn zelfverzekerdheid en neiging tot buitensporig bestuur. 

Op 21 januari 1924 overlijdt Lenin in Gorki, een dorpje op 35 km ten zuiden van Moskou. Op 23 januari wordt de kist met het lichaam van Lenin per trein van Gorki naar Moskou vervoerd en tentoongesteld in de Kolommenzaal in het Huis van de Vakbonden, en blijft daar drie dagen. Op 27 januari wordt het lichaam van Lenin afgeleverd op het Rode Plein, begeleid door krijgsmuziek. Hoewel zijn weduwe Kroepskaja het er niet mee eens is, wordt zijn gebalsemde lichaam permanent tentoongesteld in een mausoleum op het Rode Plein in Moskou. 

Onderstaande schilderij van de begrafenis van Lenin is van Isaak Brodsky. 

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Vladimir_Lenin#Declining_health_and_conflict_with_Stalin:_1920–1923

Franquin de grootmeester van de school van Marcinelle

Ik vermeld zelden de geboortes van beroemde personen op deze blog die vooral gewijd is aan de Groote Oorlog en de jaren rond deze noodlottige periode. Maar voor deze man maak ik zeer graag een uitzondering. Op 3 januari 1924 wordt André Franquin geboren in Etterbeek.

Franquin zal later beroemd worden als de tekenaar die Robbedoes heeft groot gebracht. Franquin heeft het personage Robbedoes niet uitgevonden. Hij nam dit personage over van Jijé die het op zijn beurt van Rob-Vel had overgenomen. In de jaren na de tweede wereldoorlog maakt Franquin enkele albums die deze piccolo in rood uniform bijzonder populair maken. Denk maar aan “er is een tovenaar in Rommelgem”, “de roof van de marsupilami”, “Z van Zwendel”, “QRN op Bretzelburg”.

Robbedoes is niet bedacht door Franquin, maar hij smukt de reeks wel op met personages zoals Ijzerlijm, de graaf van Rommelgem, Zwendel, Wiebeling en de marsupilami. Het personage van Guust Flater is wel volledig aan Franquin toe te schrijven. Voor het weekblad “Kuifje” tekent hij de reeks “Ton en Tinneke”.

André Franquin maakt deel uit van de zogenaamde school van Marcinelle, een verwijzing naar de plaats waar de uitgeverij Dupuis gevestigd was. Die school is in feite een bepaalde tekenstijl van tekenaars zoals Franquin, Jijé, Morris en Peyo.

Het mooiste compliment kreeg Franquin van Hergé : “Franquin is een grote kunstenaar, waarbij ik slechts een armzalige tekenaar ben.”. Er zijn verschillende pagina’s van de hand van Franquin waar ik me de ogen kan uitkijken van bewondering. Maar als ik er maar één kan kiezen, is het deze pagina uit “de roof van de Marsupilami”. Het is mij een raadsel hoe Franquin erin slaagt om met tweedimensionale tekeningen beweging, snelheid en sierlijkheid te suggereren. Hergé is wat hard voor zichzelf in zijn compliment over Franquin, maar ik onderschrijf met enthousiasme wat hij over zijn collega zegt.

bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Andr%C3%A9_Franquin

1924 limietjaar van deze blog

We zijn nu 2024 en vanaf 2014 ben ik bezig geweest de gebeurtenissen van 100 jaar geleden te noteren op deze blog. Voor mij is 1924 het limietjaar van de periode die ik wil bekijken. Reden is het boek “1924 – het kanteljaar van Hilter” dat ik in 2022 gekocht heb in Brugge. En met het kanteljaar wordt het duidelijk dat we niet meer in de najaren van de Groote Oorlog zitten maar dat de tweede wereldoorlog wordt voorbereid. Alleen weten de tijdsgenoten van Hitler dat nog niet. Op enkelingen na die een visionaire blik hebben en zien dat er zware donderwolken samentrekken boven de hemel van Europa. Maar niet alleen daar, ook in Azië kan men aanvoelen dat een oorlog nadert. Denk maar aan het Mukden incident dat door Hergé treffend getekend wordt in “de Blauwe Lotus”.

Betekent dit ook het laatste jaar voor deze blog ? Geenszins ! Het betekent alleen dat ik geen gebeurtenissen na 1924 ga behandelen. Maar ik heb in de periode 2014-2019 geregeld boeken gekocht over de Groote Oorlog waarin bepaalde gebeurtenissen vermeld staan die ik nog niet op deze blog heb verwerkt. En dan zijn er de jaren van de eerste balkanoorlog en de tweede balkanoorlog die de aanleiding hebben gevormd voor de Groote Oorlog. Ik zie me dus nog eerder de jaren tussen 1911 en 1914 behandelen dan na 1924. Die periode beschouw ik als aanloop van de tweede wereldoorlog.

Ik wens mijn lezers een gelukkig en gezond nieuwjaar en hoop jullie nog geregeld als bezoeker te mogen ontvangen op de blog van Martinus Evers.

Ondergang van de Dixmude

De Dixmude is een Zeppelin-luchtschip gebouwd voor de Duitse Keizerlijke Marine als L72. Het maakt deel uit van de X klasse en het is de bedoeling om hiermee New York te bombarderen. Maar nog voor het luchtschip  kan voltooid worden, is de Groote Oorlog ten einde. Het luchtschip wordt aan Frankrijk gegeven als deel van de herstelbetalingen en opnieuw in bedrijf genomen in dienst van de Franse marine en omgedoopt tot Dixmude. Hiermee wil het Franse leger een eerbetoon geven aan de Franse Fusiliers marins die in 1914 zwaar slag hebben geleverd in Diksmuide in de beginperiode van de oorlog.

De Dixmude blijft de komende drie jaar aan de grond. In 1921 wordt een poging gedaan om hem opnieuw op te blazen, waarbij blijkt dat de oorspronkelijke gaszakken daarvoor te veel zijn verslechterd. Hoewel er nieuwe gaszakken door het bedrijf Zeppelin kunnen worden geleverd, geven de Fransen er de voorkeur aan om hun eigen gaszakken in Frankrijk te laten maken, wat resulteert in een vertraging van twee jaar.  Een ambitieus plan om over de Sahara naar Dakar te vliegen wordt goedgekeurd, en om zich hierop voor te bereiden wordt een proefprogramma gestart. In augustus en september vliegt de Dixmude boven Noord-Afrika. In oktober volgt een vlucht boven zuid-west-Frankrijk.

Op 18 december 1923 verlaat de Dixmude zijn basis in Cuers met een bestemming in Noord-Afrika. Het laatste radiobericht dat van Dixmude wordt ontvangen, is om 02:08 uur verzonden, waarbij het luchtschip meldt dat het zijn radioantenne inhaalt als gevolg van een onweersbui. Spoorwegarbeiders in Sciacca, Sicilië, zijn zich aan het voorbereiden om een trein te nemen die om 02.30 uur zal vertrekken, als ze de hemel in het westen zien oplichten. Elders ziet een jager aan de kust een bliksemflits in een wolk slaan, gevolgd door een rode glans in de wolk en vier brandende voorwerpen die uit de wolk vallen. In de ochtend spoelen twee aluminium brandstoftanks aan met de nummers “75 L-72” en “S-2-48 LZ-113” en diverse andere brokstukken. Het nieuws over deze gebeurtenissen bereikt de buitenwereld echter enkele dagen niet; De Franse regering, die om politieke redenen niet bereid is de mogelijkheid van verlies van het luchtschip toe te geven, onderdrukt deze rapporten. Pas op 26 december , als vissers een lichaam vinden, geïdentificeerd als commandant du Plessis door documenten in de zakken, wordt het verlies van de Dixmude erkend. Het is met 52 mensenlevens het dodelijkste luchtschipongeval in de geschiedenis, dat in 1933 overtroffen wordt door de vernietiging van de USS Akron, waarbij 73 mensen om het leven kwamen.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Dixmude_(airship)

De machtigingswet van Marx

De regering Stresemann is in november 1923 een minderheidsregering en kan dus enkel aanblijven zolang de oppositie dat toelaat. En zowel van linkse als van rechtse partijen neemt de tegenstand tegen deze centrum regering toe. Op 22 november 1923 houdt Stresemann nog een toespraak in het parlement waarop de vertrouwensstemming volgt. Die stemming doet de regering na 103 dagen vallen.

Nochtans heeft Stresemann in deze korte periode veel werk verzet. Met het stoppen van het passieve verzet aan de Ruhr heeft deze regering de voorwaarden voor een ontspanning in de buitenlandse politiek gecreëerd. Met de invoering van de Rentebank en de rentemark is het gelukt de hyperinflatie in te dammen. En ten slotte blijkt deze regering tijdens een existentiële crisis met een roep om dictatoriale oplossingen, in staat geweest de Weimar republiek en de democratie te verdedigen.

De nieuwe kanselier wordt Wilhelm Marx. Die stelt op 4 december 1923 zijn nieuwe kabinet voor. Daarna bereidt hij ook de stemming over de nieuwe machtigingswet voor. Die stemming vindt plaats op 8 december en de wet wordt goedgekeurd met 313 tegen 18 stemmen. De machtigingswet die tot 15 februari 1924 van kracht zal zijn, geeft de rijksregering de macht om maatregelen te nemen die ze met het oog op de noden van de bevolking en het rijk noodzakelijk achten. Daarmee heeft de regering Marx het instrument in handen om het stabilisatiebeleid voort te zetten dat door de regering Stresemann is ingezet.

Het meest urgente is een rigoureuze vermindering van de uitgaven en een even drastische verhoging van de inkomsten. Tot eind maart 1923 wordt het personeelsbestand van de rijksoverheid met 25 procent verminderd. Bijna 400.000 ambtenaren, functionarissen en arbeiders worden ontslagen. De ambtenarensalarissen worden verlaagd tot een niveau dat ver onder dat van voor de oorlog ligt. De wekelijkse arbeidstijd in overheidsdienst wordt van 48 uur naar 54 uur verhoogd. Belastinginningen worden vervroegd naar december en belastingen worden herrekend. Tegelijk wordt de verdeling van inkomsten en uitgaven van het rijk en de deelstaten opnieuw bekeken. Al in het voorjaar van 1924 is de kritische fase van de stabilisatie overwonnen.

Bron : Volker Ullrich, Duitsland 1923 – het jaar van de afgrond, de Arbeiderspers

Invoering van de rentenmark

Half november 1923 bereikt de hyperinflatie in Duitsland haar bizarre hoogtepunt, en tegelijk haar einde. Op 14 november gaat de dollarkoers voor het eerst over de biljoenengrens, op 15 november staat hij op 2,52 biljoen. Op diezelfde dag wordt de nieuwe valuta, de rentenmark, uitgegeven, die half oktober door de coalitie nog is goedgekeurd. De datum van invoering heeft het kabinet tijdens de vergadering op 7 november vastgesteld. Minister van Financiën Luther heeft ervoor gewaarschuwd dat ook de rentenmark een totale mislukking zal worden als het niet lukt om de enorm gestegen uitgaven van het rijk tot een acceptabel niveau te brengen. Daarom moeten de betalingen voor het bezette gebied, waaronder als grootste post de steun voor de werklozen, gestaakt worden. In dezelfde kabinetsvergadering wordt Hjalmar Schacht tot rijkscommissaris van monetaire zaken benoemd. Hij wordt toegevoegd aan de minister van Financiën en mag in het vervolg aan alle kabinetsvergaderingen deelnemen om te adviseren. Na de plotse dood van de president van de Rijksbank Rudolf Havenstein op 20 november 1923 volgt Schacht hem op.

Samen lukt het Luther en Schacht om een succes te maken van de nieuwe valuta. Op de dag van de eerste uitgave op 15 november blijft de papiermark een wettelijk betaalmiddel, maar het mag niet meer worden gedrukt. Pas op 20 november wordt een vaste wisselkoers bekend gemaakt. Men besluit de koers van de dollar op 2,42 biljoen papiermark te stabiliseren en daarna de ruilverhouding tussen rentenmarkt en papiermark op één voor één biljoen vast te zetten. Dat betekent de facto een terugkeer naar de vooroorlogse dollarkoers van 4,20 mark.

Bron : Volker Ullrich, Duitsland 1923 – het jaar van de afgrond, De Arbeiderspers

Roemloos einde van de putsch in Beieren

Nadat op 8 november 1923 de eerste horde van de putsch ogenschijnlijk succesvol is genomen, maakt Hitler een grote fout. Na het bericht dat de bezetting van de Pionier-kazerne op moeilijkheden is gestuit, besluit hij er met Friedrich Weber van de “Bund Overland” heen te rijden en hij plaatst de Beierse machthebbers Kahr, Lossow en Seisser onder de hoede van generaal Ludendorff. Als ze terugkomen, moeten ze vaststellen dat de generaal het triumviraat tegen half elf ’s avonds heeft laten gaan, met niet meer dan de belofte dat ze zich aan hun toezegging gebonden voelen. Alle verwijten wijst Ludendorff af : Lossow heeft zijn erewoord gegeven en een Duitse officier breekt zijn woord niet.

Maar Kahr, Lossow en Seisser hebben de Bürgerbräukeller nog niet verlaten of ze keren zich van Hitler en Ludendorff af. Daarmee tekent zich al het mislukken van de staatsgreep af. Want de hele onderneming is op de overrompeling van het triumviraat gebaseerd. Er zijn nauwelijks voorzorgsmaatregelen getroffen voor andere plannen. Meer nog, gedurende de hele nacht van 8 op 9 november 1923 doet Hitler geen serieuze poging om de belangrijkste openbare gebouwen zoals telegraafkantoor, telefoonkantoor, regeringsgebouwen in handen te krijgen.

Maar de tegenpartij zit niet stil. Om tien voor drie ’s nachts wordt de tekst van een telegram aan alle Duitse radiozenders doorgegeven : commisaris-generaal von Kahr, kolonel von Seisser en generaal von Lossow keuren de staatsgreep van Hitler af. Een tweede verklaring op de radio volgt om half zes :”kazernes en de belangrijkste gebouwen zijn stevig in handen van het rijksleger en de staatspolitie.”.

Over deze wending blijven de samenzweerders lange tijd in het ongewisse. De ochtend van 9 november verschijnt de Völkischer Beobachter, de krant van de NSDAP, met de titel “proclamatie van een Duitse nationale regering in München”. Maar als de krant wordt gelezen, is het voor de samenzweerders al duidelijk dat ze verloren hebben. Elk nieuw bericht bevestigt dat het leger en de politie zich tegen de staatsgreep keren. In de Bürgerbräukeller beraadslaagt men urenlang hoe het nu verder moet.

Generaal Ludendorff stelt voor een protestmars in het centrum van de stad te houden en hij beveelt om de twijfelaars te oivertuigen :”Wir marschieren !”. Tegen de middag formeert de stoet zich : voorop Ludendorff, Hitler en de andere leiders van de strijdgroepen, daarachter ongeveer tweeduizend man in gevechtstenue. Bij de Lüdwigsbrücke wordt de weg door een afdeling van de staatspolitie versperd maar die laat de colonne na een paar schermutselingen passeren. De stoet trekt verder naar de Marienplatz. Duizenden passanten omzomen de straten en juichen de demonstranten toe. Vlak voordat de stoet de Odeonsplatz bereikt, stuit hij op een tweede linie van de staatspolitie. Er ontstaat een handgemeen en dan wordt er een schot afgevuurd. Er volgt een vuurgevecht van dertig seconden. Na afloop zijn veertien coupplegers en vier agenten dood.

Een van de eerste doden was Scheubner-Richter. Hij trekt Hitler, die hem een arm gegeven heeft, mee naar de grond waarbij die zijn linkerarm ontwricht. Göring raakt zwaargewond, evenals Hitlers lijfwacht Ulrich Graf, die zijn baas heeft beschermd door voor hem te gaan staan. Als de groep in paniek uit mekaar stuift, marcheert Ludendorff kaarsrecht door de rijen agenten en laat zich zonder zich te verzetten, arresteren op de Odeonsplatz.

In de verwarring is Hitler overeind gekrabbeld en is iets verderop in een wagen gestapt die hem naar het vakantiehuis van Ernst Hanfstaengl in heeft gevoerd. Het is daar, in Uffing aan de Staffelsee, dat Hitler op 11 november wordt gearresteerd en naar de vesting Landsberg am Lech wordt gebracht.

Bron : Volker Ullrich, Duitsland 1923 – het jaar van de afgrond, De Arbeiderspers

Onderstaande beeld is geen authentieke foto maar komt uit een film die de mars van de stoet in München weergeeft.