spion ontsnapt via Maaseik

De Belgische spion Louis Nuytiens, die kon ontsnappen aan Duitse aanhouding, besluit op 27 augustus 1918  in Maaseik de grens over te steken naar Nederland om zich via een of andere omweg aan te sluiten bij het Belgische leger.

In Maaseik vind ik een smokkelaar om de grens over te steken, maar aan den draad komen de Duitsers tevoorschijn. Ze beschieten ons en mijn kameraad valt neer, of hij dood is of niet, dat weet ik niet.

Ik ben getroffen in mijn hand, tegen de pols en aan twee vingers. Mijn verwondigen laat ik dezelfde nacht nog verbinden bij een landbouwer. Mijn hand is nu geforceerd en vertoont een groot litteken.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Dodendraad06_passeursraam

Valleye gedood door de dodendraad

In ’s Gravenvoeren komt Guillaume Valley uit Herstal op 10 april 1918 om het leven bij een poging om via den Draad naar Nederland te gaan. Hij had het al meermaals gedaan, het zou nu ook wel lukken. Eerste knipt hij vier draden door, dan kruipt hij er onderdoor maar zijn voet raakt de vijfde draad…

Zijn heengaan is een stevig verlies voor de Franse inlichtingendienst waarvoor hij al sinds 1915 jonge Fransen gidste die via Nederland naar het Franse leger willen gaan. In die periode is hij tweemaal aangehouden, maar kan telkens ontsnappen. Behalve als gids was hij ook actief bij het opzetten van spoorwegspionageposten.

Meer informatie over zijn leven kan je lezen op http://www.1914-1918.be/civil_valleye.php.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

GuillaumeValleye_191804

gemeente Mol wordt gestraft

Volgens een vertegenwoordiger van het lokale Davidsfonds wordt er in geen enkele gemeente meer gedaan aan smokkel van goederen en brieven en illegale grensoverschrijding dan in Mol. Bovendien zijn de bewoners zeer weigerachtig om naar Duitsland te trekken om er te werken. De bezetter bestraft de gemeente daarom meermaals en zo ook op 13 februari 1918.

Niemand mag Mol uitgaan. Niemand mag zijn woning verlaten tussen vier uur ’s avonds en 6 uur ’s ochtends. Op iedere deur moet een lijst hangen van de bewoners van het huis. Alle herbergen blijven gesloten. Geestrijke dranken verkopen mag evenmin.

Het gemeentebestuur krijgt bericht dat de inwoners worden uitgesloten van elke bedeling van suiker, siroop, kunsthoning en bitterpeeën (cichorei). Er zal geen boter tot hun beschikking staan en er zal niet meer geslacht mogen worden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Moll_tBorgerhout

Drika vindt de dood aan de draad

Dinsdag 14 juli 1914 is een heuglijke dag voor Maria Hendrika Vandebroek uit Neeroeteren. Ze trouwt met Hendrik Loos uit Meeuwen. Maar terwijl de twee in het huwelijksbootje stappen, stapelen de donderwolken boven de wereldpolitiek zich op. Drie weken later is België in oorlog. Voor Hendrik Loos, een rijkswachter in Heers, breekt een helse tijd aan. Enkele dagen na de Duitse inval bereiken de eerste vijandelijke cavaleriepatrouilles Zuid-Limburg. Loos belandt uiteindelijk in het neutrale Nederland. De oorlog is voor hem voorbij. Voor Hendrika “Drika” Vandebroek is de oorlog helemaal niet voorbij. Ze mist haar man maar kan hem amper bezoeken.Grenspassen worden maar sporadisch uitgereikt.

vanaf juni 1915 starten de werken aan de draadversperring aan de grens. Vanaf dan wordt het voor Drika haast onmogelijk om haar man te bezoeken. De vrouw wordt verscheurd door verlangen en wil drie jaar na haar trouwdag eindelijk haar huwelijk consumeren. Daarom besluit ze in augustus 1917 definitief te vluchten naar Nederland. Ze krijgt hulp van enkele grensbewoners die haar bij Kinrooi door de draad willen helpen, maar Hendrika wordt gearresteerd door alerte Duitse grenswachters.

Drie weken lang wordt ze opgesloten in de kazerne in Maaseik, waarna ze tot een half jaar cel wordt veroordeeld. Om onbekende redenen moet ze die straf niet helemaal uitzitten. Drie maanden na haar eerste vluchtpoging staat Drika opnieuw aan de elektrische draad, dit keer in Molenbeersel. Samen met haar hondje kruipt ze heel voorzichtig door een opening in de elektrische versperring. Het hondje is al aan de overkant maar wanneer Drika halverwege is, besluit het beestje plots terug te keren. De hond raakt de elektrische draad en via de leiband wordt ook Drika zelf geëlektrocuteerd. Ze is op slag dood. Het lijkt wordt door toegesnelde Duitsers in de tramstelplaats in Molenbeersel opgebaard. Daar kan haar familie Drika identificeren. “Ze zag zo blauw als een lei” noteert een kennis.

bronnen
oorlog in Limburg, bijlage bij HBvL
https://www.europeana.eu/portal/nl/record/2020601/contributions_13132.html

HendrikaVandebroek_1917

 

een passeur gefusilleerd

In Schaarbeek fusilleren de Duitsers op 25 juni 1917  Frans Vergauwen, geboren in 1878 in Borgerhout, wegens anti-Duitse activiteiten : hij hielp maar liefst 73 jongeren voorbij de dodendraad naar het Nederlandse Sluis te brengen. Zulke gidsen staan ook bekend als “passeurs”. Zijn graf bevindt zich op de begraafplaats Schoonselhof in Wilrijk. Frans Vergauwen was vooral bekend om zijn sportieve prestaties : in 1910 werd hij wereldkampioen wielrennen op de weg bij de liefhebbers. In zijn beroepsleven was hij aannemer.

Toeristische tip : tegen de woning aan Welvaartstraat 46 in Antwerpen hangt een gedenkplaat ter nagedachtenis van Frans Vergauwen. Diverse woningen in deze straat dateren uit het laatste kwart van de 19e eeuw.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

FransVergauwen

de draad doodt in Thorn

In de loop van de nacht van 7 op 8 mei 1917 komt de 17-jarige zoon van de gemeenteveldwachter van Thorn (Nederland) in contact met “den draad” in Kessenich en overlijdt. Aanraken van een draad onder spanning van 2000 volt is dodelijk.

Deze jongeman is een van de zeer velen die een aanraking met de elektrische draad op de grens tussen België en Nederland niet overleven. Alleen al in de buurt van het noord-Limburgse Kessenich sterven er tientallen, meestal tijdens eigen vluchtpogingen of bij het smokkelen. Onder de doden ook tal van militairen die naar Nederland willen vluchten.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Dodendraad05

het jongste slachtoffer van den draad

Iedereen kan het slachtoffer worden van ‘den draad’, niet alleen soldaten, spionnen, stropers of vluchtelingen, maar ook kinderen.

De vierjarige Peter Wuijts wil op 8 september 1916 al spelend onder de elektrische draad kruipen, maar het spel kent een dodelijke afloop. Op het moment dat de kleuter de draad aanraakt, schiet tweeduizend volt door zijn kleine lijf. Wat overblijft, is een zwaar verminkt lichaampje. Toegesnelde omstanders kunnen nog net de vader tegenhouden, die zijn kleuter van de draad wil nemen, anders valt er een tweede dode in de familie. Een buurman lukt het om het lijkje van de kleuter met een oude fietsband vastgebonden aan een stuk hout naar zich toe te trekken. Het lichaam ziet helemaal blauw en een arm is zo verkoold dat het handje er afvalt.

De familie Wuijts woont in Bergeijk, op slechts 30 meter van de elektrische grensversperring. Aan de overzijde van de grens ligt Neerpelt.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://www.geraaktdoordeoorlog.eu/geraakt-door-de-oorlog-8/

PeterWuijts1916.jpg

elektrocutie in Kinrooi

Landbouwer Leeters van de hoeve Keysershof in Kinrooi spreekt op 19 augustus 1916 aan de elektrische versperring achter zijn hoeve, op de grens met Nederland, met enkele familieleden. Op een bepaald ogenblik geeft hij een boterham aan een Duitse soldaat, die misschien wel kwam controleren wat die mensen doen bij den draad.

Leeters raakt de elektrische draad slechts even aan maar is bijna onmiddellijk dood. Zijn dochter, die hem wil bevrijden, wordt gered dankzij de isoleerstok van de soldaat. Ze houdt er wel brandwonden aan over.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

dodendraad04

Dodendraad tussen Neerpelt en Hamont verhuist

Net als elders langs de grens tussen België en Nederland staat “den Draad” in noord-Limburg er nu al geruime tijd, maar dat blijkt niet voldoende om iedereen die de grens wil overschrijden, tegen te houden. het voornaamste probleem voor de Duitsers is dat deze elektrische versperring op tal van plaatsen, onder meer te Neerpelt, te ver van de werkelijke grens staat, waardoor het tussenliggende niemandsland veel te groot is. Niet alleen is dat gebied moeilijker te bewaken, er is ook alle ruimte voor smokkelaars, spionnen en andere trafikanten om ongezien te blijven.

Op 6 juni 1916 begint de bezetter de elektrische draad te verplaatsen in noordelijke richting, dichter bij de Nederlandse grens dus. De stad Hamont ligt daardoor voortaan aan de Belgische kant van de draad, en niet aan de Nederlandse kant. De werkzaamheden gebeuren door Belgische arbeiders onder Duits toezicht. Vijf frank per dag krijgen de arbeiders daarvoor. Op 14 augustus 1916 wordt de nieuwe versperring onder stroom gezet.

bronnen :
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
Prof. Dr. Alex Vanneste, de elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens tijdens de eerste wereldoorlog, uitgave in eigen beheer

Dodendraad_Achel

 

Achtung ! Lebensgefahr !

Den draad, de elektrische afscheiding op de grens tussen België en Nederland, is bedoeld om de doorgang van mensen en goederen in beide richtingen onmogelijk te maken : Belgische vluchtelingen of smokkelaars, Duitse deserteurs, spionnen die uit Groot-Brittannië kwamen en via Nederland naar het oorlogsgebied willen.

Soms is er ook een echte ongeluksvogel bij de slachtoffers van deze hoogspanningsdraad : neem nu reservist Heinrich Metser, uit het infanteriebataljon Neuss. In de buurt van Castelré (niet ver van Baarle-Hertog) wil hij gewoon een konijntje (eveneens een slachtoffer) van tussen de draad halen. Het wordt niet eens zijn galgenmaal maar zijn onmiddellijke dood.

dodendraad03