geen paasverlof voor Raoul Snoeck

Raoul Snoeck merkt de onrust in de eerste linies en noteert op 31 maart 1918. 

Slecht nieuws voor ons : alle verloven zijn ingetrokken en niemand weet voor hoelang, tenzij de oorlog vlug zou eindigen. Maar dat geloof ik niet, wat er ook over verteld wordt. Ik verwacht geen opheldering in de oorlogssituatie en denk dat we er nog voor lang hebben. Een vliegtuig komt bommen gooien. De paaseieren zijn jammer genoeg niet van chocolade. We volgen de vlucht van de oorlogsvogel. De projectielen gehoorzamen gelukkig aan de wet van de zwaartekracht waardoor ze gemakkelijker ontweken kunnen worden. Vijandelijke piloten bestoken ons niet alleen met bommen, al lang werpen ze over de kampen ook vlugschriften en aankondigingen uit. Ze willen ons uitnodigen tot overgave of ons mentaal klein krijgen, maar dat lukt ze niet. De moffen meten ons beslist met eigen maat. Kennen ze ons dan nog niet ?  

bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, uit het Frans vertaald door André Gysel, Snoeck-Ducaju & zoon 

DuitseVliegtuigen_19180331

gemor in de loopgraven

Gaston Le Roy noteert op 30 maart 1918 het volgende in zijn dagboek.

Het offensief van de Duitsers werkt op ieders gemoed. Want al schrijven de kranten dat het moreel uitstekend is, nooit eerder waren de soldaten zo ontmoedigd. De Duitsers hebben Amiens en Albert veroverd, wel, geen enkele soldaat die daarover verontrust is, wel integendeel, want je hoort niks anders dan het kan ons niet schelen. 

Dat ze Amiens innemen ! 

Dat ze de baas zijn op zee ! 

Dat ze ons omsingelen. 

Dat ze ons krijgsgevangen nemen, als wij er maar vanaf zijn ! 

De jongens worden het moe als slaven behandeld te worden. 

Bron : André Gysel, Gaston Le Roy – dagboek van een Vlaamse oorlogsvrijwilliger, Lannoo 

TrancheesBelges_Barbier

 

Gent krijgt een nieuwe burgemeester

In Gent deporteren de Duitsers burgemeester Emile Braun op 29 maart 1918 zoals de activisten dat wensen. Uit protest nemen de overige leden van het schepencollege ontslag. De activisten zien hun kans schoon en bezetten zelf de lege schepenzetels. 

Bij wijze van aanloop tot deportatie van burgemeester Braun werd gisteren de Duitse kapitein Künzer tot burgemeester aangesteld. Op zijn eerste werkdag verschijnt het heerschap in militair uniform. 

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

EmileBraun_1918

Emile Braun

een Australisch eenmansleger

Op een Australische site lezen we hoe sergeant Stanley McDougall terecht een Victoria Cross verdiende. 

In de ochtendmist komen de Duitsers op 28 maart 1918 langs de spoorbaan uit Albert bij Dernancourt. Ze worden in het begin persoonlijk door Stanley McDougall tegengehouden. Als de Duitsers erin slagen vaste voet in een Australische linie te krijgen, valt sergeant McDougall alweer in zijn eentje de Duitse stelling aan. Hij doodt zeven mannen en neemt een machinegeweer in beslag dat hij op de aanvallers richt waardoor hij hen op de vlucht jaagt en veel slachtoffers veroorzaakt. Hij zet zijn aanval voort tot zijn munitie op is, grijpt dan een bajonet en doodt nog drie manschappen en een officier. Daarna doodt hij nog meer Duitse soldaten met een Lewis machinegeweer en zorgt ervoor dat er 33 Duitsers worden gevangengenomen.  

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds 

StanleyMcDougall_VC_1918

guillotine voor Emile Verfaille

Volgens sommige bronnen wordt de doodstraf op Emile Verfaille voltrokken op 26 maart 1918, anderen houden het op 27 maart 1918. Wat er ook van zij, dit is in ieder geval de laatste uitgevoerde doodstraf voor een “gewoon” misdrijf. Na de tweede wereldoorlog worden er nog wel mensen gefusilleerd wegens collaboratie.

De krijgsraad veroordeelde Emile Verfaille, wachtmeester-foerier in het Belgische leger, voor roofmoord (lees meer op deze pagina) . Kort nadien wordt de doodstraf uitgevoerd met een speciaal daarvoor uit Frankrijk overgebrachte guillotine. Omdat het ging om een misdaad van gemeen recht, moet Verfaille niet het voor militairen meer gebruikelijke vuurpeloton trotseren. Naar verluidt werd Veurne beschoten tijdens de voltrekking van de doodstraf.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

veurne-guillotine

 

Duitse artillerie volgt de stormtroepen

Herbert Sulzbach, luitenant bij de Duitse artillerie, volgt de oprukkende stormtroepen samen met zijn kameraden. Zijn startpunt is Saint-Quentin.

21 maart 1918 : De artillerie begint te vuren om 4u40 and na 5 uur trommelvuur, om 9u40 begint de infanterie met zijn stormaanval voorafgegaan door voortschrijdend trommelvuur. ’s Avonds zit ik op een affuit om mijn gedachten van deze dag te ordenen. Ik zou er helder boeken over kunnen schrijven. Het onmogelijke is dan toch gebeurd : we hebben een doorbraak geforceerd. Tijdens het vuren moest ik af en toe een pauze nemen, omdat ik het niet meer uithield met al het gas en de rook. De kanonniers staan in hemdsmouwen met het zweet dat van hen afdruipt. Granaat na granaat wordt afgevuurd op de vijandelijke linies en je moet geen bevelen meer geven omdat de soldaten geestdriftig genoeg zijn om snel de granaten af te vuren.

22 maart 1918 : We rukken op naar Essigny maar er is zo’n opstopping van voertuigen dat we nauwelijks een kilometer verder geraken na drie uur. We passeren de eerste linie van de Britten en zijn al snel in hun tweede linie. We horen dat generaal Foch tegen ons oprukt met het Franse reserveleger.

23 maart 1918 : Onze stormtroepen nemen Ham in en we zullen al snel onze oude posities terug innemen die we in 1916 hebben verlaten. Nu hebben we minder last van opstoppingen en we rukken sneller op.

24 maart 1918 : Onze sappeurs bouwen een brug over het kanaal en we zien enkele grote Britse kanonnen. We gaan verder naar Dury.

26 maart 1918 : Vanuit Eppeville bereiken we om 4 uur Nesle. In Carrépuis nemen we posities in links van het dorp. Onze infanterie brengt grote aantallen Britse krijgsgevangenen naar achter. Er zitten ook enkele Fransen tussen. De eerste Fransen die ik spreek, vragen me angstig of het waar is dat onze zware kanonnen Parijs onder vuur nemen. In Carrépuis worden we voor het eerst gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.

27 maart 1918 : in Laboissière worden we onder vuur genomen door de Fransen. Ik leid mijn batterij naar veilige posities door het vijandelijk bombardement en we hebben slechts enkele gewonden te betreuren. Het lijkt erop dat we ons doel bereikt hebben en de Britse legers hebben gescheiden van de Franse.

Ook in Faverolles komen we terecht in een Frans bombardement. We trekken ons terug en brengen de nacht door in houten hutten. Daags erna zien we dat Faverolles grotendeels onbeschadigd is.  Alles lijkt hier vreedzaam, een hoop voorraad ligt voor het grijpen en de burgers lijken op het laatste nippertje te zijn gevlucht.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword Military.

operation-michael-german-offensive-march-21-1918

 

 

 

Ferdinand Foch in de tegenaanval

Ferdinand Foch coördineert vanaf voortaan alle Britse, Franse en Amerikaanse troepen op het westfront na een bijeenkomst van de gezamenlijke Supreme War Council op 27 maart 1918. Fochs hoofdbekommernis is het stoppen van het Duitse offensief, Operatie Michael, dat in noord-Frankrijk een bres heeft geslagen in de Britse linie. Franse versterkingen spoeden zich naar de bedreigde sector ten zuiden van de Somme waar ze samen met de Britse troepen onder het bevel staan van de Franse generaal Marie Fayolle.

Het Britse 3e leger van generaal sir Julian Byng dat ten noorden van de Somme strijdt, stopt de Duitse opmars, deels door doeltreffende steun vanuit de lucht. De Duitsers proberen twee dagen later een nieuwe aanval te lanceren met als doelwit Arras. Dat offensief mislukt echter. De strijd concentreert zich nu ten zuiden van de Somme.

bron : Ian Westwell, de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas

FerdinandFoch

verpleging onder moeizame omstandigheden

Dokter Lievens beschrijft helse maartdagen in zijn dagboek.

21 maart 1918 : Om 5 uur krijgen we gasalarm. Een hevige beschieting met mosterdgasgranaten en andere gassen woedt op heel ons front en verplicht ons het gasmasker op te zetten. Buiten is het nog donker en je kan niet zien of de gasrook in de lucht hangt. Gewonden worden aangebracht, onder wie luitenant De Coene, die ik allen moet verzorgen met het gasmasker op.

Het is uiterst lastig werken want ik heb moeite om adem te halen. Ondertussen komen nog halfverstikte mannen binnen, wat me verwittigt voor het gevaar. Als ik mijn masker ook maar even oplicht, zal ik niet alleen hetzelfde lot of nog erger ondergaan, tevens zullen al mijn zieken en gewonden zonder hulp blijven. Door die gedachte aangespoord werk ik voort, terwijl mijn borst hijgend als een blaasbalg in een smidse naar lucht snakt. Algauw begin ik te voelen dat de stikstof vat krijgt op mij want bij herhaling moet ik niezen en braken in mijn gasmasker. Toch mag ik het niet afzetten. Maar de brilglazen verduisteren dermate dat alles voor mijn ogen begint te schemeren en ik alle werk moet staken. Mijn oren ruisen, mijn hoofd gloeit en ik voel dat het zo niet kan voortduren. Ik denk aan mijn vrouwke en aan mijn lieve kindertjes en vraag me angstig af wat er van hen zal worden. Ik beveel ze aan bij Onze-Lieve-Heer en offer mijn lijden op voor hun geluk en welzijn. Dan prevel ik een akte van berouw en bereid me voor op het ergste…

Hoe lang ik zo bleef liggen, kan ik niet vertellen. Iemand heeft me een Tissant-apparaat opgezet, waardoor stilaan gezondere lucht in mijn longen komt. Ik herleef… Met knikkende knieën en bevende handen herbegin ik met werken zoveel ik kan. Aan allen die op me wachten breng ik in de mate van het mogelijke hulp en redding. Om 8 uur wordt het gasalarm afgeblazen, niettemin voel ik de hele dag een onverdraaglijke hitte in heel mijn lichaam. Er is geen gelegenheid om een ogenblik rust te nemen. Ik zou zo graag een beetje slapen.

22 maart 1918 : ’s Avonds trek ik naar de Poste Durand in Nieuwpoort, waar mijn bataljon in reserve gaat liggen. Onze totale verliezen tijdens de voorbije drie dagen : 223 doden en gewonden.

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

Gasmasker_201803

 

Parijs onder Duits vuur

Zaterdag 23 maart 1918 : sinds twee dagen is in Parijs het verre geschut te horen waarmee de Duitse troepen bij de Somme hun grote lenteoffensief hebben ingezet. Voorlopig maken de inwoners van de Franse hoofdstad zich niet al te veel zorgen. Na bijna vier jaar oorlog zijn ze aan een dosis oorlogsgedruis gewend geraakt.

Rond 7u15 schrikt de stad op door een explosie aan het Bassin de la Villette in het negentiende arrondissement. Totaal onverwacht komt de knal niet, een week eerder is in de randgemeente La Courneuve een munitiefabriek in de lucht gegaan. Drie dagen later klonken er nog steeds ontploffingen. Misschien is de explosie van vandaag nog een nakomertje ?

Amper 20 minuten later volgt een tweede explosie, dicht bij een metro ingang op de Boulevard de Strasbourg aan de Gare de l’Est. Deze keer blijven acht personen levenloos achter op de trottoirs. Even later klinkt alweer een nieuwe explosie in het centrum van de Franse hoofdstad, nauwelijks een kwartier later gevolgd door een vierde. Vruchteloos speuren de Parijzenaars de hemel af op zoek naar Duitse Gotha-bommenwerpers die de hoofdstad sinds januari regelmatig bestoken. Maar er is geen vliegtuig te bekennen.

De granaten waarmee de Franse hoofdstad wordt beschoten, worden afgevuurd vanuit Crépy-en-Laonnois, op niet minder dan 120 kilometer van Parijs. In de bossen bij de Mont de Joie hebben de Duitsers op 2 verschillende plaatsen reuzenkanonnen geplaatst. Als basis van het kanon gebruiken ze het onderstel van het Lange Max-kanon. Daarop monteren ze een gigantische loop die bestaat uit twee lopen van een marinekanon en nog een extra loop van 6 meter erbovenop. Samen goed voor een lengte van 36 meter. In die loop monteren ze een tweede loop met een veel kleiner kaliber van 210 mm. Om te vermijden dat die superlange loop doorbuigt, wordt er ter versteviging een systeem op gemonteerd zoals bij een hangbrug.

Met de Pariser Kanonen kunnen de Duitsers 210 mm-granaten van 125 kilo meer dan 120 kilometer ver schieten. Ze hebben berekend dat de ideale hoe van de loop 55 graden bedraagt. Hiermee schieten zij de granaten tot op een hoogte van 40 kilometer, wat meteen de grootste hoogte is die een door mensen vervaardigd projectiel ooit heeft bereikt.

Tussen 23 maart en 9 augustus 1918 vuurt het handvol Pariser Kanonen bijna vierhonderd granaten af op Parijs, samen goed voor 256 doden en 625 gewonden. Ze moesten de bevolking demoraliseren en zo de Franse regering onder druk te zetten om de oorlog te beëindigen. Maar het doel van massale paniek of ontreddering bereiken deze kanonnen nooit:

bron : Mark de Geest, 14-18 in honderd dagen, Manteau

ParijsKanon_1918

Duitsers rukken op naar Amiens

Het Duitse 2e leger van generaal Georg von der Marwitz breekt op 25 maart 1918 door op het samensmeltingspunt van het Britse 3e en 5e leger bij operatie Michael. Generaal Erich Ludendorff, afgevaardigde van de Duitse generale staf, denkt dat de Britten op het punt staan in te storten dus geeft hij zijn bevelhebbers nieuwe orders. Marits moet oprukken naar Amiens, terwijl generaal Oskar von Hutier met zijn 18e leger Parijs moet aanvallen. Het 17e leger van generaal Otto von Below rukt verder op naar de havens bij de noord-Franse kust.

De Britse opperbevelhebber, veldmaarschalk sir Douglas Haig, brengt zijn Britse troepen in aller ijl over om de kloof in zijn linie te dichten. Maar zijn Franse evenknie, maarschalk Henri-Philippe Pétain, bekommert zich zoals Ludendorff vermoedde, meer om Parijs en stuurt slechts een beperkt aantal soldaten naar de sterk onder druk staande Britten.

bron : Ian Westwell, 1914-1918 – de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas

UnternehmenMichael_kaart01