Onbekende soldaat in Rome

Onbekende soldaat in Rome

In navolging van de Britten en Fransen in 1920 kiezen ook de Italianen een onbekende soldaat uit die begraven zal worden in Rome. Op 11 plaatsen waar er gevochten is, worden gesneuvelden, waarvan de identiteit niet bekend is, opgegraven. Op 28 oktober 1921 worden deze elf lijkkisten in de basiliek van Aquileia samengebracht. Maria Bergamas, moeder van de vermiste Antonio Bergamas, mag een keuze maken tussen deze elf lijkkisten. Antonio Bergamas, inwoner van Trieste (toen nog niet Italiaans) was in 1914 gedeserteerd uit het Oostenrijks-Hongaarse leger. Maar zodra Italië in 1915 de kant van de geallieerden gekozen had, had hij als vrijwilliger in het Italiaans leger dienst genomen. Hij sneuvelt op 18 juni 1916 en wordt begraven. Een bombardement van het kerkhof zorgt ervoor dat men hem achteraf niet meer kan identificeren.

Zodra Maria Bergamas een lijkkist heeft uitgekozen, wordt die apart bewaard. De tien overige lijkkisten worden op 4 november 1921 begraven op het kerkhof nabij de basiliek van Aquileia. De gekozen lijkkist wordt op een trein geladen die in Aquileia vertrekt op 29 oktober om 8 uur. Die dag loopt het traject via de volgende stations : Aquilei, Udine, Treviso, Mestre , Venezia Santa Lucia. In Venetië vertrekt de trein op 30 oktober en doet de volgende stations aan : Padova, Rovigo, Ferrara, Bologna Centrale, In Bologna vertrekt de trein op 31 oktober en passeert de volgende stations : Pracchia, Pistoia, Prato, Firenze Santa Maria Novella, Arezzo. In Arezzo vertrekt de trein op 1 november en gaat langs de volgende stations : Chiusi, Orvieto, Orte, Portonaccio. De laatste rit brengt de trein op 2 november van Portonaccio naar Roma Termini.

Op 2 november 1921 om 9 uur wordt de lijkkist van de onbekende soldaat opgehaald door de koning en generaals van het Italiaanse leger. De lijkkist wordt op een kanonaffuit geladen en naar de basiliek van Santa Maria degli Angeli gebracht. Daar bewaakt een erewacht de lijkkist tot de dag van de begrafenis.

Op 4 november 1921, derde verjaardag van de wapenstilstand tussen Italië en Oostenrijk-Hongarije, wordt de lijkkist van de onbekende soldaat op een affuit geladen voor de allerlaatste rit naar de “Altare della Patria” in het centrum van Rome.

De honderdste verjaardag van deze gebeurtenis wordt in Italië herdacht en aan het aantal tweets te zien met #MiliteIgnoto geven de Italianen hier heel wat aandacht aan.

bron
https://it.wikipedia.org/wiki/Milite_Ignoto_(Italia)

Staatsgreep in Hongarije

De laatste keizer van Oostenrijk-Hongarije, Karl I, probeert zijn koningstroon in Hongarije te heroveren. Vanaf de zomer van 1920 heeft hij zijn terugkeer voorbereid. Hij is overtuigd dat hij de steun van Frankrijk zal krijgen omdat hij voor stabiliteit in de regio kan zorgen. Maar de kleine Entente, het samenwerkingsverband tussen de staten Tsjechoslowakije, Joegoslavië en Roemenië , wil zijn terugkeer ten allen prijze verhinderen.

Een eerste staatsgreep vindt plaats op 24 maart 1921 wanneer Karl I onverwacht opduikt in Hongarije om de troon op te eisen. Op 25 maart probeert hij graaf Erdödy te overhalen zich bij hem aan te sluiten. De graaf weet hoe riskant het is, probeert Karl I te overtuigen van het gevaar maar zal hem dan toch begeleiden naar Boedapest. Daar heeft Karl op 27 maart een onderhoud met de huidige machthebber, admiraal Horthy. Horthy ziet de oorlogsdreiging met de kleine Entente al hangen als Karl I daadwerkelijk op de troon zou komen en hij weigert hem alle steun. De protesten uit binnen- en buitenland worden groter en op 5 april 1921 wordt Karl I uitgewezen en keert hij noodgedwongen naar zijn ballingsoord in Zwitserland terug.

Op 20 oktober 1921 volgt een tweede staatsgreep als Karl I en zijn echtgenote Zita van Zwitserland naar Hongarije reizen. Maar de verwachte koningsgezinde troepen zijn niet talrijk aanwezig want het telegram met de oproep tot mobilisatie is onderweg verloren gegaan. e doorreis naar Budapest wordt daardoor 24 uur uitgesteld. Op 21 oktober in de avond komt het koningspaar an in Boedapest. In allerijl wordt een noodregering samengesteld. De militaire steun blijft beperkt tot tweeduizend soldaten. Maar er wordt verder gewerkt aan de eedafname van trouw aan de koning bij allerlei regimenten. Op 23 oktober is er dan een triomfmars voorzien in Boedapest. admiraal Horthy, die niet meer zeker is van de trouw van de reguliere soldaten, heeft een paramilitaire groep van 300 studenten ingezet. Aan deze studenten is gezegd dat er een groep van Tsjechoslowaakse soldaten de grens is overgestoken om Boedapest in te nemen. In Kelenföld komt het tot een vuurgevecht tussen beide groepen waarbij er 19 doden vallen. Wat daarop volgt, is een reeks bevelen die mekaar tegenspreken waardoor de chaos nog toeneemt. In deze chaotische situatie beslist Karl I de staatsgreep te stoppen om verder bloedvergieten te vermijden. Karl en Zita worden gearresteerd en daarna het land uitgezet.

Op 19 november 1921 start de laatste ballingschap van Karl I op het Portugese eiland Madeira. In maart 1922 wordt hij verkouden en die verkoudheid leidt tot een longontsteking. Op 1 april 1922 sterft hij dan op de leeftijd van 34 jaar.

bronnen
https://ww1.habsburger.net/de/kapitel/putschversuche-ungarn
https://en.wikipedia.org/wiki/Charles_I_of_Austria#Attempts_to_reclaim_throne_of_Hungary

Karl I op 21 oktober 1921 in het station van Ödenburg

diplomatieke successen voor Mustafa Kemal

Na de slag aan de Sakarya zijn de Grieken op de terugtocht. Hun droom om de Turken onder leiding van Mustafa Kemal te verslaan voor Ankara is voorbij en de enige weg is terug. Door dit militaire succes slaagt Kemal erin om verdragen te sluiten.

Het eerste verdrag is het verdrag van Kars, ondertekend door Turkije en de Sovjet-Unie op 13 oktober 1921. De ondertekenaars van het verdrag zijn Kâzım Karabekir voor Turkije en Yakov Ganetsky voor de Sovjet-Unie. Door dit verdrag worden de grenzen tussen beide landen vastgelegd, meer bepaald de grenzen met de sovjet-republieken Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. Doordat Turkije terrein wint door dit verdrag, wordt de grens met Iran langer, wat later nog zal leiden tot grensconflicten rond de kleine Ararat.

Een week later volgt het verdrag van Ankara, ondertekend op 20 oktober 1921. De ondertekenaars zijn Henri Franklin-Bouillon voor Frankrijk en Yusuf Kemal Bey voor Turkije. Hiermee eindigt de Franks-Turkse oorlog in Cilicië en wordt Cilicië definitief overgedragen aan Turkije. In ruil erkent Turkije het Franse mandaat over Syrië. Er komt een speciaal statuut voor de sanjak van Alexandretta. Het gebied is Syrisch, maar het Turks wordt er erkend als officiële taal. Bovendien wordt het graf van Suleyman Shah, de stichter van het Ottomaanse rijk, erkend als Turks grondgebied. Tijdens de Syrische burgeroorlog zal dit graf nog zorgen voor de nodige spanningen tussen Turkije en Islamitische Staat.

bronnen
https://en.wikipedia.org/wiki/Treaty_of_Kars
https://en.wikipedia.org/wiki/Treaty_of_Ankara_(1921)
https://en.wikipedia.org/wiki/Tomb_of_Suleyman_Shah

bloedige nacht in Lissabon

In de vroege ochtend van 19 oktober 1921, vanaf 5 uur, verzamelen leden van de Republikeinse wacht en matrozen in de Terreiro do Paço, het grote plein van Lissabon nabij de zee. Daarna trekken ze naar de Avenida da Liberdade, een centrale boulevard in het centrum. Ze nemen posities in en stellen artillerie op in nhet Eduardo VII park. Als de zon opkomt, begint de artillerie te schieten, gesteund door schepen aan de monding van de Taag.

De regering van Antonio Granjo, aan de macht sinds 10 juli 1921, wordt gedwongen af te treden. De eerste minister Granjo geeft de macht van de regering terug aan president António José de Almeida. Maar als de nacht valt, is er nog geen nieuwe regering aangetreden. Een vrachtwagen met soldaten onder leiding van Abel Olímpio rijdt rond op zoek naar notabelen die ze uit de weg willen ruimen om de machtsoverdracht te vereenvoudigen. Het eerste slachtoffer is de eerste minister Granjo die pas is afgetreden. Hij wordt in zijn schuilplaats ontdekt en neergeschoten. Buiten Granjo zullen er nog vijf anderen sterven tijdens de bloedige nacht of noite sangrenta, zoals de Portugezen die later zullen noemen.

De staatsgreep levert geen stabiele regering op. Op 20 oktober wordt Manuel Maria Coelho eerste minister maar hij dient zijn ontslag al in op 3 november. De volgende regering houdt het vol tot 16 december. Daarna volgt een periode van politiek geweld en onrust tot de verkiezingen van 29 januari 1922.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Bloody_Night_(Lisbon,_1921)