aardappeloproer in Amsterdam

Honger is er niet alleen in de oorlogvoerende landen, maar ook in het neutrale Nederland. In Amsterdam is er geen aardappel meer te krijgen. Rijst is er blijkbaar wel beschikbaar.

In Amsterdam raakt bekend dat er aan de Prinsengracht een schip met een lading aardappelen ligt. De aardappelen zijn niet bedoeld voor de bevolking, maar voor het leger. Arbeidersvrouwen uit de volkswijken plunderen het schip.

De gebeurtenissen van 28 juni 1917 vormen de aanzet voor het aardappeloproer dat een week later losbarst, op 5 juli 1917. Dan vallen er maar liefst 9 doden en 114 gewonden.

Deze gebeurtenissen hebben een bijzonder indruk nagelaten dat er 100 jaar later nog een festival wordt gevierd dat verwijst naar de aardappeloproer en de honger tijdens deze bange oorlogsdagen. Meer informatie over de aardappeloproer en het programma van het festival is te vinden op https://www.aardappeloproer.nl/achtergronden/.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

aardappeloproer_1917_2017

Lange Max vuurklaar in Koekelare

Lange Max, zoals het kanon in de volksmond heet, vuurt op 27 juni 1917 van in Koekelare zijn eerste schoten af in de richting van het ongeveer 45 kilometer verder gelegen Duinkerke. Na een reis van ongeveer anderhalve minuut treft het projectiel het casino van Malo-les-Bains waar een Britse legerafdeling haar hoofdkwartier heeft. Er vallen elf dodelijke slachtoffers en dertien gewonden. Nog 46 andere projectielen komen vandaag op de stad terecht.

In totaal zal het reusachtige kanon 411 projectielen afschieten vooraleer het naar het einde van de oorlog toe in Belgische handen zal vallen. In een nabije schuur is een museum ingericht over de geschiedenis van de Lange Max.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

LangeMax_Koekelare

een passeur gefusilleerd

In Schaarbeek fusilleren de Duitsers op 25 juni 1917  Frans Vergauwen, geboren in 1878 in Borgerhout, wegens anti-Duitse activiteiten : hij hielp maar liefst 73 jongeren voorbij de dodendraad naar het Nederlandse Sluis te brengen. Zulke gidsen staan ook bekend als “passeurs”. Zijn graf bevindt zich op de begraafplaats Schoonselhof in Wilrijk. Frans Vergauwen was vooral bekend om zijn sportieve prestaties : in 1910 werd hij wereldkampioen wielrennen op de weg bij de liefhebbers. In zijn beroepsleven was hij aannemer.

Toeristische tip : tegen de woning aan Welvaartstraat 46 in Antwerpen hangt een gedenkplaat ter nagedachtenis van Frans Vergauwen. Diverse woningen in deze straat dateren uit het laatste kwart van de 19e eeuw.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

FransVergauwen

Schaap ahoy !

Indien mogelijk verschijnt een U-boot aan de oppervlakte nadat ze een vijandelijk schip hebben getorpedeerd. Allerhande bruikbare zaken zoals hout, balen katoen, vee en verse groeten kunnen ronddrijven. Dat is het geval op 24 juni 1917 voor Werner Fürbringer en de bemanning van UC-17. Ter hoogte van de Scilly-eilanden wordt het stoomschip ss Clan Davidson gezonken.  Het Britse schip is afkomstig van Sydney en heeft onder andere boter en een gemengde lading aan boord.

Nadat het schip onder de oppervlakte verdwenen is, schieten enkele tonnen naar de oppervlakte. Die worden gevolgd door een groot schaap dat blatend tussen de tonnen drijft. De bemanning van de UC-17 staat versteld als het schaap zicht begint voort te bewegen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Nadat de verraste zeelui het dier aan boord getrokken hebben met een touw, zien ze dat het uitgeput is, waarschijnlijk van de opstijging van enkele tientallen meters diepte. Het beestje wordt uit zijn lijden verlost, het vel verwijderd en de rest naar de kombuis gebracht om tot een gebraad omgetoverd te worden.

bron : Tomas Termote, oorlog onder water, Davidsfonds

De tekening hieronder is van Liz Brady

LizBrady_Swimming-Sheep-16x10

republiek van Korce

Het koninkrijk Italië roept op 23 juni 1917 de onafhankelijkheid uit van het gedeelte van Albanië dat het bezet, onder Italiaans protectoraat. Het betreft het zuidelijkste kwart van het land, gelegen beneden de denkbeeldige lijn tussen de steden Vlare en Korce. De omgeving van Korce is nog in Franse handen, de rest van het land valt onder Oostenrijks-Hongaarse bezeRepubliekKorce1917tting. Italië raadpleegde zijn bondgenoten niet vooraf en die spreken achteraf ook geen officiële erkenning uit.

Na de wapenstilstand van 1918 valt het Italiaanse protectoraat ongeveer samen met het huidige Albanië. Begin augustus 1920 trekt Italië zich terug en vervalt het protectoraat over het land.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://www.crwflags.com/fotw/flags/al_w1914.html

 

de Ville de Liège in Britse dienst

Vanaf 21 juni 1917 tot en met 31 december 1918 staat de Belgische maalboot Ville de Liège onder het commando van het Britse ministerie van Oorlog en doet dar dienst als hospitaalschip. In deze periode maakt het schip talloze overtochten tussen Groot-Brittannië en het vasteland waarbij het 77.194 gewonden en 36.356 valide manschappen transporteert.

In de voorafgaande oorlogsjaren, onder meer tijdens de slag aan de Ijzer (1914), vervoerde het schip gewonden en allerhande materiaal waaronder munitie, tussen het onbezette gedeelte van de Belgische kust en Frankrijk. Later werden de gewonden per trein vervoerd.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

ville de liege 03

Brits koningshuis neemt naam Windsor aan

De Engelse koning George V beslist op 19 juni 1917 – in het derde oorlogsjaar – dat de Duitse achternamen en titels van hemzelf en zijn familieleden moeten veranderen. De oorlog roep sterke anti-Duitse gevoelens op bij de bevolking. De directe aanleiding voor de beslissing is een bombardement op Londen door Duitse Gotha-vliegtuigen.

De officiële Duitse achternaam Saksen-Coburg -Gotha wijzigt in de mooi Engels klinkende naam Windsor. Bovendien is de Duitse keizer een neef van de koning en is zijn echtgenote Maria von Teck van Duitse afkomst.

Om zijn solidariteit met de Britse oorlogsinspanning te betuigen brengt de Engelse koning vervolgens verschillende bezoeken aan de Britse troepen aan het westelijk front.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

VanGothaNaarWindsor

Britse versterkingen in Veurne

Via de vaart in Adinkerke arriveren vier boten elk beladen met 150 tot 200 Britse soldaten die de Fransen komen aflossen. Langs de vesten in Veurne begeven ze zich naar het front. Jozef Gesquière voegt er nog aan toe :

De jongens lijden erg onder de laaiende zon die zo onbarmhartige zit te steken tussen dikke donderwolken. De soldaten zien er, hoewel vermoeid, toch allemaal even opgeruimd uit en af en toe neuriën ze hun eigenaardig klinkende liedjes. Geen lawaai of getier maar welluidende liederen. De Schotten die begeleid worden door pijp- en doedelzak spelers krijgen natuurlijk de meeste bijval.

SchotseSoldaten_WO1

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Raoul Snoeck vertrekt op cursus

Na dertien maand uitstel wegens twee verwondingen ben ik uiteindelijk vertrokken naar Gaillon. Ik kijk er eerlijk gezegd niet naar uit om bevorderd te worden. Want als de oorlog voorbij is, blijf ik niet bij het leger aangezien me thuis een job wacht.

Mijn commandant spoort me al geruime tijd aan me voor te bereiden op het examen van officier. Om hem tevreden te stellen heb ik ingestemd ook omdat verschillende makkers reeds officier zijn. Ik heb geen behoorlijke kleren meer. Die zijn enkele dagen geleden opgebrand (lees daarover in dit artikel) . Mannen van de compagnie en vrienden staan me bij. De ene bezorgt me een broek, de andere een jas, nog een andere schoenen, kousen, een hemd, enzovoort. Dankzij die verschillende onbaatzuchtige leveranciers raak ik op een fatsoenlijke manier uitgedost om in Gaillon mijn intrede te doen.

(…)

Nauwelijks zijn we uit de trein gestapt of we raken weer vast in de klemschroeven van een strenge tucht. Korte bevelen weerklinken. We vormen rijen langs de weg tussen het station en Gaillon-stad. We blijven er meer dan een half uur staan onder een loden hemel in onze zware legerjas met volledige uitrusting. Eindelijk rukt de kolonne nieuwkomers op richting stad. Na een mars van vijfendertig minuten komen we bestoft en bezweet in de kazerne aan.

Ons nieuw verblijf is een heel groot vierkant gebouw  van binnen naakt en streng. Onze eerste indruk is niet gunstig, we betreuren bijna het front, het bohemerleven en de vrijheid van ons kantonnement te hebben verlaten.

bron ; Raoul Snoeck, in de modderbrij vn de Ijzervallei, uit het Frns vertaald door André Gysel

Gaillon_GrandeGuerre

De laatste avond van Fritz Krebs

Engelse jachtvliegers en bommenwerpers zijn op de terugweg van een bombardement op Moorslede als ze boven het Polygoonbos vijftien Duitse albatrossen tegenover zich krijgen. Er begint een gevecht tussen Britse en Duitse piloten.

Rond kwart voor 8 ’s avonds schiet de Britse kapitein G.H. Bowman Vizefeldwebel Fritz Krebs neer ten noorden van Zonnebeke. De pas 21-jarige Duitse piloot heeft dan acht luchtoverwinningen op zijn naam.

Fritz Krebs ligt begraven op het Deutscher Soldatenfriedhof Menen, ook bekend als Menenwald, maar de grafsteen met zijn naam erop zou zich bevinden in het museum van het vliegplein van Wevelgem. Het Deutscher Soldatenfriedhof Menen ligt aan de Groenestraat en Kruisstraat op de grens van Menen en Wevelgem. Hier rusten iets meer dan 48.000 Duitse militairen, bijna allemaal geïdentificeerd. Dat aantal maakt Menen de grootste Duitse militaire begraafplaats uit de eerste wereldoorlog. In België zijn er nog drie andere grote Duitse soldatenkerkhoven uit de eerste wereldoorlog : Hoogleden, Langemark en Vladslo.

bronnen : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://www.theaerodrome.com/aces/germany/krebs.php
https://www.luchtvaartgeschiedenis.be/content/albatros-bij-zonnebeke

 

Jasta6