Eind juni 1915 is Louis Barthas gelegerd nabij Sains-en-Gohelle, een gemeente in de Pas-de-Calais op zo’n 15 kilometer van Lens en 40 kilometer ten zuidwesten van Rijsel (Lille). Hij krijgt samen met zijn frontmakkers de opdracht een nieuwe loopgraaf aan te leggen op een plek waar de voorste linie niet meer bestaat door de aanhoudende artilleriebombardementen. In zijn dagboek noteert Barthas het volgende.
Om negen uur ’s avonds volgden we met circa veertig soldaten onderluitenant Malvesy die ons in groepjes verspreid opstelde. Het was een donkere nacht, landkaarten en kompas hadden geen enkel nut. We moesten ons door ons gevoel laten leiden. Maar deze keer kwamen we bedrogen uit want degenen die met de onderluitenant voorop liepen, kwamen in een Duitse loopgraaf terecht. We merkten het pas toen de vijandelijke wachtposten, misschien nog banger dan wij, met een keelstem riepen :”Halt, wer da ! Halt, wer da !”. We raakten in totale paniek. Het was redden wie zich redden kan, we wisten zelfs niet meer waar de Franse loopgraven waren. Er werd geschoten en met handgranaten gegooid. We verstopten ons in granaattrechters. (…)
Dit alarm zou wel eens aan aanleiding kunnen zijn tot een hele nacht ononderbroken vuurgevecht. Gelukkig gebeurde er niets. Het werd weer rustig en we konden verder werken.
bron : Louis Barthas , vertaald door Dirk Lambrecht, oorlogsdagboeken, uitgeverij Lubberhuizen