Hamontenaren in Auvours

Op 30 april 1916 is onderstaande foto gemaakt. Het bordje bij de Belgische soldaten vermeldt datum en plaats : Auvours (in de gemeente Champagné vlak bij Le Mans). Hier ligt een Frans militair kamp dat onder de eerste wereldoorlog is toegewezen aan de Belgen. Door de verovering van het grootste deel van België had de Belgische militaire overheid natuurlijk nergens in eigen land opleidingskampen. Onder meer in Auvours konden ze de opleiding organiseren.

Het bordje onderaan vermeldt ook dat het gaat om Hamontenaren. In 2012 heb ik deze foto gevonden op de website van de gemeente Hamont-Achel. De soldaat achteraan rechts op de foto is Patrick Feijen. Zijn zoon, Guido Feijen, had die foto aan de gemeente Hamont-Achel opgestuurd met de vraag of er nog andere soldaten herkend werden.
Ik heb mijn grootvader nooit gekend. Maar die ene soldaat staande achteraan links (met witte broek), die trok wel enorm op mijn nonkels. Mijn moeder kon bevestigen dat zij die foto kende van vroeger. De soldaat op de achterste rij links is dus wel degelijk Martinus Evers.

HamontenarenInAuvours19160430_Bijgewerkt.jpg

Britse nederlaag bij Kut el Amara

Het Brits-Indiase garnizoen onder leiding van sir Charles Townshend, dat sedert 7 december 1915 belegerd wordt in Kut el Amara, geeft zich op 29 april 1916 over aan de Ottomaanse belegeraars. In de geschiedenisboeken staan deze gevechten genoteerd als de eerste slag om Kut.

Tijdens de eerste dagen van de belegering kon de Britse cavalerie ontsnappen maar daarna werd de omknelling steviger georganiseerd door de oude Duitse generaal baron von der Goltz, die de Ottomaanse troepen aanvoert samen met Khalil Pasha. Er wordt een bevrijdingsleger gestuurd van 30.000 soldaten onder leiding van generaal George Gorringe. Begin april neemt hij Fallahiyeh in ten koste van 2.000 soldaten. Daags erna valt hij Sannaiyat aan zonder het te kunnen veroveren. Gorringe richt zich nu op de andere oever van de Tigris en verovert op 15 april 1916 Bait Asia. Een Turkse tegenaanval kost hem 1.600 soldaten. Over alle gevechten heen verliest Gorringe 23.000 soldaten.

In de loop van april 1916 maken de Britten nog een primeur mee : ze werden bevoorraad vanuit de lucht. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat die techniek wordt toegepast. De situatie wordt zo penibel dat de Britse overheid zelfs in het geheim probeert om haar troepen vrij te krijgen met een afkoopsom, maar de Ottomanen weigeren. Dat is voor Townshend het sein om zich onvoorwaardelijk over te geven. Generaal Gorringe wordt vervangen door sir Frederick Maude. Het Britse garnizoen van Kut el Amara gaat in gevangenschap en velen zullen sterven zonder hun vaderland terug te zien.

KutElAmara_Overgave.jpg

Duitsers voeren de zomertijd in

Op bevel van de Duitse overheid laat de burgemeester van Hasselt op 28 april 1916 affiches uithangen over de “Tijdsberekening”. We lezen over de zomertijd onder meer :

Wanneer dus op 30 april de horloge op 11 uur Duitse tijd staat, moeten alle openbare horloges op 12 uur Duitse tijd gesteld worden. Onder openbare horloges verstaat men niet alleen de torenhorloges en die op straten en pleinen aangebracht zijn, maar ook alle uurwerken die voor het algemeen verkeer toegankelijk zijn, bijvoorbeeld in inrichtingen van openbaar verkeer, hotels, banken, scholen, winkels enzovoort.

De aandacht wordt erop geroepen dat deze nieuwe vastgestelde tijden voor alle verordeningen van de Duitse militaire en burgerlijke overheden geldig zijn.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

DeutscheSommerzeit.jpg

Gasaanval in Hulluch

In het plaatsje Hulluch, niet ver van Loos-en-Gohelle (departement Pas-de-Calais) voert het Duitse leger op 27 april 1916 een gasaanval uit op de geallieerden, meer bepaald op de 16e Ierse Divisie van het Britse leger. Naar verluidt is de concentratie van het hier gebruikte chloorgas hoger dan eerder elders toegepast.

Over een frontlijn van zowat 3 kilometer staan 7400 gascilinders klaar. Eerst zorgen de Duitsers voor een rookgordijn, pas dan volgt er gas uit de helft van de flessen. Aan geallieerde zijde vallen bijna 600 slachtoffers, onder wie 140 doden.

Twee dagen later (29 april 1916) doen de Duitsers de gasaanval nog eens over, maar na een poos blaast de wind het gas weer in hun richting. Nu vallen er nog meer doden, weliswaar aan beide zijden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

DuitsSoldaat_Chloorgas.jpg

Paasopstand in Ierland

Tijdens de eerste wereldoorlog ligt de strijd om onafhankelijkheid bijna overal stil. Australië en Canada maken wel van hun militaire positie gebruik om meer zelfstandigheid te eisen, maar in India legt Mohandas (Mahatma) Gandhi de strijd eenvoudig stil. Sterker nog : hij helpt  bij de rekrutering van Indiase soldaten voor de geallieerden. In Ierland daarentegen zien een aantal onafhankelijkheidsstrijders nu hun kans schoon om in opstand te komen.

Het was de bedoeling geweest dat Ierland gedeeltelijk zelfbestuur zou krijgen, de zogeheten Home Rule, maar dit werd vanwege de oorlog uitgesteld. Niettemin nemen duizenden Ierse jongemannen dienst in het Britse leger en 50.000 Ieren sterven in de loopgraven. Toch zijn lang niet alle Ieren overtuigd van de goede bedoelingen van de Engelsen. De Ierse leider Roger Casement treedt zelfs in onderhandeling met Duitsland. Hij vraagt om een invasie of wapens. Dat eerste durven de Duitsers niet aan, wapens worden wel gestuurd op een als neutraal Noors koopvaardijschip, de Aud, uitgedoste Duitse boot. Casement, die bang is dat de opstand zal mislukken, probeert de boot nog tegen te houden. Helaas legt de Aud aan in de verkeerde haven en als de Engelsen het schip aanhouden, gooien de “Noren” hun lading overboord. Toch is er een groep die de opstand wel wil doorzetten. Zeven mannen nemen de verantwoordelijkheid op zich om die te organiseren.

Op paasmaandag 1916 komen de Irish Volunteers in actie, maar ook nu gaat er van alles mis. Van de 10.000 mannen die aangesloten zijn bij de Volunteers, komen er maar 1.600 opdagen. Een poging om het Dublin Castle te veroveren, mislukt doordat de opstabndelingen zich hebben laten tegenhouden door één politieman, hoewel het kasteel wegens de paasvakantie nauwelijks bezet is. Het hoofdpostkantoor in O’Connel Street wordt al gauw het hoofdkwartier van de opstandelingen.Maar de Engelsen hebben ’s avonds al versterkingen naar Dublin gestuurd en de staat van beleg afgekondigd. Op donderdag arriveren nog eens 12.000 Britse militairen. De Engelsen laten zelfs een kanonneerboot, de Helga, aanrukken om de opstandelingen te beschieten terwijl de Ierse tegenstanders zelfs niet over één machinegeweer beschikken. De strijd is kort, bloederig en verwoestend. Uiteindelijk geeft Padaig Pearse zich namens de rebellen over.

De Britten arresteren zo’n 3.000 mannen van wie er 1.800 achter de Engelse tralies verdwijnen en er 100 ter dood worden veroordeeld. Onder de geëxecuteerden bevinden zich Pearse en Casement. Ook Eamon de Valera wordt ter door veroordeeld, maar vanwege zijn Amerikaanse staatsburgerschap niet geëxecuteerd. Hij zou later drie keer president van Ierland worden.

De Paasopstand is een grote mislukking, de rebellen worden door de meeste Ieren veracht. Maar de hardvochtige afrekeningen van de Britten doen uiteindelijk de stemming omslaan. De Paasopstand wordt nu herdacht als een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de Ierse geschiedenis.

bron : Roel Tanja – een korte geschiedenis van de eerste wereldoorlog, BBNC uitgevers

PaasopstandDublin1916.jpg

Louise de Bettignies in Siegburg

Wekelijks steekt Louise de Bettignies de grens over tussen België en Nederland om rapporten naar de Engelse inlichtingendienst te brengen. De Duitse contraspionage weet haar te pakken in oktober 1915. Op 19 april 1916 wordt ze ter dood veroordeeld. In die periode is er fel internationaal protest tegen de terechtstelling van Edith Cavell en wellicht daardoor wordt haar straf omgezet in levenslange dwangarbeid.

Op 21 april 1916 wordt de Bettignies in Siegburg opgesloten. In Frankrijk geniet ze reeds grote bekendheid en ze krijgt van generaal Joffre een eervolle vermelding van het Franse leger. De behandeling in de gevangenis is slecht, ze loopt een pleuritis op die verwaarloosd wordt en sterft op 27 september 1918.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

LouisedeBettignies02

Barthas onderweg naar Verdun

Op 15 april 1916 trok het regiment na het ontbijt naar Noyelles-sur-Mer om daar op de trein te stappen. Officieel was de bestemming onbekend maar iedereen vermoedde dat het doel Verdun was, waar zonder ophouden een reusachtige veldslag plaatsvond. Daarom hoorden we tijdens de mars van tien kilometer naar Noyelles nauwelijks iemand zingen.

Om zeven uur ’s avonds zaten we in de trein, met veertig man samengeperst in beestenwagens zonder stro of banken. Zelfs de kolonel wist niet waar we naartoe gingen. Door elkaar liggend, zonder onze stijve benen te kunnen strekken brachten we in de wagon een akelige nacht door. Om zeven uur ’s ochtends reden we langs Bourget. ’s Middags waren we in Sézanne in Champagne. We reden steeds verder naar het oosten.

Om vier uur ’s middags kwam de trein aan in Vitry-le-François. We wisten nog steeds niet waar we naartoe gingen maar het zou nu wel vlug duidelijk worden : als de trein in de richting van Châlons reed, gingen we naar Champagne waar het op dat moment rustig was; reed hij verder naar het oosten, dan was er geen twijfel mogelijk : dan gingen we naar Verdun ! Het laatste was helaas het geval. Nog dezelfde avond stapten we uit op het station van Revigny.

Rond middernacht kwamen we in een dorpje aan (Villers-le-Sec) waar mijn afdeling in een kleine, half verwoeste loods werd ondergebracht. Als bed hadden we een beetje stro van twijfelachtig allooi. De dag daarop, op 17 april, mochten we rusten want we moesten hierna verder naar Verdun.

Op 18 april om acht uur ’s morgens verlieten we Villers-le-Sec. De regen viel weer bij bakken uit de hemel. ’s Middags arriveerden we in Noyers 

bron : Louis Barthas, oorlogsdagboeken, vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen

JeanLefort_leWagon

Jean Lefort – le Wagon

Russen in Marseille

Dezer dagen (2e helft april 1916) landen in Marseille Russische troepen om de geallieerden te ondersteunen in hun strijd tegen het Duitse leger op het westelijk front. Reeds in 1915 had Frankrijk om Russische troepen gevraagd in ruil voor munitie. De tsaar was weinig enthousiast over het Franse voorstel, maar uiteindelijk komt er een Russische brigade naar Marseille.
Bijkomend zenden de Russen in augustus 1916 ook enkele brigades naar het Macedonisch front om daar de geallieerden te steunen. Eveneens in augustus landt er nog een Russische brigade in Frankrijk.

De Russische troepen, waaronder ook 450 Esten, vechten op diverse plaatsen in Frankrijk. Ongeveer duizend van hen liggen begraven op het Cimetière Militaire Russe de Saint-Hilaire le Grand, nabij Mourmelon-le-Grand in het departement Marne.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Russen_Marseille_1916.jpg

Duitsers eisen koeien op in Ingooigem

Net als in zoveel andere dorpen komen de Duitsers ook in Ingooigem koeien aanslaan, zo noteert Stijn Streuvels in zijn dagboek op 18 april 1916. De koeien en hun eigenaars staan alk vanaf 11 uur in de gietende regen te wachten. Drachtige koeien mogen weer mee naar huis met hun eigenaars.

Boeren die maar een of twee koeien hebben, mogen die meestal behouden. Bezit een boer meer koeien, dan merken de Duitsers er enkele met een schaar in het haar van de bil. De gemerkte koeien zullen bij nader bevel afgeleverd moeten worden bij de Duitse administratie.

Sommige boeren verbergen dieren. In de schuur van Streuvels bijvoorbeeld staat een jonge os van een buurman. Diens twee dochters houden de wacht met een knuppel in de hand om te beletten dat het dier zou beginnen te loeien en zo de aandacht zou trekken van speurende Duitse manschappen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

DuitseSoldaten_Koe.jpg

Col di Lana wordt Italiaans

De Italianen ondergraven de Oostenrijks-Hongaarse stellingen op de Col di Lana in de Italiaanse dolomieten. Eerder is er om deze bergtop al hevig gestreden. In 1915 hebben de Italianen meer dan negentig vergeefse pogingen ondernomen om zich meester te maken van de bergtop. Pas op 17 april 1916 slagen ze in hun opzet. De top wordt weggeblazen door de ontploffing van zo’n vijf ton explosieven. Tweehonderd Oostenrijkers komen om het leven, de overige honderdveertig worden gevangengenomen. De positie is eindelijk in Italiaanse handen. Vandaag herinnert een kapel en een museumpje aan de hevige strijd. Sindsdien wordt de bergtop Col di Sangue (de Bloedberg) genoemd.

bron : Knack Historia 1916

ColDiLana1916.jpg