een held voor Canadezen en Duitsers

In een Frans veldhospitaal overlijdt op 28 december 1918 de Canadese soldaat Harry Cochran aan de gevolgen van de verwondingen die hij heeft opgelopen in 1916 tijdens de gevechten bij Sanctuary Wood (Zillebeke). Nadien belandt hij in een Duits krijgsgevangenenkamp, maar kort na de wapenstilstand komt hij vrij.
Wat hem zo uniek maakt, is dat hij de enige geallieerde militair is die een Duitse onderscheiding heeft gekregen, tijdens de oorlog dan nog. Als hij in krijgsgevangenschap zit redt hij het leven van een driejarige Duits meisje dat in een vijver gevallen is. De Beierse minister van oorlog stuurt hem een telegram en Cochran krijgt het Beierse Kruis van Militaire Verdienste 3e klasse.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

de laatste gesneuvelde Canadees

Getrouw aan het bevel van geallieerd opperbevelhebber Foch om tot het laatste moment in het offensief te gaan, voeren de Canadese troepen nog een laatste aanval uit. De Canadese generaal sir Arthur Currie stelt zich tot doel “de oorlog te kunnen beëindigen waar hij was begonnen” en “om het grondgebied te veroveren dat ze in 1914 verloren hadden”. Tijdens een laatste actie steekt de eenheid van George Price ten oosten van Mons (Bergen) het Canal du Centre over. In Ville-sur-Haine doorzoeken de soldaten enkele huizen van waaruit kort daarvoor nog Duitse schoten werden afgevuurd. Zij vinden er alleen de bewoners en hun familie. Wanneer de soldaten opnieuw naar buiten lopen, wordt Price  door een scherpschutter in de borst getroffen. De 23-jarige Alice Grotte, een jonge Belgische verpleegster, riskeert haar leven en helpt soldaat Price weer naar binnen. Daar sterft hij aan zijn verwondingen. George Price overlijdt om 10u58 en wordt daarmee beschouwd als de laatste gesneuvelde van het Britse Gemenebest.

bron : Mark De Geest, 14-18 in 100 dagen, Manteau

GeorgeLawrencePrice_19181111

de krachttoer van William Barker

Canada’s meest legendarische gevechtspiloot, William Barker, haalt op 27 oktober 1918 zijn bijzonderste krachttoer uit. Deze vlucht is zijn laatste voor hij aan het hoofd komt van de opleiding voor jachtpiloten.

na een patrouille boven het bos van Momal (noord-Frankrijk) klimt William Barker met zijn Snipe naar grotere hoogte, dit in tegenstelling tot het bevel om terug te keren naar de basis. Op 6400 meter hoogte ziet hij een Duitse tweezitter en hij doodt de waarnemer, terwijl de piloot ontkomt met zijn parachute.

Een andere Duitse Fokker jaagt Barker op en hij wordt getroffen in de rechterdij. Tijdelijk verliest hij het bewustzijn. Wanneer hij opnieuw helder is, vliegt hij midden in een formatie van Duitse toestellen, die hem van alle kanten aanvallen. Barker krijgt een schot on de linkerdij, maar slaagt erin om twee Duitse vliegtuigen te doen neerstorten. Zwaargewond bereikt hij Groot-Brittannië waar hij crasht bij de landing.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

WilliamBarker_19181027

de laatste vlucht van de Rode Baron

Manfred von Richthofen is een cavalerieofficier als de oorlog begint. Als de oorlog in de loopgraven vastloopt, vraagt hij zijn overplaatsing aan naar de Deutsche Luftstreitkräfte. In 1915 is hij nog waarnemer-boordschutter maar na een ontmoeting met Oswald Boelcke wil hij piloot worden.  Hij neemt vlieglessen maar een grote indruk maakt hij niet. De eerste solo landing eindigt in een crash. Hij zet door en neemt supplementaire vlieglessen.

In april 1916 behaalt hij zijn eerste overwinning. Omdat het Franse toestel achter de Franse linies valt, wordt die overwinning niet erkend. In augustus 1916 neemt Boelcke von Richthofen op in zijn nieuw opgerichte Jagdstaffel 2 (kortweg Jasta 2). Op 17 september 1916 behaalt von Richthofen zijn eerste officieel erkende overwinning boven de Somme. Nog voor het einde van dat jaar behaalt von Richthofen vijftien officiële overwinningen op zijn palmares.  In januari 1917 wordt hij onderscheiden met de Pour le Mérite, de hoogste Duitse militaire onderscheiding. Kort daarna krijgt von Richthofen het bevel over zijn eigen escadrille, de Jasta 11. Zijn persoonlijke toestel laat hij in het rood schilderen, wat hem de bijnaam “de Rode Baron” oplevert. De titel baron verwijst naar zijn adellijke titel Freiherr.

Op 21 april 1918, twee weken voor zijn 26e verjaardag en een dag na zijn tachtigste overwinning, zet von Richthofen bij de Somme de aanval in op een Brits vliegtuig bestuurd door de onervaren Canadese luitenant Wilfrid May. Terwijl von Richthofen het Britse toestel volgt, wordt hij zelf achternagezeten door de Canadese kapitein Arthur “Roy” Brown. Tijdens dit gevecht, dat zich op erg lage hoogte afspeelt, wordt von Richthofen dodelijke getroffen. Ondanks zijn verwonding weet hij zijn toestel in een Australische sector aan de grond te zetten. Wanneer soldaten komen toegesneld, vangen ze nog net von Richthofens laatste woorden op :”Kaputt…”.

Von Richthofen blijkt in de borst en het hart getroffen door een enkele 303 British-kogel – de standaard munitie in de legers van Groot-Brittannië en het Gemenebest. Waarschijnlijk is de Rode Baron vanaf de grond getroffen en niet door zijn achtervolger Roy Brown.

De Australiërs begraven von Richthofen met militaire eer op het kerkhof van het dorpje Bertangles bij Amiens. Na de oorlog begraven de Fransen hem op het Duitse militaire kerkhof van Fricourt. Nog later verhuist zijn stoffelijk overschot naar Wiesbaden.

bron : Mark de Geest, 14-18 in onder dagen, Manteau

 

dood van John McCrae

John McCrae, onvergetelijk omwille van zijn gedicht “in Flanders Fields” overlijdt op 28 januari 1918 aan een longontsteking in het Canadese militaire hospitaal in Boulogne, waar hij dienstdoende commandant is. Zijn graf bevindt zich enkele kilometers buiten de stad.

Hij schreef zijn wereldvermaarde gedicht in een bunker in Boezinge. De eerste strofe zoals hij die schreef op 8 december 1915 (vertaling P. Ostyn)

Op Vlaamse velden bloeien klaprozen
in rijen tussen witte kruisen
die onze plaatsen wijzen; en in de hemel
vliegen leuweriken en zingen dapper
maar onhoorbaar door het kanongebulder

Toeristische tip : Nabij Essex Farm cemetery (Diksmuideweg, Boezinge) is de bunker waarin John McCrae zijn onsterfelijk gedicht schreef. Op de site staan diverse informatieborden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

JohnMcCrae_1918

Sokken voor de jongens

Vanaf begin 1915 bewegen in Canada massaal breinaalden heen en weer. In antwoord op een oproep van enkele officieren beginnen groepjes dames grote hoeveelheden sokken te breinen voor de Canadese militairen aan het front in Europa. “Socks for the boys” zoals de actie weldra heet, heeft zowel een fysieke als een mentale impact : drogen voeten en een gevoel van steun van het thuisfront. Wie meer wil weten over het belang van propere kousen in oorlogstijd, kan eens googelen op de termen “loopgraafvoet” of “trench feet”. Een slechte verzorging van voeten en gebrek aan propere kousen kon zelfs leiden tot amputatie van tenen of een deel van de voet.

Sergeant-majoor Beswick, een van de vele soldaten die sokken krijgt, schrijft op 27 december 1917 een dankbrief aan Marion Simpson, een van de vrouwen achter de organisatie.

Lieve mevrouw Simpson, ik heb uw schattig pakje goed ontvangen en volgens uw instructies heb ik het pas geopend op kerstdag. Ik kan u verzekeren dat de inhoud zeer op prijs werd gesteld. Rekening houdend met het feit dat ik van dienst was die dag, was het toch een aangename dag. Het weer was ideaal : er vielen enkele centimeters sneeuw en er was genoeg vorst in de lucht om te denken dat ik in Canada was.

bronnen :
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://nl.wikipedia.org/wiki/Loopgraafvoet

SocksForTheBoys

de explosie van Halifax

Halifax, Nova Scotia, is een belangrijke haven en marinebasis in Canada. Tijdens de Groote Oorlog neemt het belang toe van deze haven, ook al omdat ze  constant ijsvrij is. Bovendien beschikt ze over goede treinverbindingen met het hinterland in Canada en de Verenigde Staten. Halifax wordt zo een belangrijk vertrekpunt voor oorlogsvoorraden en troepenschepen.

Het verkeer van de haven naar de Atlantische oceaan verloopt via een engte (“the Narrows”). Het verkeer in die engte volgt de gebruikelijke regels : uitgaande schepen kiezen de westelijke vaargeul aan de kant van Halifax. Inkomende schepen kiezen de oostelijke vaargeul aan de kant van Dartmouth.

Op 6 december 1917 voltrekt zich een ramp in Halifax. De hoofdrolspelers zijn twee schepen : het Noorse schip Imo, die op weg is met voedsel naar België en het Franse schip Mont Blanc, die geladen is met munitie en zeer ontvlambaar benzeen. Beide schepen zetten zich om 7u30 in beweging. De Imo verlaat de haven van Halifax, maar ontmoet een schip dat aan de verkeerde kant vaart. Daardoor kiest de Imo de oostelijke vaargeul. Vervolgens passeert het Noors schip een sleepboot die ook aan de verkeerde kant vaart. De Imo blijft dus maar in de oostelijke vaargeul maar ziet daardoor de Mont Blanc naderen die de haven binnenvaart.

Beide schepen geven een fluitsignaal om aan te geven dat ze op hun koers willen blijven. Pas op het laatste nippertje geven beide kapiteins het bevel om een botsing te vermijden, maar het is te laat. Door de botsing om 8u45 ontstaat er brand aan boord van de Mont Blanc. De brand grijpt snel om zich heen en kapitein Le Médec geeft het bevel het schip te verlaten. Het schip ontploft om 9u04 en het is de tot dan toe grootste ontploffing ooit veroorzaakt door de mens. De Mont Blanc wordt vernietigd in een vuurbal die een hoogte van bijna 2 kilometer bereikt en wordt gevolgd door een paddenstoelwolk. De ontploffing veroorzaakt ook een vloedgolf die zich op de kade werpt. De ontploffing werpt ook brokstukken van het schip tot 5 kilometer ver.

VinceColeman_Halifax_1917In Halifax vallen er 2.000 doden en 9.000 gewonden, waarvan 6.000 ernstig. Deze aantallen hadden nog groter kunnen zijn als Vince Coleman zich niet had opgeofferd. Coleman werkt als treindienstleider en weet dat er een passagierstrein binnen enkele minuten zal aankomen. Hij blijft op zijn post en stuurt enkele minuten voor de fatale klap zijn laatste telegram.

Stop de trein. Munitieschip in brand in de haven. Nadert Pier 6 en gaat ontploffen. Dit zal mijn laatste bericht wel worden. Vaarwel.

Dit bericht van Coleman brengt alle treinen op weg naar Halifax tot stilstand waardoor er ongetwijfeld levens zijn gered.

Een korte samenvatting van de explosie en de gebeurtenissen die eraan vooraf gaan, vind je in onderstaande filmpje. De foto van de wolk hieronder is vermoedelijk 20 seconden na de explosie gemaakt.

Halifax_Explosion_blast_cloud_restored

bronnen
http://www.thecanadianencyclopedia.ca/en/article/halifax-explosion/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Explosie_van_Halifax

 

de enige Vlaming op Tyne Cot

Op Tyne Cot Cemetery ligt er één enkele Vlaming begraven : korporaal Richard Verhaeghe, die sneuvelt op 30 oktober 1917 op 39-jarige leeftijd, weliswaar in Canadese dienst.

In het begin van de 20e eeuw emigreert hij van de streek rond Brugge naar Canada, waar hij zich vestigt in Saskatoon (Sakatchewan), samen met zijn vrouw Augusta. In 1915 meldt Richard zich als vrijwilliger bij het 5th Batallion Canadian Mounted Rifles. In de volgen de jaren vecht deze ruiterbrigade onder meer aan de Somme en in Passendale.

Korporaal Richard Verhaeghe sterft tijdens de slag bij Passendale tijdens een aanval op Duitse stellingen in het bos Woodlands Plantation dat er eerder uitziet als een moeras.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

RichardVerhaeghe_1917.jpeg

Japanse Canadezen in de eerste linies

Ergens in de omgeving van het Franse dorpje Aix-Noulette sneuvelt Tagakichi Fukuï op 21 september 1917. Hij is een van de Japanse Canadezen die het leven laat in de loop van de eerste wereldoorlog.

Op het einde van de 19e eeuw emigreren heel wat Japanners naar Canada, vooral naar de staat British Columbia, om daar een nieuw leven op te bouwen. Om hun trouw te betonen aan hun nieuwe vaderland willen een aantal onder hen dienst nemen in het Canadese leger. Uiteindelijk slagen 196 Japanse immigranten erin om opgenomen te worden in Engelstalige bataljons in Alberta en trekken naar Europa. 55 zullen nooit terugkeren.

Drie van deze Japanse Canadezen rusten naast elkaar op de gemeentelijke begraafplaats van Aix-Noulette : naast Tagakichi Fukuï zijn dat ook nog Kichimatsu Sugimoto en Yoïchi Kamakura. Deze laatste woonde nog maar negen jaar in Canada op het ogenblik van zijn dood.

JapaneseCanadianSoldier_ww1

de laatste overwinning van Chadwick

De befaamde Canadese jachtpiloot Arnold Jacques Chadwick behaalt  op 25 juli 1917 zijn allerlaatste overwinning, zijn elfde. Hij vormt een team met Albert Enstone en Ronald Keirstead en samen slagen ze erin een Duits watervliegtuig te vernietigen ten noorden van Oostende.

Drie dagen later onderneemt hij een bijzonder moedige maar evenzeer risicovolle aanval op een formatie van maar liefst negen Duitse vliegtuigen. Hij verliest het gevecht en moet in het Kanaal duiken ter hoogte van de Panne. Enkele weken later spoelt zijn lichaam aan in de buurt van Duinkerke.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

ArnoldJacquesChadwick.png