vredesverdrag ondertekend in Versailles

De Franse premier Clémenceau beslist dat het vredesverdrag zal worden ondertekend op 28 juni, precies vijf jaar nadat Gavrilo Princip in Sarajevo de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie neerschoot. Als locatie heeft Clémenceau de spiegelzaal van het paleis van Versailles gekozen. Het is de plaats waar in 1871 het Duitse keizerrijk werd uitgeroepen en Wilhelm I tot keizer werd gekroond. Hoeveel groter kan de vernedering voor Duitsland zijn.

In de spiegelzaal zoeken op 28 juni 1919 de afgevaardigden van meer dan dertig landen hun plaats. De onderhandelaars nemen plaats in het midden van de zaal. Recht tegenover hen is een plaats gereserveerd voor de Duitsers. Wanneer iedereen heeft plaatsgenomen, staat Clémenceau op. Het is precies 15 uur. “Faites entrer les Allemands.”, zegt hij. Achterin de zaal gaat een deur open. Twee deurwaarders stappen binnen, gevolgd door officieren uit Frankrijk, Groot-Brittannië , Amerika en Italië. Dan volgen de nieuwe Duitse minister van Buitenlandse zaken Herman Müller en de minister van transport Johannes Bell, die om 3 uur ’s ochtends vanuit Berlijn zijn aangekomen. Zodra zij hebben plaatsgenomen, neemt Clémenceau opnieuw het woord :”Messieurs, la séance est ouverte. Nous sommes ici pour signer le traité de paix.”. De Duitsers staan op, ze weten dat zij als eersten het verdrag moeten ondertekenen. In een doodse stilte zetten zij hun handtekening onder het verdrag. Terwijl de vertegenwoordigers van de andere landen opstaan om op hun beurt het verdrag te ondertekenen, gaat er een zucht van opluchting door de zaal. Buiten klinken kanonschoten een eresaluut aan de onderhandelaars, die aan meer dan vier jaar oorlog eindelijk een einde maken. Door de open ramen van de spiegelzaal is het gejoel van een juichende menigte te horen.

Bijna een uur later zijn alle documenten door de officiële vertegenwoordigers ondertekend. De Duitsers worden weer naar buiten geleid via de zijingang, de weg waarlangs zij gekomen zijn. Nog dezelfde avond keren zij terug naar Berlijn. Op de Parijse boulevards viert een gigantische mensenmenigte tot diep in de nacht het echte einde van de eerste wereldoorlog.

Onderstaande schilderij is van William Orpin, the signing of the Peace

bron : Mark de Geest, 14-18 in honderd dagen, Manteau

dreiging van een nieuwe oorlog

Duitsland is voor de vredesconferentie nadrukkelijk niet uitgenodigd. Pas eind mei 1919 vertrekt een Duitse delegatie onder leiding van minister van buitenlandse zaken graag Ulrich von Brockdorff-Rantzau uit Berlijn. De eerste contacten beloven echter weinig goeds. Wanneer de trein verwoeste gebieden in noord-Frankrijk doorkruist, laten de Fransen hem met opzet trager rijden, zodat de Duitsers nadrukkelijk met de oorlogsverwoestingen geconfronteerd worden. In Parijs leiden de Fransen de trein naar het afgelegen station Hôtel de Réservoirs in Versailles. Daarmee geeft Clémenceau een duidelijk signaal : in 1871 – na de Franse nederlaag tijdens de Frans-Pruisische oorlog – verbleven de Franse leiders tijdens hun onderhandelingen met Bismarck in hetzelfde hotel. Nu is het dus de beurt aan de Duitsers.

Na een week wachten worden de Duitsers uitgenodigd in het Trianon-paleis om daar het ontwerpverdrag te ontvangen. Daar opent Clémenceau de vergadering met :”Het pijnlijke uur van de afrekening is gekomen. U hebt om vrede gevraagd. Wij zijn hier om ze u te geven.”. Wanneer hij het verdrag doorneemt, beseft Brockdorff-Rantzau dat Duitsland voor vele jaren op de knieën wordt gedwongen. “Nu wordt verwacht dat Duitsland zich als enige schuldige van de oorlog bestempelt,” zegt hij. “Ik weiger zo’n bekentenis te doen : het zou gewoon een leugen zijn.”. Brockdorff-Rantzau tekent formeel protest aan en dringt aan op nieuwe gesprekken maar de overwinnaars weigeren te praten en blijven onverkort bij hun standpunt.

De Duitsers krijgen tot 23 juni om 19u de tijd om zich akkoord te verklaren met de vredesvoorwaarden. Is er op dat moment geen toezegging vanwege Duitsland, dan dreigt er opnieuw oorlog. In Parijs volgen dan spannende dagen. Pas op 23 juni om 15u30 – maar enkele uren voor het ultimatum afloopt – verklaren de Duitsers zich bereid om het vredesverdrag te ondertekenen.

bron : Mark De Geest, 14-18 in honderd dagen, Manteau

de omzendbrief van Amasya

Op 15 mei 1919 landen Griekse soldaten in Smyrna aan de kust van Anatolië. Daarmee is de Grieks-Turkse oorlog van start gegaan. Op 22 juni 1919 wordt in Amasya een omzendbrief geschreven die beschouwd wordt als het eerste geschreven Turkse antwoord op de Griekse landing. Onder de schrijvers van deze omzendbrief zijn majoor-generaal Mustafa Kemal Atatürk (gekend als krachtdadig officier die het verzet organiseert in Galipoli in 1915), Rauf Orbay (voormalig minister van de marine), kolonel Refet Bele, commandant Ali Fuat Cebesoy. Tijdens de bijeenkomst houden ze ook telegrafisch overleg met luitenant-generaal Cemal Mersinli en generaal Kasim Karabekir. De inhoud van de omzendbrief stelt het volgende.

  • De eenheid en onafhankelijkheid van de natie is in groot gevaar.
  • De regretting in Istanbul kan de verantwoordelijkheid niet opnemen en het lijkt of de natie niet meer bestaat.
  • De onafhankelijkheid van de natie kan enkel met vastberadenheid en geloof gevrijwaard worden.
  • Om de doelstellingen van de natie en de rechten van het volk te verdedigen moeten we een nationaal comité hebben dat vrij is van enige inmenging.
  • Iedere provincie zal drie afgevaardigden sturen naar het congres.
  • De afgevaardigden mogen hun echte identiteit niet gebruiken en deze omzendbrief moet bewaard worden als een nationaal geheim.
  • Het eerste congres gaat door op 10 juli 1919 in Erzurum. Daarna is er in september nog een congres in Sivas.

Deze omzendbrief brengt de Grieks-Turkse oorlog in een versnelling. Het zal nog tot 24 juli 1923 duren voor de Turkse onafhankelijkheidsoorlog ten einde is.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Amasya_Circular


het einde van de Duitse vloot

De wapenstilstand die de Duitsers in Compiègne hebben onderteken, verplicht hen hun vloot te ontwapenen en onder bewaking te stellen van de geallieerden. Vanaf 22 november 1918 ligt de Duitse vloot voor anker in Scapa Flow, de thuisbasis van de Britse marine. De bemanning is drastisch gereduceerd. Van de 20.000 bemanningsleden, blijven er nog 4.500 aan boord, onder het bevel van 250 officieren.

Op de vredesconferentie die in Parijs gehouden wordt, is het lot van de schepen voer voor discussie. Fransen en Italianen vinden dat een deel van de schepen hen toekomt. Dat is niet naar de zin van de Britten, omdat het hun hegemonie op zee zou verminderen.

In juni 1919 verplichten de Britten de Duitsers hun bemanning verder in te krimpen. Er blijven nog 1700 matrozen en officieren over. Op de ochtend van 21 juni 1919 vertrekken de meeste Britse oorlogsschepen voor manoeuvres op volle zee. Alleen 2 torpedojagers blijven achter om de Duitse schepen te bewaken. Om 11u20 seint de Duitse bevelhebber von Reuter de andere schepen :”Paragraaf 11. Bevestigen.”. Op alle Duitse schepen worden daarna de zeeventielen geopend en ook de deuren die de waterdichte schotten afsluiten. Ze worden allemaal onklaar gemaakt zodat ze niet opnieuw gesloten kunnen worden. Zodra de eerste schepen kort daarna slagzij beginnen te maken en de Duitse bemanningsleden hun schepen verlaten, beseffen de Britten wat er aan de hand is. De Britse schepen die ’s ochtends zijn uitgevaren, worden in allerijl teruggeroepen, maar het is te laat om in te grijpen. Om 12u16 verdwijnt de reusachtige Friedrich der Grosse als eerste in de golven. Even later volgen tal van andere schepen. In totaal zinken die namiddag 52 Duitse oorlogsschepen, waaronder vijftien van de zestien grote slagschepen en kruisers. De rest wordt door de Britten weggesleept of aan wal getrokken. Acht Duitse matrozen en een officier worden tijdens de actie neergeschoten, alle anderen brengen het er veilig vanaf. Zij belanden in een krijgsgevangenenkamp, van waaruit zij in januari 1920 weer naar Duitsland vertrekken.

Nog voor de tweede wereldoorlog worden enkele tientallen schepen opnieuw gelicht. Zeven rusten nog altijd op de zeebodem, waar zij een beschermd monument vormen en een geliefd doel voor diepzeeduikers.

bron : Mark de Geest, 14-18 in honderd dagen, Manteau

De schilderij hieronder is van Bernard Gribble.

maskers voor de gueules cassées

De Groote Oorlog is de eerste geïndustrialiseerde oorlog. De wapens krijgen hoe langer hoe meer vernietigingskracht. Maar ondanks dat, slagen sommige zwaargewonde soldaten erin hun verwondingen te overleven, ten koste van een leven met zware verminkingen. Een speciale groep van die verminkte soldaten, zijn de soldaten waarvan het gezicht onherkenbaar is vervormd. De Fransen noemen deze gewonde soldaten met het verminkte gelaat de “gueules cassées” of “gebroken smoelen”.

De plastische chirurgie staat nog in haar kinderschoenen en dus is het behelpen als men deze verminkte soldaten terug een nieuw leven wil geven. De eerste chirurgie is in feite geen chirurgie, maar wel het vervaardigen van maskers om de verminkingen te verbergen. Eén van die beeldende kunstenaars is de Amerikaanse Anna Coleman Ladd. In 1917 opent ze een atelier in Parijs waar ze maskers maakt voor de soldaten. Dit masker maakt ze met behulp van plaaster waarbij ze achteraf de ontbrekende delen moet bijwerken op basis van foto’s van de soldaat van voor ze zwaargewond werden. Een masker maken duurt weken vooraleer de soldaat het kan passen. En daarna moet het masker nog worden bijgeschilderd om te passe bij de echte huidskleur. Tegen einde 1919 heeft de atelier 185 maskers geproduceerd. Haar werk en toewijding leveren Anna Coleman Ladd het Légion d’Honneur op.

bron : https://fr.wikipedia.org/wiki/Anna_Coleman_Ladd

Operatie Kharkov

Tegen de tweede helft van juni 1919 komen de belangrijkste krachten van het Witte leger onder leiding van generaal May-Mayevsky in de buurt van Kharkov, bezet door het Rode Leger en begint zich voor te bereiden op de aanval. De belangrijkste aanval op de stad werd ontwikkeld door de troepen van het 1e legerkorps van generaal Kutepov uit het zuiden en zuidoosten.

Vanaf 20 juni 1919 beginnen gevechten in de buurt van de stations van Losevo en vervolgens in het gebied van de Parovozostroitelny Plant aan de rand van de stad . Het Rode leger neemt stellingen in nabij Osnova Station en slaat verschillende aanvallen af. Een cruciale rol bij het doorbreken van de verdediging van Charkov wordt gespeeld door de -eenheden onder het commando van kolonel Turkul , per spoor overgebracht naar Charkov. Op 23 juni 1919 nemen zijn soldaten het station Kharkov-Levada in, steken de rivier Kharkov over en betreden zo het centrale gedeelte van de stad. Op 24 en 25 juni zijn er nog hevige gevechten in het centrum. Maar dan is het afgelopen : Kharkov is in handen van het Witte leger.

Met de inname van Kharkov heeft het Witte leger een belangrijk strategisch punt van het Rode leger afgenomen. De weg naar Kursk en Moskou ligt nu open. Daarnaast hebben de Witten een hele voorraad aan wapens in beslag kunnen nemen : gepantserde wagens, gepantserde treinen, machinegeweren en munitie.

bron : https://ru.wikipedia.org/wiki/OperatieKharkhov_1919)

In de onderstaande kaart is Kharkhov in het geel gemarkeerd.

de slag om Cesis

Letland verklaart zich einde 1918 onafhankelijk , maar kan zich niet verdedigen tegen de Letse Rode wacht die door de Russische bolsjewieken worden gesteund . De bolsjewieken veroveren Riga op 4 januari 1919 en rukken verder op naar Oost-Pruisen . Door deze dreiging neemt de Letse parlementaire regering contact op met de Duitse regering. Een verenigde strijdkracht onder von der Goltz wordt opgericht, samengesteld uit Duitse reguliere eenheden, vrijkorpsen, het Baltische nationale leger, Letse en tsaristische Russische troepen. De gevechten met het Rode leger gaat door tot maart 1919.

Als de Rode dreiging is afgewend, komen de tegenstellingen tussen Duitsers en Letten weer scherper naar voren. Na een militaire coup grijpen de Duits-Balten de macht en veroveren op 22 mei 1919 de stad Riga. De Baltische Landeswehr, voornamelijk bestaande uit Duitse soldaten en Duitstalige Letten (of Balten), vallen Esten en Letten aan op 5 juni 1919 en veroveren de stad Cesis (Wenden in het Duits). Op 10 juni wordt er een wapenstilstand van kracht tussen de Baltische Landeswehr enerzijds en de Esten en Letten anderzijds. Op 19 juni zijn de onderhandelingen spaak gelopen. De Baltische Landeswehr trekt terug ten aanval richting Valmiera. Op 21 juni 1919 is het echter duidelijk dat deze aanval op een mislukking is uitgedraaid. Esten en Letten nemen het initiatief over en slagen erin om Riga te veroveren en op 3 juli 1919 de Letse regering terug te installeren.

Met de nederlaag in de Slag om Cesis heeft de Duits-Baltische minderheid haar machtspositie verloren. Verdere steun van Duitsland is niet meer te verwachten na de ondertekening van het Verdrag van Versailles. Het Baltische nationale comité besloot samen te werken in de Letse parlementaire staat.
De Letten en de Esten hebben hun staat behouden en behalen een symbolische nationale overwinning op de Duits-Baltische minderheid. De 23e juni is nog steeds de nationale dag van de staat in Estland.

bron : https://de.wikipedia.org/wiki/Schlacht_von_Wenden