Sovjet-Unie krijgt erkenning 

Doorgaans is de periode na de dood van een politiek leider een moeilijk moment, zeker als het gaat om een dictatuur. Maar na de dood van Lenin kan de Sovjet-Unie zijn positie versterken. Op 1 februari 1924 erkent de regering van Groot-Brittannië de Sovjet-Unie. Op 2 februari wordt Alexei Rikov (foto links) de nieuwe voorzietter van de raad van volkscommissarissen, een titel te vergelijken met die van eerste minister van de Sovjet-Unie. Felix Dzerzjinski (foto rechts) wordt voorzietter van de sovjet van de nationale economie. Op 7 februari erkent ook de fascistische regering van Italië de Sovjet-Unie. Daarmee neemt de spanning tussen de voormalige geallieerden af en is het idee om de tsaar terug op de troon te brengen bij de westerse landen verdwenen. 

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/February_1924

Hongerstaking in Ierland

De Ierse burgeroorlog is sinds 24 mei 1923 gedaan maar in de Ierse gevangenissen zitten nog altijd zo’n twaalfduizend gevangenen die tegen de Ierse Vrijstaat zijn en hun akkoord met Groot-Brittannië. Hier en daar zijn er al hongersta

De grootste hongerstaking in de Ierse geschiedenis begint op 14 oktober 1923 om middernacht in de gevangenis van Mountjoy. De geïnterneerden uit de Ierse Burgeroorlog worden geleid door Peadar O’Donnell, die het Algemene Hoofdkwartier van de IRA vraagt een bericht door te geven aan de andere gevangenissen en kampen om hen op de hoogte te brengen van hun voornemen om een hongerstaking te beginnen. Kort na ontvangst van het bericht van het Algemene Hoofdkwartier beginnen meerdere hongerstakingen.

Tijdens de massale hongerstakingen van oktober-november 1923 gaan enkele duizenden Ierse republikeinse gevangenen in hongerstaking in Ierse gevangenissen en interneringskampen in heel Ierland, waarbij ze protesteren tegen de voortzetting van de internering zonder aanklacht of proces, waarbij onmiddellijke vrijlating of status als politieke gevangenen werd geëist.

Het protest wordt op 23 november 1923 afgeblazen door de leiders van de gevangenissen : Thomas Derrig in Kilmainham Gaol, Michael Kilroy in Mountjoy, Frank Gallagher en Peadar O’Donnell. Op die datum zijn er nog 176 mannen in hongerstaking, sommigen gedurende 41 dagen en anderen gedurende 34 dagen. Vanuit de gevangenis van Kilmainham worden berichten naar elke gevangenis gestuurd waarin staat dat alle geïnterneerden samen de staking zullen beëindigen. De dag na het einde van de staking (24 november 1923) worden meer dan 500 gevangenen vrijgelaten uit gevangenissen in heel Ierland.

Bron : https://en.wikipedia.org/wiki/1923_Irish_hunger_strikes

wapenstilstand in Ierland

Frank Aiken wordt op 20 april 1923 de nieuwe stafchef van het Ierse Republikeinse leger als opvolger van Liam Lynch, die tien dagen eerder in een hinderlaag is omgekomen. Aiken, die de aanval van het Irish Free State National Army heeft overleefd, drintg er bij de 12 leden tellende raad van bestuur op aan om verdere actie in de Ierse burgeroorlog stop te zetten. Hij is tot de conclusie gekomen dat de anti-verdrags-IRA een langdurig gevecht met de Free State niet kan winnen. Aiken’s resolutie om vrede te sluiten met de Ierse Vrijstaat wordt aangenomen met 9 tegen 2 stemmen.

Op 27 april 1923 kondigt Éamon de Valera aan dat het Ierse Republikeinse leger bereid is in te stemmen met een staakt-het-vuren in de burgeroorlog. Op 30 april kondigt Frank Aiken, dan een staakt-het-vuren aan en roept alle IRA-vrijwilligers op om op 24 mei afstand te doen van hun wapens om 12 uur.

De foto links toont Frank Aikin. Rechts staat Eamon de Valera.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/April_1923

terreurmaand in Ierland

Sinds eind juni 1922 woedt de Ierse burgeroorlog. Wat een korte strijd tussen rivaliserende IRA-facties kon zijn, sleept zich in plaats daarvan vele maanden voort, in een kleinschalige maar meedogenloze guerrilla tussen de regering van de Ierse Vrijstaat. en de IRA, die zich tegen het verdrag met de Britten kant.

Tegen het einde van februari 1923 komt de uitvoerende macht van de IRA bijeen op een afgelegen locatie in Tipperary. IRA-stafchef Liam Lynch krijgt te horen dat het guerrillaleger op instorten staat. Lynch kiest ervoor om de oorlog toch voort te zetten. De Vrijstaat heeft de executies begin februari opgeschort, in de hoop dat het zal helpen om het einde van het conflict te bespoedigen en de bijeenkomst van de IRA-leiding moet voor hen de ideale gelegenheid hebben geleken om het af te blazen. Maar Lynch denkt daar dus anders over.

De county Kerry heeft tijdens de guerrillafase van de oorlog meer geweld gezien dan bijna overal in Ierland. Aan de kant van de Vrijstaat zijn er al 68 soldaten gedood en 157 gewond. En toch is het dieptepunt nog niet bereikt begin maart 1923.

De maand begint in Kerry met een aanval van de IRA op Cahirciveen. Drie soldaten van het Nationale Leger en twee Republikeinse soldaten worden gedood en zes IRA-mannen worden gevangen genomen . De volgende dag rijdt een groep officieren van het Nationale Leger op basis van informatie van een informant Tralee uit naar een dorp genaamd Knocknagoshel, waar ze verwachten een Republikeinse schuilplaats te vinden. Als ze de schuilplaats binnengaan, doodt een boobytrapmijn drie officieren en twee soldaten doodt.

Twee van de doden zijn goede persoonlijke vrienden van Paddy Daly , die het bevel voert over de troepen van de Vrijstaat in Kerry. .Daly kondigt aan dat gevangenen in de toekomst wegen met mijnen zullen vrijmaken. De dag na de Knocknagoshel-bom worden negen gevangenen naar het kruispunt van Ballyseedy gebracht, zogenaamd voor dit doel. Sommige gevangenen zijn al geslagen tegen de tijd dat ze in Ballyseedy aankomen, waar ze rond een landmijn worden vastgebonden en letterlijk in stukken worden geblazen. Stephen Fuller wordt niet gedood maar weggeblazen door de ontploffing en kan later getuigen over het bloedbad. Als alle mijnen zijn ontploft, scheppen de troepen van Vrijstaat de overblijfselen van de verpulverde lichamen in negen doodskisten en brengen ze terug naar Tralee met het verhaal dat ze per ongeluk zijn omgekomen bij het opruimen van een weg met mijnen. Er breekt een rel uit in de stad als de familieleden van de doden proberen de doodskisten open te breken en de doden te identificeren .

bron : https://www.theirishstory.com/2011/03/14/march-1923-the-terror-month/#.ZBcTPsLMI2w

Amnestie onder voorwaarden

In Ierland woedt nog steeds een burgeroorlog tussen aanhangers van de Ierse Vrijstaat en aanhangers van het Ierse Republikeinse Leger (Irish Republican Army). Die laatsten wijzen het akkoord van de Ierse Vrijstaat met Groot-Brittanië af omdat ze een vrijstaat niet verregaand genoeg vinden.

Op 18 januari 1923 arresteren de soldaten van de Ierse Vrijstaat Liam Deasy in Tincurry, Tipperary County. Liam Deasy is de plaatsvervangend stafchef van het Irish Republican Army (IRA). Omdat er een parabellum-revolver en munitie bij hem zijn gevonden, wordt hij een week later door een krijgsraad ter dood veroordeeld. De krijsgraad volgt daarmee de wet van de regering tegen het bezit van ongeautoriseerde vuurwapens, een decreet dat specifiek gericht was op IRA-strijders.

En dat zou het einde van hem zijn geweest, een andere naam op een groeiende lijst van Republikeinse martelaren, behalve dat Deasy er niet helemaal klaar voor is om zich erbij aan te sluiten. Op zijn verzoek om een ​​gesprek met de vijandelijke opperbevelhebber, Richard Mulcahy , wordt de gevangene overgebracht naar Dublin, waar men na verder overleg overeenkomt dat hij zijn naam zet op een communiqué met de volgende inhoud :

Ik heb me ertoe verbonden, voor de toekomst van Ierland, een onmiddellijke en onvoorwaardelijke overgave van alle wapens en manschappen te aanvaarden en eraan mee te werken, en ik heb de volgende verklaring ondertekend:

Ik accepteer, en zal helpen bij de onmiddellijke en onvoorwaardelijke overgave van alle wapens en manschappen, zoals vereist door generaal Mulcahy.

Dit communiqué wordt met gemengde gevoelens onthaald. Zo is er Ernie O’Malley die vanuit Mountjoy Prison naar zijn vriendin schrijft om de houding van Deasy aan te vallen. O’Malley is zelf krijgsgevangene en met executie bedreigd, maar hij “ziet niet welk recht gevangenen hebben om te proberen de handen van hun kameraden in het veld te forceren; we zijn uit de strijd en het maakt niet uit wat de vijand ons aandoet. “.

Twee weken later volgt er een ondertekende verklaring van twaalf krijgsgevangenen in Limerick, die beweren zeshonderd anderen te vertegenwoordigen. Ze vragen om vier van hen voorwaardelijk vrij te laten om met hoge IRA-officieren te kunnen overleggen over een mogelijk einde aan de vijandelijkheden.

Zeventig gedetineerden in Tralee, Kerry County , gaan nog verder in hun eigen proclamatie, waarbij ze niet alleen Deasy bij naam noemen, maar er ook bij de overgebleven anti-verdragsaanhangers op aandringen om verder te gaan dan alleen het overwegen van vrede:

Wij, de ondergetekende gevangenen in Tralee Prison, keuren de acties van Liam Deasy goed door zijn kameraden op te roepen tot onvoorwaardelijke overgave, en we vragen een voorwaardelijke vrijlating voor afgevaardigden om met onze strijdmakkers te praten over een overgave.

De regering van de Ierse Vrijstaat maakt van deze oproepen gebruik en biedt amnestie aan aan al diegenen die hun wapens inleveren tussen acht en achttien februari 1923. Sommige IRA aanhangers maken gebruik van deze mogelijkheid en geven zich over.

bron : https://erinascendantwordpress.wordpress.com/tag/liam-deasy/

Britse onderschatting van Franse dreiging

De Duitse regering Cuno heeft al in november 1922 de geallieerden gevraagd om een nieuw uitstel te geven voor de herstelbetalingen. De Duitse Mark lijdt almaar verlies en de inflatie in Duitsland neemt hand over hand toe. De Duitse economie zit in een zware crisis en dan kan uitstel voor herstelbetalingen de reddingsboei betekenen die Duitsland nu nodig heeft. De Duitse regering denkt drie tot vier jaar nodig te hebben om voor stabiliteit te zorgen. Daarna kunnen de herstelbetalingen hervat worden. Maar tijdens de uitstelperiode zal Duitsland verder materialen leveren die nodig zijn voor de heropbouw in België en Frankrijk.

De Franse president Poincaré heeft hier echter geen oren naar. Hij is van mening dat Duitsland wel kan betalen maar het niet wil. Om de druk op Duitsland te verhogen laat Poincaré in de pers lekken dat het Franse kabinet erover nadenkt om twee derden van het Ruhrgebied te bezetten. De Britten zijn niet zo standvastig als de Fransen en staan wel open voor uitstel van de herstelbetalingen. De Duitse premier Cuno waagt nog een poging op de conferentie in Londen die start op 9 december 1922. Maar de geallieerden geraken het onderling niet eens over de Duitse vraag voor uitstel. Ze besluiten dat het Duitse voorstel niet voldoende is en dat ze hierover terug beraadslagen in Parijs op 2 januari 1923. Op die conferentie moeten de Duitsers dan met een nieuw voorstel komen dat aan de geallieerde vragen tegemoet komt.

Het probleem is nog ingewikkelder want niet alleen de Duitsers hebben schulden. Ook de Fransen en de Engelsen moeten hun schulden aan de Amerikanen aflossen. Als zij de Duitsers uitstel geven, moeten ze maar hopen dat de Amerikanen even clement zijn als zijzelf. Enkel de Amerikanen hebben geen af te lossen schulden maar ze zijn niet van plan om uitstel van betaling te verlenen aan hun schuldenaren.

De Britten geloven trouwens dat Poincaré bluft met zijn dreiging om het Ruhrgebied met Franse troepen te bezetten. Zou hij zijn dreiging toch uitvoeren, dan zou het tot een breuk met de Britten komen en zou Frankrijk politiek geïsoleerd zijn. Maar hierin vergissen de Britten zich schromelijk. In het nieuwe jaar 1923 zal de Duitse inflatie een dramatische fase kennen.

Bron : Frank Stocker, die Inflation von 1923, FBV

Bloedig begin van de Ierse Vrijstaat

Op 5 december 1922 keurt het Britse Lagerhuis de Irish Free State Constitution Act goed. Op 6 december kondigt Koning George V de Ierse Vrijstaat af. Op 7 december stemmen beide huizen van het parlement van noord-Ierland unaniem voor de optie om uit te treden uit de Ierse Vrijstaat en aan te sluiten bij het Verenigd Koninkrijk. Op dezelfde dag worden 2 leden van het Ierse parlement (de Dail) neergeschoten : Sean Hales en Patrick O’Malley zijn het slachtoffer van een wraakactie van de Irish Republican Army (IRA) die zich verzet tegen de Ierse Vrijstaat en het Iers-Britse verdrag. O’Malley overleeft de aanslag in tegenstelling tot Sean Hales. Deze aanslag van de IRA is trouwens een reactie op de eerdere executies van aanhangers van de IRA door de Ierse Vrijstaat die vanaf 17 november 1922 plaatsvinden.  

Op 8 december 1922 komt de regering van de Ierse Vrijstaat in spoedzitting bijeen. Als wraak op de aanslag worden 4 aanhangers van de IRA opgehangen : Rory O’Connor (39),  Joe McKelvey (24); Liam Mellows  (30) en Richard Barrett (32). De Ierse burgeroorlog belandt daarmee in de fase van opeenvolgende wraakacties.

Bronnen

https://en.wikipedia.org/wiki/December_1922

https://www.odt.co.nz/opinion/100-years-ago/irish-free-state-executes-duo

https://en.wikipedia.org/wiki/Irish_Civil_War

de laatste dagen van Michael Collins

In augustus 1922 woedt de burgeroorlog in Ierland. Het conflict draait rond het al dan niet aanvaarden van het Brits-Ierse verdrag dat Ierland de status van Vrijstaat geeft maar niet van republiek. De tegenstanders van het verdrag verzamelen zich in het Iers republikeins leger (Irish Republican Army of IRA). De voorstanders van het verdrag horen bij het Iers nationaal leger onder leiding van Michael Collins. Maar in de zomer van 1922 zal het Iers nationaal leger zijn opperbevelhebber verliezen.

Omdat Michael Collins ziek en koortsig is, adviseert zijn arts de reis uit te stellen. Maar hij vertrekt toch. Collins’ konvooi verlaat Dublin, op zondag 20 augustus om 5.15 uur en maakt zijn eerste stop bij Maryborough Jail (nu Portlaoise Prison), waar Collins het overbrengen van een aantal gevangenen bespreekt naar het kamp van Gormanstown om de overbevolkte omstandigheden te verlichten. 

Daarna gaat het konvooi naar Roscrea Barracks voor een inspectie en ontbijt. In de Limerick-kazerne ontmoet Collins generaal Eoin O’Duffy.  Het konvooi rijdt vervolgens door Mallow en ze brengen die nacht door in Cork City, waar hij verblijft op het militaire hoofdkwartier in het Imperial Hotel. Die avond ontmoet Collins zijn zus, Mary Collins-Powell, en haar zoon, Seán, en de rest van de avond dient voor overleg met generaal Emmet Dalton

Op maandag 21 augustus bezoekt Collins zijn zus, en heeft hij weer overleg met generaal Dalton.  Collins bezoekt ook enkele lokale banken in een poging om republikeinse fondsen op te sporen. In juli heeft de IRA  120.000 pond aan douane-inkomsten verzameld en dit geld verborgen op de rekeningen van sympathisanten. Bij elke bank zegt Collins tegen hun managers dat ze de deuren moeten sluiten en dat ze de banken alleen zouden laten heropenen als de managers volledig meewerken. 

Collins en Dalton reizen vervolgens de vijftig kilometer naar Macroom waar Collins Florence O’Donoghue ontmoet, een IRA lid en een van de leiders in County Cork in de Onafhankelijkheidsoorlog, maar die neutraal is in de burgeroorlog.  O’Donoghue erkent dat de IRA  de oorlog niet kan winnen en dat Collins naar het zuiden komt op zoek naar vrede. Collins probeert  de oorlog te beëindigen en de leiders aan de andere kant een overeenkomst te geven.  Na de lunch in het Imperial gaan ze op pad om het leger in Cobh te bekijken en keren in de vroege avond terug naar Cork.

Collins’ gezelschap verlaat het Imperial Hotel, Cork, op dinsdag 22 augustus om 6.15 uur. Het militaire escorte is veel te klein voor de bescherming van de opperbevelhebber van de Vrijstaat, vooral omdat ze door enkele van de meest actieve anti-verdragsgebieden van Zuid-Cork zullen reizen. Het konvooi gaat rond 8 uur door Macroom richting Béal na mBláth, waar het stopt om een ​​routebeschrijving te krijgen, vervolgens door Crookstown en vervolgens naar Bandon.

In Bandon ontmoet Collins kort generaal-majoor Seán Hales. Bij Clonakilty stopte het konvooi voor de lunch in Callinan’s Pub. ’s Middags gaat het konvooi naar Roscarberry en Collins drinkt wat in de Four Alls Pub (eigendom van zijn neef Jeremiah) bij Sam’s Cross, waar Collins verklaart: ‘Ik ga dit regelen. Ik ga een einde maken aan deze bloedige oorlog.” . Op de terugweg passeert Collins’ gezelschap de verbrande overblijfselen van zijn ouderlijk huis, Woodfield, en Collins wijst naar de ruige stenen muren. ‘Daar,’ zegt hij tegen Dalton, ‘daar ben ik geboren. Dat was mijn thuis.” 

Het konvooi verlaat om 17.00 uur het Eldon Hotel in Skibbereen en keert terug naar Cork. Collins ontmoet op deze reis zijn grote vriend John L. Sullivan. Het konvooi maakt op de terugweg een omleiding rond Clonakilty vanwege een wegblokkade. Het stopt bij Lee’s Hotel in Bandon voor thee. 

Maar ondertussen hebben de republikeinen niet stil gezeten. In de vroege ochtend van dinsdag 22 augustus komt het hinderlaaggezelschap bijeen in Long’s Pub . De mannen die zich in Béal na mBláth verzamelen, zijn officieren die getraind zijn in guerrillaoorlogvoering en die bijeenkomen om een ​​ stafvergadering te houden.   Ze zien de mogelijkheid om het ​​vijandelijk konvooi op zijn terugreis te overmeesteren en besluiten de uitdaging aan te gaan en het in een hinderlaag te lokken.

De hinderlaag vindt plaats in Béal na mBláth  net voor zonsondergang, om 19.30 uur. Zodra de eerste schoten worden gelost, geeft Collins het bevel : “Stop, we zullen tegen ze vechten.”. Het Lewis-machinegeweer in de pantserwagen loopt verschillende keren vast en zodra dat gebeurt, profiteren de republikeinen van de stilte in het vuren om hun posities te verplaatsen.

Dan rent Collins ongeveer vijftien meter de weg op, valt in een vooroverliggende schietpositie en schiet op de republikeinen op de heuvel. Dalton hoort dan de zwakke kreet: “Emmet, ik ben geraakt.” Dalton en commandant Seán O’Connell rennen naar de plek waar Collins met zijn gezicht naar beneden op de weg ligt en vinden een angstaanjagende gapende wond aan de basis van zijn schedel achter het rechteroor. . … O’Connell knielt nu naast de stervende Collins die nog bij bewustzijn is, en fluistert in het oor van de snel zinkende man troostende woorden. Ze proberen nog de wonde te verbinden maar al snel zien ze dat Michael Collins dood is.

bron : https://www.irishcentral.com/roots/history/michael-collins-death-timeline

Michael Collins

slag om Kilmallock

De Ierse burgeroorlog is het resultaat van een splitsing in de Ierse Republikeinse beweging na de ondertekening van het Engels-Ierse Verdrag in 1921. Het Verdrag verleent Ierland zelfbestuur als een heerschappij binnen het Britse rijk en maakt ook de opdeling van de zes graafschappen van Ulster mogelijk . Voor velen binnen de Republikeinse beweging wordt dit als onaanvaardbaar gezien en als een verraad dat leidt tot een splitsing tot voor- en tegenstanders van het verdrag. Na mislukte pogingen om vreedzame oplossingen te vinden, beginnen zowel het Iers Nationale Leger (voorstander) als het Iers Republikeinse Leger (IRA – tegenstander) strategische locaties te bezetten.

Dit leidt tot de eerste vijandelijkheden, maar pas op 27 juni 1922 begint de Ierse burgeroorlog met het bombardement door het Nationale Leger van de Four Courts in Dublin, dat bezet is door de IRA. Na hevige gevechten in heel Dublin, verovert het Nationale Leger de stad en begint het de rest van het land in te trekken.

De IRA slaagt erin om de provincies ten zuidwesten van een lijn gevormd van Limerick naar Waterford (bekend als de Munster Republiek) te houden. Na de val van Limerick City de IRA verdedigingswerken op rond de drie County Limerick-steden Bruff, Bruree en Kilmallock waarbij Kilmallock centraal staat in die verdediging omdat het een belangrijk knooppunt is van weg- en spoorverbindingen naar County Cork.

De gevechten, die op 20 juli 1922 beginnen en duren tot de verovering van Kilmallock door de strijdkrachten van de Vrijstaat op 5 augustus, zijn een van de weinige gevechten tijdens de oorlog waarbij gedefinieerde fronten bestaan tussen de twee tegengestelde partijen met versterkte gebouwen, barricades en zelfs loopgraven worden gebruikt.

Alles start met de aanval door de IRA op Bruff op 20 en 21 juli 1922. Na de val van Limerick City staakt de IRA de aanval tijdelijk, maar de volgende dag zijn ze erin geslaagd Bruff in te nemen. Deze overwinning is echter van korte duur, aangezien het Nationale Leger uiteindelijk op 23 juli Bruff herovert.

De volgende fase van de strijd concentreert zich op de stad Bruree ten westen van Kilmallock. Het Nationale Leger neemt de stad op 30 juli in na hevige gevechten waarbij artillerie en pantserwagens worden ingezet en waarbij verschillende strijders aan beide kanten omkomen. De IRA-commandant Liam Deasy, die het belang van de stad als startpunt voor een aanval op Kilmallock kent, lanceert onmiddellijk een tegenaanval met gepantserde auto’s en loopgraafmortieren. 

Zodra zowel Bruff als Bruree veilig zijn gesteld door het Nationale Leger, plannen de veldcommandanten, generaals Eoin O’Duffy en Murphy, de laatste aanval op Kilmallock. Dit houdt in dat veldartillerie (verkregen uit Groot-Brittannië) wordt ingezet.  Op 3 augustus 1922 maken ongeveer 2000 soldaten van het Nationale Leger, gesteund door pantserwagens en de artillerie, een algemene opmars naar Kilmallock vanuit het westen, noorden en oosten. De meeste gevechten bij Kilmallock vinden plaats op de nabijgelegen heuvels rond de stad. De troepen van het Iers Republikeinse Leger (IRA) hebben meer ervaring dan de troepen van het Nationale Leger, maar naarmate de strijd vordert, is het gebruik van artillerie tegen hun posities veelzeggend en dit dwingt hen uiteindelijk van de heuvels rond Kilmallock.

bron : https://liammck1745.wordpress.com/2018/02/25/the-battle-of-kilmallock-tracing-the-battle-on-the-ground/

Een gevangene van het IRA wordt weggevoerd door een soldaat van het Iers Nationaal Leger

begin van de Ierse burgeroorlog

De Ierse onafhankelijkheidsoorlog (1919-1921) is nog geen jaar gedaan of het geweld breekt terug uit in Ierland. In 1922 is er nochtans hoop door het Brits-Ierse verdrag dat de rust eindelijk kan weerkeren. Dat verdrag voorziet in de Ierse vrijstaat met een eigen leger en politie. Het verdrag voorziet ook de mogelijkheid voor Noord-Ierland om bij het Verenigd Koninkrijk te blijven. Maar Vrijstaat betekent ook dat Ierland binnen het Brits gemenebest blijft met de Britse koning als staatshoofd. En dat gaat voor sommige Ieren niet ver genoeg. Dat bewijst ook de stemming in het Ierse parlement op 7 januari 1922. Het verdrag wordt goedgekeurd met 64 stemmen voor en 57 stemmen tegen. De Ierse nationalisten zijn diep verdeeld.

De Ierse president Eamon de Valera treedt af bij wijze van protest maar wordt niet herverkozen dor het parlement. Daarop verwijt hij de Ierse parlementairen dat ze hun eed aan de Ierse republiek schenden door het verdrag te aanvaarden. De verdeeldheid van de Ierse nationalisten komt tot uiting als de Valera begin maart 1922 een nieuwe partij sticht.

De verwarring is compleet bij de verkiezingen op 18 juni 1922. Er komen twee nationalistische partijen op die beiden de naam Sinn Féin dragen, maar waarbij de ene partij voor en de andere tegen het Brits-Iers verdrag is. De aanhangers van het verdrag behalen de meerderheid en ze worden gesterkt door de resultaten van de niet-nationalistische partijen waarvan de meerderheid ook achter het verdrag staat. Maar Eamon de Valera, zijn politieke aanhangers en de meerderheid van de IRA blijven gekant tegen het verdrag. Volgens sommigen zou de Valera gezegd hebben :”De meerderheid heeft het recht niet verkeerd te handelen.”.

Michael Collins en Arthur Griffith zetten ondertussen hun schouders onder de Ierse Vrijstaat en stichten het Iers nationaal leger dat de IRA moet vervangen. Maar hun tegenstanders zitten niet stil. Eenheden van de IRA die gekant zijn tegen het verdrag bezetten vanaf april 1922 de “Four Courts”, zo genoemd naar de vier gerechtshoven die in hartje Dublin zetelen. Griffith wil het Ierse leger direct laten optreden, maar Collins laat deze IRA aanhangers ongemoeid. Hij gokt erop dat de aanhangers van het verdrag de meerderheid behalen bij de verkiezingen en dat de bezetters van de Four Courts democratisch genoeg zijn om de bezetting dan te beëindigen. Maar dat gebeurt niet. Bovendien is er op 22 juni 1922 nog de aanslag op veldmaarschalk Wilson in hartje Londen. Deze aanslag dwingt de Ierse regering tot handelen. Als ze niet kunnen bewijzen dat zij de macht hebben in Ierland, dreigen de Britten zelf op te treden. Op 26 juni 1922 kidnappen de tegenstanders van het verdrag een Ierse generaal. Nu heeft Michael Collins geen keuze meer. Hij stelt de bezetters van de Four Courts een ultimatum. Op 27 juni moeten ze de bezetting beëindigen. Op 28 juni 1922 begint het Ierse leger de Four Courts te bombarderen. Na drie dagen bombardement geven de bezetters zich over. Maar vuurgevechten blijven nog voortduren in Dublin tot 5 juli 1922. De Ierse burgeroorlog is begonnen.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Irish_Civil_War

De Four Courts in Dublin na het bombardement