aanleg van een mijnenveld

Op 2 mei 1918 voltooit de USS Baltimore haar taak in het Noorderkanaal, een zeestraat tussen Groot-Brittannië en Ierland. Sinds 13 april werden er ongeveer negenhonderd diepzeemijnen gelegd. Het schip vervoegt nu het Mine Squadron, dat een groot mijnenveld aanlegt tussen de Orkney-eilanden en Ijsland.

De USS Baltimore is een schip met een lange en gevarieerde staat van dienst. Sinds de tewaterlating in 1888 deed het schip zo ongeveer de hele wereld aan. Deze stoomboot was aanwezig in Chileense wateren tijdens de Chileense revolutie, beschermde Amerikaanse handelsbelangen in de Indische Oceaan, was actief in Hongkong en Havana, beschoot de vijand tijdens de Spaans-Amerikaanse oorlog en patrouilleerde op de Middellandse zee. Ze werd omgebouwd tot mijnenlegger en diende later als oefenschip.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Uss_baltimore_1918

USS Baltimore

 

de Pasubio ontploft

De Pasubio is een bergtop, die deel uitmaakt van de Vicentijnse Alpen tussen Trentino-Alto Adige en Veneto. Vanaf juni 1916 tot november 1918 is deze berg het toneel van bloedige gevechten tussen het Italiaanse en Oostenrijks-Hongaarse leger. Hij heeft dan ook de bijnaam “berg van de 10.000 doden”. Net zoals elders aan het westelijk front verstarren de gevechten in schermutselingen rond loopgraven en eerste linies.

In 1917 begint een nieuwe fase in de gevechten als beide kanten ondergronds gaan en zo de posities van de vijand willen ondermijnen om hen zo in de lucht te doen springen. Tussen april 1917 en maart 1918 ontploffen negen mijnen (4 Italiaanse en 5 Oostenrijkse) zonder dat er een doorbraak geforceerd kan worden.
De meest krachtige ontploffing wordt veroorzaakt door een Oostenrijkse mijn van 13 maart 1918, bereid met 50.000 kg zware explosieven. De Italianen verliezen daarbij hun voorste posities zonder dat de eerste linies elders in gevaar komen.

bronnen
https://de.wikipedia.org/wiki/Pasubio
http://www.storiaememoriadibologna.it/il-pasubio-una-montagna-in-guerra-813-evento

Pasubio_19180313

Fataal contact met Engels mijnenveld

Ten noordwesten van Terschelling lopen drie Duitse schepen op 1 maart 1918 in een Engels mijnenveld en zinken. Twee van die Duitse schepen zijn nochtans mijnenvegers : de Hermann Siebert en de Övelgönne. Het derde vaartuig is de torpedoboot A-57 die pas in 1917 gebouwd is. In totaal laten twaalf Duitse bemanningsleden het leven.

De wrakken van de A-57 en de Övelgönne rusten op slechts enkele meters van elkaar op de bodem van de Noordzee ongeveer 20 meter onder water.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Minensuchboote

de mijnen van Mesen

de mijnen van Mesen

Het bezette Mesen, ten zuidoosten van Ieper, ligt op een heuvel van 80 meter hoog, waardoor de Duitsers een omtrek van 45 km kunnen bestrijken. Onder de Duitse linies hebben de Britten 22 mijnen gelegd.

Als voorbereiding voor de slag beginnen de Britten vanaf 21 mei 1917 met een artilleriebombardement waarbij 2.300 kanonnen en 300 zware mortierwerpers worden ingezet. Op 7 juni om 2u50 stoppen ze daarmee. De Duitse troepen verwachten nu de aanval, spoeden zich naar hun machinegeweren en beginnen alvast te schieten. Om 3u10 brengen de Britten de mijnen tot ontploffing.

Generaal Plumer heeft de dag ervoor tegen zijn stafleden opgemerkt :”Heren, misschien maken we morgen geen geschiedenis, maar we zullen zeker de geografie veranderen.”. Er wordt een totaal van 431.700 kg dynamiet tot ontploffing gebracht. De schok lijkt een aaardbeving en is tot in Parijs te voelen. Premier Lloyd George kan de klap in Londen duidelijk horen, terwijl de knal ook in Dublin waarneembaar is. Het is de luidste door mensen veroorzaakte explosie tot dan toe.

De effecten zijn verwoestend. Alleen al door de explosies komen zo’n 10.000 Duitse militairen om. Onder de bescherming van gordijnvuur, tank- en gasaanvallen rukt het Britse 2e leger onstuitbaar op. De volgende dag proberen de Duitsers nog in de tegenaanval te gaan, maar ze verliezen daarbij meer terrein.

Het landschap is inderdaad veranderd. Er zijn enorme kraters ontstaan van ruim 30 tot bijna 80 m doorsnede. Er zijn nog steeds onontplofte mijnen in de ondergrond. Eén ervan ligt nog steeds in het bos van Ploegsteert.

bron : Roel Tanja, een korte geschiedenis van de eerste wereldoorlog, BBNC uitgevers

Battle of Messines WWI Art.jpg

het aftellen tot de grote klap kan beginnen

Britse tunnelbouwers en specialisten van ondergrondse mijnen leggen op 9 mei 1917 de laatste hand aan wat de Duitsers een stevige klap moet toebrengen in de buurt van de Kruisstraathoek in Wijtschate. Bijna anderhalf jaar heeft het geduurd om de nodige tunnels te graven en de vier ondergrondse mijnen te plaatsen. Ondertussen zat de tegenstrever ook niet stil : via een kleinere ontploffing kwam een van de Britse springkamers onder water.

Nu alles in gereedheid is gebracht, is het wachten tot de Mijnenslag van 7 juni 1917 eer deze vier mijnen mogen ontploffen.

Tunnel01

Ondergrondse tegenaanval

De Duitsers, de Britten en hun medestrijders weten van elkaar dat er ondergronds hard gewerkt wordt om tunnels te graven en dan mijnen te plaatsen onder elkaars stellingen. Op sommige plaatsen worden zelfs luisterposten geïnstalleerd om te horen of de tegenstrever er ondergronds actief is.

Een van de grotere mijnkraters uit de eerste wereldoorlog is de Peckhamkrater, met een diameter van 73 meter en een maximale diepte van 14 meter. Deze Britse krater ontstaat door de ontploffing van een dieptemijn op 7 juni 1917. De Duitse tunneliers ondernemen tweemaal een poging om Brits tunnelwerk in deze buurt te saboteren. Noch op 6 april noch op 6 mei 1917 slagen zij erin om reeds geplaatste Britse mijnladingen te beschadigen.

Toeristische tip : de Britse mijnkrater geslagen op 7 juni 1917 ligt in Wijtschate nabij de plaats waar de Scheerstraat en de Wijtschatestraat elkaar ontmoeten. De precieze locatie van de Emil-schacht, waarin de Duitsers een mijn doen ontploffen op 6 mei 1917, is niet bekend.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Geophone

de heldenmoed van een mijnwerker

Een van de talloze namen die vermeld staan op het Ploegsteert Memorial for the Missing is die van soldaat William Hackett, die op 27 juni 1916 overlijdt. Hij is al 23 jaar mijnwerker wanneer hij in 1915 het Britse leger vervoegt. Niet helemaal onverwacht komt hij terecht bij een legeronderdeel verantwoordelijk voor het graven van tunnels.

Als gevolg van de explosie van een Duitse mijn raakt William Hackett samen met vier anderen opgesloten in een ondergrondse galerij. Na bijna een dag graven is er opnieuw contact met de buitenwereld. Soldaat Hackett helpt drie van zijn makkers door de smalle opening naar buiten, maar weigert de vierde man van het groepje, die zwaargewond is, alleen achter te laten. Ook niet wanneer het gat naar de buitenwereld steeds kleiner wordt. Uiteindelijk stort de mijngalerij in.en sterven beide mannen. William Hackett krijgt postuum een Victoria Cross voor zijn moed en zelfopoffering.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

williamhackettvc

 

 

Col di Lana wordt Italiaans

De Italianen ondergraven de Oostenrijks-Hongaarse stellingen op de Col di Lana in de Italiaanse dolomieten. Eerder is er om deze bergtop al hevig gestreden. In 1915 hebben de Italianen meer dan negentig vergeefse pogingen ondernomen om zich meester te maken van de bergtop. Pas op 17 april 1916 slagen ze in hun opzet. De top wordt weggeblazen door de ontploffing van zo’n vijf ton explosieven. Tweehonderd Oostenrijkers komen om het leven, de overige honderdveertig worden gevangengenomen. De positie is eindelijk in Italiaanse handen. Vandaag herinnert een kapel en een museumpje aan de hevige strijd. Sindsdien wordt de bergtop Col di Sangue (de Bloedberg) genoemd.

bron : Knack Historia 1916

ColDiLana1916.jpg

Britse actie bij Sint-Elooi

De Britten laten op 27 maart 1916 om 4u15 zes ondergrondse mijnen ontploffen op de Mound, bij Sint-Elooi. Zonder voorafgaand artillerievuur rukken de Britten vervolgens op. Sommige Duitsers zijn gedood door de ontploffingen, anderen blijken niet meer in staat om weerstand te bieden. Daarnaast worden er nog 193 soldaten en 5 officieren in hechtenis genomen en ondergebracht in het dorpsschooltje van Dikkebus.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
foto komt van http://www.c3iopscenter.com 

27March1916StEloiCratersWWI.jpg