Via de vaart in Adinkerke arriveren vier boten elk beladen met 150 tot 200 Britse soldaten die de Fransen komen aflossen. Langs de vesten in Veurne begeven ze zich naar het front. Jozef Gesquière voegt er nog aan toe :
De jongens lijden erg onder de laaiende zon die zo onbarmhartige zit te steken tussen dikke donderwolken. De soldaten zien er, hoewel vermoeid, toch allemaal even opgeruimd uit en af en toe neuriën ze hun eigenaardig klinkende liedjes. Geen lawaai of getier maar welluidende liederen. De Schotten die begeleid worden door pijp- en doedelzak spelers krijgen natuurlijk de meeste bijval.
Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds