Duitsers zoeken dwangarbeiders

In de loop van de nacht van 29 op 30 juli 1918 halen Duitse soldaten landbouwer Frans Cleemput uit zijn woning aan de Moorselbaan in Aalst en sluiten hem op in de Kommandatur. Terwijl men hem op 11 augustus 1918 naar de trein richting Duitsland brengt, tracht hij te ontsnappen op het Stationsplein. Een bewaker schiet hem ter plaatse dood.

Eerder in juli 1918 proberen de Duitsers ook elders mensen op te pakken om voor hen te werken, bijvoorbeeld in munitiefabrieken. In sommige dorpen van de provincie Luxemburg wordt bijna de volledige mannelijke bevolking gedeporteerd. In Gent zijn de Duitsers op zoek naar jonge arbeidskrachten. Ze houden daarvoor razzia’s in cafes en op trams.

De tekening hieronder is van de Nederlandse cartoonist Louis Raemaekers.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

LouisRaemaekers_Dwangarbeiders

 

kabinetscrisis in Nederland

Wanneer Bonifacius Cornelis de Jonge, de Nederlandse minister van Oorlog, op 16 mei 1918 het buitenverblijf van koningin Wilhelmina in Scheveningen verlaat, beseft hij dat hij een nederlaag geleden heeft. De minister heeft geen vertrouwen meer in opperbevelhebber Cornelis Jacobus Snijders van land- en zeemacht. De koningin, het nichtje van de Duitse keizer, vertrouwt hem wel. Zelfs een dreiging met een kabinetscrisis doet de koningin niet van gedachten veranderen.

Enkele dagen eerder heeft de pro-Duitse opperbevelhebber Snijders al tegen de minister gezegd de verdediging tegen Duitsland doelloos te vinden.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://www.historischnieuwsblad.nl/wilhelmina-en-de-neutraliteit.html

vluchtelingen in Maaseik

Tegen de avond van 19 april 1918 komen in Maaseik ongeveer zeshonderd gewonden aan. Dus weer bijkomende oorlogsellende in de stad. Het waren bijna allemaal lichtgewonden. Ze zagen er haveloos en vuil uit en hadden gescheurde kleren aan.

Het is niet de eerste keer dat zo’n grote groep vluchtelingen in de stad aankomt. Midden december 1917 arriveerden ongeveer 650 mensen, afkomstig uit Torhout, Kortemark… Die mensen werden ondergebracht in verschillende dorpen in de omgeving.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

De tekening hieronder is van de Nederlander Herman Moerkerk en draagt de titel “vluchtelingen in Stramproy”. Stramproy is niet zo ver van Maaseik.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

HermanMoerkerk_BelgischeVluchtelingeninStamproy_1918

sneeuwoproer in Groningen

In de Nederlandse stad Groningen breekt op 17 januari 1918 het zogenaamde sneeuwoproer uit. Net als elders is er ook hier tijdens de eerste wereldoorlog veel werkloosheid. Na de hevige sneeuwval wil wethouder van Gemeentewerken Hieronymus Sissingh slechts driehonderd sneeuwruimers inhuren, alhoewel er zich zowat duizend werklozen met een sneeuwschop aanmelden op de gemeentewerf.

Na wat duwen, slaan en trekken kan de wethouder ervandoor met wat builen en een beschadigde hoed.

bron :
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://onbestorvenweduwe.blogspot.be/2009/01/17-januari-sneeuwoproer-1918.html

sneeuwoproer_1918

dood van een smokkelaar

De Nederlander J.G. Imhof noteert in zijn mobilisatieherinneringen 1914-1919 het volgende op 10 januari 1918

Daar staan we dan op deze grauwe morgen onder de sombere toren bij het lijk van de smokkelaar. De stoet formeert zich en gaat op weg – vier ongewapende soldaten als dragers van de baar, twee marechaussees en ikzelf, omgord met klewang (zwaard) en revolver. Nu zijn we bij het huisje, waarvan de blinden voor de ramen half gesloten zijn. Een man doet huilend open – dan dragen de soldaten de baar in de kamer waar het doodsbed staat. Als het zeildoek wordt weggenomen, snikt de man het uit :”O God, is dat mijn broer !”. Handenwringend staat hij tegen de deurpost geleund. “Ach meneer, was hij maar thuis gebleven, dan was er niets gebeurd”. Op deze logica weet ik niets te antwoorden, wel weet ik : wie smokkelt moet er de dood voor over hebben.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://wereldoorlog1418.nl/ooggetuigen-eerste-wereldoorlog/imhof-smokkelaars.html

smokkel_lvw_afb_10

de lange tocht van Georg Dudewski

Gedurende de eerste wereldoorlog vluchten talloze soldaten en krijgsgevangenen naar het neutrale Nederland. Onder hen ook een paar duizend Russen. Op 12 november 1917 bereikt Georg Alexejewitsj Dudewski het veilige “Gollandia” nadat hij ontsnapt is uit een Duits krijgsgevangenenkamp in Wesel (Düsseldorf).  

Als in 1914 het oproepingsbevel komt om het leger te vervoegen, woont Georg Dudewski in Chabarovsk, een stad in het uiterste oosten van Siberië, niet zodanig ver weg van de grens met China en van de Japanse zee. Georg studeert op dat ogenblik rechten. Met het Russische leger komt hij in Lodz (Polen) terecht, waar de Duitsers hem krijgsgevangen maken. 

Na de oktoberrevolutie ziet de Nederlandse regering de Russen liefst weer naar hun thuisland vertrekken : je weet maar nooit of dat bolsjewistische ideeëngoed overslaat. Georg Dudewski blijft echter en trouwt met de Nederlandse koffiejuffrouw Martina Toet van het Russische gezantschap. 

Bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://www.historischnieuwsblad.nl/eerstewereldoorlog/artikelen/russische-vluchtelingen-in-nederland-1914-1918/index.html
http://www.vijfeeuwenmigratie.nl/meerweten/russische-vluchtelingen-nederland-1914-1918

GeorgDudewski_1920

 

de executie van Mata Hari

Margaretha Geertruida Zelle, een exotische danseres en courtisane, wordt in 1876 geboren in Leeuwarden. Nadat ze in het begin van de eeuw met haar echtgenoot uit Nederlands-Indië is teruggekeerd, begint zij onder het pseudoniem Mata Hari in Parijs op te treden met een mengeling van Indische en erotische dansen, begeleid door gamelanmuziek. Haar optredens en haar persoon worden een groot succes.

mata-hari-4002

Als Nederlands staatsburger kan zij in de oorlog vrij door Europa reizen, een mogelijkheid waar ze veelvuldig gebruik van maakt. Door haar geheimzinnigheid doen er de wildste geruchten over haar de ronde en haar uitgavenpatroon is uitbundig. De Engelsen zijn de eersten die haar verdenken van Duitse spionage, maar zij verklaart een Franse agente te zijn. In januari 1917 zendt de Duitse militaire attaché in Madrid een bericht naar Berlijn waarin Mata Hari bijna met naam en toenaam wordt genoemd als zijnde een waardevolle informante. Van de door de Duitser gebruikte code was geweten dat die gebroken was door de Fransen.

Op 13 februari 1917 wordt Mata Hari gearresteerd in hotel Plaza Athénée in Parijs. De aanklachten tegen Mata Hari zijn zwaar : ze zou niet alleen gespioneerd hebben maar ook een heel netwerk beheren. Ze ontkent alles, maar wordt toch wegens hoogverraad tot het executiepeloton veroordeeld. Met grote waardigheid wordt ze op 15 oktober 1917 door zoeaven geëxecuteerd.

De waarheid over Margaretha Zelle is nooit helemaal boven water gekomen, maar haar veroordeling komt de falende Franse gezagsdragers mooi uit. Mocht ze al gespioneerd hebben, dan is ze zonder twijfel een heel kleine vis geweest.

bron : Roel Tanja, een korte geschiedenis van de eerste wereldoorlog, BBNC uitgevers

Mata-Hari-executie

 

 

Mata Hari ter dood veroordeeld

In Parijs veroordeelt de krijgsraad op 24 juli 1917 de Nederlandse Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend onder haar artiestennaam Mata Hari, ter dood wegens spionage.

In 1887 huwt de latere Mata Hari met een twintig jaar oudere Nederlander van Schotse afkomst. Het huwelijk geeft haar toegang tot de hogere Haagse kringen en brengt haar op termijn naar Indonesië, waar ze de lokale tradities bestudeert en lid wordt van een dansgroep.

Terug in Nederland scheidt het koppel en begint Mata Hari een carrière als danseres, die haar over heel Europa en ook in de Verenigde Staten brengt. Haar reizen en haar contacten met diverse hoge militairen maken haar verdacht en de Franse justitie houdt haar reeds geruime tijd in het oog. Op 13 februari 1917 wordt ze gearresteerd op verdenking van spionage. Na een kort proces veroordeelt de krijgsraad haar unaniem ter dood. Haar hoger beroep op 18 augustus verandert daar niets aan en op 15 oktober 1917 volgt de dood met de kogel.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

matahari

de draad doodt in Thorn

In de loop van de nacht van 7 op 8 mei 1917 komt de 17-jarige zoon van de gemeenteveldwachter van Thorn (Nederland) in contact met “den draad” in Kessenich en overlijdt. Aanraken van een draad onder spanning van 2000 volt is dodelijk.

Deze jongeman is een van de zeer velen die een aanraking met de elektrische draad op de grens tussen België en Nederland niet overleven. Alleen al in de buurt van het noord-Limburgse Kessenich sterven er tientallen, meestal tijdens eigen vluchtpogingen of bij het smokkelen. Onder de doden ook tal van militairen die naar Nederland willen vluchten.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Dodendraad05

Dwangarbeid onder internationale druk gestopt

Regeringen van diverse landen, onder meer van Verenigde Staten, het Vaticaan en Nederland, bekritiseren Duitsland omdat het werklozen inzet voor dwangarbeid. In Scandinavië roert de publieke opinie zich daaromtrent en zelfs in eigen land zijn er enkele parlementsleden die het aandurven kritiek te hebben.

Op 14 maart 1917 geeft de Duitse keizer toe en beveelt – tot nader order- de gedwongen deportatie van werkloze Belgen naar Duitsland stop te zetten.

In Antwerpen schrijft de Davidsfondsverantwoordelijke daarover het volgende :

Niets heeft in Antwerpen meer de gemoederen tegten de Duitse dwingelandij opgezweept dan het wegvoeren van jonge werklozen.

De Nederlandse cartoonist Louis Raemaekers heeft met zijn cartoons veel bijgedragen aan de bewustwording van de wantoestanden in de oorlog. Hieronder is een voorbeeld uit zijn werk.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

LouisRaemaekers_Dwangarbeid