Sociale media zijn een ideale manier om mensen met dezelfde interesse bij mekaar te brengen. Door onze gemeenschappelijke interesse in de Groote Oorlog heb ik Ivo De Wispelaere leren kennen. Ivo is zo vriendelijk geweest om me de tekst door te sturen die hij schreef naar aanleiding van de 100e verjaardag van het overlijden van zijn oudoom Boudewijn Hoornaert. De tekst van Ivo staat hieronder.
Exact 100 jaar geleden, op 28 september 1918 sneuvelde Boudewijn Hoornaert (°1891) tijdens de slag om het Bos van Houthulst. Hij was een van de oudere broers van onze grootvader Arthur Hoornaert (1893). In tegenstelling tot Arthur, die in 1913 zijn dienstplicht deed en daarna rechtstreeks de oorlog inrolde, nam Boudewijn pas in 1915 (verplicht) dienst (net als vele andere vluchtelingen).
Na zijn opleiding en een ommetje via het 14e linieregiment kwam hij uiteindelijk terecht in hetzelfde regiment (en compagnie nl. 23e I 1) als jongere broer Arthur.
Het Belgische leger verschanste zich gedurende een groot deel van de oorlog achter de IJzer, waar grote offensieven niet mogelijk waren door de overstroomde gebieden (inundaties) en er (zeker vergelijken met andere stukken van het front) een relatieve rust heerste. In 1918 werd dan toch de beslissing genomen om, na een paar geallieerde successen, de loopgraven te verlaten en met wat later het Bevrijdingsoffensief werd genoemd, de Duitsers te verdrijven.
Tegen 1918 was het Duitse leger zodanig verzwakt dat de Belgische legerleiding het wel opportuun achtte om massale stormlopen op de Duitse stellingen uit te voeren. Tot dan toe was dit in het Belgische leger verboden geweet (in tegenstelling tot het Franse en Britse leger), omdat koning Albert zuinig op zijn soldaten moest zijn. Enkele dergelijke initiatieven in 1914 hadden namelijk een rampzalig resultaat gehad.
Op 28 september 1918, onder een druilerige hemel, werd die aanval eindelijk ingezet. Na een urenlang bombardement over het ganse front, klonk het fluitsignaal en kroop iedereen over de rand van de loopgraven, het vers omwoelde niemandsland in.
Het 23e linieregiment had als opdracht gekregen om het Bos van Houthulst te veroveren via een frontale aanval. Dat werd als een zeer moeilijke opdracht beschouwd omdat in de jaren ervoor de Duitsers dit bos tot een ware vesting hadden omgebouwd. Zowel Franse als Engelse aanvallen waren in de jaren daarvoor al stukgelopen op dit bos. Eind september 1918 werd het bos echter bezet door een Duitse divisie (toevallig ook met nummer 23) die niet meer op volle sterkte was, en die de aflossing met de vorige divisie nog niet helemaal had voltooid… Zo staken bijvoorbeeld veel kanonnen nog in hun gecamoufleerde beschermhoezen, klaar om geïnstalleerd te worden.
De stormaanval op de Duitse linies in het Bos lukte wonderwel, omdat de Belgische troepen niet oprukten langs de dreven die het bos doorkruisen. Daar hadden de Duitsers mitrailleursposten geïnstalleerd, en die wilden de Belgen vermijden. Ze doorkruisten het bos zelf, en vermeden zo elke weg of dreef die hen kwestbaar maakte. Een bos kon je het op dat moment trouwens niet echt meer noemen: door de vele bombardementen waren de bomen afgeknapt tot een paar meter hoogte. Het bos van Houthulst leek eerder op een gigantisch veld vol kriskras geplaatste dikke palen in de grond, waartussen de Belgische soldaten zich voortbewogen, terwijl ze de Duitse stellingen “opruimden’.

Boudewijn Hoornaert
Rond 11 uur ’s ochtends passeerden de Belgen de weg Houthulst-Poelkapelle, die ook doorheen het bos liep. Daar troffen ze op een bepaald moment enkele Duitse soldaten aan, die hun stellingen in de steek lieten en wegvluchtten. Om de een of andere reden, en tegen de bevelen van zijn officier in, verliet Boudewijn toen zijn dekking en kroop in een boom (of wat daar van overbleef) om een betere schietpositie te bekomen. Na enkele schoten zou één van de vluchtende Duitsers zich omgedraaid hebben en teruggeschoten hebben. Helaas voor Boudewijn was het raak… “Une balle dans la tête” volgens het ooggetuigenverslag dat Arthur later zou optekenen. Volgens de officiële archieven “één kogel in de borst” (waarschijnlijk een standaardzin die de dood minder bloederig moest doen lijken).
Boudewijn komt in de familieverhalen naar voor als een vrij roekeloos iemand. Zo zou hij ooit in het kader van een weddenschap in de dakgoot van de kerktoren van Moorslede zijn geklommen om trompet te spelen voor het ganse dorp. Was het die durf en impulsiviteit die hem in het bos van Houthulst de das heeft omgedaan? Of lag het aan de borrels (vaak een mix van alcohol en verdovende of oppeppende middelen) die de soldaten kregen vlak voor de aanval om zich moed in te drinken, waardoor hij zich op dat fatale moment zo overmoedig gedroeg?
Jongere broer Arthur was op het moment van Boudewijn’s dood druk aan het pendelen tussen de compagniecommandanten (op de frontlijn) en de batailloncommandanten (ietsje meer terug naar achter). Als verbindingsagent moest hij bevelen tussen beide commandostructuren overbrengen. In de maanden voor het offensief was dat een job van de frontlijn naar het achterland, die hij deels te voet en deels met een opplooibare fiets uitvoerde… Tijdens het offensief zelf was dat vaak te voet, schuilend voor vallende obussen, springend van de ene verse bomput naar de andere, totdat hij zijn bericht kon overbrengen naar de officieren (kapiteins of luitenanten) in de eerste lijn. Het was een gevaarlijke job, omdat hij continu zijn dekking moest verlaten om vooruit te geraken. In zijn legerdossier prijkt dan ook een eervolle vermelding om de dagorder van de divisie, omdat hij ‘onder het gevaar van vijandelijke projectielen zijn berichten overbracht’.
Tegen de middag was het ganse Bos van Houthulst veroverd door de Belgen. De Franse generaal die het offensief coördineerde, vroeg 3 keer bevestiging van het bericht dat de Belgen hun doel hadden bereikt in één voormiddag. Voornamelijk uit ongeloof omdat zowel Engelsen als Fransen hier nooit in geslaagd waren.
Toen tegen de avond Arthur weer terugkeerde van één van zijn opdrachten, passeerde hij langs de plek waar de lijken van gesneuvelde soldaten verzameld werden. Boudewijn lag ertussen. Andere soldaten van het 23e linieregiment die ter plaatse waren, durfden Arthur niet te vertellen dat zijn broer er intussen ook terug lag.
Hoe Arthur uiteindelijk de dood van Boudewijn vernam, weten we niet. Wel heeft hij een gans ooggetuigenverslag (opgetekend via soldaten die het zagen gebeuren) opgestuurd naar één van zijn schoonbroers, met de vraag om het bericht over te maken aan hun moeder. Dat gebeurde niet, maar de familie, die zich in Frankrijk bevond, kwam het uiteindelijk wel te weten via een officieel telegram van het leger, met als vermelding “Baudouin mort suite de ses blessures, Arthur en bonne santé – le colonel du 23ième”.
bron : Ivo De Wispelaere, e-mail van 27/9/2018
Vind ik leuk:
Like Laden...