Martinus Evers in het 23e linieregiment

Ik heb al eerder op deze blog geschreven dat ik weinig met zekerheid van mijn grootvader weet.De meeste berichten verwijzen naar feiten van de dag om de sfeer te scheppen waarin mijn grootvader heeft geleefd. Maar soms kan ik feiten gebruiken om veronderstellingen te doen over het lot van Martinus Evers.

Eerste feit : via onderstaande website weet ik dat mijn grootvader deel uitmaakte van het 23e linieregiment http://www.tenboome.webruimtehosting.net/guldenboek/index/naam.pdf

Tweede feit : in zijn dagboek noteert Jeroom Leuridan einde juni 1916 dat zijn regiment is ontdubbeld.

Ik ben nu in première, I/1 van het 23e linieregiment.

Verder vermeldt het boek over Leuridan dat hij in die periode in Alveringem in de school een studentenvergadering bijwoont, geleid door Dr. Hilaire Gravez. Een paar dagen later is er een revue-vertoning voor het 3e en het pas opgerichte 23e linieregiment.

Ivo De Wispelaere is zo vriendelijk geweest me al geruime tijd geleden informatie door te sturen. Daardoor weet ik dat het 3e linieregiment in juni 1916 600 recruten had ontvangen. Door deze versterkingen kom men het 3e linie terug opdelen in het 3e en het 23e linieregiment. Ivo vermeldt trouwens eveneens Jeroom Leuridan die van het 3e naar het 23e overgaat.
In februari 1916 is Martinus Evers ingelijfd in Folkestone. Eind april 1916 is de foto genomen van Hamontenaren in het Franse kamp Auvours. We zijn nu 2 maanden verder. Ik neem aan dat het nu 100 jaar geleden kan zijn dat Martinus Evers bij het 23e linieregiment is aangekomen.

EversMartinusGuldenBoek

 

Links verzet tegen de oorlog

In Duitsland veroordeelt een rechtbank op 28 juni 1916 de marxistische politica Rosa Luxemburg tot twee jaar gevangenisstraf. De voornaamste reden is haar verzet tegen de door Duitsland gevoerde oorlog.

Eerder in 1916 verliet Rosa samen met Karl Liebknecht de SPD (Sozialdemokratische Partei Deutschlands) die tegen hun zin de oorlogsfinanciering had goedgekeurd. Samen met Liebknecht richt ze de Spartakusbund op, die ze na de oorlog zullen omvormen tot de communistische partij van Duitsland.

Begin 1919 worden Rosz Luxemburg en Karl Liebknecht gevangengenomen, ondervraagd en vervolgens vermoord door Duitse militairen van het Freikorps.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Liebknecht_Luxemburg.jpg

 

de heldenmoed van een mijnwerker

Een van de talloze namen die vermeld staan op het Ploegsteert Memorial for the Missing is die van soldaat William Hackett, die op 27 juni 1916 overlijdt. Hij is al 23 jaar mijnwerker wanneer hij in 1915 het Britse leger vervoegt. Niet helemaal onverwacht komt hij terecht bij een legeronderdeel verantwoordelijk voor het graven van tunnels.

Als gevolg van de explosie van een Duitse mijn raakt William Hackett samen met vier anderen opgesloten in een ondergrondse galerij. Na bijna een dag graven is er opnieuw contact met de buitenwereld. Soldaat Hackett helpt drie van zijn makkers door de smalle opening naar buiten, maar weigert de vierde man van het groepje, die zwaargewond is, alleen achter te laten. Ook niet wanneer het gat naar de buitenwereld steeds kleiner wordt. Uiteindelijk stort de mijngalerij in.en sterven beide mannen. William Hackett krijgt postuum een Victoria Cross voor zijn moed en zelfopoffering.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

williamhackettvc

 

 

Trommelvuur aan de Somme

Britse en Franse troepen beginnen op 24 juni 1916 aan de Somme met een grootscheeps artilleriebombardement dat ruim een week zal duren. Het betekent de feitelijke aanloop naar de slag bij de Somme, de grootste en meest bloedige veldslag van de eerste wereldoorlog die zal duren tot in november 1916.

Aan het begin van de slag bij de Somme zal blijken dat de bombardementen in de noordelijke sector van het gebied niet het gewenste resultaat opleveren. Bij aanvang van het Britse offensief daar op 1 juli 1916 krijgen ze te maken met een bijzonder krachtig mitrailleurvuur. Britse soldaten sneuvelen bij duizenden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Somme_Artillery1916

Charles Fryatt krijgt ruzie in fort Lapin

Het brits koopvaardijschip SS Brussels, op weg van Rotterdam naar Groot-Brittannië, wordt op 23 juni 1916 voor de Belgische kust aangehouden door een Duitse torpedoboot en vervolgens naar Zeebrugge geleid. Tot hier lijkt dit een banaal oorlogsincident.

De kapitein van de Brussels, Charles Fryatt, heeft met zijn schip al eerder problemen gehad met de Duitse marine. Op 28 april 1916 wordt zijn schip aangehouden door de Duitse onderzeeër U-33. De kapitein tracht de duikboot te rammen, maar die kan, weliswaar beschadigd, ontsnappen dor vliegensvlug te duiken.

Dat weten de Duitsers niet op het moment dat ze hem tot Zeebrugge meevoeren. Integendeel, de sfeer is zeer hartelijk. Kapitein Fryatt wordt uitgenodigd om met de Duitse U-bootofficieren mee te dineren in hun officierenmess in fort Lapin. De sfeer slaat helemaal om als de Duitsers de medaille in de gaten krijgen die Fryatt van de Britse regering ontving voor zijn rampoging van de U-33. Hij wordt gearresteerd en door een Duitse krijgsraad ter door veroordeeld. Op 28 juli 1916 volt de terechtstelling van kapitein Charles Fryatt.

Fort Lapin bestaat nog steeds en is momenteel een aperobar onder de naam salon Lapin.

bronnen :
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
Tomas Termote, oorlog onder water, Davidsfonds

CaptainFryatt_SS_Brussels.jpg

 

Bombardement op Karlsruhe

In de loop van de oorlog kennen militaire lichtvaarttoepassingen een geweldige ontwikkeling. Aanvankelijk werden vliegtuigen ingezet voor verkenningen of werden granaten of kleine bommen uit het cockpitraam gegooid. geleidelijk aan konden vliegtuigen en zeppelins zwaardere bommen meenemen en heuse bombardementen uitvoeren. Tijdens de oorlog stierven in Groot-Brittannië meer dan 1400 mensen bij Duitse luchtaanvallen, terwijl er in Duitsland ongeveer 700 doden vielen bij geallieerde aanvallen.

Op 22 juni 1916 bombarderen Franse vliegtuigen de stad Karlsruhe en daarbij vallen 117 doden. Onder hen zijn 85 kinderen die een voorstelling van circus Hagenbeck bijwonen. Naar verluidt was het de bedoeling het oude spoorstation te treffen, maar alle bommen vallen in bewoond gebied.

De Franse schilder Henri Farré heeft onderstaand schilderij van dit bombardement gemaakt. Hij was niet alleen officieel schilder bij het leger maar tevens piloot

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://fr.wikipedia.org/wiki/Henri_Farré

HenriFarré_Karlsruhe1916.jpg

 

 

teloorgang van Nieuwpoort

Dokter Lievens gaat van Ramskapelle naar Nieuwpoort en noteert in zijn dagboek op 18 juni 1916 het volgende :

Wat een verschil met het Nieuwpoort van vorig jaar, hoewel toen de meeste huizen ook al beschadigd waren. Maar nu hinderen alle soorten van puin de doorgang van de straten niet meer, want ze worden dagelijks geruimd. De Tempelierstoren is compleet in de vernieling geschoten. Op de Markt is het spektakel betreurenswaardig. Van de Hallen blijft alleen een skelet van vier muren over. De stoere, bijna massieve kerktoren is aan het wankelen gebracht, gescheurd en verkruimeld. Het bedehuis raakt elke dag wat meer verpulverd door de inslag van zware granaten. Daarrond zijn de graven van heldhaftige Fransen blijven aangroeien. De Franse bezetters van de sector onderhouden ze met grote zorg. Hier en daar gapen gaten in de grond voor nieuwe slachtoffers en de Franse poilus die ernaast passeren, moeten zich afvragen of ze daar morgen rust en vrede zullen vinden. Want elke dag vallen er nieuwe slachtoffers.

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

Nieuwpoort_Station

Hooge ondertunneld

De manschappen van de 175 Tunneling Company krijgen de opdracht om in Hooge (Zillebeke) een tunnel te graven om de Duitse stellingen en het kasteel Hooge op te blazen.

Eerst komt er een verticale tunnel van 7,5 meter diep, vandaar gaat het horizontaal verder, meerdere honderden meters. Telkens zijn er twee mensen aan het werk in de bekiste tunnel : de ene graaft, de andere doet het uitgegraven zand in zakjes die dan naar de oppervlakte worden gehesen met een katrol. Voor de verlichting zijn er kaarsen terwijl een blaasbalg voor de ventilatie zorgt.

Soldaat George Clayton kijkt op een afstand van 250 meter toe hoe men de tunnel opblaats :”Ik zag hoe de aarde omhoog kwam en hoe de grond schudde. Het maakte een dof, ploffend geluid, net als een aardbeving, en er ontstond een gat zo groot als een steengroeve”.

Toeristische tip : Hooge Crater, Meensegweg 467, ZIllebeke

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

TunnelingCompany

de grote honger

De onderstaande foto is genomen in Berlijn in mei 1916. Mensen dringen rond een keukenwagen, ook wel Goelaschkanon genoemd, om voor 35 pfennig een warme maaltijd te krijgen. Dit soort beelden zag je vooral in de laatste 2 oorlogsjaren in Duitse steden.

De Duitse militairen hadden op een snelle overwinning gerekend en dus was er geen rekening gehouden met voedseltekorten. Maar door de Britse zeeblokkade komen er hoe langer hoe meer tekorten aan levensmiddelen. In februari 1915 voert Berlijn als eerste Duitse stad de broodrantsoeneringskaart in. Al snel volgen boter, vlees, eieren en groenten en zelfs nieuwe kleding. De bureaucratie slaagt er echter nooit in de goederen effectief te verdelen. En dus komt de tijd van de polonaises, een cynische benaming van de lange rijen wachtende mensen om eten te kunnen kopen. Om een plaats in de rij te houden staan de moeders vaak midden in de nacht op om ’s morgens door de kinderen te worden afgelost. En af en toe komt het ook tot een handgemeen of vechtpartijen zoals met de boterrellen (“Butter-Krawalle) in oktober 1915.

Het hoogtepunt van de honger komt in de winter van 1916-1917. Dan ontbreekt het vaak ook aan de meest elementaire grondstoffen. Het dagrantsoen voor een volwassene bedraagt dan 270 gram brood, 35 gram vlees, 25 gram suiker, 11 gram boter, een vierde ei : teveel om te sterven en te weinig om te leven.

Vooral aan aardappelen ontbreekt het. De oogstcijfers leveren nog niet de helft op van de vooroorlogse oogsten. De Duitsers schakelen daarom over naar koolrapen. Men voegt ze toe aan brooddeeg, er wordt marmelade van gekookt en gedroogd dient het als vervangmiddel voor de koffie, beter bekend onder de term Ersatz. Zelfs bier en pudding worden op koolrapenbasis gemaakt. De winter van 1916-1917 wordt daarom vaak de koolrapenwinter genoemd.

bron : Guido Knopp, der erste Weltkrieg – die Bilanz in Bildern, Edel

Berlin_GrosseHunger1916.jpg

Kinderen aan het front

Kinderen aan het front

Louis Barthas heeft de hel van Verdun overleefd en is in juni 1916 in de Champagnestreek in de buurt van Châlons. Daar krijgt hij de hoede toegewezen over een bijzonder groep soldaten.

Op een avond, toen ik terugkwam van het werk, troffen we in de buurt van ons schuiloord een dertigtal jonge mannen van de lichting 17 en 18 aan, die officieel nog niet was opgeroepen. Ze waren vrijwillig of onder dwang geworven. Mager, baardeloos, bleek, met een brutale blik en met de ruwe taal van Parijse straatjongens. Het waren wat je noemt uitgeslapen types, hoewel een paar eruit zagen als jonge meisjes of jongens van vijftien jaar. Sommigen kwamen rechtstreeks uit een tuchthuis. (…) Voor die jongens die al zo vroeg op het slechte pad waren, had men de deuren van de gevangenissen opengezet in ruil voor een contract voor de duur van de hele oorlog. Zo kregen ze een kans op eerherstel. In werkelijkheid was het een vreemde ruil : om hen hun diefstal te vergeven liet men hen moorden. Wat een heropvoeding !

(…)  Al deze rekruten werden bij de 15e compagnie ingedeeld. Een sergeant, met de lijst in de hand, bood mij een twaalftal van deze slechteriken aan over wie ik korporaal moest spelen. Bij dit nieuws fronste ik mijn wenkbrauwen. Waarom kozen ze mij uit om zo’n jeugdige bende Parijse straatschoffies te commanderen ? Ik was er zeker van dat deze ongedisciplineerde types mij ongeluk en tegenspoed zouden brengen. (…) Enfin, we zouden wel zien. (…) Ik moet daar wel aan toevoegen dat deze kwajongens altijd respect voor mij hadden en ik durf zelfs te beweren dat ze op me gesteld waren. Ik behandelde hen ook niet ruw en berispte hen meer als een oudere vriend dan als meerdere.

bronnen
Louis Barthas, oorlogsdagboeken, uit het Frans vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen
tekening komt uit Kris & Maël, Moeder Oorlog, uitgeverij Daedalus

MoederOorlog_1eaanklacht_01.jpg