Ieper gaat voor de heropbouw

Op 23 februari 1919 neemt de gemeenteraad van Ieper een belangrijke beslissing : ze gaan voor de wederopbouw van de stad. Die beslissing wordt genomen in een zitting die 10 uur duurt, van 9u ’s morgens tot 19u ’s avonds. Daarmee gaat de gemeenteraad in tegen de wens van Winston Churchill. Die heeft als Britse minister van oorlog verklaard dat hij de Ieperse ruïnes wil bewaren. Berichten daarover zijn ook al in de pers verschenen.

De bijeenkomst zelf is te danken aan de gastvrijheid van het Franse plaatsje Le Touquet. Daar worden 6.000 Belgische vluchtelingen, onder wie veel Ieperlingen, opgevangen, naast de talrijke Britse en Franse oorlogsslachtoffers. Het Ieperse stadsbestuur onder leiding van burgemeester Colaert wordt er gehuisvest in de Villa Domrémy. Op 23 februari 1919 vergadert de Ieperse gemeenteraad in de raadzaal van Le Touquet nadat ze hier van de Fransen en van koning Albert I de goedkeuring hebben gekregen.

bronnen
https://www.ieper.be/100-jaar-geleden-werd-beslist-om-ieper-her-op-te-bouwen
http://www.wo1.be/nl/jewaserbij/7771/tentoonstelling-brengt-band-tussen-ieper-en-le-touquet-in-herinnering

Britse doorbraak aan de Selle

Britse troepen krijgen in de periode tussen 17 en 31 oktober 1918 de bovenhand op de Duitse verdedigers bij de Selle en nemen 20.000 soldaten krijgsgevangen. Tegen het einde van oktober hebben ze de Duitsers over een front van 32 kilometer teruggedrongen tot achter de Schelde.

Om de zich terugtrekkende Duitsers blijvend onder druk te zetten, zet de legergroep Vlaanderen onder bevel van de Belgische koning Albert haar aanval vanuit Ieper voort.

bron : Ian Westwell, 1914-1918 – de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas

Selle_Octobre1918

de plannen van koning Albert en generaal Foch

Koning Albert heeft gedurende jaren belet dat zijn soldaten op grote schaal stierven tijdens geallieerde offensieven. Nu beseft hij echter dat een koerswijziging zich opdringt. Vandaar dat de koning op 17 augustus 1918 aan Foch voorstelt om de Belgen een offensief te laten uitvoeren. Hij spreekt over een grote aanval in de sector Diksmuide.

Foch ziet meteen dat een Belgische aanvalsoperatie bij Diksmuide niet veel betekenis heeft. Hij neemt twee weken de tijd om na te denken. Pas op 2 september 1918 reageert hij op het Belgische voorstel. In een brief aan de Britse en Belgische militaire chef stelt hij voor dat Belgen en Britten een aanval zouden doen om het bos van Houthulst, de Vlaamse heuvelrug en de hoogten ten oosten van Ieper te veroveren.

Op 9 september antwoordt de Belgische generaal Gillain op de brief van Foch. Gillain benadrukt dat het Belgische leger wil deelenemen, maar dan heeft het versterkingen nodig en enige tijd om zich op de aanval voor te bereiden. Foch heeft begrepen waar de Belgische generaal op aanstuurt en hij laat weten dat hij koning Albert persoonlijk wil ontmoeten. Nu gaat alles opmerkelijk snel want het onderhoud gaat al door op 11 september. Op 12 september geeft generaal Gillain het operatieplan aan de chefs van de legerdivisies.

Vanaf 15 september zien de soldaten in de achterhoede zoveel voorbereidingen voor een offensief, dat ze er echt niet meer naast kunnen kijken. Pas op 27 september krijgen de soldaten te horen dat ze zich moeten klaarmaken om in de aanval te gaan.

bron : Luc Vandeweyer, Koning Albert en zijn soldaten, Manteau

HOUTEM        " Le Roi Albert et le general Foch à Houthem "

Britten weer in Zillebeke

Gedurende een groot deel van de oorlog is Zillebeke in Britse handen, maar toch kent het dorp vier maanden Duitse bezetting. Tijdens een groot Duits offensief eind april 1918 moeten de Britten zich terugtrekken. Op 8 september 1918 heroveren de Britse en Commonwealth troepen Zillebeke en ze zullen het niet meer afstaan.

Een aantal gesneuvelden van deze gevechten rust nu op Birr Cross Roads Cemetery. Op dit militaire kerkhof rusten 833 militairen uit de Britse Commonewealth. Meer dan 40% onder hen kon niet geïdentificeerd worden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Zillebeke_EngelseLoopgraven_1918

gevechten in Heuvelland

In de loop van de nacht van 1 september 1918 herovert de Britse 30e Divisie Nieuwkerke (Heuvelland). Vooral twee regimenten leveren fel slag om de heuvelrug in te nemen waar de Duitsers zich verdedigen : het 7/8 Batallion Royal Inniskilling Fuseliers en het 2nd Batallion South Lancashire Regiment.

Na een eerste aanval trekken de Britten zich even terug terwijl de officieren in een granaatput overleggen over de te volgen strategie. Bij de volgende aanval valt Nieuwkerke in Britse handen en wordt versterkt waar nodig. Op 2 september wacht de volgende stap : de herovering van Wulvergem.

Onderstaande foto toont Duitse krijgsgevangenen temidden van Britse soldaten op de Kemmelberg, een van de hoogste punten van Heuvelland.

Britten_Kemmelberg_September1918

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

 

Hooge Crater wordt Brits

Tijdens het geallieerde eindoffensief veroveren de geallieerden op 28 augustus 1918 definitief de omgeving van Hooge Crater Cemetery in Zillebeke. Omwille van zijn hoogte en de strategische ligging is de heuvel een fel bevochten plek.

Het aantal malen dat deze locatie tijdens de oorlog van kamp wisselt, is nog bij te houden mits enige inspanning. Het aantal militairen van beide kampen dat hier sneuvelde, is niet te schatten. De bijna zesduizend geallieerde oorlogsslachtoffers op deze begraafplaats geven al een indicatie. Dat bijna zestig procent van hen niet geïdentificeerd is, wijst onmiskenbaar op de felheid van de gevechten.

Op Hooge Crater Cemetery rusten behalve ruim 5000 Britse doden ook 513 Australiërs, 121 Nieuw-Zeelanders en 106 Canadezen.

Het schilderij hieronder is van George Butler en is getiteld “Menin Road from Hooge Crater”.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

george-butler-MeninRoadFromHoogeCrater

Gevechten om Loker

Van bij de aanvang van de oorlog tot aan het Duitse lenteoffensief is Loker (Heuvelland) in geallieerde handen. Op 25 april 1918 slagen Duitse eenheden erin om het dorp te veroveren, maar de geallieerden vechten terug. In de week na 20 mei 1918 verjagen de Fransen de Duitsers tweemaal maar even vaak nemen de Duitsers weer bezit van het dorpje.

Vanaf 20 mei 1918 winnen de geallieerden geleidelijk terrein in Loker. De felste gevechten nemen plaats in de omgeving van het klooster. Maar het zal nog duren tot de eerste week van juli 1918 eer het helemaal – en ditmaal definitief- in geallieerde handen is.

In de kaart hieronder staat Loker (Locre in het Frans) in het okergeel aangeduid met als cijfer 27.  Dat cijfer verwijst naar 27 april 1918, dag waarop de Duitsers het dorpje in handen kregen,

Loker_1918

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://artois1418.skyrock.com/carte-de-la-bataille-de-la-Lys.html

 

Fransen houden stand in Loker

Na hun succesvolle aanval op de Kemmelberg van enkele dagen geleden wil het Duitse leger op 29 april 1918 verder oprukken om de Rodeberg en de Scherpenberg te veroveren. In eerste instantie richten ze hun aanvallen op Loker en de Klijte maar vooral de Fransen hebben hun linies versterkt en nieuwe manschappen aangevoerd.

Loker en zijn Franse verdedigers krijgen d felste Duitse aanvallen te verduren. Ten westen van het dorp weet de Franse cavalerie een Duitse doorbraak te verhinderen terwijl bij het gehucht Loker Hoekje de Franse infanteristen standhouden.

Uiteindelijk hebben de Duitsers het aan zichzelf te wijten dat ze beide heuvels niet kunnen innemen. Mochten ze doorgestoten zijn na de verovering van de Kemmelberg, dan stond de Franse verdediging er veel zwakker voor.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Loker_april1918

Duitse doorbraak op de Kemmelberg

Het Duitse leger breekt op 25 april 1918 door de geallieerde stellingen op de lijn MesenWijtschate en bereikt de voet van de Kemmelberg. De hele nacht zijn er felle gevechten : de Duitsers schieten gasgranaten af, de Fransen voeren vliegtuigbombardementen uit. Uiteindelijk bestormen alpenjagers de berg, over bommenkraters en lijken en moeten de Fransen zich terugtrekken naar de Rodeberg en de Scherpeberg.

Achteraf kunnen de Fransen en Britten zich herorganiseren en een verdere doorbraak van de Duitsers richting Ieper en Calais beletten.

Op de top van de Kemmelberg staat een 16 meter hoge gedenkzuil, in de volksmond bekend als Den Engel, die de nagedachtenis eert van de ruim vijfduizend Fransen die hier sneuvelden in het voorjaar van 1918.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Het schilderij hieronder is van George Edmund Butler, getiteld “Mount Kemmel”.

GeorgeEdmundButler_MountKemmel

brand in het kasteel van Elverdinge

In het kasteel van Elverdinge ontstaat op 13 januari 1918 brand wellicht door onvoorzichtigheid van Britse koks. Het kasteel is nochtans een geschikt doelwit voor vijandelijke beschietingen, want zowel Britse als Franse troepen huisvesten hier hoofdkwartieren voor verschillende eenheden. Na de oorlog wordt het kasteel heropgebouwd.

Elverdinge ligt een paar kilometer achter het front en is daarmee een geschikte locatie als draaischijf voor Britse en Franse troepen. Soldaten rusten hier, smalspoortreintjes brengen voedsel en munitie naar het front, er zijn medische posten… Diverse dorpelingen houden een winkeltje open en verkopen voedsel, drank en andere goederen aan de militairen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

ELVERDINGE         " Le Chateau Anno 1914-1918 "