Begin van de Turks-Armeense oorlog

De spanningen tussen Turkije en Armenië lopen op vanaf juni 1920. De Turken willen het voormalige Ottomaanse grondgebied terug inlijven. De Armeniërs zijn op hun hoede, zeker na de Armeense genocide tijdens de Groote Oorlog.

Na een aantal schermutselingen aan de Turks-Armeense grens begint het Turkse leger aan een groot offensief op 24 september 1920. Op 28 september rukken de Turken op naar Sarikamis, waar de Armeniërs in paniek de stand ontvluchten. Als de Turken na de inname van Sarikamis hun opmars willen verder zetten naar Kars, krijgen ze meer Armeense tegenstand.

Begin oktober 1920 doen de Armeniërs een oproep aan de geallieerden om hen bij te staan. Maar de Britten hebben hun troepen nodig in Irak en de Fransen zijn verwikkeld in gevechten en onlusten in Syrië. Op 11 oktober komt een Sovjet gezant aan in Yerevan om te onderhandelen met de Armeniërs voor bijstand. Die onderhandelingen monden uit in een akkoord op 24 oktober. Maar diezelfde dag lanceren de Turken een groot offensief en ze nemen Kars in op 30 oktober 1920. Een week later nemen ze Alexandropol in en op 12 november de stad Aghin. De Turken zijn van plan op te rukken naar de Armeense hoofdstad Yerevan maar leggen de Armeniërs nog een voorstel op tafel. Als ze dat niet aanvaarden, zal Armenië als geheel van de kaart worden geveegd. Op 18 november 1920 wordt de wapenstilstand ondertekend.

Op 29 november 1920 valt het Rode leger Armenië binnen. Yerevan valt op 2 december in Sovjethanden en Armenië wordt een Sovjetrepubliek. Daarmee is Armenië alle grondgebied van het Ottomaanse rijk kwijtgeraakt dat hen was toegekend door het verdrag van Sèvres.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Turkish%E2%80%93Armenian_War

Represailles in Rineen

Op 22 september 1920 legt de Irish Republican Army een hinderlaag voor de Royal Irish Constabulary in Rineen. De leiding over deze operatie lag bij  Ignatius O’Neill, een veteraan van de Groote Oorlog die bij de Irish Guards gevochten had. De hinderlaag is gericht tegen een vrachtwagen van de RIC die regelmatig eenzelfde traject volgt tussen Ennistymon en Milltown Mallbay.

Terzelfdertijd rijdt kapitein Alan Lendrum, magistraat, in op een wegversperring van een andere IRA-brigade. De IRA militanten dwingen kapitein Lendrum uit te stappen en zijn wagen te overhandigen. ALs hij zijn wapen trekt, wordt hij doodgeschoten. Deze actie van de IRA, die niets te maken heeft met de actie in Rineen, zal gevolgen hebben voor de hindzerlaag in Rineen. Doordat kapitein Lendrum niet opdaagt, worden er vrachtwagens met Britse soldaten uitgestuurd om hem te gaan zoeken.

In Rineen laat de IRA de vrachtwagen passeren om zeker te zijn om hoeveel tegenstanders het gaat. Op zijn terugweg, wordt de vrachtwagen dan aangevallen. Vijf agenten van de RIC en één soldaat van de Black-and-Tans worden bij de aanval gedood. De militanten van de IRA verzamelen de wapens van de gesneuvelden en steken de vrachtwagen in brand.

En dan verschijnen totaal onverwacht tien vrachtwagens van het Britse leger ten tonele. Zij zijn op zoek naar de vermiste kapitein Lendrum en komen uit op de brandende vrachtwagen. Er ontstaat een vuurgevecht tussen de IRA en de Britten. Daarbij vallen weer gewonden en doden aan beide zijden. Maar de meeste IRA militanten kunnen ontsnappen.

De Britten zijn razend over de hinderlaag en nemen represailles in de omgeving van Rineen. Verschillende huizen gaan in vlammen op en burgers die verdacht worden van medewerking aan de IRA worden opgepakt en sommigen mishandeld, verwond of gedood.

De represailles worden veroordeeld in de Ierse, Britse en internationale pers. De Britse Labour partij vraagt om een onderzoek.

Deze hinderlaag heeft twee gevolgen. De Royal Irish Constabulary wordt voorzichtiger in transporten en stuurt altijd minstens drie vrachtwagens de weg op. De Ierse brugers van hun kant raken verbitterd over de wraakacties van de Britten en de sympathie voor de IRA groeit daardoor.

bronnen
https://en.wikipedia.org/wiki/Rineen_ambush
https://theirishwar.com/i-r-a-rineen-ambush-22-september-1920/

Brand in Balbriggan

In 1920 krijgt de Royal Irish Constabulary, de Ierse politie onder Britse controle, meer en meer te maken met aanvallen van de Irish Repûblican Army. Ze krijgen versterking van de Black-and-Tans, een paramilitaire organisatie met politionele bevoegdheden. Heel vaak gaat het om werkloze Britse militairen die op die manier aan werk geraken.

Op 20 september 1920 stoppen Peter Burke en Michael Burke van de RIC in een pub in Balbriggan om nog iets te drinken na het werk. In de pub komt het tot ruzie waar de lokale politie wordt bijgehaald. Ook enkele leden van de IRA komen toe en het komt tot een vuurgevecht waarbij Peter Burke sterft en zijn broer Michael zwaargewond geraakt.

Om 11 uur ’s avonds stoppen enkele vrachtwagens met meer dan 100 Black-and-Tans in Balbriggan. Ze steken huizen en winkels in brand en getuigen zien hoe de Black-and-Tans al lachend hun brandstichtingen verder zetten. De inwoners van Balbriggan vluchten de velden in. Als ze terugkeren, zie ze dat 49 huizen in vlammen zijn opgegaan. Bovendien zijn twee plaatselijke handelaars, de melkman Sean Gibbons en de barbier Seamus Lawless, zwaar mishandeld en met de bajonet doodgestoken en achtergelaten.

De brandstichting van Balbriggan krijgt internationale aandacht en leidt ook tot een debat in het Britse parlement over de aanpak van ordehandhaving in Ierland

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Sack_of_Balbriggan

de eerste fascistische staat

Op 8 september 1920 roept de Italiaanse schrijver en oorlogsheld  Gabriele D’Annunzio het Italiaans Regentschap Carnaro (Reggenza Italiana del Carnaro) uit in Fiume. (Rijeka in het Kroatisch). Het is de eerste fascistische staat uit de wereldgeschiedenis.

Tot 1918 is Fiume de enige havenstad in het Hongaarse deel van Oostenrijk-Hongarije. De meerderheid van de inwoners van Fiume is Italiaans, maar het omliggende platteland is Kroatisch. Na de oorlog wordt Fiume het onderwerp van een ruzie tussen Italië en het Koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen (het latere Joegoslavië). In 1916 heeft Italië met de geallieerden afgesproken Fiume niet te annexeren, en die afspraak wil Italië nakomen. De oorlogsheld Gabriele D’Annunzio besluit daarom op 12 september 1919 met een legertje van avonturiers de stad te veroveren. Ze verdrijven hierbij de Brits-Franse vredesmacht, die daar begin 1919 is gelegerd om het geweld tussen de Italianen en Kroaten te stoppen.

Een jaar later heeft de Italiaanse regering nog steeds geen stappen ondernomen om Fiume te annexeren. Daarop roept D’Annunzio  het Italiaans Regentschap Carnaro uit, genoemd naar de golf van Carnaro waaraan Fiume ligt. De grondwet van Carnaro, geschreven door D’Annunzio en de syndicalistische voorman Alceste De Ambris, bevat veel fascistische elementen. De grondwet biedt ruimte voor het oud Romeinse concept van de dictator, die in tijden van nood alle macht moet krijgen. De staat is volgens corporatistische principes ingericht. Alle burgers moeten lid zijn van een van de 10 corporaties.

Enkel de Sovjet-Unie zal het regentschap Carnaro erkennen. In november 1920 hebben Italië en Joegoslavië een akkoord over Fiume. In december 1920 bombardeert de Italiaanse vloot Fiume om D’Annunzio en zijn aanhangers uit de stad te verdrijven. De eerste fascistische staat is daarmee ten einde. In 1922 doet Mussolini dan met zijn mars op Rome een gooi naar de macht.

bron : https://jalta.nl/geschiedenis/eerste-fascistische-staat/

D’Annunzio met wandelstok omringd door zijn aanhangers

finale van de biennio rosso

De biennio rosso is de periode van twee jaar waarbij de linkse partijen in het naoorlogse Italië (1919-1920) het voortouw nemen en betogingen en stakingen organiseren. De invloed van de Russische revolutie van 1917 is onmiskenbaar. Maar daarnaast zijn er ook eigen Italiaanse oorzaken van de onstabiele politieke periode. Italië heeft dan wel de oorlog gewonnen maar aan een hoge kost : 600.000 doden, 950.000 gewonden en verminkten. Bovenal heerst in Italië het gevoel dat de territoriale winst minder groot is dan destijds beloofd in de overeenkomst met de Entente in 1915. Men spreekt dan ook van vittoria mutilata of verminkte overwinning.

Na de oorlog worden de Italianen ook geconfronteerd met een economische crisis : de lire verliest in waarde, de economie moet overschakelen van oorlogsproductie naar oplevering van andere goederen, maar dat gaat gepaard met banenverlies. Het resultaat is dat het aantal vakbondsleden stekt toeneemt : in 1920 zijn 3.800.000 Italianen lid van een vakbond, ofwel vijf keer zoveel als voor de oorlog. Dit jaar wordt dan ook het hoogtepunt in de Italiaanse klassenstrijd. En de stakingen worden grimmiger. Tussen 1 en 14 september 1920 worden verscheidene fabrieken door de arbeiders bezet. Het gaat om steden uit het ganse land : Milaan, Turijn, Genoa, Firenze, Rome, Napels, Palermo.

In Turijn gaat men zover om een Rode Wacht op te richten als eventuele verdediging tegen acties van de patroons. Onder bescherming van deze Rode Wacht starten de arbeiders de productie terug op maar ditmaal voor eigen gewin. Een gelijkaardige actie start in Palermo maar ditmaal zijn het landarbeiders die het land van de pachtheer bezetten om voor zichzelf te kunnen bewerken.

bronnen
https://www.britannica.com/place/Italy/World-War-I-and-fascism
https://www.marxist.com/italy-lost-revolution091002.htm

stichting Groot Libanon

Op 1 september 1920 verklaart de Franse generaal Gouraud in naam van de Frase autoriteiten de onafhankelijkheid van Groot Libanon. Deze onafhankelijkheidsverklaring komt er vooral op vraag van de christelijke maronieten die een aanzienlijke minderheid vormen en die de steun en bescherming van Frankrijk willen.

Een echte onafhankelijkheid kan het nog niet genoemd worden en het duurt nog tot 1926 voor Groot Libanon een eigen grondwet heeft. Op dezelfde dag als Groot Libanon worden ook de staten van Damascus en Aleppo gesticht,

bron : https://fr.wikipedia.org/wiki/Grand_Liban