Mars op Bolzano

Aan het einde van de Groote Oorlog is Zuid – Tirol toegewezen aan Italië. De Duitstalige stad Bozen krijgt daarop de Italiaanse naam Bolzano. Met de opkomst van de fascisten wordt de druk op de Duitstalige bevolking steeds harder. Eén van de favoriete doelwitten is Julius Perathoner, burgemeester van de stad Bozen/Bolzano vanaf 1895. Perathoner is bij aanvang een pleitbezorger van vreedzaam samenleven tussen burgers van Duitse en Italiaanse nationaliteit , maar door de polarisatie verandert hij van gedachte en hij neemt standpunten in van hard verzet tegen elke vorm van Italianisering . Bij verschillende gelegenheden weigert Perathoner de Italiaanse driekleur op de gebouwen van de stad te hijsen.

Aan Italiaanse kant vinden we de fascist Achille Starace. Hij zet aan tot geweld tegen de Duitstalige bevolking in april 1921. Daarbij vallen een dode en verscheidene gewonden. De spanning blijft toenemen to de fascisten in september 1922 een ultimatum stellen. Burgemeester Perathoner moet ontslag nemen en het onderwijs in de plaatselijke Elisabethschule gebeurt voortaan in het Italiaans. Een voorgesteld compromis wordt van de hand gewezen.

Bij zonsopgang op 1 oktober 1922 bezetten de fascisten de Elisabethschule , die onmiddellijk wordt omgedoopt tot “Regina Elena-school”. De volgende dag wordt het stadhuis van Bolzano belegerd en men dreigt daar brand te stichten als Perathoner niet wordt ontslagen .

Zoals al eerder is gebeurd, grijpen noch de politie, noch de Carabinieri in om de fascistische squadrons te stoppen. Ook de Italiaanse politieke machthebbers zwichten voor de fascistische druk.  Op 2 oktober 1922 verklaart de regering Perathoner ontslagen uit het ambt van burgemeester.

Slechts drie weken later brengt de Mars naar Rome Benito Mussolini aan de macht. De mars naar Bolzano is door sommige historici beschouwd als een “generale repetitie” voor de definitieve omverwerping van de liberale staat door het fascisme.

bron : https://it.wikipedia.org/wiki/Marcia_su_Bolzano

Staatsgreep in Hongarije

De laatste keizer van Oostenrijk-Hongarije, Karl I, probeert zijn koningstroon in Hongarije te heroveren. Vanaf de zomer van 1920 heeft hij zijn terugkeer voorbereid. Hij is overtuigd dat hij de steun van Frankrijk zal krijgen omdat hij voor stabiliteit in de regio kan zorgen. Maar de kleine Entente, het samenwerkingsverband tussen de staten Tsjechoslowakije, Joegoslavië en Roemenië , wil zijn terugkeer ten allen prijze verhinderen.

Een eerste staatsgreep vindt plaats op 24 maart 1921 wanneer Karl I onverwacht opduikt in Hongarije om de troon op te eisen. Op 25 maart probeert hij graaf Erdödy te overhalen zich bij hem aan te sluiten. De graaf weet hoe riskant het is, probeert Karl I te overtuigen van het gevaar maar zal hem dan toch begeleiden naar Boedapest. Daar heeft Karl op 27 maart een onderhoud met de huidige machthebber, admiraal Horthy. Horthy ziet de oorlogsdreiging met de kleine Entente al hangen als Karl I daadwerkelijk op de troon zou komen en hij weigert hem alle steun. De protesten uit binnen- en buitenland worden groter en op 5 april 1921 wordt Karl I uitgewezen en keert hij noodgedwongen naar zijn ballingsoord in Zwitserland terug.

Op 20 oktober 1921 volgt een tweede staatsgreep als Karl I en zijn echtgenote Zita van Zwitserland naar Hongarije reizen. Maar de verwachte koningsgezinde troepen zijn niet talrijk aanwezig want het telegram met de oproep tot mobilisatie is onderweg verloren gegaan. e doorreis naar Budapest wordt daardoor 24 uur uitgesteld. Op 21 oktober in de avond komt het koningspaar an in Boedapest. In allerijl wordt een noodregering samengesteld. De militaire steun blijft beperkt tot tweeduizend soldaten. Maar er wordt verder gewerkt aan de eedafname van trouw aan de koning bij allerlei regimenten. Op 23 oktober is er dan een triomfmars voorzien in Boedapest. admiraal Horthy, die niet meer zeker is van de trouw van de reguliere soldaten, heeft een paramilitaire groep van 300 studenten ingezet. Aan deze studenten is gezegd dat er een groep van Tsjechoslowaakse soldaten de grens is overgestoken om Boedapest in te nemen. In Kelenföld komt het tot een vuurgevecht tussen beide groepen waarbij er 19 doden vallen. Wat daarop volgt, is een reeks bevelen die mekaar tegenspreken waardoor de chaos nog toeneemt. In deze chaotische situatie beslist Karl I de staatsgreep te stoppen om verder bloedvergieten te vermijden. Karl en Zita worden gearresteerd en daarna het land uitgezet.

Op 19 november 1921 start de laatste ballingschap van Karl I op het Portugese eiland Madeira. In maart 1922 wordt hij verkouden en die verkoudheid leidt tot een longontsteking. Op 1 april 1922 sterft hij dan op de leeftijd van 34 jaar.

bronnen
https://ww1.habsburger.net/de/kapitel/putschversuche-ungarn
https://en.wikipedia.org/wiki/Charles_I_of_Austria#Attempts_to_reclaim_throne_of_Hungary

Karl I op 21 oktober 1921 in het station van Ödenburg

vrijspraak voor Tehlirian

De Armeniër Soghomon Tehlirian verschijnt op 2 juni 1921 voor de Duitse rechtbank in Berlijn. Daar moet hij zich verantwoorden voor de moord die hij heeft gepleegd op Talaat Pasha. De moord kadert in operatie Nemesis, waarbij een kleine groep Armeniërs de Turken die zij verantwoordelijk achten voor de Armeense genocide, op te sporen en te vermoorden. De dag van de moord op Talaat Pasha wordt in dit bericht beschreven. Maar Tehlirian vermeldt voor de rechtbank geen enkel detail van operatie Nemesis

Tehlirian wordt ook door dokters onderzocht om het motief van de moord te verklaren. In 1921 zet de psychoanalyse grote stappen vooruit. Eén jaar eerder is het Berliner Psychonalalytisches Institut door medewerkers van Freud opgericht. Na de Groote Oorlog is de psychoanalyse ook een woord rijker om het trauma van bepaalde veteranen te omschrijven : shell shock. Daarom wordt Tehlirian ook medisch onderzocht omdat hij een trauma heeft opgelopen door zeer gewelddadige gebeurtenissen en hij een moord heeft begaan vijf jaar na de feiten omwille van dit trauma. Ook de dromen waarin zijn vermoorde moeder hem beveelt te doden uit wraak, worden aangehaald. Vijf dokters verschjnen als getuige om hun inzicht te geven over het geval Tehlirian. Het debat in de rechtszaal draait om de vraag in welke mate hij nog beschikte over een vrije wil op het moment dat hij de moord pleegde. De dokters gebruiken hiervoor de term “dwangmatig gebod”. Ze zijn het erover eens dat Tehlirian getraumatiseerd was door de gebeurtenissen die hij beweerde te hebben meegemaakt in Anatolië. Hij had zijn familie zien vermoord worden (wat in feite niet was gebeurd). Het verdict vanuit een medisch perspectief was duidelijk : de Turken hadden Tehlirian vreselijke dingen aangedaan, hij was psychologisch beschadigd en zijn algemene toestand droeg bij aan zijn neiging tot moorden. Daarmee geven de dokters net dat wat de verdeiging van Tehlirian zocht.

Zelf verklaart Tehlirian over de moord :”Ik beschouw mezelf niet schuldig want ik heb een zuiver geweten. Ik heb een man gedood maar ik ben geen moordenaar.”. Zonder enige kennis van operatie Nemesis en de voorbereidingen om Talaat Pasha op te sporen moet de jury nu beraadslagen. Op minder dan 2 uur is de uitspraak er : “onschuldig”. Tehlirian moet nog aan zijn vertaler vragen wat het betekent. Die antwoordt :”Je bent vrij.”.

Tehlirian wordt door andere leden van het commando in een wagen gezet om te vermijden dat er foto’s worden gemaakt. Men was er zich van bewust dat vanaf die dag Tehlirian nu zelf een doelwit zou zijn. De New York Times bloklettert de vrijsparaak als volgt :”They Simply Had To Let Him Go.”.

bron : Eric Bogosian, Operation Nemesis, Back Bay Books

Bozner bloedzondag

Op 24 april 1921 wordt er een volksstemming gehouden in Zuid-Tirol over aansluiting bij Oostenrijk of Italië. Op dezelfde dag wordt er in Bozen (Bolzano) een lentebeurs gehouden. De Italiaanse fascisten beschouwen dit als een provocatie en zakken af naar Bozen. In de ochtend van 24 april zijn er zo’n 290 zwarthemden uit gans Italië in Bozen om er keet te schoppen. Ze krijgen versterking van een 120-tal plaatselijke fascisten. Op het moment dat de optocht in traditionele klederdracht begint, starten de fascisten met de rellen. Een vijftigtal Tirolers geraakt gewond. De leraar Franz Innerhofer wordt gedood als hij een jongen wil beschermen.

De politie grijpt in maar enkel om de fascisten naar de trein te begeleiden. Als de Italiaanse eerste minister aandringt om de oproerkraaiers te arresteren, worden er twee opgepakt. Mussolini dreigt er echter mee zijn kameraden te bevrijden, waarop het tweetal al snel wordt vrijgelaten.

Op 25 april 2011 wordt er een plaats genoemd naar de overleden Franz Innerhofer.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Bloody_Sunday_(Bolzano)

Putschisten in Berlijn

In 1919 wordt de troepensterkte van de Reichswehr geschat op zo’n 350.000 man. Volgens de bepalingen van het Verdrag van Versailles mag het Duitse leger maar 100.000 man hebben. De geallieerde commissie in Berlijn heeft de Duitse minister van oorlog, Gustav Noske, gevraagd twee Freikorps-brigaden  te ontbinden die even buiten Berlijn zijn gestationeerd. Het zijn de marinebrigade onder kapitein Ehrhardt en de oostzee-brigade onder generaal graaf von der Goltz. In feite zijn het particuliere legers maar de geallieerden willen hun bestaan zo dicht bij de hoofdstad niet tolereren.

In maart 1920 worden er orders uitgevaardigd dat de marinebrigade Ehrhardt moet worden ontbonden. De leiders van de brigade zijn vastbesloten zich te verzetten tegen de ontbinding van hun eenheid. Zij roepen de hulp in van generaal Walther von Lüttwitz, commandant van de Reichswehr in Berlijn. Lüttwitz is de echte leider van de putsch, maar de putsch krijgt de naam van Wolfgang Kapp, een 62-jarige ambtenaar, die de kanselier zal worden als de putsch slaagt. .

Na de weigering van kanselier Ebert om de orders voor ontbinding in te trekken, geeft Lüttwitz de marinebrigade Ehrhardt het bevel op te rukken naar Berlijn. Op 13 maart 1920 bezet de brigade de hoofdstad. Op dat moment roept minister Noske de Reichswehr op om de putsch neer te slaan, maar hij krijgt te maken met een ferme afwijzing. Chef der Heeresleitung Hans von Seeckt, opperbevelhebber van het leger, antwoordt : “Reichswehr vuurt niet op Reichswehr”. De regering wordt gedwongen Berlijn te verlaten en vlucht naar Dresden. Intussen vaardigt de regering een proclamatie uit waarin het Duitse volk wordt opgeroepen te staken. De Duitsers geven massaal gehoor aan de oproep en het land wordt lamgelegd. Hierdoor zakt de staatsgreep ineen en Kapp en Lüttwitz geven de staatsgreep op 17 maart 1920 op en vluchten naar Zweden.

Opmerkelijk is het gebruik van de swastika of het hakenkruis door de putschisten. Dat is een detail dat een niet zo toevallig toeschouwer van de putsch in Berlijn niet is ontgaan. In München heeft het leger de sociaal-democratische regering vervangen en ze hebben twee afgevaardigden naar Berlijn gestuurd om de twee militaire opstanden te coördineren. Een van die afgevaardigden is Adolf Hitler die de dagen van de Putsch zijn ogen de kost geeft en leert.

Bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kapp-putsch
Robert Payne, Hitler – een leven voor de dood, 1990

Wapenstilstand aan het Italiaanse front

De veldslag om Vittorio Veneto is de genadeslag voor de Kaiserliche und Königliche Armee van Oostenrijk-Hongarije. Het keizerrijk zelf valt uiteen en er onstaan nieuwe landen. In die chaos zijn er heel wat soldaten van het Oostenrijks-Hongaars leger die weigeren verder te vechten. Oostenrijk-Hongarije vraagt daarom een wapenstilstand aan de Italianen.

Op 30 oktober 1918 arriveert generaal Weber von Webenau in Padua, dat in Italiaanse handen was, om over een wapenstilstand te onderhandelen. De hoofdonderhandelaar van de Italianen is luitenant-generaal Pietro Badoglio. De Italiaanse eisen zijn dermate dat de Oostenrijkse generaal geregeld contact moet opnemen met Wenen. Ondertussen gaan de gevechten gewoon door.

Op 3 november 1918 arriveren Weber von Webenau en zes andere Oostenrijks-Hongaarse delegatieleden in de Villa Giusti in Padua, de woning van graaf Giust del Giardino, die tot 1915 senator van het koninkrijk Italië is geweest. Hier moet de wapenstilstand worden getekend. Generaal Badoglio maakt nogmaals de eisen van de Entente over. Weber gaat akkoord met de ontruiming van Val Canale, Triëst, Istrië en Dalmatië, alsook de Brennerpas. Vervolgens krijgen de legers van de Entente 36 uur de tijd om verder op te rukken zonder dat Oostenrijks-Hongaarse troepen hen kunnen hinderen. Als gevolg hiervan bezetten de Italianen gebieden die tot dan toe niet tot het Italiaanse rijk behoren. (Bij gevolg worden nog eens 350.000 Oostenrijks-Hongaarse militaire krijgsgevangen genomen.) Dit laatste stuit aanvankelijk op fel verzet van Weber, maar hij heeft geen andere keus dan in te stemmen met de eisen. Oostenrijk wordt voorts gedwongen haar infrastructuur ter beschikking te stellen van de Entente en de Duitsers die aan Oostenrijks-Hongaarse zijde vechten moeten hun wapens direct neerleggen. Feitelijk komt het wapenstilstandsverdrag neer op een volledige capitulatie.

Het getekende wapenstilstandsverdrag dat in totaal 19 artikelen bevat, gaat op 4 november 1918 om 15:00 uur in.

bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Wapenstilstand_van_Villa_Giusti

VillaGiusti_19181103

 

 

het einde van de Viribus Unitis

De SMS Viribus Unitis (Latijn voor “met vereende krachten”) was een slagschap van de Kaiserliche und Königliche Marine van Oostenrijk-Hongarije. Het schip is gebouwd in 1910-1911 in de toenmalige Oostenrijks-Hongaarse havenstad Trieste.

Aartshertog Franz Ferdinand vaart aan boord van de Viribus Unitis naar Sarajewo in juni 1914. Op 30 juni 1914, na de aanslag in Sarajewo, worden de lijken van Franz Ferdinand en zijn echtgenote aan boord van de Viribus Unitis terug naar Trieste gebracht.

Aan de vooravond van de eerste wereldoorlog helpt het slagschip samen met andere schepen van de Oostenrijks-Hongaarse marine om de Duitse schepen SMS Goeben en Breslau toe te laten te vluchten door de straat van Messsina naar Constantinopel. Daar treden de schepen toe tot de Ottomaanse marine, weliswaar met de oorspronkelijke Duitse bemanning aan boord.

Door de Otranto barrage, waarmee de geallieerden de Adriatische zee afsloten, verlaat het schip nauwelijks de haven van Pola. In mei 1915 neemt de Viribus Unitis nog deel aan een bombardement van de Italiaanse stad Ancona.

In juni 1918  neemt de Viribus Unitis deel aan een aanval op de Otranto barrage. Het doel is om meer schepen van de Centralen toe te laten door de straat van Messina te varen. In de nacht van 8 juni op 9 juni 1918 verlaat admiraal Miklós Horthy met een aantal slagschepen, waaronder de Viribus Unitus, de haven van Pola. Op 10 juni wordt de vloot ontdekt door 2 Italiaanse schepen. De Italianen gaan direct over tot de aanval. Ze slagen erin de Szent Istvan de raken met torpdeo’s alvorens ze moeten vluchten. Het schip zinkt en nu de Italianen op de hoogte zijn van hun komst, besluit admiraal Horthy terug te keren. Dat is ook de laatste actie van de Viribus Unitis.

Eind oktober 1918 is het duidelijk dat Oostenrijk-Hongarije de nederlaag niet meer kan afwenden. De Oostenrijks-Hongaarse marine geeft er de voorkeur aan om de Viribus Unitis te geven aan de nieuw gevormde staat van Slovenen, Kroaten en Serviërs. Het schip wordt op 31 oktober 1918 herdoopt in Jugoslavija.
Op 1 november 1918 gaan twee Italianen Raffaele Paolucci en Raffaele Rossetti op een gemotoriseerde torpedo naar de haven van Pola. Om 4u40 plaatsen ze een mijn op de Jugoslavija. Ze worden betrapt en gevangen genomen. Bij hun ondervraging melden ze de kapitein van het schip dat ze een mijn hebben geplaatst zonder te juiste locatie te geven. Admiral Janko Vuković laat de twee gevangenen overbrengen naar de Tegetthoff en beveelt de evacuatie van de Jugoslavija. Omdat de explosie niet plaats vindt om 6u30, neemt Vuković aan dat de Italianen gelogen hebben. De admiraal en heel wat matrozen gaan terug aan boord van het schip als om 6u44 de mijn alsnog ontploft. De Jugoslavija zinkt in 15 minuten. De admiraal en 300 tot 400 matrozen komen om. Paolucci en Rossetti blijven gevangen tot het einde van de oorlog enkele dagen later en krijgen beide een medaille voor hun heldendaad.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/SMS_Viribus_Unitis

SMS-Viribus-Unitis

 

 

 

De KuK Armee trekt zich terug

De Kaiserliche und Königliche (K.u.K.) Armee trekt zich terug begin juli 1918 terug over de Piave naar hun beginposities voor het Oostenrijks-Hongaars zomeroffensief. Tijd voor de Oostenrijkers om een balans op te maken. Na de slag van Caporetto waren ze erin geslaagd de Italianen ver terug te drijven. Met het zomeroffensief hoopten ze de genadeslag toe te brengen, maar de Italianen, versterkt met Britse en Franse legereenheden, hebben zich sterk geweerd. Tijd om een balans op te maken :

Italianen (inclusief Franse en Britse eenheden) : 6.110 doden, 27.560 gewonden, 51.857 vermisten
Oostenrijks-Hongaars leger : 11.645 doden, 80.853 gewonden, 25.550 vermisten

De Oostenrijks-Hongaarse legers zijn de Piave overgestoken maar hebben daar hun krachten teveel verdeeld. Er was te weinig samenwerking tussen de generaals Conrad en Boroevič. De bruggen over de Piave waren voortdurend onder vuur van de Italiaanse artillerie en de geallieerden hadden ook een overmacht in de lucht. Hierdoor was het moeilijk voor de Oostenrijks-Hongaarse legers om tijdig versterkingen te laten aanrukken. Munitie, eten en drank waren niet op de juiste momenten voldoende voorradig. De Italiaanse tegenaanvallen, waaronder de heldhaftige verdediging van Monte Grappa, zorgden ervoor dat de Oostenrijks-Hongaarse legers zich moesten terugtrekken naar hun beginposities.

De Italianen zijn opgetogen door deze overwinning, maar het moment is nog niet gekomen om op hun beurt de Piave over te steken om de Oostenrijkers en Hongaren op hun versterkte posities aan te vallen. Pas in oktober 1918 gaan de Italianen tot de aanval over en weerom zal er hard worden gevochten rond de Monte Grappa.

De Oostenrijkers en Hongaren trekken hun conclusies : de generaals von Arz, Conrad en Waldstaetten worden ontslagen. Boroevic mag op post blijven omdat hij in zijn sector een effectieve verdediging heeft opgezet. De ontslagen generaals worden vervangen door de Duitser Otto von Below, die al eerder een succesvol offensief aan dit front heeft geleid. De Oostenrijks-Hongaarse generale staf zal nog meer moeten luisteren naar de Duitse tegenhanger.

bronnen
http://www.notiziedalfronte.it/la-fallita-offensiva-austriaca-il-bilancio/
http://www.notiziedalfronte.it/il-terremoto-nelle-alte-sfere-austo-ungariche/

dopo_Caporetto

 

kantelmoment voor de K.u.K. Armee

De Oostenrijks-Hongaarse legers, die nu alleen tegen Italië vechten na de terugtrekking van de Duitse soldaten naar het westfront, lanceren op 15 juni 1918 de slag van de Piave. Zo’n 58 divisies zijn betrokken bij een reusachtige tangaanval die zich afspeelt in het grootste deel van noord-Italië. Generaal Franz Conrad von Hötzendorf, die in de Trentino streek opereert, krijgt het bevel Verona te veroveren, terwijl generaal  Borojevic von Bojna zijn troepen verspreidt over de Piave en koers zet naar de Adige-rivier en de stad Padua.

De aanvallen zijn echter verre van succesvol. In het noorden worden het 10e en 11e leger van Hötzendorf geblokkeerd op de tweede dag van de opmars. Vervolgens krijgen ze een sterke tegenaanval te verduren van het Italiaanse 4e en 6e leger, waaronder diverse Britse en Franse eenheden. De Oostenrijks-Hongaarse troepen moeten zich terugtrekken en hebben 40.000 manschappen verloren.

In het oosten valt het Oostenrijks-Hongaarse leger over de Piave over een breed front aan. Het 5e en 6e leger winnen 4km op een front van 24 km alvorens op de verdediging van het Italiaanse 3e en 8e leger te stuiten. De strijd in deze regio duurt nog verscheidene dagen waarbij de Oostenrijks-Hongaarse legers enige winst boeken voordat tegenaanvallen op de 18e juni hen terugdringen.

Het Oostenrijks-Hongaarse offensief begint te wankelen, deels door het slechte weer en de Italiaanse luchtaanvallen, die de communicatielijnen en de bevoorrading ondermijnen. Tegen de 22e juni moeten de wanordelijke troepen van de Kaiserliche und Königliche (K.u.K.) Armee zich terugtrekken over de Piave. In totaal verliezen ze zo’n 150.000 soldaten waaronder 24.000 gevangenen.

De chef van de Italiaanse generale staf, generaal Armando Diaz, ziet er echter van af de verslagen vijand te achtervolgen en wijdt zich tot oktober aan het opbouwen van zijn troepen voor een  beslissend offensief.

bron : Ian Westwell, 1914-1918 – de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas

Battaglia_del_Solstizio_1918

Oostenrijks vredesvoorstel afgewezen

De Franse eerste minister publiceert op 8 april 1918 de brief waarin de Oostenrijkse keizer Karel I vredesvoorstellen deed, buiten het medeweten van zijn Duitse bondgenoot en zijn eigen minister van Buitenlandse zaken. De Oostenrijkse keer komt daardoor in een lastig parket. De geloofwaardigheid van het keizerrijk wordt zwaar aangetast. Bovendien krijgt de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie geen zitje bij de vredesbesprekingen die een einde maken aan de oorlog. Tijdens de onderhandelingen wordt de dubbelmonarchie gewoon opgeheven.

bron: oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

KeizerKarel_I