laatste tocht van Dirk von Minden

Vijf Duitse schepen zijn op 29 november 1917 onderweg van hun thuisbasis naar het Kanaal wanneer er op de Noordzee een zware storm losbarst. Het gezelschap bestaat uit de voorpostenboot Dirk von Minden en vier duikboten. De voorpostenboot vergezelt de onderzeeërs naar hun operatiegebied.

Ten gevolge van de storm loopt een van de duikboten, de UB-61, ’s avonds op een mijn. De Dirk von Minden schiet te hulp, maar komt eveneens in contact met een mijn. De volledige duikbootbemanning komt om het leven, terwijl op het hulpschip 8 van de 24 opvarenden gered kunnen worden.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://wrakkenmuseum.nl/dirk-von-minden

DirkvonMinden_19171129

 

gevechten om Monte Grappa

Na de slag om Caporetto (lees hier meer daarover) is het Italiaanse leger in volle terugtocht en op zoek naar een nieuwe frontlinie waar ze zich kunnen ingraven. Een volledige leger van 350.000 Italiaanse soldaten is verloren gegaan : 50.000 zijn gesneuveld, de rest is krijgsgevangen genomen. De Italiaanse divisies die nog niet verloren zijn gegaan, vluchten in de richting van de Piave rivier. Op 15 november 1917 is een Oostenrijks-Hongaarse divisie erin geslaagd de Piave over te steken en staan ze op 25 kilometer van Venetië.

De Monte Grappa is het gedeelte van de nieuwe Italiaanse frontlijn dat zich achter de Piave bevindt. Hier willen de Duitse en Oostenrijks-Hongaarse troepen een doorbraak forceren. Een aanval op het in de rotsen uitgehouwen Italiaanse fort is absoluut onmogelijk. De beslissing zal dus op de flanken van de Monte Grappa moeten vallen. Op 16 november 1917 veroveren Oostenrijks-Hongaarse soldaten de Monte Tomacito en Monte Roncone. Ze blijven verder vechten tot ze op 20 november de Col della Beretta en Monte Fontanasecca hebben veroverd. Op 22 november valt Monte Tomba in Oostenrijks-Hongaarse handen en staan ze op 2 kilometer van de top van Monte Grappa. De gevechten zijn bijzonder hevig : op 24 uur tijd wisselen de loopgraven op Monte Pertica zeven maal van eigenaar. Uiteindelijk is het Oostenrijks-Hongaarse Kaiserliche und Königliche Armee de overwinnaar. Dan treedt een pauze op want alle partijen zijn uitgeput en willen eerst nieuwe troepen en voorraden laten aanrukken.

bronhttp://www.worldwar1.com/heritage/mtg1.htm

 

MonteGrappa_1917_02

Jean Taymans sneuvelt

Adjudant Jean Taymans sneuvelt op 28 november 1917 tijdens een poging om de verloren gegane Epernon-bunker in Merkem te heroveren op de Duitsers. Op het ogenblik dat de adjudant bij de bunker is, blaast de vijand die op. Zijn lichaam wordt niet meer teruggevonden. 

Op de herdenkingsmis die enige tijd later opgedragen wordt in Oostvleteren, zijn ook de drie broers van Jean Taymans aanwezig. Het is voor het laatst dat ze elkaar zien, want slechts één onder hen zal de oorlog oberleven. Later schenkt de familie Taymans aan deze kerk een glasraam met de beeltenis van de drie broers, maar bij een brand in 1977 wordt zowel de kerk als het glasraam vernietigd. 

Toeristische tip : in een weide achter de hoeve op Kloosterstraat 1 te Merkem staan de restanten van de Duitse bunker waar Jean Taymans sneuvelde met daarop een gedenkplaat. 

bronnen
oorlogskalender 2014-2018,Davidsfonds
http://1914-18.be/2016/02/06/adjudant-taymans-19eme-de-ligne-5e-compagnie-tombe-sur-lepernon-le-28-nov-1917/

jean-taymans-1917

 

Na de aanvallen op de Minoterie

De Minoterie is de naam die gegeven is aan de bloemmolens van Diksmuide. Deze gebouwen zijn bezet door de Duitsers die ze hebben omgebouwd tot een versterkte vesting vlakbij de Belgische linies. Joris Lannoo beschikt over gedetailleerde kaarten die de Duitse posities haarfijn weergeven. Het is de bedoeling om hier een doorbraak te forceren.

Een eerste aanval op de Minoterie gebeurt op 29 september 1917. Op 13 oktober 1917 volgt een tweede poging in zeer slechte weersomstandigheden. De 5e compagnie van Joris Lannoo van het 16e linieregiment speelt hierbij een cruciale rol. Jeroom Leuridan, van het 23e linieregiment, is iets naar links gelegerd, in de richting van de beruchte petroleumtanks, en vermeldt de aanvallen van het 16e linieregiment tussen 13 en 27 oktober :

Gans de nacht hebben de grootste stukken gedonderd en het 16e heeft een raid uitgevoerd Diksmuidewaarts. De Engelse vlammenwerpers lieten hun plutonische pompierswerk verrichten. Enkele verbrande, vergruwde stumperds van Duitse zijde zijn in hun handen gevallen.

Bij een derde poging op 21 oktober 1917 bereikt opnieuw een groepje soldaten de Duitse linies maar ze sneuvelen zo goed als allemaal bij een hevige tegenaanval. Ondanks de mislukte pogingen blijft het Belgische leger inbeuken op de Minoterie. Voor het einde van de maand roept de staf de hulp,in van een speciale Britse brigade dienuitgerust is met gasflessen. Dan is het de beurt aan het 5e linieregiment om het voortouw te nemen. Met bootjes zetten ze soldaten over de Ijzer. Die bestoken de ruïne langs de oostzijde. Een aantal soldaten geraakt tot boven op de Minoterie, maar moet dan onverrichterzake terugkeren. In totaal voeren de Belgische soldaten vijf raids uit op de gedetoneerde vesting.

Min de 2e helft van november 1917 mogen de soldaten vangnet 16e linieregiment , en dus ook de mannen van de 5e compagnie van Joris Lannoo, zich terugtrekken. Ze zijn oververmoeid en uitgeblust, en krijgen een lichtere opdracht in de 2e linie in de sector Pervijze.

8DE402CC-A621-4595-BD7A-E8F3905A8C66

 

Slag van Negomano

Duitse troepen verslaan de Portugezen op 25 november 1917 tijdens de slag van Negomano (of Ngomano) op de grens van wat een eeuw later Tanzania en Mozambique zullen zijn. De Duitse troepen steken in eerste instantie de grens over op zoek naar voedsel, maar hun buit achteraf bevat ook grote hoeveelheden munitie en medicijnen evenals Portugese krijgsgevangenen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

IMG_0069

 

Monstering in Diest

De verantwoordelijke van het Davidsfonds in Diest is op 24 november 1917 in het oorlogsboek bijzonder scherp voor het Duits gedrag. Dit is een dag van folterend wee en bittere tranen voor al onze huisgezinnen; het is de hatelijke, vervloekte dag van de monstering. Iets hatelijkers, iets onmenselijkers kunnen de moderne cultuurtoearegs niet bedenken.

Uit Diest worden 132 mannen en jongelingen naar Duitsland vervoerd. Naar Duitsland, dat is naar de folterkamer, de stokslagen, de sneeuwvelden, de langzame hongerdood, het graf. De dag van de wegvoering zijn het niet alleen vrouwen en kinderen die wenen; tot Duitsers toe wenen. Het was een hatelijk tergend tafereel, het hatelijk en laaghartige Duitsland waardig, overwaardig.

De cartoon bij dit bericht is van de Nederlander Louis Raemaekers.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

IMG_0063

 

De mislukte missie van zeppelin L59

Op 23 november 1917 rond middernacht krijgt het luchtschip L59 dat op dat ogenblik boven Khartoem (Soedan) vliegt, het bevel om terug te keren naar Jambol (Bulgarije). De zeppelin was daar op 21 november opgestegen om troepen in Duits Oost-Afrika te voorzien van bijkomende munitie en geneesmiddelen. Het is voor het eerst dat dit zou gebeuren per luchtschip over zo’n grote afstand.

Over halfweg zijn en dan moeten terugkeren stemt de bemanning bitter. Maar het bevel tot terugkeren komt er nadat de thuisbasis een bericht ontvangen heeft dat haar troepen in Duits Oost-Afrika verslagen zijn. Achteraf blikt dat de Britten dit bericht gelanceerd hebben…

Het toeval wilt echter dat op de dag van de verwachte aankomst van het luchtschip in Afrika de Duitse troepen 1000 kilogram medicamenten kunnen buitmaken in een nabijgelegen Portugees kamp.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

IMG_0060

John Shiwak sneuvelt in Masnières

Mensen uit de hele wereld sterven op de Europese slagvelden. Dat wordt nog maar eens geïllustreerd door de dood op 20 november 1917 in Masnières van de 28-jarige John Shiwak, die de reputatie had de beste scherpschutter te zijn van het Newfoundland regiment.

John Shiwak is een van de minstens vijftien Inuit die deel uitmaken van het Newfoundland regiment. Een van de weinige andere Inuit die opduiken in de oorlogsannalen is John Blake die eveneens in dit regiment dient.  In september 1918 raakt hij gewond in de buurt van Ledegem en hij overlijdt enige tijd later aan zijn verwondingen.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

JohnShiwak_1917

 

allereerste tankslag van de Groote Oorlog

Het Britse 3e leger onder generaal sir Julian Byng begint de slag om Cambrai. De belangrijkste strijd in deze door tanks geleide aanval wordt geleverd in het gebied van de Hindenburgstellung verdedigd door het Duitse 2e leger van generaal Georg von der Marwitz. Het is Byngs plan om door de Duitse defensies tussen de Schelde en het Canal du Nord te breken. De cavaleristen moeten snel oprukken naar Cambrai, terwijl de infanterie en tanks de heuvelrug van Bourlon veroveren voor ze in noordoostelijke richting naar Valenciennes trekken.

Het offensief begint met een kort bombardement van de Hindenburglinie door duizend artilleriewapens. De hoofdaanval wordt gevoerd door 476 tanks. Dit is de eerste maal dat deze wapens zo massaal worden ingezet. Ze voeren zes van Byngs negentien divisies aan in een grote opmars over 8 km front. In het begin blijken de aanvallen verbazingwekkend succesvol : de Hindenburglinie wordt 9 à 12 km in de diepte doorbroken, behalve bij Flesquières. Hier maakt de koppige Duitse verdediging een aantal tanks onklaar en wordt de opmars verijdeld door een slechte coördinatie tussen de Britse infanterie en tanks.

Ondanks het succes tijdens de eerste dagen krijgen de Britten het steeds moeilijker er vaart in te houden. Veel tanks lijden onder mechanische defecten, raken vast in sloten of worden vernietigd door Duitse artillerie. Het gevecht concentreert zich in deze fase voornamelijk rond de heuvelrug van Bourlon, ten westen van Cambrai en duurt tot in december wanneer de Duitsers een reeks succesvolle tegenaanvallen lanceren.

bron : Ian Westwell, 1914-1918, de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas.

Soldiers follow a British Mark IV tank

tanks voor Cambrai

Arthur Conan Doyle, de geestelijke vader van Sherlock Holmes, is aanwezig bij de Britse aanval op 19 november 1917 in de buurt van Cambrai, waarbij ook massaal tanks worden ingezet. Hij rapporteert : 

De troepen worden heimelijk aangevoerd tijdens de nacht en de tanks die uit allerlei richtingen kwamen gekropen, waren zorgvuldig gecamoufleerd. De Franse troepen waren op de hoogte gesteld van de aanval en hadden voorzieningen getroffen om, indien er een bres geslagen  werd in de Hindenburglinie, met enkele divisies daarvan gebruik te maken. 

Er waren ongeveer vierhonderd tanks en ze stonden onder het aparte bevel van generaal Ellis, een zwierige soldaat, die zijn commando met veel enthousiasme kon inspireren. De ontwerpers van de tanks hadden altijd al beweerd dat hun bijzondere wapens maagdelijke grond nodig hadden om goed te functioneren, geen moeras of een wildernis van granaattrechters. 

De eerste rij tanks was uitgerust met enorme takkenbossen die ze meevoerden om te laten vallen in grachten of loopgraven zodat ze een rudimentaire brug vormden voor de tank. 

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds   

Onderstaande tekening komt uit de graphic novel de laatste Braedy van Ivan Petrus Adriaenssens

Cambrai_19171119