vals geld in omloop

Al van in het begin van de bezetting van het Ruhrgebied nemen de Franse militairen geld in beslag. Op 19 januari 1923 stoppen ze een geldtransport van de Deutsche Bank in Düsseldorf dat 150 miljoen Mark van de Reichsbank aan boord heeft. Hetzelfde gebeurt in andere Duitse steden. De Fransen rechtvaardigen de inbeslagname van het geld op grond van het afbetalingsplan dat in Londen is overeengekomen.

Maar niet alleen het geld van de Reichsbank wordt in beslag genomen. Midden maart 1923 nemen Belgische militairen in Rheydt 100 miljoen Mark in beslag als dat geld vervoerd wordt van de stadskas naar de uitbetaling van werklozen. In Düsseldorf wordt enkele dagen later 120 miljoen Mark aan lonen in beslag genomen in de woning van de boekhouder van de Rheinische Metallwerke. En dan zijn er ook gevallen van Franse soldaten die burgers tegenhouden en hen onder dreiging van hun wapens dwingen hun baar geld af te geven.

In totaal nemen Franse en Belgische soldaten in de eerste vier maanden van de bezetting 27,18 miljard Mark in beslag. Op 26 mei worden nog eens 92 miljard geconfisceerd bij het kantoor van de Reichsbank in Essen. Op 11 juni volgt de confiscatie van 52 miljard Mark in Dortmund.

Maar in april gebeurt er nog iets bijzonders. Begin april nemen Franse soldaten drukplaten in beslag in een drukkerij in Mühlheim die in opdracht van de Reichsbank werkt. Enkele weken later stelt de Reichsbank vast dat er nieuwe biljetten van 20.000 Mark in omloop zijn met een totale waarde van 35 miljoen Mark die een nummering hanteren die nog niet in omloop is gebracht. Het is vals geld dat door de Franse bezetters in omloop is gebracht.

De Reichsbank besluit om geen geld meer te laten drukken in het bezette Ruhrgebied. In plaats daarvan wordt het geld in Keulen gedrukt. Keulen is bezet door de Britten die zich niet in het Frans-Duitse conflict mengen. Vandaaruit wordt het geld via smokkelwegen naar het gebied bezet door Fransen en Belgen gebracht.

Bron : Frank Stocker, die Inflation von 1923, FBV