1918 – treinramp in Hamont

De Duitsers hebben na de wapenstilstand 16 dagen om zich terug te trekken uit de bezette gebieden. Toch willen ze zoveel mogelijk oorlosgmaterieel en buit meenemen naar Duitsland. Omdat de meeste goederen per treinen moeten worden vervoerd, raakt de spoorlijn Antwerpen – Mönchengladbach snel overvol. De spoorlijn loopt door het neutrale Nederland waardoor alle buit en wapens in Hamont moet worden achtergelaten. Het ontwapenen, controleren en inklaren van de treinen op weg naar de Heimat zorgen in het station van Hamont ondanks de 26 sporen voor een booit geziene chaos. Het emplacement is er volledig dichtgeslibd. De treinen staan tot kilometers ver in de richting van Neerpelt. Eén spoor wordt vrijgehouden voor de doortocht van lazarettreinen. 

Als gevolg van de opstanden in het Duitse leger is er weinig discipline te bekennen bij de soldaten. Dezen hebben snel door dat ze wapens en oorlogsbuit niet kunnen meenemen en beginnen alles tegen waanzinnig lage prijzen te verkopen. Dit brengt in alle treinstations een grote massa burgers op de been die merken dat de bewaking door Duitse soldaten is opgegeven en daarom aan het plunderen slaan. Op zondag 17 en maandag 18 november 1918 zijn de plunderingen op hun hoogtepunt.  Duizenden goederen uit de wagons liggen door elkaar tussen de sporen en zelfs de munitiewagons worden opengebroken. Burgers uit België en Nederland trekken naar Hamont om er hun gading te vinden. 

In het station van Hamont staan op de avond van maandag 18 november 1918 naargelang de bron twee of drie Duitse hospitaaltreinen met in totaal 800 tot 1.200 gewonden. Deze staan naast honderden wagons met goederen, maar ook in de omgeving van een aantal munitiewagons.

Omstreeks 22u ontstaat er brand in één van de goederen- of munitiewagons en worden de eerste kleine ontploffingen gehoord. Om 22u30 volgt dan een eerste grote ontploffing met een enorme vuurzee, even later gevolgd door een verpletterend harde tweede slag. In totaal worden die avond naar verluidt zestien ontploffingen gehoord, waarvan de zesde en de negende enorm zwaar zijn. De inwoners van Hamont vluchten in paniek in hun nachtkleding naar Budel (NL), Sint-Huibrechts-Lille en Kaulille. De ontploffingen houden aan tot half vier ’s nachts. 

Vanuit Budel en Weert komen Nederlandse soldaten te hulp. Onder leiding van 2e luitenant Bolk worden twee brandende wagons van de achterste lazarettrein afgekoppeld en verder het emplacement opgeduwd zodat de rest van de trein gespaard blijft. Ook een aantal wagons met gasgranaten worden tijdig weggetrokken en zo is een grotere ramp vermeden. Een veertigtal gewonden worden naar het ursulinenklooster in Hamont 
gebracht. Rond 9 uur in de morgen van 19 november komen honderdvijftig gewonden aan in Budel (NL) en nog eens vijftig in Weert (NL). 

De oorzaak van de ramp blijft speculeren : waren het spelende kinderen die lichtkogels hebben afgevuurd die verkeerd zijn terechtgekomen ? Of gaat het om kwaadwilligheid van Duitse soldaten. Dit lijkt onwaarschijnlijk omdat er lazaretwagons vlak naast de munitiewagons stonden. 

Onder de inwoners van Hamont zijn er geen doden te betreuren. De doden vielen onder de Duitse gewonde soldaten en hun begeleiders waarvan er heel wat zwaar verkoold zijn. Men schat het aantal doden tussen 100 en 300. Wel is er heel wat materiële schade in Hamont : heel wat ruiten zijn gesneuveld. Het station zelf is volkomen verwoest. Het grootste deel van de zuidelijke sporenbundel is vernield en er zijn 2 grote kuilen met een diameter van 30 tot 40 meter en een diepte van om en bij de 4 meter. Dit is de doodsteek voor het station van Hamont. Er zullen geen herstellingen meer gebeuren, enkel elementaire onderhoudswerken. De nieuwe spoorlijn Montzen-Visé-Tongeren , aangelegd door de Duitsers, neemt de functie van de Ijzeren Rijn over.

bron : De Groote Oorlog rond de Kluis, deel 2018 – einde WO1 en treinontploffing Hamont