Duitsers in Afrika capituleren

Twee weken na de wapenstilstand geven de Duitse troepen in Afrika zich op 25 november 1918 in Mbaala (Zambia) over aan de geallieerden. Deze troepen in Duits-Oost-Afrika, bestaande uit Duitse soldaten en Askari’s (lokale soldaten), onder leiding van generaal Paul von Lettow-Vorbeck, bleven de hele oorlog lang uit de handen van de geallieerden. Hierdoor is von Lettow-Vorbeck zowat de enige onverslagen Duitse generaal. In Duitsland wordt hij dan ook gezien als een held.

 bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Polen vechten voor Lviv

Als Oostenrijk-Hongarije uiteenvalt, breekt er een conflict uit tussen de Polen en de Oekraïners om het bezit van Galicië. Op 1 november 1918 wordt de westelijke Oekraïense nationale republiek uitgeroepen. Na zware evechten drijven de Polen de Oekraïners uit Lviv (oude naam Lemberg) op 21 november 1918. Bij ongeregeldheden en opstootjes van 22 tot 24 november 1918, worden een groot aantal Joodse burgers gedood of gewond. Hun huizen en de huizen van de Oekraïners worden geplunderd en afgebrand. Ondanks bemiddelingspogingen door de Entente duurt de oorlog nog tot juli 1919. Met het verdrag van Warschau, getekend op 21 april 1920, eindigen de vijandelijkheden tussen de Poolse republiek en de Oekraïense volksrepubliek. Dit verdrag erkent de Poolse veroveringen in westelijk Oekraïne en de grens lans de Zbruch rivier.

Bron : https://encyclopedia.1914-1918-online.net/article/lvivlemberg

de laatste Duitsers verlaten Maaseik

Pas op 23 november 1918, na meer dan een week, trekken de laatste Duitse soldaten over de Maasbrug in Maaseik huiswaarts. In meer zuidelijk gelegen grensplaatsen is het wellicht minder aanschuiven, maar hier moeten ze ook rekening houden met de Nederlandse autoriteiten, onder meer voor de ontwapening.

Op oude foto’s is te zien hoe Duitse soldaten rechts van de weg hun bajonet in de grond steken en links de geweren op een hoop gooien.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Duitse vloot in Scapa Flow

In uitvoering van de bepalingen van de wapenstilstand van 11 november 1918 gaat de Duitse Hochseeflotte op 21 november 1918 voor anker in de Britse marinehaven van Scapa Flow, op de Orkney eilanden. De oorlogsvloot omvat onder meer 11 slagschepen, 8 kruisers en 48 torpedojagers.

Op 21 juni 1919 liggen de schepen nog steeds in Scapa Flow, maar dan geeft de Duitse bevelhebber admiraal Ludwig von Reuter het bevel om de eigen schepen tot zinken te brengen om te beletten dat ze in Britse handen vallen. Hij reageert daarmee wellicht op de bepalingen in de vrede van Versailles die een week later ondertekend wordt en waarin de overdracht van de Hochseeflotte voorzien is. 

Van de 74 Duitse schepen zinken er 54. Daarbij komen negen Duitse bemanningsleden om het leven : de laatste slachtoffers van de vreselijke eerste wereldoorlog.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Onderstaande schilderij toont de HMS Cardiff die de Duitse schepen naar Scapa Flow begeleidt. Ik heb niet kunnen terugvinden van wie dit schilderij is. 

BHC0670: HMS ‘Cardiff ‘ leading the German High Seas Fleet to surrender in the Firth of Forth, 21 November 1918



gejuich in Brussel

De afspraken van de wapenstilstand respecterend mag het Belgische leger nu zijn weg voortzetten. Onderluitenant Pasquier is erbij op 19 november 1918.

Onze tocht gaat over Gent (Korenmarkt), Destelbergen, Laarne en Wetteren. Nadien trekken we verder richting Brussel.
Met grote vreugde bemerken we eindelijk de eerste lichten van Brussel. Alle groepen langs de weg groeten en juichen. Ik rij Brussel binnen en vind er het vertrouwde decor terug van de boulevards en de Rogierplaats. Nooit gedacht hier terug te komen. Een dichte menigte houdt ons op en maakt dan toch plaats om ons door te laten. Vervolgens komen we in de vertrouwde stadswijken van de Botanische Boulevard, mijn welbekende Naamsepoort, de Louisapoort, de Brugmannlaan. Ik ben zo ontroerd dat ik me van huis vergis. Eindelijk bel ik aan bij me thuis en val in de armen van mijn lieve tante, die alleen thuis is en me nauwelijks herkent.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

trein ontploft te Hamont

Op 18 november 1918 explodeert rond 11 u ’s avonds een munitietrein in Hamont. Aan grensstations als dat van Hamont en elders staan behoorlijk wat treinen omdat de Nederlanders aarzelen om doorgang te verlenen.

Een groot aantal mensen laat het leven maar niemand lijkt het precieze aantal te kennen. Aan het station staat ook hospitaaltreinen met Duitse oorlogsgewonden. Op een kerkhof in Hamont worden 35 Duitsers begraven. Later worden zij herbegraven op de militaire begraafplaats van Leopoldsburg. Schattingen van het totale aantal slachtoffers lopen uiteen van honderd tot duizend. Over de werkelijke oorzaak van de explosie tast men in het duister.

Wie meer wil weten over deze ramp, kan terecht op deze pagina.   

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Thuiskomst van dokter Lievens

Dokter Lievens kan eindelijk na meer dan 4 jaar zijn gezin terugzien.
15 november 1918 : Ons regiment trekt in dagmarsen naar Brussel. Ik bekom de toelating om van Wenduine naar Waasmunster te trekken langs Brugge, Gent en Lokeren.
Omstreeks 19u kom ik er aan. Eindelijk dus is dat zoete uur aangebroken waar ik jaren en maanden van droomde als van opperste zaligheid voor ons, arme bannelingen. Maar ik weet niet waar mijn hoofd staat en met welke zoete namen mij toespreekt, hoe al die geliefden mij draaien en keren om me langs ale kanten te bekijken. Mijn hoofd is duizelig. Te hevige emoties stompen mijn gevoelens af en beletten me ten volle van mijn geluk te genieten.

Dan brengt men mij mijn kindertjes die ze ijlings zijn gaan wakker schudden. Met hun slaperige oogjes piepen ze mij  half lachend en half monkelend bedeesd :”dag papake”. Wat een zalige ontroering die klanken te horen, die schatjes aan mijn hart te drukken en op mijn gezicht hun kusjes en de warme tranen van mijn vrouwke te voelen.

Nu pas besef ik wat ik verloren heb door vier jaar het zoete familieleven te missen. Mijn vrouwtje is wat vermagerd maar haar wezen straalt zo gelukkig en vredig dat zij mij daardoor nog oneindig en bekoorlijker schijnt. Vrouw en kinderen zo altijd bij mij te hebben, met hen vreugde en leed te delen, voor hen mijn leven lang te werken, komt mij voortaan als het opperste geluk voor…

17 november 1918 : Ik moet alweer vertrekken. Maar deze keer is de scheiding minder hard en het weerzien al in het zicht. Ik vind mijn bataljon terug in Nazareth.
bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

 

Amerikanen bezetten Rijnland

Het Amerikaans 3e leger begint op 17 november 1918 aan de bezetting van Duitsland, zoals overeengekomen bij de wapenstilstand. Uiteindelijk zullen ze op 15 december 1918 hun hoofdkwartier vestigen in Koblenz. Dan telt dit leger zo’n 230.000 manschappen. Dit 3e leger is samengesteld in Frankrijk op 7 november, nog voor de wapenstilstand dus. Een week later komt generaal-majoor Joseph Dickman aan het hoofd ervan. Op 2 juli 1919 wordt deze troepenmacht ontbonden, enkele dagen na de ondertekening van het verdrag van Versailles.

bron : oorlogskalender 2014-2018 , Davidsfonds

Hongaarse republiek uitgeroepen

Nadat de Hongaren de Oostenrijkse keizer aan de deur zetten op 31 oktober, roepen zij op 16 november 1918 de republiek uit. Mihaly Karolyi, sinds 25 oktober 1918 voorzitter van de revolutionaire nationale raad, wordt de eerste president van de Hongaarse republiek. Na eeuwenlange Habsburgse overheersing wordt het land onafhankelijk.

Karoly komt met een hervormingsprogramma voor de dag en als blijk van zijn goede wil verdeelt hij zijn uitgebreide landerijen onder de boeren. Toch gaan de hervormingen veel te traag, waardoor hij op 16 april 1919 afgezet wordt.

de coup van Loppem

Enkele uren na de wapenstilstand op 11 november 1918 melden er zich drie bezoekers op het kasteel van Loppem : Pedro Saura, Paul-Emile Janson en Edward Anseele. Saura is een Spaans diplomaat, Janson een liberaal en Anseele een socialistisch volksvertegenwoordiger. Ze komen koning Albert informeren over de situatie in Brussel. Daar is onder de Duitse soldaten een revolutionaire opstand uitgebroken. In het parlement heeft zich een soldatenraad geïnstalleerd. Vertegenwoordigers van die raad proberen de Brusselse arbeiders met veel gezwaai van rode vlaggen te overtuigen samen met hen een revolutie te ontketenen. Het wapenstilstandsverdrag bepaalt echter dat er 48 uren moeten verlopen tussen het vertrek van de Duitse troepen en de aankomst van de Belgische. Veel kan de koning der Belgen nu niet doen.

Janson en Anseele maken van de gelegenheid gebruik om met de koning over politiek te praten. Anseele stelt dat het algemeen enkelvoudig stemrecht meteen moet worden ingevoerd en dat een aantal wetsartikelen die vakbondsacties belemmeren, moeten verdwijnen. Hij pleit ook voor een Vlaamse universiteit in Gent met behoud van de Franstalige. Zonder te dreigen praat hij over algemene democratische hervormingen.
Janson heeft onder de bezetting een soort liberaal manifest uitgewerkt : de wederopbouw van het land mag niet aan één partij worden overgelaten. Er moet een nieuwe regering komen waarin liberalen en socialisten samen evenveel portefeuilles krijgen als de katholieken. Ook de meeste liberalen willen meteen enkelvoudig stemrecht vanaf 21 jaar, maar in geen geval voor de vrouwen. Er moeten snel verkiezingen gehouden worden op basis van de nieuwe kieswet. Daarvoor moet de grondwet geschonden worden. Dat is pijnlijk, maar het kan niet anders. 
Gerard Cooreman, de katholieke premier van de Belgische regering in ballingschap, woont het gesprek ook bij. Maar toch vindt Janson het nodig om zelf het standpunt van de katholieken toe te lichten. Die willen allemaal een regering van nationale unie, weet hij. Maar ze zijn verdeeld over het stemrecht. De conservatieven willen de leeftijdsgrens op 25 jaar. Ze zijn allemaal voor vrouwenstemrecht.

Twee dagen na het bezoek van Janson en Anseele neemt de regering ontslag. Dat komt niet onverwacht. Gerard Cooreman heeft laten weten dat hij na de oorlog niet aan het hoofd van de regering wil blijven. Maar hij wil wel waardig afscheid nemen, in Brussel in het parlement. Dat wordt hem niet gegund. De tijd dringt.

Koning Albert benoemt de Brusselse advocaat Léon Delacroix tot formateur op aangeven van Emile Francqui, directeur van de Société Générale. Delacroix is een nieuweling in de politiek. Hij zit niet eens in de Kamer. In de week na de wapenstilstand is het in Loppem een komen en gaan van politieke personaliteiten. De nieuwe regering Delacroix komt op een paar dagen tot stand en ze ziet er precies uit zoals Janson en zijn vrienden het wensen : 6 katholieken, 3 liberalen, 3 socialisten. 

Het einde van de oude katholieke hegemonie gekoppeld aan de invoering van het “ongrondwettelijk” algemeen stemrecht is voor de conservatieve katholieken een harde noot om te kraken. In hun kringen begint het idee post te vatten dat de koning een “staatsgreep” heeft gepleegd, de “coup van Loppem”. Maar tegen de coalitie van koning, socialisten, liberalen en “nieuwe” katholieken zijn ze niet bestand.

bron : Knack Historia 1918

 

van links naar rechts : Saura, Janson en Anseele te Loppem