Vergeltungslager Flabas

Vergeltungslager Flabas

Een Duits ultimatum, drie weken geleden overgemaakt aan het Franse leger, verloopt op 15 januari 1917. De Duitsers eisen dat een Frans gevangenenkamp dat te dicht bij de frontlinie ligt, buiten het vuurbereik van hun kanonnen komt te ligtgen. De Fransen reageren niet. Als represaille installeren de Duitsers een kamp voor vijfhonderd Franse krijgsgevangenen in het dorpje Flabas  ten noordoosten van Verdun, vlak achter de frontlinie en binnen het vuurbereik van de Franse kanonnern. In het Duitse gevangenenkamp staat een barak waar 200 van de 500 Fransen kunnen slapen, de overigen moeten buiten slapen, ondanks de strenge winter. De Duitsers leggen hen dwangarbeid op zoals repareren van straten achter het front en vervoer van munitie. Een vluchtpoging wordt gestraft met kruisiging aan de prikkeldraad. Pas na zes maanden geeft de Franse legerleiding toe. Dan verplaatst ook het Duitse leger zijn krijgsgevangenenkamp.

Bronnen
Oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://www.moulin-le-cygne.com/blog/flabas-represaillekamp-1917/

vergeltungslagerflabas

Einde van de slag om Verdun

Op 15 december 1916 eindigt de slag om Verdun, niet alleen de meest bloedige uit de geschiedenis, maar ook nog zinlozer dan andere veldslagen.

Erich von Falkenhayn was voorstander van de leegbloedingstechniek. Hij zocht een plaats die de Fransen tot het uiterste zouden verdedigen om die vanuit een strategisch gunstige positie aan te vallen, zodat de Duitsers steeds nieuw aangevoerde Franse troepen konden uitschakelen. Verdun was zo’n plaats met grote symbolische waarde, uiterst belangrijk voor de Fransen.

De Duitse aanval begon op 21 februari 1916 met aanhoudend trommelvuur van 1225 kanonnen. Eerst wonnen ze terrein maar na enkele maanden stabiliseerde het front en tot slot kwamen de Franse tegenaanvallen die de oorspronkelijke toestand min of meer herstelden.

Eindresultaat : nauwelijks terreinwinst maar wel naar schatting 263.000 doden en 492.000 gewonden.

bron : oorlogskalender 2014-2016, Davifdsonds

De tekening hieronder is van Jean-Louis Forain, getiteld “la borne de Verdun”

jeanlouisforain_la-borne_verdun

Jansen en Janssen in Verdun

Jansen en Janssen in Verdun

Op 24 oktober 1916 valt het fort Douaumont nabij Verdun terug in Franse handen. In de loop van de slag van Verdun (21 februari – 15 december) verandert het fort van Douaumont tweemaal van bezetter, telkens zonder nauwelijks een schot te lossen. Op 24 oktober is de tweede maal.

Op 25 februari 1916 vallen de Duitsers het fort aan, een van de belangrijkste forten van de verdedigingslinie rond Verdun. Vooraf hebben ze ingecalculeerd dat de inname hen mogelijk tot tienduizend soldaten kan kosten. Wat de Duitsers nog niet weten, is dat de Fransen het fort ontmantelden en slechts zestig lichtbewapende militairen achterlieten. De verovering van het fort vraagt dan ook niet veel tijd of bloed.

Na een uitgebreide voorbereiding beginnen de Franse troepen op 24 oktober 1916 aan een tegenaanval op het fort van Douaumont. Er is iets wat zij niet weten : de dag voordien was er brand uitgebroken in het fort de de Duitsers hadden het helemaal ontruimd.

In onze 2e bron klinkt het anders : Gedekt door de mist heroveren de Fransen fort Douaumont en nemen 6000 Duitsers gevangen. De Duitse tegenaanvallen worden afgeweerd.

Wat de juiste toedracht ook is, de Franse regering wil dit heuglijke moment vereeuwigen en geeft schilder Henri Georges Jacques Chartier de opdracht de aanval van de Fransen op Douaumont te vereeuwigen. En de twee soldaten vooraan met snor, lijken wel dubbelgangers van mekaar. Ze doen sterk denken aan het duo Jansen en Janssen uit Kuifje (in de Franse versie heten ze Dupont en Dupond).

henri-georges-jacques-chartier-reprise-du-fort-de-douaumont

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
Ian Westwel,, 1914-1918, de eerste wereldoorlog dag na dag
http://www.geo.fr/photos/reportages-geo/premiere-guerre-mondiale-la-censure-pour-masquer-la-realite-des-combats-160983

herschikking van de Duitse generale staf

Falkenhayn

von Falkenhayn

Op 29 augustus 1916 vervangt maarschalk Paul von Hindenburg Erich von Falkenhayn als chef van de generale staf. Falkenhayn werd bekritiseerd voor zijn offensief tegen de Fransen in Verdun, dat veel Franse slachtoffers had moeten maken en hun wil om verder te vechten had moeten breken. Geen van beide zaken werden gerealiseerd. Falkenhayn wordt naar het Oostfront gestuurd waar hij het 9e leger gaat aanvoeren.

 

Ludendorff

Ludendorff

Generaal Eric Ludendorff Hindenburgs vertrouweling, wordt aangesteld als zijn rechterhand. Beiden mannen menen dat ze op het westfront een nieuwe strategie moeten voeren : defensie in de diepte.

bron : Ian Westwell, 1914-1918 – de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas

 

gevechten rond Fleury

Het dorp Fleury is in juli 1916 al ingenomen door de Duitsers. Maar daarmee zijn de gevechten rond Verdun lang niet gedaan. Die blijven verder duren net zolang tot het ganse dorp zodanig verwoest is dat men het na de oorlog niet meer heropbouwt.

Fleury is maar 500 meter verwijderd van het Fort Souville. De Duitsers moeten echter wachten op versterkingen voor ze aan een nieuwe aanval kunnen denken. Op 12 juli 1916 is het zo ver : de Duitsers bereiken het fort maar ze kunnen het niet innemen. Generaal Falkenhayn vraagt het Ve leger om een periode zonder aanvallen in te lassen. Nadruk ligt voortaan op defensie om zo munitie, soldaten en artillerie te kunnen uitsparen. Die zijn immers nodig aan de Somme.

De Fransen zijn trouwens niet onder de indruk van het terreinverlies. Generaal Nivelle spreekt de historische woorden :”Ils ne passeront pas !”. En de gewone Franse poilus zijn al even vastberaden iedere meter te verdedigen en tegenaanvallen te lanceren waar het kan.

De Fransen lanceren verschillende aanvallen op Fleury en de nabijgelegen versterking van Thiaumont tussen 1 en 12 augustus 1916. Thiaumont wisselt heel geregeld van bezetter maar zal in augustus toch voornamelijk in Duitse handen blijven. In het Duitse hoofdkwartier in Stenay beseft men echter dat het offensief in Verdun ten einde is. Er is een tekort aan munitie en artillerie. Reservetroepen zijn er niet meer en de soldaten aan het front zijn uitgeput. Vanaf augustus 1916 ligt het initiatief voortaan bij de Fransen

bronnen
http://www.wereldoorlog1418.nl/battleverdun/battleverdun55/index.htm
http://www.oocities.org/bunker1914/Karten_Schlachtfeld.htm

Verdun191608

 

Duitsers veroveren Fort Vaux

Na bijzonder bitsige gevechten slagen Duitse troepen er op 7 juni 1916 in om Fort Vaux in te nemen, dat deel uitmaakt van de verdedigingsgordel rond Verdun.

De slag om Verdun begon op 21 februari 1916 met een negen uur durende beschieting. In de volgende dagen en maanden rukken de Duitse troepen steeds verder op in de richting van verdun en Fort Vaux, maar de Fransen verdedigen zich bijzonder moedig.

Op 1 juni 1916 bereikt het Duitse leger de terreinen van Fort Vaux. In afwachting van de feitelijke aanval op 2 juni beschieten ze het fort aan een ritme van 1500 tot 2000 granaten per uur. Tegen de avond bezetten ze al het dak van het fort, op 3 juni veroveren ze twee gangen en op 5 juni slagen ze erin een opening in de gangmuur te maken. Vanaf nu zijn er man-tegen-mangevechten waarbij de Duitsers vlammenwerpers gebruiken. Alleen via postduiven hebben de Fransen nog contact met de buitenwereld. Uiteindelijk gaan ze ten onder aan een tekort aan drinkwater in een verzengende hitte.

In de ochtend van 7 juni 1916 volgt de Franse overgave. De 250 overgebleven soldaten zijn uitgedroogd en storten zich na de overgave op de met regenwater gevulde obustrechters rond het fort. Commandant Sylvain Raynal krijgt van de Duitsers een eervolle overgave. De Duitse kroonprins bezorgt hem persoonlijk een nieuwe sabel ter vervanging van zijn eigen degen die hij ij het fort achterliet.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

FortVaux_Verdun_major_raynal

Majoor Sylvain Raynal (midden) met ordonnans en Duitse officier (l) na overgave

Ici, on ne salue plus !

Einde mei 1916 heeft Louis Barthas met zijn kameraden de frontlinies van Verdun mogen verlaten. Ze behoren tot de gelukkigen die het overleefd hebben. Maar Barthas noteert in zijn dagboek een anecdote die duidelijk aantoont dat de soldaten niet zonder rancune tegenover hun officieren van de eerste linies zijn teruggekomen.

Voor de deur van het gemeentehuis van Béthancourt stond een wachtpost. Het was niemand anders dan Sabatier die door een granaatinslag bij heuvel 304 begraven en weer opgegraven was. De twee officieren van het bataljon passeerden hem en wierpen een discrete blik op zijn kapotjas waarvan drie knoopsgaten als weduwen treurden om hun knopen; zijn broek zat vol scheuren en glorieuze modder van heuvel 304. Maar de twee grootheden stonden paf van ontzetting toen ze zagen dat de spotvogel Sabatier het niet nodig vond zijn pijp uit zijn mond te nemen. Een nieuwe pijp, want de andere was in stukken uit zijn mond gevallen door de granaatontploffing bij heuvel 304. Dit was al een zwaar vergrijp voor een wachtpost, maar de onbeschaamde Sabatier beging zelfs majesteitsschennis door voor zijn meerderen niet het geweer te presenteren. Hij bleef even onverstoorbaar als wanneer de postbode voorbij zou zijn gekomen.

Dit ging te ver. Deze overtreding van de discipline schreeuwde om wraak. De majoor liep op de onverlaat af en zei streng :”Sinds wanneer wordt hier niet meer gesalueerd ?”.
Zonder een spier te vertrekken wees Sabatier naar de zon die net achter een wolk schuilging en riep met bulderende stem :”Pardon, de zon is al onder.”.
– “Wat zeg je ?”
– “Ik zeg dat we jullie op heuvel 304 niet gezien hebben. Hier wordt niet meer gesalueerd.” (Je dis qu’à la cote 304 on ne vous a pas vu. Ici on ne salue plus.)

bron : Louis Barthas, oorlogsdagboeken, uit het Frans vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuijzen

Poilu_Pipe

 

Barthas ontsnapt aan de dood

Louis Barthas voelde de adem van de dood…

Op 17 mei 1916 ontketenden de moffen van twaalf tot vier uur ’s middags het meest verschrikkelijke bombardement op heuvel 304 dat ik tijdens deze oorlog ooit heb gezien of gehoord. De ontploffende granaten lieten dichte rook en stof achter, met daarboven zwarte flarden; een loodgroene lucht verduisterde het licht van de zon. (…)

Ik zat in mijn eentje aan het uiteinde van onze gang, weggedoken in een klein gat, toen plotseling een grote granaat op drie of vier meter afstand van mij insloeg. Door de kracht van de luchtdruk werd het tentzeil weggerukt waarmee ik mij tegen de zon en de vliegen beschermde.  Zelf had ik het gevoel dat ik onder iets verpletterd was. Ik bleef een paar seconden liggen omdat ik geen lucht meer kreeg. Het was de adem van de dood die ik gevoeld had. Ze zeggen dat die ijskoud is, ik vond hem eerder schroeiend heet. (…) Ik was weer een keer aan de dood ontsnapt; ik haastte me uit het boven mij ingestorte gat en liep naar de schuilplaats van onze goede afdelingscommandant, onderluitenant Lorius, twintig meter verderop.

bron : Louis Barthas, oorlogsdagboeken, vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen.

tranchee

Duitse luchtmacht boven Mort-Homme

Louis Barthas stelt vast dat de Duitse luchtmacht ongehinderd verkenningsvluchten kan doen boven de frontlinies in Verdun.

We zouden de hele duur van onze aflossing tot onze nek in het water hebben gestaan als niet op 16 mei 1916 ’s morgens een frisse bries de wolken verdreef en de zon weer scheen. Verschillende vijandelijke vliegtuigen lieten onmiddellijk hun onrustbarende geronk horen en cirkelden de hele dag over de heuvels 304 en Mort-Homme als onheilspellende vogels die de voorbode vormen van storm. Naïef dachten we dat onze moedige vliegers onmiddellijk de indiscrete verkenners zouden verjagen. Maar dat gebeurde niet. Die dag en ook de volgende dagen bleven ze ongestraft op lage hoogte zweven om onze stellingen te verkennen.

Kolonel Douce zei hierover :’Toen we in Artois waren, zeiden ze dat in Verdun elke dag vliegtuigen van de moffen werden neergehaald. Nu we hier zijn verklaren de communiqués dat hetzelfde gebeurt in Artois.’.

bronnen
Louis Barthas, oorlogsdagboeken, vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen
tekening komt uit Yann & Hugault, Edelweiss

Edelweiss01_04.jpg

 

Barthas op patrouille op de côte 304

Louis Barthas is in de meidagen van 1916 in Verdun, meer bepaald op heuvel 304 (côte 304) tegenover de al even beruchte heuvel van de Mort-Homme. Door de hevige gevechten waarbij loopgraven al eens van bezetter wisselen, is het niet altijd zeker wie je tegenover je hebt.

De eerste linie had tussenruimtes van zo’n 400 meter tussen afdelingen en compagnieën. We waren er daardoor niet zeker van of recht voor ons Fransen of Duitsers lagen. De tussenruimtes werden zwaar gebombardeerd en waren absoluut onverdedigbaar. Die nacht kreeg sergeant Fontès van onderluitenant Lorius de opdracht een ‘moedige’ man te vinden. Hij moest mee op erkenning om te ontdekken of zich vóór ons soldaten van de Kaiser of van Poincaré (Franse president) bevonden. In onze afdeling vond sergeant Fontès geen enkele vrijwilliger die de benaming ‘moedig’ wilde krijgen. Iedereen had wel een voorwendsel te weigeren : de een had blaren aan zijn voeten, of reuma, de ander kon bewijzen dat hij aan de laatste patrouille had meegedaan. Jonge soldaten maakten gebruik van hun kwetsbaarheid en de ouderen van hun uitputting.

Ten slotte richtte sergeant Fontès zich aarzelend tot mij : ik, een korporaal die om zijn vooruitstrevende socialistische ideeën en zijn pacifisme bijna kapot was gemaakt. Het is waar dat hij zich niet als meerdere maar als kameraad of zelfs als vriend tot mij richtte. Ik aanvaardde de opdracht maar wel onder voorwaarde dat ik drie nachten vrijgesteld zou worden van wachtdienst, patrouille en corvee.

Zonder uitrusting, alleen met een geweer bajonet en twee dozen patronen vertrokken we. De maan gaf een beetje licht en het terrein waarover we liepen was doorzeefd en omgeploegd, net alsof er een aardbeving was geweest. Hier was geen leven meer in de natuur. Na enkele honderden meters in die chaos leken de grenzen van de horizon oneindig nietig : we voelden ons verloren in het midden van een uitgestrekte woestijn.

Plotseling hoorden we een verward geluid van stemmen. Angstig spitsten we onze oren : was het een Duitse patrouille of Fransen op corvee ? Maar al gauw hoorden we een paar luide vloeken die deden vermoeden dat hier mensen uit het zuiden van Frankrijk in de buurt waren. Het was een ploeg foerageurs uit mijn vroegere 21e compagnie onder commando van kapitein Hudelle, die ons als door de Voorzienigheid geroepen passeerde.

bron : Louis Barthas, Oorlogsdagboeken, vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen.

broquet_fusee.jpg

Broquet – patrouille suprise par une fusée