executie van Adelin Colon

Adelin Colon, onderstationschef in Ottignies, wordt op 26 juli 1916 door de Duitsers geëxecuteerd. Ze arresteerden hem op 7 november 1915  (lees hier meer daarover). en vervolgens veroordeelde het Krijgsgerecht hem ter dood. Hij vatte zijn spionageactiviteit aan kort na de Duitse inval in België.

Geen enkele andere van de bijna honderd mensen die in zijn dienst spioneerden, werd achteraf opgepakt. Dat geeft aan dat Adelin Colon absoluut niemand verraden heeft tijdens de ongetwijfeld talloze harde ondervragingen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

AdelinColon

Adelin Colon

Rattenplaag in Ieper

Ongelooflijk hoe sterk de streek van Ieper (en misschien ook elders) van de raten krioelt, noteert onderkastletters Van Walleghem op 24 juli 1916.

Overal in de hoven, velden, zelfs rijke huizen, maar vooral in de loopgraven zitten er ratten. Sommigen korenakkers zijn werkelijk verslonden door die beesten : zij bijten de vruchten van onderen af, de korenaar valt neer en wordt leeggegeten. Sommige velden zijn zelfs het pikken (met de pikdonker) niet meer waard; Vooral ’s avonds kan men geen tien stappen zetten zonder ratten te zien.

Vooral in de loopgraven krioelt het van de ratten. De soldaten moeten gedurig hun eten op zich dragen of anders wordt het onmiddellijk rattenkost. Nochtans ontbreekt het niet aan honden : de Belgen van de 4e Batterij alleen hebben er veertig. Katten daarentegen zijn zeldzaam geworden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

image

Ulrik De Pierpont overleden

image

Ulrik De Pierpont

In een ziekenhuis in Calais overlijdt Ulrik de Pierpont op 23 juli 1916 aan de gevolgen van eerder opgelopen oorlogsverwondingen. Hij is op dat ogenblik kapitein-commandant bij de lansiers. Ulrik De Pierpont was afkomstig van Herk-de-Stad maar woonde sinds zijn huwelijk in SInt-Kruis (Brugge).
ZIjn weduwe wordt later schepen in Sint-Kruis, de jongste van zijn kinderen schopt het later nog tot burgemeester van Brugge. Diezelfde jongste, Didier De Pierpont zal zich tijdens de 2e wereldoorlog bin het verzet aansluiten.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Didier_de_Pierpont

Protest op zijn Belgisch

De Duitsers hebben in bezet België verboden om de Belgisch nationale feestdag te vieren. Belgen zijn inventief genoeg om de feestdag dan maar subtiel te vieren op andere manieren. Op de dag na de nationale feestdag (22 juli 1916) bemerkt Virginie Loveling in Gent subtiele vormen van Belgisch protest.

Een fruitverkoopster had voor haar straatraam een uitstalling gemaakt van zwarte kersen, citroenen en tomaten. Een Duitser trad de winkel binnen en wees er met de vinger naar. Weg damit, de Belgische kleuren”, gebood hij, wat ogenblikkelijk gebeurde.

Buitengewoon talrijk waren de wandelaars, iedereen op zijn allerbest uitgedost. Een meid van buiten de Dampoort ging uit met een zwarte rok, een rode bloes en een gele center. Onmiddellijk werd ze gearresteerd.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

flagdress-belgie

slag bij Fromelles

slag bij Fromelles

In de buurt van Fromelles (ten zuiden van Armentières) leveren Australische troepen samen met Britten op 19 en 20 juli 1916 hun eerste belangrijke veldslag sinds hun aankomst op het westelijk oorlogsfront. De opdracht is om de versterkte Duitse positie in te nemen die bekend staat onder de naam Sugar Loaf.

Het offensief was een schijnaanval bedoeld om Duitse troepen weg te lokken van sommige posities aan de Somme. Het aantal slachtoffers maakt het moeilijk de term “schijnaanval” te behouden : 5533 Australiërs, 1547 Britten en meer dan 1000 Duitsers.

Het Britse hoofdkwartier omschreef deze bloedige veldslag met de term “een belangrijke overval” waarbij 140 Duitsers gevangen genomen worden. Deze afgezwakte term doet de waarheid wel erg geweld aan.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Fromelles_19160620_AustralischeKrijgsgevangenen.JPG

Australische krijgsgevangenen na slag van Fromelles

Overval op Duitse loopgraaf

Raoul Snoeck noteert op 18 juli 1916 het volgende in zijn dagboek :

Vandaag zijn we met een compagnie doorgestoten tot in een ver vooruitgeschoven Duitse loopgravenkop. De aanval werd voorafgegaan door een artilleriebombardement en is volledig geslaagd. We hebben de vierentwintig Duitsers die de versterkte bunker bezetten met dolken omgebracht. De loograaf werd ondersteboven gekeerd door onze artillerie. We vonden er halfbedolven uiteengereten lijken, de overlevenden bewaarden nog schrikbeelden van angst in de ogen. Als je het nog niet bent, zou je gek worden van dergelijke gruwelen. Maar tijdens de actie geven we niet toe aan sentimentaliteit. We zijn beneveld door kruitgeur, haat en overleveingsinstinct. In het begin van de oorlog zijn we al te dikwijls slachtoffer geweest van onze goedhartigheid. Maar de tijden zijn veranderd, teveel beproevingen hebben ons gestaald !

Onderstaande schilderij is van François Flameng en heeft als titel “tranchée conquise”.

bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, uit het Frans vertaald door André Gysel, Snoeck-Ducaju & Zoon

flameng_tranchee_conquise.jpg

Flameng – tranchée conquise

Jaak Tasset wordt gefusilleerd

Op 14 juli 1916  fusilleren Duitse soldaten  Jaak Tasset in Hasselt. Tasset is zowel lid van de inlichtingendienst als grenspasseur. Zoals bij zovelen uit de inlichtingendienst loerde verraad ook bij hem ergens op de achtergrond. Samen met enkele medestanders werd hij verklikt en aangehouden. Een rechtbank achtte hem schuldig en sprak de terechtstelling uit.

Reeds in 1919 verschijnt er een gedenkboekje over hem en wordt er een straat naar hem genoemd in Neerpelt. Omwille van de aanwezigheid van ‘den draad’, de elektrische grensversperring op de grens met Nederland, is de taak van grenspasseur een hachelijke onderneming, maar blijkbaar bracht Tasset het er altijd levend van af.Tot hij jammer genoeg verraden werd.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

JaakTasset

andere gevechtstechnieken aan Ijzerfront

Terwijl de slag aan de Somme in alle hevigheid woedt, is er aan het Ijzerfront weinig beweging te merken. Dat betekent echter niet dat er geen gevechten zijn, integendeel. Maar waar de geallieerde soldaten nog met de bajonet op het geweer naar voor stormen aan de Somme, daar krijgen de Belgische soldaten aan het Ijzerfront andere wapens uitgedeeld. En deze wapens zijn eerder bedoeld voor snelle overvallen op vijandelijke loopgraven. Raoul Snoeck noteert op 2 juli 1916 het volgende in zijn dagboek.

Vandaag hebben we grote messen gekregen, een soort dolken. Ze werden verdeeld onder de beste soldaten van elke compagnie. Velen onder ons durven ze nauwelijks hanteren, op mij maken ze een vreemde indruk. We zijn verrast dit nieuwe moorddadige wapen in handen te krijgen, waarmee we ons in de toekomst moeten verdedigen. De bajonet is te lang en te hinderlijk. En zeggen dat we beschaafde mensen zijn, niet te geloven. De Duitsers bedienen zich al lang van dit soort wapens. Zij hebben ons gedwongen soldaat te zijn en naar hun voorbeeld moordenaars te worden. Dumdumkogels, duikboten die eerzame reizigers aanvallen, brandbommen, stikgas, alle middelen zijn goed. Maar dat belet niet dat wij hen vroeg of laat wel zullen liggen hebben.

bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, uit het Frans vertaald door André Gysel, Snoeck-Ducaju & zoon

loopgraafdolken.jpg

de slag van Albert

Op 1 juli 1916 begint de slag van Albert en die eindigt op 13 juli 1916. Deze veldslag vormt de aanzet voor het Britse en Franse offensief dat later bekend zal worden als de slag aan de Somme en tot na half november 1916 zal duren. De gevechten bij Albert leveren immers min of meer de gewenste uitgangspositie op voor het grote offensief in de regio.

Vooraleer aan het grote Somme-offensief te beginnen evalueren Britten en Fransen de voorbije gevechten. De Franse generaal Joffre vindt dat de Britten onvoldoende gepresteerd hebben, terwijl de Engelse generaal Haig wilt dat de Fransen aanvallen in Guidemont. Samengevat : de verstandhouding tussen beide heren is niet optimaal. Ook bij de Duitsers is er ontevredenheid : een generaal wordt ontslagen en de defensiestrategie wordt aangepast.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

somme4tharmy.gif

 

Poolse heldenmoed op het dagorder

Jozel Pilsudski, een later Pools staatshoofd, schrijft op 11 juli 1916 in een dagorder voor het leger :

De zwaarste van onze huidige gevechten hadden plaats in de voorbije dagen.

De gevechten waarop Pilsudski doelt, is de slag van Kostiuchnowka, van 4 tot 6 juli 1916 in het gelijknamige dorp nabij de Styr in de regio Volhynia (Oekraïne).

Tegen een grote overmacht van Russische troepen houden de Poolse legioenen veel langer stand dan verwacht, at de Oostenrijkse-Hongaarse troepen in de nabijheid toeliet om zich ordelijk en met geringe verliezen terug te trekken. Zo leveren de Polen een belangrijke bijdrage aan de gunstige afloop voor het Oostenrijks-Hongaarse leger van het Broesilov-offensief. De veldslag bij Kostiuchnowka wordt ook achteraf beschouwd als een van de hevigste waarin de Poolse legioenen ooit vochten.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Kostiuchnowka1916.jpg