Pal Kelemen, een Hongaarse militair in het Oostenrijks-Hongaarse leger, hoort bij de legereenheid die naar Aarlen is gezonden om de Duitse troepenmacht te steunen als een symbolisch gebaar van samenwerking en dankbaarheid. Zijn pogingen tot contact met de plaatselijke bevolking lopen op niets uit ook niet als hij hen uitleg dat hij geen Duitser is maar een Hongaar.
Op 6 augustus 1918 ziet hij voor het eerst Amerikaanse krijgsgevangenen. Hun aanblik demoraliseert hem : tegen deze soldaten zijn het leger waartoe hij behoort, niet bestand. In zijn dagboek noteert hij :
Hun verbluffend goede lichamelijke gesteldheid, de uitgelezen kwaliteit van hun uniformen, het dikke leer van hun laarzen, riemen en dergelijke, hun zelfverzekerde blikken ondanks hun gevangenschap, doet me beseffen wat vier jaar oorlog met onze soldaten gedaan heeft.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds