de lange tocht van Georg Dudewski

Gedurende de eerste wereldoorlog vluchten talloze soldaten en krijgsgevangenen naar het neutrale Nederland. Onder hen ook een paar duizend Russen. Op 12 november 1917 bereikt Georg Alexejewitsj Dudewski het veilige “Gollandia” nadat hij ontsnapt is uit een Duits krijgsgevangenenkamp in Wesel (Düsseldorf).  

Als in 1914 het oproepingsbevel komt om het leger te vervoegen, woont Georg Dudewski in Chabarovsk, een stad in het uiterste oosten van Siberië, niet zodanig ver weg van de grens met China en van de Japanse zee. Georg studeert op dat ogenblik rechten. Met het Russische leger komt hij in Lodz (Polen) terecht, waar de Duitsers hem krijgsgevangen maken. 

Na de oktoberrevolutie ziet de Nederlandse regering de Russen liefst weer naar hun thuisland vertrekken : je weet maar nooit of dat bolsjewistische ideeëngoed overslaat. Georg Dudewski blijft echter en trouwt met de Nederlandse koffiejuffrouw Martina Toet van het Russische gezantschap. 

Bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://www.historischnieuwsblad.nl/eerstewereldoorlog/artikelen/russische-vluchtelingen-in-nederland-1914-1918/index.html
http://www.vijfeeuwenmigratie.nl/meerweten/russische-vluchtelingen-nederland-1914-1918

GeorgDudewski_1920

 

het verdriet van Eernegem

De bevolking van Eernegem kent relatief weinig burgerdoden in de loop van de eerste wereldoorlog, behalve dan op 22 oktober 1917. Het dorp wordt in diepe rouw gedompeld nadat in Vladslo een obus terechtkomt te midden van een groepje opgeëiste jongeren afkomstig van Eernegem. De slachtoffers zijn Adriaan Bonny, Oscar Bonny, Maurice Broucke, Remi Callewaert, Florent Debussche, Edward Declerck, Maurice Samyn en Albert Spaens. Twee dagen later worden ze allemaal begraven.

Onder de militairen telt Eernegem veertig doden. Voor deze helden wordt na de oorlog het monument van de ‘treurende moeder’ opgericht.

Eenmaal ontsnapte Eernegem aan een grote ramp. In de eerste nacht van de bezetting in 1914 wordt er een Duitse soldaat vermoord. De Duitsers nemen een aantal gijzelaars en dreigen het dorp plat te branden indien er tegen ’s anderendaags geen 30.000 frank overhandigd wordt.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Eernegem_oorlogsmonument

de loopgraven van Thomas Ernest Hulme

T_E_HulmeAf en toe gebeurt het dat ik een gebeurtenis niet dag op dag 100 jaar later op deze blog vermeld. Bij sommige gebeurtenissen ben ik dan liever iets te laat dan dat ik het helemaal niet vermeld. Zo’n gebeurtenis is de dood van Thomas Ernest Hulme, gestorven in Oostduinkerke op 28 september 1917.

Thomas Hulme studeert in 1904 aan de universiteit van  Cambridge waar hij tot twee maal toe wegens onbehoorlijk gedrag wordt geschorst. In 1906 en 1907 werkt hij op boerderijen en houtzagerijen in Canada. Als hij terugkeert naar Groot-Brittannië, vertaalt hij het werk van Henri Bergson waarvoor hij de nodige erkenning krijgt.

In 1914 wordt hij als vrijwilliger ingelijfd in het Britse leger. Hij raakt gewond in 1916 en keert terug naar het front in 1917. Daar wordt hij 4 dagen na zijn 34e verjaardag door een Duitse obus in stukken gereten in Oostduinkerke, nabij Nieuwpoort. Blijkbaar was hij te zeer in gedachten verzonken om te schuilen voor de obus die de anderen wel hadden horen aankomen.

De tekening hieronder is van Ivan Petrus Adriaenssens en komt uit de graphic novel “Afspraak in Nieuwpoort”.

AfspraakInNieuwPoort_TEHulme

 

 

Trenches : St Eloi

Over the flat slope of St Eloi
A wide wall of sand bags.
Night,
In the silence desultory men
Pottering over small fires,
Cleaning their mess-tins;
To and fro, from the lines,
Men walk as on Picaddilly,
Making paths in the dark,
Through scattered dead horses,
Over a dead Belgian’s belly.

The Germans have rockets.
The English have no rockets.
Behind the line, cannon,
hidden, lying back miles.
Before the lines, chaos.

My mind is a corridor.
The minds about me are corridors.
Nothing suggests itself.
There is nothing to do but keep on.

Thomas Ernest Hulme

Loopgraven : Sint-Elooi

Over de glooiing van Sint-Elooi
een zandzakkenwal.
Nacht,
en in de stilte maken linkerhanden
iets boven een vuurtje,
men spoelt een gamel om
van stelling naar stelling en terug
loopt men als op Piccadilly,
maakt men paden in het donker,
tussen hopen dood paard door,
over de dode buik van een Belg heen.

Jerry heeft mortieren.
Tommy heeft geen mortieren.
Achter de linie geschut,
verstopt, mijlen van hier.
Voor de linie chaos.

Ik ben een smalle strook grond.
Men is een smalle strook grond.
Niets oppert zichzelf.
Er valt niets te doen dan door te blijven gaan.

Vertaling : Benno Barnard.

bronnen
http://www.firstworldwar.com/poetsandprose/hulme.htm
https://www.theguardian.com/books/2011/oct/10/poem-of-the-week-t-e-hulme
http://archief.wo1.be/jwe/2001/sintelooi1111/body1.htm
http://www.wo1.be/nl/nieuws/60391/nieuwpoort-eert-britse-en-commonwealth-soldaten-met-memoriaal
https://en.wikipedia.org/wiki/T._E._Hulme

Duits vliegveld te Handzame aangevallen

Sinds de Duitsers Handzame in handen kregen, op 20 augustus 1914, hebben ze zich daar stevig geïnstalleerd. Ze laten een vliegveld aanleggen en bouwen een munitiepark en een medische post.

Bij wijze van voorbereiding op de derde slag om Ieper (die op 31 juli 1917 begint), beschieten de geallieerden Handzame vanuit Elzendamme op 30 juli 1917. Vooral het vliegveld en de omgeving van het station krijgen het zwaar te verduren, waarbij een munitietrein de lucht ingaat. Ook huizen moeten klappen incasseren en daarbij vallen zestien burgerdoden.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

WW1 Pilots

Joeri Gilsjer sneuvelt nabij Tarnopol

JoeriGilsjer.jpgJoeri Vladimirovitsj Gilsjer is Russisch oorlogsvrijwilliger vanaf het begin van de oorlog in augustus 1914. Hij begint zijn militaire loopbaan als cavalerist, maar wordt piloot na een training op 21 oktober 1915. Op 20 november breekt een propeller zijn beide voorarmen als hij een vliegtuigmotor wil starten. Hij wordt een inspecteur in de Dux vliegtuigenfabriek nabij Moskou.

Na genezing krijgt hij een training in februari 1916 en vanaf maart 1916 maakt hij deel uit van het 7e luchtmachtdetachement met basis nabij Tarnopol. Op 10 mei 1916 haalt hij een Duits vliegtuig neer maar bij het landen raakt hij de controle kwijt en zijn voet moet worden geamputeerd. Voor zijn overwinning krijgt hij de Orde van Sint-Vladimir vierde klasse. Vanaf 13 November 1916 keert Joeri Gilsjer terug in actieve dienst als piloot. Hij krijgt de leiding van het 7e luchtmachtdetachement en gaat naar Frankrijk om een training te krijgen. Op 22 november 1916 is Joeri terug aan het Russische front.

Op 13 april 1917 haalt hij twee vliegtuigen neer, evenals op 15 mei. Tot dan was hij ad interim commandant van het 7e detachement. Als de commandant Ivan Orlov sneuvelt, wordt Joeri Gilsjer aangeduid als nieuwe commandant. Op 17 juli behaalt hij een nieuwe overwinning. In een brief beklaagt hij zich daags erna over de slechte staat van zijn Nieuwport-vliegtuig. Op 20 juli 1917 behaalt hij zijn laatste overwinning nabij Tarnopol. Samen met andere Russische piloten gaat hij een Duits eskader te lijf. In het daaropvolgende gevecht stort Gilsjer neer. Hij wordt begraven op 21 juli 1917.

Bronnen

https://en.wikipedia.org/wiki/Yury_Gilsher

 

Belgische ACM in Rusland

Dat er Belgen gevochten hebben in Rusland tijdens de tweede wereldoorlog, is zeer bekend. Dat er ook Belgen gevochten hebben in Rusland tijdens de eerste wereldoorlog, was nieuw voor mij. Maar in 1917 zijn er Belgische soldaten die aan de kant van de Russen vechten tegen het Duits en Oostenrijks-Hongaarse leger.

Deze Belgische soldaten zijn bekend onder de naam ACM korps. ACM staat voor Auto-Canons-Mitrailleuses en zijn gepantserde auto’s uitgerust met kanonnen en machinegeweren. In het begin van de oorlog vechten deze ACM aan het IJzerfront. Maar als de bewegingsoorlog verandert in een loopgravenoorlog, worden deze gepantserde wagens nutteloos. Op 22 september 1915 scheept het ACM korps in Brest in op de Engelse stoomboot Wray Castle om naar Archangelsk getransporteerd te worden, waar ze op 13 oktober 1915 aankomen. Van 1915 tot eind september 1917 vecht het ACM korps samen met het Russische leger in Galicië tegen de Duitsers en Oostenrijkers. Tijdens het Kerenski-offensief in juni en juli 1917 is het ACM ook te vinden in de eerste linies. Op 2 juli 1917 vecht het ACM korps mee in de slag om Koenioeki en op 21 juli 1917 is het korps betrokken in de slag om Kosov.

acm_2

bronnen
www.obsirocbel.com les-belges-en-russie.html
auto-satisfaction.be odyssee-des-autos-canons-belges-en-russie/
www.bel-memorial.org ukraine/ternopil/ternopil_memorial_ACM.htm

Open brief van de Frontbeweging

De Frontbeweging is een initiatief van een aantal Vlaamse intellectuelen die opkomen voor de rechten van de Nederlandstaligen in het Belgische leger waar vooral Franstaligen leiding geven. Op 11 juli 1917 publiceren ze een open brief aan koning Albert I. In die brief staat onder meer het volgende te lezen :

Vlamingen, gedenkt het Guldensporenfeest (op 5en Augustus, 1914)

Sire,

Vol vertrouwen in U die, bij het ingaan van den wereldoorlog, de Vlamingen aan het Guldensporenfeest herinnerde, komen wij tot U, wij, de Vlaamsche soldaten, het Vlaamsche leger, het leger dus van den Yzer, om U te zeggen wat wij lijden, waarom wij lijden, om U te zeggen dat we ons bloed voor ons land veil houden doch dat het niet mag dienen om de boeien van ons volk nauwer toe te halen maar om het vrij te laten ademen, vrij te laten leven.
We hebben geen vertrouwen in onze oversten die ons meer dan ooit tegengaan. De pers, die ons gedurig bekampt, wordt gesteund. We wantrouwen de regering die door ons gestemd, misbruik makend van haar gezag ons 85 jaar lang heeft bedrogen. In U alleen, 0 Koning geloven we nog: op 5  Augustus 1914, wist gij de Vlamingen aan te spreken, lijk het behoorde, als wilde ge aantonen dat we terecht op U mogen rekenen, zoals op den aanvoerder van het Vlaamsche leger in 1302. Gij staat hier te velde om recht en eer te verdedigen en zult dit nooit bewust dulden dat uw eigen onderdanen door hun en uw machthebbenden in die eer en dat recht gekrenkt worden. Ook daarom komen we U ter gelegenheid van het Guldensporenfeest om ons recht vragen.
Van af 1830, begon de lijdensgeschiedenis van het Vlaamsche volk. Ons volk is verachterd, verongelijkt, diep vervallen. In België is voor de Walen alles, voor de Vlamingen niets. We wilden dat de grondwet die zegde dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet, geen ijdel woord bleef ( .. )

De Vlaamse eisen konden samengevat worden als gelijke rechten na de oorlog. Voorts werden de Franse benoemingspolitiek, de tegenwerking van Vlaamse initiatieven, de censuur van de Vlaamse pers en de aanvallen tegen de Vlamingen in de Franstalige pers aangekaart. De brief had een grote impact en zorgde voor verontwaardiging. Ogenblikkelijk werd een klopjacht ingezet op de auteurs en zelfs op de bezitters ervan.

Frontbeweging_19170711.png

bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Frontbeweging
https://sites.google.com/site/debliedemaker/geschiedenis-1/koning-albert-i-en-de-taalproblemen-aan-het-IJzerfront
https://debliedemaker.wordpress.com/2014/03/16/taalproblemen-aan-het-IJzerfront/

 

Unternehmen Strandfest

De Britten denken al vanaf 1914 plannen uit om de Duitsers uit de Belgische kust te verdrijven. Pas in 1917, met de derde slag van Ieper, lijkt het moment daar om een landing op de Belgische kust uit te voeren. Deze landing krijgt de naam “Operation Hush” en wordt voorafgegaan door verkenningstochten door vliegtuigen en schepen om de doelen aan de Belgische kust in kaart te brengen.

Op 19 juni 1917 nemen de Duitsers enkele Britse soldaten krijgsgevangen tijdens een verkenningsopdracht. De Duitsers hebben nu door dat de Britten een landing op de Belgische kust plannen. Daarom plannen de Duitsers een tegenaanval onder de naam “Unternehmen Strandfest“. Vanaf Lombardsijde wordt op 10 juli 1917 om 5u30 de aanval ingezet op de smalle strook land aan de oostelijke oever van IJzer. Daarbij voeren Duitse vliegtuigen bombardementen uit. Matrozen van de gespecialiseerde Sturmabteilung vallen de Britse loopgraven aan. Uiteindelijk valt het Britse bruggehoofd in Duitse handen. De foto hieronder toont Britse krijgsgevangenen in Brugge op 11 juli 1917, daags na Unternehmen Strandfest.

Maar ook voor wie er niet bij is, is de aanval indrukwekkend. Joris Van Severen vermeldt in zijn dagboek het volgende :

Van 6 uur ’s morgens tot 1 uur van de nacht, zonder een seconde stilstand, bombardement van de Engelsen op de Duitse stellingen van Nieuwpoort. Hachelijk. Het horen alleen, op 5 km afstand, bemachtigt bang mijn ziel. En ’s avonds ben ik verwonderd. Dan zitten nog levende mensen in die poel ! Dan zijn er nog die de moed hebben fusees te werpen. En dan gaat het Engelse geschut erop los met obussen die wreedakelig en flakkerlaaiend met een geweldige gloed door de nacht branden en walmen. Dit is het wreedste en het afgrijselijkste dat ik gezien heb sinds deze oorlog.

Brugge_1917_0711_Strandfest.jpg

bronnen
https://en.wikipedia.org/wiki/Operation_Hush
http://www.zeeuwsarchief.nl/zeeuwse-verhalen/marinekorps-flandern-1914-1918/
Joris Van Severen, die vervloekte oorlog – dagboek 1914-1918, studiecentrum Joris Van Severen

 

de Ville de Liège in Britse dienst

Vanaf 21 juni 1917 tot en met 31 december 1918 staat de Belgische maalboot Ville de Liège onder het commando van het Britse ministerie van Oorlog en doet dar dienst als hospitaalschip. In deze periode maakt het schip talloze overtochten tussen Groot-Brittannië en het vasteland waarbij het 77.194 gewonden en 36.356 valide manschappen transporteert.

In de voorafgaande oorlogsjaren, onder meer tijdens de slag aan de Ijzer (1914), vervoerde het schip gewonden en allerhande materiaal waaronder munitie, tussen het onbezette gedeelte van de Belgische kust en Frankrijk. Later werden de gewonden per trein vervoerd.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

ville de liege 03

Een brief vanuit Wijtschate

De dag ervoor had kolonel Rowland Feilding geen tijd om te schrijven maar op 8 juni 1917 vertelt hij in een brief aan zijn vrouw over de verovering van de heuvelkam tussen Wijtschate en Mesen.

Na een bombardement dat zijn gelijke niet kent in de geschiedenis vielen wij gistermorgen om 3u10 de Duitsers aan en veroverden de heuvelkam Wijtschate-Mesen.

Onze brigade kreeg de naar verwachting moeilijkste taak van de dag toebedeeld : het veroveren van Wijtschate-dorp, dat in de handen was van de vijand sinds 1914. Volgens gevangenen die we de laatste tijd konden oppikken, verloren de Duitsers toen zoveel terrein dat de keizer uitdrukkelijk bevelen gegeven heeft om het dorp zeker te behouden.

Het dorp  bevindt zich op top van Mesen-heuvel. De borstweringen die we sinds september 1916 bezetten, lopen door de modderige velden ten westen ervan. Nu is de hele heuvel en de omgeving in onze handen, en ik schrijf deze brief terwijl ik in een open veld zit. Dat zou de voorbije dagen niet zo gezond geweest zijn.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

rowland-feilding

Rowland Feilding