de houthakkers van Orne

De Belgische militaire overheid zendt een tiental Vlaamsgezinde frontsoldaten naar het Normandische plaatsje Orne. Als straf voor hun idealen moeten ze er maandenlang bomen omhakken voor het Belgische leger en voor lokale bosontginners, samen met dienstweigeraars en gevangen Duitsers. Ze gaan de geschiedenis in als “de houthakkers van Orne”.

Het Belgische leger beschouwt deze zware arbeid als een administratieve regel waartegen geen beroep mogelijk is.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Houthakkers-strafcompnie-aan-de-Orne-3

Renaat De Rudder sneuvelt

Schoten afgevuurd door Belgische militairen treffen Renaat de Rudder op 17 december 1917 terwijl hij een verkenningsopdracht maakt door de frontzone. Wat later sterft hij aan de opgelopen verwondingen in een militair hospitaal.

Renaat_De_RudderVier dagen nadien wordt hij begraven op het militair kerkhof van Westvleteren. Zijn stoffelijke resten blijven daar tot ze op 21 juli 1932 tijdens de dertiende Ijzerbedevaart worden bijgezet in de crypte onder de Ijzertoren. Renaat De Rudder is dan uitgegroeid tot een van de symbolen van de Vlaamse beweging.

Renaat de Rudder, geboren in Oostakker, meldde zich kort na het begin van de oorlog als vrijwilliger. Aan het front beschreef hij de situatie van de Vlaamse soldaten in het vooral door Franstalige officieren gedomineerde leger. Zijn inzet voor de Frontbeweging werd hem dan ook niet in dank afgenomen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

 

 

Open brief van de Frontbeweging

De Frontbeweging is een initiatief van een aantal Vlaamse intellectuelen die opkomen voor de rechten van de Nederlandstaligen in het Belgische leger waar vooral Franstaligen leiding geven. Op 11 juli 1917 publiceren ze een open brief aan koning Albert I. In die brief staat onder meer het volgende te lezen :

Vlamingen, gedenkt het Guldensporenfeest (op 5en Augustus, 1914)

Sire,

Vol vertrouwen in U die, bij het ingaan van den wereldoorlog, de Vlamingen aan het Guldensporenfeest herinnerde, komen wij tot U, wij, de Vlaamsche soldaten, het Vlaamsche leger, het leger dus van den Yzer, om U te zeggen wat wij lijden, waarom wij lijden, om U te zeggen dat we ons bloed voor ons land veil houden doch dat het niet mag dienen om de boeien van ons volk nauwer toe te halen maar om het vrij te laten ademen, vrij te laten leven.
We hebben geen vertrouwen in onze oversten die ons meer dan ooit tegengaan. De pers, die ons gedurig bekampt, wordt gesteund. We wantrouwen de regering die door ons gestemd, misbruik makend van haar gezag ons 85 jaar lang heeft bedrogen. In U alleen, 0 Koning geloven we nog: op 5  Augustus 1914, wist gij de Vlamingen aan te spreken, lijk het behoorde, als wilde ge aantonen dat we terecht op U mogen rekenen, zoals op den aanvoerder van het Vlaamsche leger in 1302. Gij staat hier te velde om recht en eer te verdedigen en zult dit nooit bewust dulden dat uw eigen onderdanen door hun en uw machthebbenden in die eer en dat recht gekrenkt worden. Ook daarom komen we U ter gelegenheid van het Guldensporenfeest om ons recht vragen.
Van af 1830, begon de lijdensgeschiedenis van het Vlaamsche volk. Ons volk is verachterd, verongelijkt, diep vervallen. In België is voor de Walen alles, voor de Vlamingen niets. We wilden dat de grondwet die zegde dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet, geen ijdel woord bleef ( .. )

De Vlaamse eisen konden samengevat worden als gelijke rechten na de oorlog. Voorts werden de Franse benoemingspolitiek, de tegenwerking van Vlaamse initiatieven, de censuur van de Vlaamse pers en de aanvallen tegen de Vlamingen in de Franstalige pers aangekaart. De brief had een grote impact en zorgde voor verontwaardiging. Ogenblikkelijk werd een klopjacht ingezet op de auteurs en zelfs op de bezitters ervan.

Frontbeweging_19170711.png

bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Frontbeweging
https://sites.google.com/site/debliedemaker/geschiedenis-1/koning-albert-i-en-de-taalproblemen-aan-het-IJzerfront
https://debliedemaker.wordpress.com/2014/03/16/taalproblemen-aan-het-IJzerfront/

 

makkers rouwen om Firmin Deprez

Firmin Deprez was samen met Joris Lannoo (de latere uitgever) ingedeeld bij het 6e linieregiment in de sector Noordschote. Hun compagnieën lagen vlak naast elkaar. ALs student in de rechten werd Firmin Deprez eens opgeroepen om een andere soldaat te verdedigen voor de krijgsauditeur. Inzake de Vlaamse taalkwestie was Firmin duidelijk wat radicaler dan Lannoo. Begin april 1916 had hij Jeroom Leuridan opgezocht in de sector Pervijze, niet zo ver van dez beruchte petroleumtanks in Diksmuide. Leuridan noteerde op 13 april 1916 in zijn dagboek dat er aan en achter het front heel wat commotie was bij de Vlaamse soldaten. Er was toen al veel beweging onder de Vlamingen aan het front, maar nog geen volwaardige ‘frontbeweging’.

FirminDeprez1916In mei 1916 zijn de Duitsers extra actief aan het Ijzerfront en elders in België. Met hun gedurige aanvallen willen ze de geallieerde soldaten vastpinnen en voorkomen dat ze de Fransen versterkingen kunnen sturen nu die in Verdun zwaar onder vuur liggen.

Op 20 mei 1916 heeft Firmin Deprez nog een vergadering in Izenberge met aalmoezeniers en brancardiers. Daar wordt op aandringen van Firmin een tekst opgesteld met de titel Wat Vlaamsche studenten kunnen doen. Het is een oproep om de actie niet uit te stellen tot de oorlog voorbij is, er moet nu al gewerkt worden. Daar is Firmin rotsvast van overtuigd. Op die vergadering wordt zijn allerlaatste foto genomen, die we aan deze pagina toevoegen.

In de nacht van 21 op 22 mei 1916 sneuvelt Firmin door de kogel van een Duitse scherpschutter. Voor Joris Lannoo is dit een harde slag. Hij herinnert zich Firmin als ‘een wandelende apostel voor allen : zijn godsvrucht, zijn Vlaamse overtuiging en verantwoordelijkheidsgevoel als bevelvoerder van een infanteriepeloton, mochten allen tot voorbeeld en bevinding strekken. Hij was de man van de rechte lijn op elk gebied en al de soldaten waren vol achting voor hem’.

Op de begrafenis in Oostvleteren dagen ook vele studiegenoten uit Leuven op, waar Firmin rechten had gestudeerd. Joris Lannoo is er niet bij omdat hij zijn sector aan de Ieperlee niet kan verlaten. De pers achter het front bericht vanaf 26 mei 1916 uitvoerig over de dood van Firmin Deprez. Daarnaast zetten verschillende studiekringen hun schouders onder Heldenhulde, een initiatief voor gesneuvelde Vlaamse soldaten dat Joris Lannoo van bij het begin steunt en waarvoor hij zich actief zal inzetten.

bron : Romain Van Landschoot, een Vlaamse viking aan het front, Lannoo