gasaanval in Nieuwpoort

Dokter Lievens noteert het volgende in zijn dagboek met datum 8 april 1918 :

’s Nachts moeten twee raids plaatsvinden : een door de 1e karabiniers en een door mijn regiment in Sint-Joris waar ik een eerste verpleegpost moet installeren. Omstreeks 23u regent het Duitse gasgranaten over Nieuwpoort, zeker tot 10 uur.

Om 2 uur moet ik me door de stikwalm naar mijn post in Sint-Joris begeven. Ik hou mijn gasmasker klaar en snuif eerst een beetje de lucht op om te weten of het nodig is het op te zetten. Me dunkt dat de geur niet doordringend is en ik gerust kan doorstappen.

In Sint-Joris slagen onze mannen erin een mitrailleur buit te maken en ze komen ongedeerd terug, uitgenomen de aalmoezenier Franco de Wyels die een wonde aan de rechterarm met beenbreuk heeft opgelopen en die ik ter plaatse verzorg. Ondertussen hebben de Duitsers Nieuwpoort opnieuw met gas bestookt. Rond 8 uur komen enkele mannen naar mijn post met vergiftigingsverschijnselen. Na een eerste verzorging stuur ik hen door naar het hospitaal. Steeds nieuwe ongelukkigen komen er aan met roddelende ogen en bloedfluimen hoestend, maar ik doe mijn werk voort zonder iets te voelen.

Rond 14 uur voel ik een prikkeling aan mijn ogen en wellen er enige tranen op. Ik hecht er niet veel belang aan en werk verder. Meer dan tweehonderd soldaten heb ik op dat ogenblik naar het hospitaal doorgestuurd. De prikkeling op mijn ogen wordt pijnlijk en het is alsof er een waas, een lichte rook voor het gezicht zweeft. Ik heb niet veel tijd om eraan te denken want steeds nieuwe slachtoffers komen aan. Omstreeks 16 uur zie ik bijna niets meer. Mijn hoofd begint te gloeien en mijn oogleden knipperen krampachtig. Dan begin ik te braken en ik voel me zo doodmoe dat ik mij moet laten vallen en zo blijf doorsukkelen. Om 18 uur is elk slachtoffer geëvacueerd en laat ik me meenemen in een wagen die me naar het hospitaal de Oceaan in De Panne brengt. Ik word er helemaal ontkleed en gewassen. Ze verzorgen mijn ogen en stoppen me in bed.

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo
Onderstaande tekening komt uit de stripreeks Moeder Oorlog.

MoederOorlog_19180408

de loopgraven van Thomas Ernest Hulme

T_E_HulmeAf en toe gebeurt het dat ik een gebeurtenis niet dag op dag 100 jaar later op deze blog vermeld. Bij sommige gebeurtenissen ben ik dan liever iets te laat dan dat ik het helemaal niet vermeld. Zo’n gebeurtenis is de dood van Thomas Ernest Hulme, gestorven in Oostduinkerke op 28 september 1917.

Thomas Hulme studeert in 1904 aan de universiteit van  Cambridge waar hij tot twee maal toe wegens onbehoorlijk gedrag wordt geschorst. In 1906 en 1907 werkt hij op boerderijen en houtzagerijen in Canada. Als hij terugkeert naar Groot-Brittannië, vertaalt hij het werk van Henri Bergson waarvoor hij de nodige erkenning krijgt.

In 1914 wordt hij als vrijwilliger ingelijfd in het Britse leger. Hij raakt gewond in 1916 en keert terug naar het front in 1917. Daar wordt hij 4 dagen na zijn 34e verjaardag door een Duitse obus in stukken gereten in Oostduinkerke, nabij Nieuwpoort. Blijkbaar was hij te zeer in gedachten verzonken om te schuilen voor de obus die de anderen wel hadden horen aankomen.

De tekening hieronder is van Ivan Petrus Adriaenssens en komt uit de graphic novel “Afspraak in Nieuwpoort”.

AfspraakInNieuwPoort_TEHulme

 

 

Trenches : St Eloi

Over the flat slope of St Eloi
A wide wall of sand bags.
Night,
In the silence desultory men
Pottering over small fires,
Cleaning their mess-tins;
To and fro, from the lines,
Men walk as on Picaddilly,
Making paths in the dark,
Through scattered dead horses,
Over a dead Belgian’s belly.

The Germans have rockets.
The English have no rockets.
Behind the line, cannon,
hidden, lying back miles.
Before the lines, chaos.

My mind is a corridor.
The minds about me are corridors.
Nothing suggests itself.
There is nothing to do but keep on.

Thomas Ernest Hulme

Loopgraven : Sint-Elooi

Over de glooiing van Sint-Elooi
een zandzakkenwal.
Nacht,
en in de stilte maken linkerhanden
iets boven een vuurtje,
men spoelt een gamel om
van stelling naar stelling en terug
loopt men als op Piccadilly,
maakt men paden in het donker,
tussen hopen dood paard door,
over de dode buik van een Belg heen.

Jerry heeft mortieren.
Tommy heeft geen mortieren.
Achter de linie geschut,
verstopt, mijlen van hier.
Voor de linie chaos.

Ik ben een smalle strook grond.
Men is een smalle strook grond.
Niets oppert zichzelf.
Er valt niets te doen dan door te blijven gaan.

Vertaling : Benno Barnard.

bronnen
http://www.firstworldwar.com/poetsandprose/hulme.htm
https://www.theguardian.com/books/2011/oct/10/poem-of-the-week-t-e-hulme
http://archief.wo1.be/jwe/2001/sintelooi1111/body1.htm
http://www.wo1.be/nl/nieuws/60391/nieuwpoort-eert-britse-en-commonwealth-soldaten-met-memoriaal
https://en.wikipedia.org/wiki/T._E._Hulme

Ten oorlog op Een : langs de frontlijn van Nieuwpoort tot Gallipoli

De westelijke frontlijn van de eerste wereldoorlog ging van Nieuwpoort tot Gallipoli (Turkije). Die frontlijn is langer dan 2.700 kilometer en wordt terug bewandeld door Arnout, die we nog kennen van “te voet naar Santiago de Compostela”. Vanaf maandag 8 april kunnen we dagelijks zijn wandeltocht volgen langs streken waar jammer genoeg miljoenen soldaten en burgers hun leven verloren.

Meer informatie kan je vinden op http://www.een.be/programmas/ten-oorlog/het-programma

tenOorlog