de laatste mars van Louis Barthas

Het dagboek van Louis Barthas heb ik wat over het hoofd gezien. Maar zijn laatste mars dateert al van einde maart 1918.

Na tien uur marcheren zonder een lange rustpauze kwamen we om vier uur ’s middags in een dorp, Auve geheten. We werden ondergebracht in houten barakken. Toen ik aankwam, zakte ik als een zoutzak in elkaar zonder dat ik nog de kracht had mijn uitrusting af te doen. Kameraden moesten me helpen om mijn ransel van mijn pijnlijke schouders te halen.

De kapitein kwam zeggen dat we vroeg moesten gaan slapen want dat de mars de volgende dag nog langer zou zijn. Dit weinig bemoedigende nieuws bracht me ertoe naar de dokter te gaan om te vragen of ik de volgende dag vrijgesteld kon worden van het dragen van mijn ransel. Toen ik aankwam, was de arts net klaar met zijn consulten. Hij werd razend toen hij me zag.

  • Alweer een ! Waarom kom je niet vroeger ?
  • Majoor, ik kon mijn kameraden niet bijhouden. Ik ben net in Auve aangekomen.
  • Luister, zei hij tegen de korporaal-verpleger, evacueer die daar maar. Hij zal ons elke dag komen vervelen ook al ben ik overtuigd dat hij niet ziek is. Alleen, je moet je van dit soort luilakken ontdoen?

In mijn eigen belang moest ik zwijgen en me van de domme houden. Maar geprikkeld antwoordde ik :”Majoor, sinds 1914 ben ik nooit geëvacueerd geweest maar nu ben ik aan het eind van mijn krachten.”.

“Ik ook,”, tierde de dokter, “ik ben hier sinds 1914 ! Ik ben in België geweest en overal. En ik blijf !”.

Hij vroeg me zelfs niet wat ik had. Tegen de soldaat-schrijver die vroeg wat hij op mijn fiche moest zetten, zei hij :”Hij mankeert niets. Zet erop wat je wilt.”. Toen draaide hij zich naar me om :”Zorg dat je hier binnen twintig minuten met je spullen bent want anders laat ik je niet evacueren. Begrepen ?”.

Louis Barthas neemt daarop afscheid van zijn kameraden en geeft hun nog zijn tabak en een deel van de brandewijn. Hij kan overnachten in een veldhospitaal en vertrekt op 6 april 1918 naar Châlons-sur-Marne. Daar wordt vastgesteld dat Barthas een longziekte heeft. Vanaf 21 april tot 8 juni 1918 is hij in het hospitaal van Bourgoin.

bron : Louis Barthas, oorlogsdagboeken 1914-1918

De tekening hieronder is van Georges Bruyer, getiteld “soldat blessé”.

bruyer_soldat_blesse_1

Tsjechische opstand in Chelyabinsk

Tsjechische opstand in Chelyabinsk

Het Tsjechisch legioen bestaat uit voormalige Tsjechische en Slowaakse soldaten van het Kaiserliche und Königliche (K.u.k.) Armee die de kant hebben gekozen van het tsaristische Rusland. Met de vrede van Brest-Litovsk ondertekend door de Duitsers en de Russische bolsjewieken valt de oorlog aan het oostfront stil. In plaats daarvan komt er een Russische burgeroorlog waarbij het Tsjechisch legioen zich neutraal verklaart. Dit legioen wil niet liever dan naar hun geboorteland teruggaan om voor de onafhankelijkheid te vechten. In totaal gaat het om ongeveer 50.000 soldaten. De geallieerden stellen dit legioen voor om hen via Vladivostik te repatriëren. Dit vraagt een hele hoop treinen en de nodige goede wil vanwege de bolsjewieken.

Op 14 mei 1918 stopt een trein met soldaten van het Tsjechisch legioen in Chelyabinsk. Terzelfdertijd stopt er een trein met voormalige Oostenrijks-Hongaarse krijgsgevangenen die de bolsjewieken willen inruilen voor Russische krijgsgevangenen. Hongaarse soldaten roepen uitdagen naar de Tsjechen, die beginnen scheldwoorden terug te roepen en een Hongaar gooit een of andere granaat naar de Tsjechen. Die halen de Hongaar bij zijn kameraden weg en lynchen hem. Daarop arresteren de bolsjewieken de Tsjechische soldaten verantwoordelijk voor de lynchpartij.

Het gaat van kwaad naar erger. De Tsjechen gaan naar de gevangenis van Chelyabinsk, bevrijden hun kameraden en nemen de wapens van het plaatselijke garnizoen in beslag. Als dit nieuws Moskou bereikt, sturen de bolsjewieken een telegram naar Chelyabinsk met de eis voor het Tsjechische legioen om de wapens neer te leggen. Het legioen gaat hier niet op in.

Op 23 mei 1918 krijgen de plaatselijke sovjets van Chelyabinsk het bevel om het Tsjechische legioen te ontwapenen. Maar de Tsjechen controleren gans de stad en krijgen het telegram dus als eerste te zien. Op 25 mei 1918 vaardigt Trotsky een bevel uit om de Tsjechen die de wapens niet neerleggen, neer te schieten. Deze orders lekken ook uit bij het Tsjechische legioen. Daarop beslissen ze om hun weg naar Vladivostik verder te zetten met geweld als het moet. Ze nemen de controle over van de Transsiberische spoorlijn. Een gevolg hiervan is dat de ganse tsaristische familie geëxecuteerd wordt door de bolsjewieken als het Tsjechische legioen op weg is naar Ekaterinburg.

bronnen
Michael Neiberg & David Jordan, the eastern front 1914-1920, Amber Books
http://czechlegion.com/TheCzechLegion/Introduction.html
https://sovietjournal.wordpress.com/2011/05/03/the-czech-legion-1/

CzechLegion_ArmouredTrain

 

 

Belgische eerste minister neemt ontslag

In België dient Charles de Brocqueville op 24 mei 1918 zijn ontslag in als eerste minister. Aan de basis van het ontslag ligt het ongenoegen van de regering over de rol die de koning speelt in de oorlogvoering. Enkele feiten ter illustratie : ongeveer een maand voor dit ontslag weigerde de koning in te gaan op de vraag van de Franse president en diens opperbevelhebber om alle geallieerde troepen onder één gezag te plaatsen. De koning beschouwt zichzelf  als opperbevelhebber van het Belgische leger, ook al gaat dat ten nadele van een gezamenlijke geallieerde aanpak. De burgerlijke regeringsleden zijn eveneens misnoegd omdat de koning eerder zonder hun advies een nieuwe stafchef heeft benoemd.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Charles_de_Brocqueville

de Moldavia zinkt

De Duitse onderzeeër UB-57 torpedeert op 23 mei 1918 in het kanaal de SS Moldavia die met negenhonderd Amerikaanse soldaten onderweg is naar Londen. Veel opvarenden raken aan boord van schepen in de nabijheid maar 56 manschappen laten het leven, ofwel door de torpedo ofwel door verdrinking op de lagere dekken.

De Moldavia was oorspronkelijk eigendom van P&O maar in 1916 kocht de Britse admiraliteit het aan. Het wrak, blijkbaar in behoorlijke staat, ligt op een diepte van ongeveer 30 meter.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://americanlegion142.org//andrew-blackwell/the-sinking-of-the-rms-moldavia/

RMS_Moldavia

 

de piloot met de Edelweiss

de piloot met de Edelweiss

Als stripliefhebber plaats ik hier graag tekeningen uit stripverhalen die te maken hebben met de Groote Oorlog. Een van mijn favorieten is de stripreeks “de piloot met de Edelweiss”. Via Google ben ik op een blog uitgekomen waaruit blijkt dat er echt een piloot is geweest die een vliegtuig had getooid met de Edelweiss.

De echte piloot met de Edelweiss heette Otto Kissenberth. In 1914 biedt deze ingenieur zich aan als vrijwilliger voor de Duitse luchtmacht. Tegen het einde van dat jaar heeft hij zijn training achter de rug en wordt ingedeeld bij de Fliegerabteilung 8b van Beieren. Op 21 maart 1915 raakt hij zwaar gewond in een luchtgevecht boven de Vogezen. In juli 1915 vliegt hij bij de Fliegerabteilung 9b boven de Vogezen en Italië.

In 1916 zit hij bij de Kampfeinzitserkommando (KEK) Ensisheim. Deze KEK formaties zijn de voorgangers van de Jagdstcffel of Jasta. Hier behaalt Kissenberth 3 overwinningen. In de zomer van 1917 zit hij bij de Jasta 16b en haalt hij een observatieballon en 2 Engelse vliegtuigen neer. Hij vliegt in een Albatros D.V getooid met een Edelweiss. Vanaf 4 augustus 1917 leidt hij de Jasta 23b. Op 15 mei 1918 behaalt hij zijn 19e overwinning. Twee weken later stort hij aan boord van het vliegtuig met de Edelweiss neer.

Hij is zwaargewond en eindigt de oorlog als commandant van de pilotenschool in Schleissheim (Oostenrijk). Als piloot met negentien erkende overwinning is hij ook drager van het “Pour le mérite”, de hoogste Duitse militaire onderscheiding. Op 3 augustus 1919 sterft hij in de Beierse alpen tijdens een bergbeklimming.

PilootEdelweiss02

bronnen
http://icaruswings.unblog.fr/albatros-d-v-edelweiss-otto-kissenberth-recherches-2/

https://en.wikipedia.org/wiki/Otto_Kissenberth

slecht nieuws voor Herbert Sulzbach

Op 18 mei 1918 is Herbert Sulzbach voor de laatste dag in Lemé, departement Aisne, Frankrijk. Hij krijgt via een soldaat die terug komt uit verlof een brief van zijn ouders.

Ik kan het nieuws niet geloven : Kurt Reinhardt is dood ! Ik heb nooit eerder in de oorlog geweend maar die dag heb ik wel geweend. Ik had nooit een betere vriend. Hij was zo’n wijze en hartelijke man, en zo vaak enthousiast. Ik heb samen met hem in 1914 de kazerne verlaten, we hebben samen onze vuurdoop doorstaan. We verstonden mekaar vanaf het eerste moment en we waren echt zielsverwanten. We deelden alles en als we van mekaar gescheiden waren, zochten we mekaar ook, in welke uithoek van het front ook ofwel aan het thuisfront als we beiden verlof haden. Hoe fier was hij in zijn laatste brief vlak na zijn luchtoverwinning, en enkele dagen later is deze trouwste vriend zelf gesneuveld. Ik denk aan zijn arme moeder die zowel haar man als haar enige zoon nu kwijt is.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

Sulzbach_19180518

Gevechten om Loker

Van bij de aanvang van de oorlog tot aan het Duitse lenteoffensief is Loker (Heuvelland) in geallieerde handen. Op 25 april 1918 slagen Duitse eenheden erin om het dorp te veroveren, maar de geallieerden vechten terug. In de week na 20 mei 1918 verjagen de Fransen de Duitsers tweemaal maar even vaak nemen de Duitsers weer bezit van het dorpje.

Vanaf 20 mei 1918 winnen de geallieerden geleidelijk terrein in Loker. De felste gevechten nemen plaats in de omgeving van het klooster. Maar het zal nog duren tot de eerste week van juli 1918 eer het helemaal – en ditmaal definitief- in geallieerde handen is.

In de kaart hieronder staat Loker (Locre in het Frans) in het okergeel aangeduid met als cijfer 27.  Dat cijfer verwijst naar 27 april 1918, dag waarop de Duitsers het dorpje in handen kregen,

Loker_1918

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://artois1418.skyrock.com/carte-de-la-bataille-de-la-Lys.html

 

Vijfde overwinning voor Willy Coppens

Zondag 19 mei 1918. Het is mooi weer. Willy Coppens vliegt naar Houthulst waar een Duitse observatieballon hangt en die is hij van plan neer te schieten. Als het hem lukt, zal dat zijn vijfde luchtzege zijn, en vijf luchtzeges is wat er in de Belgische luchtmacht vereist is om zich een “aas” te mogen noemen. Coppens is niet alleen. Bij zich heeft hij een stel vliegtuigen van het eskader die hem moeten beschermen tegen Duitse jachtvliegtuigen.

Ze naderen de frontlinie bij Diksmuide en daar zien ze een vijandelijke vliegtuigpatrouille koers zetten naar het zuiden. Coppens en zijn escorte zwenken naar hen toe. De Duitse vliegtuigen lijken niet geïnteresseerd in een gevecht maar blijven gewoon doorvliegen. Hij ziet de ballon. De rookwolken van de luchtafweer laaien op in de lucht.

Om 9u45 duikt Coppens naar de ballon en schiet hem in brand. Als hij landt, wordt hij ogenblikkelijk omringd door de andere piloten die hem willen feliciteren. Later die dag worden hij en een van de andere piloten van het eskader opgeroepen bij het hoofdkwartier in Houthem waar het hoofd van de Belgische luchtmacht hem officieel feliciteert met het bereiken van de status “aas”. Als Coppens terugkomt, gaat hij rond half zeven mee op patrouille boven de frontlinies.

bronnen
Peter Englund, de schoonheid en het verdriet van de oorlog, Spectrum
http://www.forumeerstewereldoorlog.nl/wiki/index.php/Willy_Coppens

WillyCoppens_19180519

 

Don republiek uitgeroepen

De Don-kozakken roepen op 18 mei 1918 hun eigen republiek uit onder de naam Don. Terwijl de Russische burgeroorlog woedt, tijdens de implosie van het keizerrijk, vullen zij zo het machtsvacuüm in de provincie Donvojsko.

In 1920 maken de bolsjewieken korte metten met de jonge republiek. Ze wordt een onderdeel van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Donrepubliek_1918

de vier vliegeniers

Sergeant-vlieger Marcel Ciselet uit Antwerpen komt op 17 mei 1918 om het leven in een luchtgevecht tijdens een verdedigingsopdracht. Eerder was hij ook al eens krijgsgevangen genomen maar hij was kunnen ontsnappen.

Bijzonder tragisch en merkwaardig is dat zijn drie broers eveneens verongelukken in een vliegtuig. Robert, ook sergeant-vlieger, sneuvelt in 1917 tijdens een luchtgevecht bij Adinkerke. Maurice, adjudant-vliegenier, wordt in 1922 dodelijk gewond tijdens een ongeval in bevolen dienst. Charles ten slotte raakt tijdens de oorlog drie maal gewond bij luchtgevechten, maar sterft in 1931 als luitenant-vliegenier tijdens een ongeval op de luchthaven van Deurne.

De beide ouders overleven hun vier zonen.

De foto hieronder vermeldt 18 mei 1918 als sterfdatum, maar in de vermelde bronnen wordt telkens 17 mei 1918 als datum van overlijden vermeld.
bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://www.hangarflying.eu

MarcelCiselet_19180518