Akkoord over uitwisselen van bevolking

Nu de oorlog tussen Grieken en Turken beëindigd is met een Turkse overwinning, wil men de rust doen weerkeren. En een multiculturele samenleving wordt niet geacht een goede basis te zijn. In een verdrag, apart van het Vredesverdrag van Lausanne, komen Eleftherios Venizelos en Mustafa Kemal op 30 januari 1923 in Lausanne de Conventie inzake de uitwisseling van Griekse en Turkse bevolkingen overeen.
De uitwisseling is in feite een voortzetting van eerdere bevolkingsuitwisselingen gedurende de Eerste Balkanoorlog van 1912 en is gebaseerd op religie, niet op taal. Christenen moeten Turkije verlaten en Moslims moeten uit Griekenland vertrekken.
Ten tijde van de inwerkingtreding van het verdrag op 1 mei 1923 is het grootste gedeelte van de twee miljoen betrokkenen al gevlucht. De overgebleven groepen die daadwerkelijk uitgewisseld worden, zijn 200.000 Grieks-Orthodoxen uit Centraal-Anatolië en de Pontus enerzijds en ongeveer 350.000 Turkse en Griekse moslims uit Kreta en Grieks Macedonië anderzijds.
De Grieken uit het Ionische kustgebied rond Smyrna (Izmir), zo’n 900.000 man, zijn al voor de uitwisseling gevlucht.

Beide landen krijgen in korte tijd te maken met een grote instroom van vluchtelingen die opgevangen moeten worden. Ze krijgen meestal dorpen toegewezen van al dan niet gedwongen gevluchte inwoners, zo vestigden zich veel Griekse moslims uit Kreta in het gebied rond Izmir (Smyrna), terwijl Griekse christenen uit Smyrna huizen verkregen op Kreta.

bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Bevolkingsuitwisseling_tussen_Turkije_en_Griekenland

het proces van de zes

Nu de Grieken de oorlog tegen de Turken verloren hebben, worden er zondebokken gezocht. De oorlog gestart in 1919, is geëindigd in september 1922 met de inname van Smyrna (nu Izmir). Honderdduizenden Griekse inwoners uit Klein-Azië zijn gevlucht over zee om aan de oprukkende Turken te ontsnappen. De pro-royalistische regering in Athene verliest de controle over de situatie.

Anti-royalistische groepen komen in opstand tegen de regering en er vindt een militaire staatsgreep plaats in Athene en de Egeïsche eilanden. De kolonels Nikolaos Plastiras en Stylianos Gonatas vormen op 11 september 1922 een revolutionair comité dat de troonsafstand eiste van koning Constantijn. Ze eisen ook het aftreden van de regering en de bestraffing van degenen die verantwoordelijk zijn voor de militaire ramp. Op 13 september treedt koning Constantijn af ten gunste van zijn eerstgeboren zoon, George. De ministers van de regering worden gearresteerd en de nieuwe koning stemt in met een nieuwe regering.

Op 12 oktober 1922 richt de junta een buitengewoon militair tribunaal  op, dat op 31 oktober bijeenkomt en een proces van twee weken uitvoert waarin de vijf hoogste leden van de omvergeworpen regering ( Dimitrios Gounaris , Georgios Baltatzis , Nikolaos Stratos , Nikolaos Theotokis en Petros Protopapadakis ) en generaal Georgios Hatzianestis (laatste opperbevelhebber van de Klein-Azië-campagne) worden berecht wegens hoogverraad, veroordeeld en ter dood veroordeeld. Ze worden geëxecuteerd een paar uur nadat het vonnis is uitgesproken en vóór de publicatie ervan op 28 november 1922. Twee beklaagden, admiraal Michail Goudas en generaal Xenophon Stratigos , krijgen levenslang.

Volgens het verdict hebben de zes met hun beslissingen tijdens de oorlog tegen de Turken de nationale belangen geschaad en de betrekkingen met de geallieerden onder druk gezet , waardoor het land naar de nederlaag is geleid.

In 1932, tijdens een toespraak in het parlement, zal premier Venizelos toegeven dat de slachtoffers inderdaad niet schuldig waren “wegens verraad”, maar hij wil geen enkele revolutionaire officier van de militaire tribune veroordelen, omdat ze handelden in patriottische en deugdzame manier. In 2010 vernietigen de Griekse rechtbanken de veroordelingen wegens nieuw bewijs en verwerpen ook de aanklachten wegens hoogverraad voor de zes.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Trial_of_the_Six

De bank van de beschuldigden : van links naar rechts, Goudas, Baltatzis, Stratigos, Gounaris, Stratos, Theotokis, Protopapadakis

politieke crisis in Griekenland

De tegenvallende militaire resultaten in de Turk-Griekse oorlog zorgen voor een politieke crisis in Griekenland. De eerste minister Dimitrios Gounaris overleeft op 11 mei 1922 ternauwernood een vertrouwensstemmingen het Griekse parlement waarbij zijn regering maar één stem op overschot heeft. Het uitstel is van korte duur : daags erna valt de regering dan toch nog.

Dimitrios Gounaris s evenwel geen onervaren politicus. In 1915 was hij al eerste minister geweest. In 1917 voelt hij zich genoodzaakt in ballingschap te gaan omdat hij eerder voorstander is van neutraliteit tijdens de Groote Oorlog. Die ballingschap duurt tot 1920 waarna hij terug op de politieke voorgrond treedt. Het duurt nog tot maart 1921 voor hij eerste minister wordt. Hij staat dan ook achter de Griekse offensief in Turkije. In het begin boeken de Grieken nog successen maar ze worden gestopt voor Ankara in de zomer van 1921. Als het tij keert, zoekt Gounaris steun bij de Britten. Die geven niet thuis en het kost Gounaris zijn kop. In mei 1922 is het nog figuurlijk als hij het premierschap verliest. Maar als de Griekse nederlaag in Turkije volledig is, en er komt een eind aan duizenden jaren Griekse aanwezigheid in Klein-Azië, dan wordt hem samen met andere politieke verantwoordelijken de rekening voorgelegd in de vorm van een proces. Op 28 november 1922 wordt Gounaris gefusilleerd.

bronnen

https://en.wikipedia.org/wiki/Dimitrios_Gounaris
https://en.wikipedia.org/wiki/May_1922#May_12,1922(Friday)

Dimitrios Gounaris


de overtocht naar Constantinopel

We vinden Hans Tröbst terug in Varna, Bulgarije, aan de Zwarte Zee. Het was zijn bedoeling om zich aan te sluiten bij het Witte leger van generaal Wrangel. Maar door de verovering van de Krim door het Rode leger kan daar geen sprake meer van zijn. Door geldgebrek zit Hans Tröbst nu vast in Varna waar hij in een cementfabriek werkt om geld te sparen. Met dat geld wil hij een ticket kopen om aan boord van een schip de Zwarte Zee over te steken om zich aan te sluiten bij het Ottomaanse leger. Er is echter één groot probleem : Bulgarije is bezet door de geallieerden en een Duitse officier zal zeker worden gearresteerd, ook als hij zich in burger wil aansluiten bij de legers van Kemal Atatürk. In het boek “Band 8 : vom Baltikum zu Kemal Pascha” lezen we het volgende.

Zo waren we aan de 12e januari 1921 aangekomen. Als om me uit de dagen brachten de kranten dagelijks lange artikels over Kemal Pasja en zijn getrouwen. Aan de overkant in Anatolië werd wereldgeschiedenis gemaakt en ik zat hier in Varna om zand te zeven ! Morgen is het Russisch nieuwjaar en dan wordt er zowiezo niet gewerkt en dan zal ik de gelegenheid hebben om met Astadsjov erop uit te trekken. Maar dan zei een stemmetje in mij :”Laat dat uitgaan maar even wachten, ga liever deze avond naar Serafimov. Er hangt iets in de lucht.”. Ik had zijn huis snel terug gevonden en werd ontvangen door een dame die zich voorstelde als de stiefmoeder van kapitein Serafimov. om half 9 kwam de kapiteit eindelijk thuis en ik vroeg hem opnieuw om me op zijn zeilschip mee te nemen naar Constantinopel. Maar het was tevergeefs. Hij legde in het lang en het breed uit waarom hij me niet kon meenemen en beëindigde zijn uiteenzetting met de woorden :”En zelfs als ik het zou willen doen, dan zou het nog te laat zijn voor u want ik vertrek al deze avond om 10 uur.”.

Ik hoorde eigenlijk alleen maar dat hij diezelfde avond om 10 uur zou vertrekken. Daarmee wist ik voldoende. Het was dus nu of nooit. Ik nam snel afscheid van de kapitein, spurtte door de stad, kocht nog twee broden en wat spek en thuis schrijf ik snel een afscheidsbrief voor mijn werkgever. Ik stopte snel wat spullen in mijn koffer en vertrok weer. Omdat ik wist dat het kantoor van politie en douane continu bezet was, ging ik tot aan de marinekazerne om dan via het strand langs de vissersboten te wandelen tot ik aan de ankerplaats van de “Triton” was geraakt. Daar zag ik drie Bulgaarse agenten bij de loopplank van de Triton staan. Ze waren aan het praten met de bemanning. Ik wachtte tot de agenten weg waren, ging dan naar de kaai en riep met luide stem :”Hallo , Triton ! Hallo, bagage van kapitein Serafimov.”. Er verschenen twee matrozen die me aan boord lieten. Ik had dus juist gegokt : de kapitein was nog niet aan boord en de matrozen hielden me voor een knecht die nog bagage nabracht. Ik legde de koffer in de kabine die me werd aangewezen. Tijdens een van mijn boemelpartijen in de haven had ik gehoord dat er een Rus aan boord was die Duits kon praten en die in de machinekamer werkte. Die zou me verder kunnen helpen.

In de machinekamer stelde ik direct de vraag :”Goeienavond, heren. Spreekt iemand van jullie misschien Duits ?”. Waarop snel het antwoord kwam :”Ja, ik spreek Duits. Dat heb ik in Sint-Petersburg geleerd. Wat wenst u ?”. – “Luister even. Ik ben een Duitser en wil naar Constantinopel varen. Omdat de Fransen me de toestemming niet geven, heeft kapitein Serafimov me toegestaan zonder de juiste papieren mee te varen. Maar voor alle zekerheid heeft de kapitein gezegd dat ik me bij jullie verstop tot we de haven uit zijn.”

“Maar natuurlijk”, antwoordde de Rus. “Hier ! Kruipt u maar in mijn kooi. Daar zoekt u geen mens.”. Het volgende half uur bracht ik in spanning door. Op dek was het een drukke bedrijvigheid. Als we een tijdje aan het varen waren, ging ik aan dek. We waren al lang de haven uit, de lichten van Varna glinsterden als glimwormen in de bergen. Aan het roer stond kapitein Serafimov. Ik vond het raadzaam hem het snelste voor het voldongen feit te stellen. “Goedenavond, kapitein !” – “Wat ? bent u aan boord ? En daar weet ik niets van ?”. – “Zoals u ziet, kapitein. En zo ongezien als ik aan boord ben gekomen, zo ongezien zal ik uw schip verlaten.”.

Het schip maakt nog een tussenstop in de Bulgaarse havenstad Mesembrija en vaart dan verder naar Constantinopel. De dag is zonnig en warm en het is heerlijk lenteweer, ook al is het nog maar half januari. Hans Tröbst maakt zich zorgen over de geallieerden paspoortcontrole want de stad is bezet door Engelse en Franse soldaten. Kapitein Serafimov zegt hem dan ook :”Morgen om negen uur komen er Fransen aan boord. U moet tegen dan het schip verlaten hebben.”.

Hans Trönst trekt een blauwe machinistenkiel aan, wikkelt zich een sjaal om de hals, zet een geruite sportpet op waarin hij zijn militaire papieren verstopt. Hij bedankt kapitein Serafimov en neemt afscheid. Heel discreet verlaat hij dan het zeilschip en zet voet aan wal in Constantinopel.

bron : Die Reise nach Anatolien – Band 8: Vom Baltikum zu Kemal Pascha (Ein Soldatenleben in 10 Bänden 1910 – 1923) Kindle-editie

verdrag van Neuilly

Op 27 november 1919 ondertekenen de Bulgaarse minister-president Aleksandar Stambolijski en de geallieerden in het stadhuis van Neuilly-sur-Seine het derde vredesverdrag. Na Duitsland (verdrag van Versailles) en Oostenrijk (verdrag van Saint-Germain) is het nu de beurt aan Bulgarije om de eindafrekening te krijgen. Relatief gezien is dit verdrag harder dan het verdrag van Versailles. Bulgarije wordt gedwongen afstand te doen van 11.000 vierkante kilometer grondgebied, waaronder West-Thracië (overgedragen aan Griekenland) en vier grensgebieden met strategisch belangrijke steden Strumitsa, Caribrod en Bosilegrad (2500 vierkante kilometer overgedragen aan het nieuwe koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen). Het verdrag legt Bulgarije ook 2250 miljoen goudfranken aan herstelbetalingen op, dat in de loop van zevenendertig jaar betaald moet worden. Daarnaast moet Bulgarije ook overdracht doen van grote hoeveelheden vee en spoorwegmaterieel aan Griekenland, Roemenië en het koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen naast een jaarlijkse levering van 50.000 ton Bulgaarse steenkolen. In verhouding tot zijn omvang en bbp krijgt Bulgarije van alle centrale mogendheden het hoogste bedrag aan herstelbetalingen opgelegd. Ten slotte wordt de krijgsmacht ernstig gekortwiekt : het leger moet worden teruggebracht van 700.000 soldaten tot een politiemacht van slechts 20.000 man sterk.

In de ogen van de meeste Bulgaren symboliseert het verdrag van Neuilly het dieptepunt van hun nationale bestaan als onafhankelijke staat. En niet zonder reden. Nadat de nieuwe grenzen getrokken zijn, beschikt Bulgarije niet meer over vruchtbare landbouwgebieden (zoals de Dobroedzja en Thracië) en niet meer over een toegang tot de Egeïsche zee – wat een grote aderlating is aangezien hele sectoren van de Bulgaarse economie afhankelijk zijn van de zeehandel. Als gevolg van de nieuwe grenzen krijgt Bulgarije opnieuw te maken met massale vluchtelingenstromen uit Macedonië, Thracië en de Dobroedzja. De opvang van deze enorme groep vluchtelingen in een tijd van zware economische en sociale crisis zal de Bulgaarse staat in de komende jaren voor een loodzwaar probleem stellen.

bronnen :
https://nl.wikipedia.org/wiki/Voormalige_Bulgaarse_Zuidelijke_Gebieden
Robert Gerwarth, de verslagenen – waarom de eerste wereldoorlog nooit is opgehouden 1917-1923, Balans

vredesverdrag ondertekend in Versailles

De Franse premier Clémenceau beslist dat het vredesverdrag zal worden ondertekend op 28 juni, precies vijf jaar nadat Gavrilo Princip in Sarajevo de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie neerschoot. Als locatie heeft Clémenceau de spiegelzaal van het paleis van Versailles gekozen. Het is de plaats waar in 1871 het Duitse keizerrijk werd uitgeroepen en Wilhelm I tot keizer werd gekroond. Hoeveel groter kan de vernedering voor Duitsland zijn.

In de spiegelzaal zoeken op 28 juni 1919 de afgevaardigden van meer dan dertig landen hun plaats. De onderhandelaars nemen plaats in het midden van de zaal. Recht tegenover hen is een plaats gereserveerd voor de Duitsers. Wanneer iedereen heeft plaatsgenomen, staat Clémenceau op. Het is precies 15 uur. “Faites entrer les Allemands.”, zegt hij. Achterin de zaal gaat een deur open. Twee deurwaarders stappen binnen, gevolgd door officieren uit Frankrijk, Groot-Brittannië , Amerika en Italië. Dan volgen de nieuwe Duitse minister van Buitenlandse zaken Herman Müller en de minister van transport Johannes Bell, die om 3 uur ’s ochtends vanuit Berlijn zijn aangekomen. Zodra zij hebben plaatsgenomen, neemt Clémenceau opnieuw het woord :”Messieurs, la séance est ouverte. Nous sommes ici pour signer le traité de paix.”. De Duitsers staan op, ze weten dat zij als eersten het verdrag moeten ondertekenen. In een doodse stilte zetten zij hun handtekening onder het verdrag. Terwijl de vertegenwoordigers van de andere landen opstaan om op hun beurt het verdrag te ondertekenen, gaat er een zucht van opluchting door de zaal. Buiten klinken kanonschoten een eresaluut aan de onderhandelaars, die aan meer dan vier jaar oorlog eindelijk een einde maken. Door de open ramen van de spiegelzaal is het gejoel van een juichende menigte te horen.

Bijna een uur later zijn alle documenten door de officiële vertegenwoordigers ondertekend. De Duitsers worden weer naar buiten geleid via de zijingang, de weg waarlangs zij gekomen zijn. Nog dezelfde avond keren zij terug naar Berlijn. Op de Parijse boulevards viert een gigantische mensenmenigte tot diep in de nacht het echte einde van de eerste wereldoorlog.

Onderstaande schilderij is van William Orpin, the signing of the Peace

bron : Mark de Geest, 14-18 in honderd dagen, Manteau

het einde van de Viribus Unitis

De SMS Viribus Unitis (Latijn voor “met vereende krachten”) was een slagschap van de Kaiserliche und Königliche Marine van Oostenrijk-Hongarije. Het schip is gebouwd in 1910-1911 in de toenmalige Oostenrijks-Hongaarse havenstad Trieste.

Aartshertog Franz Ferdinand vaart aan boord van de Viribus Unitis naar Sarajewo in juni 1914. Op 30 juni 1914, na de aanslag in Sarajewo, worden de lijken van Franz Ferdinand en zijn echtgenote aan boord van de Viribus Unitis terug naar Trieste gebracht.

Aan de vooravond van de eerste wereldoorlog helpt het slagschip samen met andere schepen van de Oostenrijks-Hongaarse marine om de Duitse schepen SMS Goeben en Breslau toe te laten te vluchten door de straat van Messsina naar Constantinopel. Daar treden de schepen toe tot de Ottomaanse marine, weliswaar met de oorspronkelijke Duitse bemanning aan boord.

Door de Otranto barrage, waarmee de geallieerden de Adriatische zee afsloten, verlaat het schip nauwelijks de haven van Pola. In mei 1915 neemt de Viribus Unitis nog deel aan een bombardement van de Italiaanse stad Ancona.

In juni 1918  neemt de Viribus Unitis deel aan een aanval op de Otranto barrage. Het doel is om meer schepen van de Centralen toe te laten door de straat van Messina te varen. In de nacht van 8 juni op 9 juni 1918 verlaat admiraal Miklós Horthy met een aantal slagschepen, waaronder de Viribus Unitus, de haven van Pola. Op 10 juni wordt de vloot ontdekt door 2 Italiaanse schepen. De Italianen gaan direct over tot de aanval. Ze slagen erin de Szent Istvan de raken met torpdeo’s alvorens ze moeten vluchten. Het schip zinkt en nu de Italianen op de hoogte zijn van hun komst, besluit admiraal Horthy terug te keren. Dat is ook de laatste actie van de Viribus Unitis.

Eind oktober 1918 is het duidelijk dat Oostenrijk-Hongarije de nederlaag niet meer kan afwenden. De Oostenrijks-Hongaarse marine geeft er de voorkeur aan om de Viribus Unitis te geven aan de nieuw gevormde staat van Slovenen, Kroaten en Serviërs. Het schip wordt op 31 oktober 1918 herdoopt in Jugoslavija.
Op 1 november 1918 gaan twee Italianen Raffaele Paolucci en Raffaele Rossetti op een gemotoriseerde torpedo naar de haven van Pola. Om 4u40 plaatsen ze een mijn op de Jugoslavija. Ze worden betrapt en gevangen genomen. Bij hun ondervraging melden ze de kapitein van het schip dat ze een mijn hebben geplaatst zonder te juiste locatie te geven. Admiral Janko Vuković laat de twee gevangenen overbrengen naar de Tegetthoff en beveelt de evacuatie van de Jugoslavija. Omdat de explosie niet plaats vindt om 6u30, neemt Vuković aan dat de Italianen gelogen hebben. De admiraal en heel wat matrozen gaan terug aan boord van het schip als om 6u44 de mijn alsnog ontploft. De Jugoslavija zinkt in 15 minuten. De admiraal en 300 tot 400 matrozen komen om. Paolucci en Rossetti blijven gevangen tot het einde van de oorlog enkele dagen later en krijgen beide een medaille voor hun heldendaad.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/SMS_Viribus_Unitis

SMS-Viribus-Unitis

 

 

 

Ottomanen ondertekenen wapenstilstand

Aan boord van de HMS Agamemnon ondertekenen het Ottomaanse Rijk en Groot-Brittannië (namens de geallieerden) op 30 oktober 1918 de wapenstilstand van Mudros. Het schip ligt voor anker in de haven van Mudros, op het Griekse eiland Limnos. Vandaar de naam van het verdrag.

De voornaamste bepaling van het verdrag is dat het Ottomaanse Rijk zich moet terugtrekken binnen de grenzen van voor de oorlog. Daarnaast krijgen de geallieerden diverse strategische punten in handen, zoals forten, spoorlijnen, de tunnels van het Taurusgebergte… Het Ottomaanse leger wordt gedemobiliseerd. Ook krijgen ze het recht om de zes Armeense provincies te bezetten in geval van wanorde.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Agamemnon_at_Mudros

Bulgarije krijgt wapenstilstand

De nederlaag bij Dobro Polje vorige week heeft een tot een grote terugtrekking van de Bulgaarse legers geleid in de richting van de stad Veles. Op een lijn van meer dan honderd kilometer tussen Monastir (Bitola) en Doiran is het front in Macedonië ineengestort. De Bulgaren wisten daar twee jaar stand te houden tegen de multinationale Geallieerde strijdmacht.

Op 19 september 1918 slagen de Bulgaren er nog in om het offensief aan het Doiran-meer af te slaan. Ze  veroorzaken een bloedbad bij de aanvallende Britten en Grieken, die zowat 15.000 man verloren. Maar ook daar hebben de Bulgaren zich nu teruggetrokken.

De terugtrekking heeft op veel plaatsen het karakter van een vlucht gekregen. De voorraden en uitrusting worden achtergelaten. Veel soldaten deserteren: ze willen gewoon naar huis.  De Bulgaarse troepen zijn er al maanden ellendig aan toe. Ze worden slecht gevoed en gekleed en velen hebben niet eens schoenen. In die toestand lijkt het een wonder dat ze zolang hebben standgehouden. Gebrek aan moed en inzet kan men ze niet verwijten.

In Bulgarije zelf heerst een crisissfeer. De burgerbevolking, die al geruime tijd honger lijdt, toont haar ongenoegen. In de steden komen mannen en vooral vrouwen op straat om de stopzetting van de oorlog te eisen. Een paar divisies zijn aan het muiten geslagen en rukken op naar de hoofdstad Sofia “om de schuldigen te straffen” voor alle ellende die ze hebben moeten doorstaan.

In het Geallieerde hoofdkwartier in Saloniki is in de nacht van 29 op 30 september 1918 de wapenstilstand gesloten tussen Bulgarije en de Entente. Dat gebeurde na gesprekken met een driekoppige Bulgaarse delegatie: minister van Financiën  Andrej Ljaptsjev, de diplomaat Simeon Radev en generaal Ivan Loekov. Alle drie zetten ze hun handtekening onder de overeenkomst. Namens de Geallieerden tekent de Franse generaal Louis Franchet d’Espèrey, de opperbevelhebber van het Leger van de Oriënt. De wapenstilstand gaat op het middaguur van 30 september 1918 in.

 

bronnen
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/09/19/100-jaar-geleden-het-bulgaarse-leger-stort-ineen/

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/drafts/Wetenschap/29-09-1918-nieuwe-aanval-in-picardie-wapenstilstand-met-bulgar/

Cartoon_BulgarijeWapenstilstand

Jeugdherinneringen voor Sulzbach

Herbert Sulzbach, luitenant bij de Duitse artillerie, heeft een tijdje tussen hoop en vrees geleefd om zijn verlof te behouden. Hij behoort tot een Eingreifdivision dat in de achterste linies blijft tenzij er moet ingegrepen worden.

12 september 1918 : Mijn verlof is goedgekeurd. Ik heb vier bladzijden instructies neergeschreven voor Seebach, mijn stafofficier, zodat hij volledig op de hoogte is. Daarna heb ik recht op 21 verlofdagen en vier dagen reistijd.

12 september – nacht : Mijn vreugde overmijn verlof is over. We hebben marsorders gekregen :”Divisie moet toch klaar houden om linies ten oosten van Epoye in te nemen. ’s Anderendaags blijkt dat de vijand toch niet aanvalt en krijg ik alsnog toestemming om op verlof te gaan.

14 september : Na een nacht met artilleriebeschietingen vertrekt ik om 6u30 in een kleine wagen naar Le Chatelet waar ik de trein neem. Om 2u kom ik aan in een hotel in Brussel waar de portier me herkent van een strandvakantie in Nederland voor de oorlog.

17 september : ’s ochtends kom ik aan in Keulen waarna ik doorreis naar Frankfurt. Hoe aangenaam is het langs de Rijn te reizen. ’s Avonds kom ik thuis aan waar het weerzien des te ontroerder is omdat ze me niet hadden verwacht na de voorbije weken van gevechten aan het westelijk front.

25 september : ik ontmoet een oude schoolkameraad en we halen samen jeugdherinneringen op. Hoe onschuldig waren we toen. Het is daar dat we gingen kijken naar de parades ter gelegenheid van de verjaardag van de keizer. We keken onze ogen uit naar de soldaten van het 81e regiment in hun mooie uniformen en nu zijn we zelf al ervaren soldaten. Ondertussen bereikt ons het nieuws van hevige gevechten aan het westelijk front. Er komen ook alarmerende berichten uit Bulgarije waar premier Malinov de Entente gesprekken aanbiedt over een wapenstilstand, zonder met zijn eigen of onze regering te overleggen.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword Military

DuitseSchool_VoorOorlog