Het bezette Mesen, ten zuidoosten van Ieper, ligt op een heuvel van 80 meter hoog, waardoor de Duitsers een omtrek van 45 km kunnen bestrijken. Onder de Duitse linies hebben de Britten 22 mijnen gelegd.
Als voorbereiding voor de slag beginnen de Britten vanaf 21 mei 1917 met een artilleriebombardement waarbij 2.300 kanonnen en 300 zware mortierwerpers worden ingezet. Op 7 juni om 2u50 stoppen ze daarmee. De Duitse troepen verwachten nu de aanval, spoeden zich naar hun machinegeweren en beginnen alvast te schieten. Om 3u10 brengen de Britten de mijnen tot ontploffing.
Generaal Plumer heeft de dag ervoor tegen zijn stafleden opgemerkt :”Heren, misschien maken we morgen geen geschiedenis, maar we zullen zeker de geografie veranderen.”. Er wordt een totaal van 431.700 kg dynamiet tot ontploffing gebracht. De schok lijkt een aaardbeving en is tot in Parijs te voelen. Premier Lloyd George kan de klap in Londen duidelijk horen, terwijl de knal ook in Dublin waarneembaar is. Het is de luidste door mensen veroorzaakte explosie tot dan toe.
De effecten zijn verwoestend. Alleen al door de explosies komen zo’n 10.000 Duitse militairen om. Onder de bescherming van gordijnvuur, tank- en gasaanvallen rukt het Britse 2e leger onstuitbaar op. De volgende dag proberen de Duitsers nog in de tegenaanval te gaan, maar ze verliezen daarbij meer terrein.
Het landschap is inderdaad veranderd. Er zijn enorme kraters ontstaan van ruim 30 tot bijna 80 m doorsnede. Er zijn nog steeds onontplofte mijnen in de ondergrond. Eén ervan ligt nog steeds in het bos van Ploegsteert.
bron : Roel Tanja, een korte geschiedenis van de eerste wereldoorlog, BBNC uitgevers