het Vardar offensief

Aan het Balkan front is er weinig beweging tot september 1918. Dat zorgt ervoor dat vooral de Bulgaren de verdediging op zich moeten nemen. De Duitsers trekken er voornamelijk troepen weg om aan het westelijk front te vechten. Maar het is net hier dat een geallieerd offensief zal leiden tot de eerste vraag om wapenstilstand.

De Bulgaren verwachten een offensief tegen hun posities aan de Vardar rivier, maar ze worden geplaagd door laag moreel en deserties bij de gewone soldaten. Bulgarije is immers als sinds 1912 in oorlog, door de eerste en de tweede Balkanoorlog. De gevraagde versterkingen van de Duitsers komen niet omdat die hun soldaten niet kunnen missen aan het westelijk front. De Bulgaren staan er dus zo goed als alleen voor.

Op 14 september 1918 om 8 uur vallen Britten, Fransen, Grieken en Serviërs de Bulgaarse stellingen bij Dobro Pole aan. Op 16 september hebben deze geallieerde troepen een bres geslagen van 25 kilometer breed en 7 kilometer diep.

Op 18 en 19 september vallen de geallieerden de Bulgaren aan bij het meer van Doiran. Hier slagen de Bulgaren er wel in hun stellingen te behouden en alle aanvallen af te slaan. De dagen daarna trekken de Bulgaarse soldaten zich terug om niet omsingeld te worden.

Op 20 september steken Fransen en Serviërs de rivier Crna over. Vanaf 22 september nemen ook Italiaanse soldaten deel aan het offensief. Op 25 september slaan aanzienlijke aantallen Bulgaarse soldaten aan het muiten, wat men achteraf de Radomir rebellie noemt. En dan gaat het snel : op 27 september wordt de Bulgaarse republiek uitgeroepen. Op 29 september 1918 vragen en krijgen de Bulgaren een wapenstilstand.

Bronnen
https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Dobro_Pole
https://en.wikipedia.org/wiki/Vardar_Offensive

VardarOffensief_191809

 

 

de Breslau zinkt

De lichte kruiser Breslau, die deel uitmaakt van de Duitse Middellandse Zeedivisie, loopt op 19 januari 1918 bij het eiland Imbros op een Brits mijnenveld en zinkt met ruim driehonderd manschappen aan boord. De Breslau was op weg naar het eiland Lemnos om daar de geallieerde basis Mudros onder vuur te nemen.

Eerder was de Breslau actief in de Zwarte Zee waar het meerdere Russische handelsschepen tot zinken bracht. Zowel in de Middellandse Zee als in de Zwarte Zee opereerde de Breslau meestal samen met de slagkruiser Goeben.

In 1914 had Duitsland beide schepen ter beschikking gesteld van het toen nog neutrale Ottomaanse Rijk, weliswaar met behoud van de Duitse bemanning aan boord. Dit gebaar maakte zo’n indruk dat het land zich schaarde aan de zijde van Duitsland.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

De tekening hieronder is een schilderij van de Duitser Willy Stöwer die de Breslau samen met de Goeben afbeeldt.

WillyStoewer_Breslau

Bulgaren houden stand bij Doiran

Tijdens de tweede bijeenkomst van de Militaire Raad van de geallieerden was er eerder beslist dat er een doorbraak moest komen aan het Macedonische front om een doorbraak te realiseren in de Balkan. De strijd om die doorbraak (richting Vardar en Doiran) begint op 22 april 1917 en zal met tussenpozen duren tot 9 mei. Britse troepen beginnen de aanval met een vier dagen durende artilleriebeschieting, waarbij zo’n honderdduizend granaten afgevuurd worden. De Bulgaren aan de overzijde beantwoorden het vuur met alle kracht. In de nacht van 24 op 25 april trekt de Britse infanterie voor het eerst ten aanval, maar zal na aanvankelijke terreinwinst teruggewezen worden. Ook in de volgende weken zijn er felle Britse aanvallen op de stevige Bulgaarse verdediging.

Op 9 mei 1917 geeft de Britse bevelhebber de strijd op in wat nu de slag van Doiran heet. De verliezen (doden, gewonden en gevangenen) zijn opgelopen tot rond de twaalfduizend. De Bulgaarse verliezen liggen flink lager.

BulgaarseStormtroepers_Kleur.jpg

ingekleurde foto van Bulgaarse stormtroepers

schermutselingen in Piraeus

Bij de landing van geallieerde troepen op 1 december 1916 in de Griekse havenstad Piraeus zijn er zware schermutselingen met koningsgezinde troepen, waarbij 212 onder hen het leven laten. De gevechten moeten gezien worden tegen de achtergrond van de tweestrijd tussen de eerste minister Eleftherios Venizelos, die achter de geallieerden staat, en koning Constantijn, die een aanhanger is van de Duitsers.

Nog dezelfde dag komt het tot een compromis tussen de betrokkenen en de geallieerden trekken zich terug. Koningsgezinde relschoppers trekken daarna drie dagen lang door de stad, waarbij ze het op de aanhangers van Venizelos gemunt hebben. De gebeurtenissen van 1 tot 4 december krijgen de naam Noemvrania, omdat ze volgende de oude kalender doorgaan in de maand november.

Na het ontslag van de koning in juni 1917 verenigt Griekenland zich weer en steunt het volop de geallieerden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

French_troops_in_Athens,_1916.png

Franse troepen in Athene, december 1916

val van Silistra

Een Duits legerbericht maakt op 10 september 1916 melding van de inname van de stad Silistra (Roemeens  Dârstor). De val van Silistra komt enkele dagen na het verlies van de vesting in Tutrakan (Roemeens Turtucaia). Deze vesting was tussen 1913 en 1916 met de hulp van Belgische ingenieurs nog versterkt. Maar de Bulgaarse troepen waren te sterk voor de Roemeense en Russische verdedigers.

Silistra, een havenstad op de Donau, hoort bij Roemenië, maar komt opnieuw in Bulgaarse handen als Roemenië zich overgeeft aan de Centralen. Een eeuw later ligt de stad nog steeds in het noordoosten van Bulgarije.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://www.bulgarianartillery.it/Bulgarian%20Artillery%201/Testi/T_Romanian%20fortifications%20Dobrudja.htm

turtucaia.jpg

gevechten bij Tutrakan / Turtucaia

 

Montenegro legt de wapens neer

Het Servische leger heeft Servië onder druk van het Duitse en Oostenrijks-Hongaarse leger al moeten verlaten. Ook buurland Montenegro ondergaat hetzelfde lot. Na de invasie heeft het Montenegrijnse leger moedig gevochten en lokaal zijn er ook overwinningen behaald. Maar de druk van de invallers is te groot. De Montenegrijnen willen nog een aparte vrede onderhandelen maar er wordt enkel een volledige en onvoorwaardelijke overgave aanvaard.

Koning Nikola en de meeste leden van de regering hebben het land al ontvlucht. De overblijvende ministers buigen op 21 januari 1916  voor het onvermijdelijke. Generaal Janko Vukotich ontbindt het Montenegrijnse leger. Legercommandanten krijgen de orders hun mannen naar huis te sturen. Voorlopig is het afgelopen met de Montenegrijnse onafhankelijkheid.

bron : https://ww1live.wordpress.com/2016/01/21/montenegro-2/

 

Montenegro_1916

 

 

 

Fransen bezetten Korfoe

In hun zoektocht naar een veilig onderkomen voor de talloze Serviërs die hun land willen ontvluchten, legt het Franse leger op 11 januari 1916 formeel beslag op het Griekse eiland Korfoe. Tegen het einde van 1915 werd een massale reddingsoperatie opgezet, waarbij Franse, Britse en Italiaanse schepen maar liefst 260.000 Servische soldaten naar het eiland brachten. Ook de zetel van de Servische regering in ballingschap was hier gevestigd.

Ongeveer drie maanden later wordt de helft van dat Servische leger weer naar het vasteland verscheept, meer bepaald naar Thessaloniki, om er te vechten met Britse en Franse troepen.

bron
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

6ebatailloncorfou101au1031916

Franse soldaten in Korfoe – 1916

 

slag bij Mojkovac

Op 7 januari 1916 is het hoogtepunt van de slag bij Mojkovac (Montenegro). Het Montenegrijnse leger slaagt erin om na drie maanden strijd onder leiding van graaf Janko Vukotic de veel talrijkere Oostenrijks-Hongaarse troepen te verslaan. De orthodoxe bevolking van Montenegro viert op deze dag haar kerstfeest, vandaar dat de dag de geschiedenis ingaat als “Bloedige Kerstmis”.

Enkele weken later blijkt de Oostenrijks-Hongaarse overmacht toch te groot en legt Montenegro de wapens neer.

Mojkovac_battle

 

officiersbordeel in Uzice

De veldtocht is geëindigd met een overwinning. Servië is bezet. Sarajevo is gewroken. De overwinnaars kunnen hun salaris gaan incasseren. Op 14 november 1915 bezoekt Pal Kelemen, cavalerist bij het Oostenrijks-Hongaarse leger, en een paar van zijn collega’s een bordeel dat is gereserveerd voor officieren. Het ligt in Uzice, een stadje aan de rivier Detinja. Kelemen noteert in zijn dagboek.

Donkere hal, vloerkleden, schilderijen aan de muur. Een kromme burger zit op een piano te pingelen. Vier tafels in de vier hoeken. Vier meisjes in een kamer. Twee van hen liggen te rollebollen met een artillerieluitenant. Aan een andere tafel zitten een paar legerofficieren koffie te drinken. (…)

Dat is de scène als we binnenstappen. We gaan aan de enige vrije tafel zitten en bestellen rode wijn, maar als we voorgeproefd hebben, besluiten we toch maar koffie te nemen. In een hoek zit Mohay, mijn cadet, met de grammofoon te pielen, maar zonder succes. Er moet een veer kapot zijn.

Een van de meisjes verlaat de kamer en komt daarna weer terug. Ze springt over een stoel en gaat bij onze cadet op de schoot zitten. De nader, een zwartharig meisje in een rode jurk, ligt languit op een bank naar me te staren.

De tijd verstrijkt. De pianist met het boosaardige gezicht zit nog steeds te spelen. Het is iets wat ik herken – het is de muziek die een, keer thuis voor me gespeeld is, op de kamer van een meisje toen ik langskwam om afscheid te nemen. Het is een eeuwigheid geleden, ver hiervandaan.

Ik sta op en vertrek. Als ze denken dat ik me ziek voel van de wijn, hebben ze het mis.

bron : Peter Englund, de schoonheid en het verdriet van de oorlog, Spectrum

de tekening hieronder komt uit de stripreeks Edelweiss van Yann en Hugault

Edelweiss01_03

begin van het Kosovo offensief

Op 10 november 1915 begint het Kosovo-offensief, dat op 4 december 1915 zal eindigen met de inname van de stad Debar en een totale Servische nederlaag. De Serviërs verliezen ongeveer dertigduizend manschappen en trekken zich terug in Albanië en later zelfs met geallieerde hulp naar het Griekse eiland Korfoe.

Aanvankelijk zijn het alleen de Bulgaren die de Serviërs achteruitdrijven, maar na een tijdje krijgen ze steun van Duitse en Oostenrijks-Hongaarse troepen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Servie1915