Gezonken voor Stavanger

De SM U-6, één van de meer dan 300 duikboten van de Kaiserliche Marine, zinkt in de loop van de namiddag van 15 september 1915 voor de kust van Stavanger (Noorwegen) na een treffer door de Britse duikboot HMS E-16. Het Britse schip had slechts twee torpedo’s aan boord, maar de tweede die het afvuurde naar de U-6, is een voltreffer. Slechts 5 van de 29 Duitse bemanningsleden overleefden de aanval.

In de voorafgaande zes dagen was de Duitse duikboot behoorlijk actief : niet minder dan vier Noorse vrachtschepen werden naar de zeebodem gestuurd : een motorschip, een stoomschip en twee zeilboten.

U-6 in vredestijd

U-6 in vredestijd

bronnen

Oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

https://de.wikipedia.org/wiki/SM_U_6

Britten op zoek naar wonderwapens

Het westelijke front is al maanden geblokkeerd en dus zijn de Britten op zoek naar wonderwapens waarmee ze de Duitse frontlinies kunnen doorbreken. Al in februari 1915 had Winston Churchill een Landships Committee opgericht om te zoeken naar een zogenaamd landschip waarmee ze over de modderige linies kunnen varen.  September 1915 is een bijzondere periode voor deze wonderwapens : op 6 september rolt de eerste tank met als naam “little Willie” van de band. Op 11 september vindt er een demonstratie plaats. Het duurt dan nog tot januari 1916 voor een volgende demonstratie zal leiden tot een bestelling.

Het prototype werd gebouwd en beschut tegen spiedende ogen in grote tanks. En de codenaam van dit geheime wapen “tank” is dan zijn echte naam geworden. Hieronder  zie je nog een ander geheim wapen dat het nooit tot op het slagveld heeft gehaald. Het staat bekend onder de naam “Big Wheel” en vertoont gelijkenissen met de “Russian Tsar tank”.

Jacques Devos - Big Wheel uit Geheime en Rare Wapens

Jacques Devos – Big Wheel uit Geheime en Rare Wapens

bronnen

de tekening is van Jacques Devos, geheime en rare wapens, Rossel uitgeverij (stripalbum!)

https://en.wikipedia.org/wiki/Tanks_in_World_War_Ihttps://en.wikipedia.org/wiki/Tanks_in_World_War_I

Zware zeppelinaanval op Farringdon Road London

Een aanval van een Duits luchtschip op Londen op 8 september 1915 vernietigt het gebouw dat staat op Farringdon Road nr 61. De Britten laten zich daardoor niet uit het lood slaan : in 1917 komt er een nieuw gebouw op dezelfde plaats. Uitdagend, maar ook met een blik op het verleden  krijgt het de naam Zeppelin building. Een herdenkingsplaat herinnert aan de verwoesting uit 1915.

Deze aanval, uitgevoerd door de L-13, was de meest succesrijke zeppelinaanval van de jaren 1915 en 1916. In financiële schade uitgedrukt veroorzaakte die ene aanval meer onkosten dan alle andere van 1915 samen.

Een klein onderdeel van het oorspronkelijke gebouw bleef bewaard, de steen toont nog de oorspronkelijke bouwdatum : 1887.

Zeppelin Building te Farringdon Road, London

Zeppelin Building te Farringdon Road, London

Waaslandse boeren en de dodendraad

In het Waasland is het bewoners vanaf 7 september 1915 verboden om hun landerijen in het grensgebied op zondag te betreden. Het grensgebied is een drie kilometers brede strook vanaf de elektrische draad die de grens met Nederland afschermde.

Wie in dat gebied woont, in Stekene bijvoorbeeld, moet eerst een aanvraag indienen bij het gemeentebestuur. Met die aanvraag moet je dan naar Lokeren voor een tweede aanvraag en ten slotte naar het Abschnittskommando in Kemzeke voor een stempel in het paspoort.

de dodendraad in Klinge op de Belgisch-Nederlandse grens

de dodendraad in Klinge op de Belgisch-Nederlandse grens

Nagelen voor het Rijk met de ijzeren Hindenburg

In het centrum van Berlijn, op de Köningsplatz voor de Reichstag werken in de zomer van 1915 verschillende beeldhouwers aan een houten standbeeld van de “overwinnaar van Tannenberg”. Het beeld is 12 meter hoog, 26 ton zwaar en berekend op een nagellast van 30 ton. De veldheer staat er in uniform, hand op de sabel rustend, hoofd onbedenkt en met de blik in de verte. De plaats is niet toevallig gekozen, want staat vlak bij de zegezuil die de overwinning op de Fransen van 1870-1871 moet gedenken.

Begin september 1915, een paar dagen voor de verjaardag van de slag bij Tannenberg. viert men in aanwezigheid van de rijkskanselier de opening. Daarna heerst er bij de ijzeren Hindenburg een drukte zoals op een jaarmarkt. Schoolklassen komen langs, vaderlandslievende bewegingen en ook vrouwenverenigingen. Voor één mark mag men een nagel inkloppen in het houten standbeeld. Voor vijf mark krijgt men een zilveren nagel en voor 100 mark een gouden.

IjzerenHindenburg

Op 2 oktober 1915 viert men de 68e verjaardag van Hindenburg bij zijn houten standbeeld. In de Vossische Zeitung kan men dan het volgende lezen :”Het ganse Duitse volk weet wie Hindenburg is, meer als een veldheer, meer als een held : een beschermpatroon, een nationale heilige, naar wie we in blind vertrouwen opkijken”.

In mei 1918 is het houten standbeeld volledig benageld. Maar de offerbereidheid van de bevolking is dan ook bijna tot nul teruggezakt. Tot overmaat van ramp ging een van de initiatiefnemers, de vereniging “Luftfahrerdank” failliet. Daarmee was het grootste deel van het geld foetsie.

Na het einde van de oorlog wilde niemand de houten kolos nog hebben. Het beeld wordt in meerdere blokken gezaagd en als brandhout gebruikt. Enkel de kop van het beeld, bijna 2 meter hoog, blijft behouden en wordt in de nazitijd terug tentoongesteld. Tijdens een van de bombardementen van de tweede wereldoorlog vergaat ook de kop in de brand van het museumdepot.

bron : Guido Knopp, der erste Weltkrieg – die Bilanz in Bildern, Edel

Louis Barthas verdwaalt in Frans-Vlaanderen

Einde augustus 1915 zit Louis Barthas in een rustige frontsector in het departement Pas-de-Calais. Maar de rust duurt niet lang.

Op 27 augustus 1915 waren we in Sains-en-Gohelle. Dezelfde avond nog moesten we vertrekken naar de linies. Maar in de loop van de dag kwam een sensationeel tegenbevel. We moesten weg uit deze zone. Vertrek om 2 uur ’s nachts. (…)

Drie dagen later moesten we ’s middags op het station van Prenes-Camblain op de trein. De ransels vol met onverteerbare soldatenkoenen en blikken cornedbeef, genoeg voor drie dagen. (…)

De trein reed langs Hazebrouck en om acht uur ’s avonds stapten we uit in Bergues, zes kilometer van Duinkerken. We hoopten in Bergues te kunnen blijven maar tot onze grote ontgoocheling gingen we onmiddellijk verder in de donkere nacht door de eindeloze vlakten van Frans-Vlaanderen. Verder en verder.(…)

Het ronddwalende bataljon trok verder door de grote donkere vlakte. Tot overmaat van ramp begon het ook nog te gieten. De achterblijvers werden steeds talrijker en maakten van de duisternis gebruik om te kankeren. (…)

Voor de colonne uit marcheerde onze nieuwe majoor. Hij heette Leblanc. Klein, mager en ziekelijk als hij was, gaf een grapjas hem al vlug de bijnaam “Magere Hein”. Dat bleek een succes want de brutale soldaten zouden hem nooit meer anders noemen. Hij was onze gids, maar de man kon kaart lezen als een karper een brevier en hij vergiste zich voortdurend. (…)

Het resultaat was dat we midden in een stortbui om één uur ’s nachts in een veld stonden waar de weg ophield. Ik hoorde de majoor klagend toegeven:”Ik geloof dat we verdwaald zijn.”. Hij was er nog niet helemaal van overtuigd. Zijn ordonnansen moesten links en rechts een boerderij gaan zoeken waar hij met zijn officieren terecht kon. Wij mochten, edelmoedig als ze waren, vrijelijk gebruik maken van het modderige veld om daar in afwachting van de volgende dag te gaan liggen. We ontdekten vlakbij een grote schuur die de Voorzienigheid daar speciaal voor ons leek neergezet te hebben. De schuur was aan alle kanten open, het dak rustte op een paar oude balken in de grond. Vlakbij stonden een paar hooimijten. In een oogwenk waren ze uit elkaar gerukt en binnen een kwartier klonk uit de schuur luid gesnurk. Bijna het hele peloton sliep op een dik bed van hooi. Ik kan me niet herinneren in mijn leven ooit beter geslapen te hebben.

bron : Louis Barthas, oorlogsdagboeken, uit het Frans vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen

De tekening hieronder is van Léon Broquet, “La bourasque à Sillery”.

broquet_bourrasque

Victoria Cross op een graf in Kenia

Wilbur Dartnell

Wilbur Dartnell

Een zeldzaam Victoria Cross, een hoge Britse militaire onderscheiding, tref je aan op de grafsteen van Wilbur Dartnell, op een oorlogsbegraafplaats in het township Voi. Toch wel een ongewone plek om dat aan te treffen, zowat 150 kilometer landinwaarts van de Keniaanse havenstad Mombassa.

Wilbur Dartnell sneuvelt op 3 september 1915, samen met zeven anderen, tijdens een routinepatrouille te paard in de buurt van Maktau. De vorige dag had men de aanwezigheid van troepen uit Duits Oost-Afrika opgemerkt op een dag rijden, maar blijkbaar maakten ze snelle vorderingen.

De Britten krijgen het zwaar te verduren tijdens het gevecht en moeten zich terugtrekken. Luitenant Dartnell, gewond onder de knie, vraagt de manschappen die nog kunnen rijden, hem en de overblijvende gewonden achter te laten. Als de Britten later terugkeren, zijn de achtergebleven gewonden afgemaakt met de kogel of de bajonet.

bron : oorlogskalender 2014, 2018, Davidsfonds

Het fatale uur voor Jaak Verstraelen

Ook in Zondereigen, een gehucht van Baarle-Hertog in de provincie Antwerpen, maakt de elektrische afbakening slachtoffers, net zoals op zoveel andere plaatsen in het Nederlands-Belgische grensgebied. Al moet gezegd worden dat het hier niet gaat om een slachtoffer ten gevolge van contact met de draad.

JaakVerstraelen1915Het gezin Verstraelen bezit gronden aan weerszijden van de grens, wat mogelijkheden biedt om iets te regelen. Volgens het verhaal is er aan Nederlandse zijde een brief aangekomen van een zoon aan het front. Om die ongezien over te brengen gaan aan beide zijden van de grens twee zonen van de familie hooien en de brief aan elkaar doorgeven. Naar verluidt is er zelfs een regeling met een Duitse grenswachter om even een oogje toe te knijpen.

Blijkbaar vergist Jaak Verstraelen zich op 1 september 1915 van uur en houdt hij het bij het Belgische uur terwijl de Duitse grenswachters zich natuurlijk aan het Berlijnse uur houden. Daardoor is de grenswachter waarmee de afspraak is gemaakt al afgelost door een andere, minder bereidwillige grenswachter.  Als die Jaak Verstraelen naar de draad ziet stappen om de brief van zijn zoon in ontvangst te nemen, roept de soldaat nog “Stehen bleiben!”. Jaak Verstraelen loop echter door en wordt dan in de rug geschoten. Drie dagen later overlijdt hij.

bronnen

Oorlogskalender 204-2018, Davidsfonds

http://www.geraaktdoordeoorlog.eu/?p=652

http://www.erikraspoet.be/?p=455