Oproep tot evacuatie van Armeniërs

Op 5 januari 1922 verlaten het Franse leger en het Armeense legioen de streek rond Adana in Cilicië, Turkije na een bezetting van drie jaar. De positie van de Armeense minderheid wordt daarmee weer erg kwetsbaar.

Op 14 januari 1922 doet Paul Hymans een oproep om 120.000 Armeniërs te evacueren. Paul Hymans is minister van Buitenlandse Zaken tijdens de Groote Oorlog en heeft zich daardoor een reputatie weten te verwerven bij de geallieerden. Na de oorlog wordt hij de allereerste voorzitter van de Volkerenbond, voorloper van de Verenigde Naties. Het is in die hoedanigheid dat Paul Hymans een telegram voorleest tijdens een plenaire zitting. De telegram in kwestie bevatte de oproep die de Armeense katholieke patriarch had gestuurd naar de Belgische kardinaal Mercier om steun te krijgen van de Volkerenbond. Gabriel Hanotaux, vertegenwoordiger van Frankrijk bij de Volkerenbond, antwoordt dat Frankrijk ervoor zorgt dat de Armeense katholieken en andere christelijke minderheden in Cilicië beschermd worden en dat daarvoor 30 miljoen Franse frank is voorzien.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/January_1922#January_14,1922(Saturday)

Paul Hymans

de slag om Sardarabad

De  slag om Sardarabad vindt plaats nabij de stad die men tegenwoordig Armavir noemt, tussen 21 en 29 mei 1918, op zo’n veertig kilometers van Yerevan, de hoofdstad van Armenië. Voor de Armeniërs is deze slag een kwestie van overleven.

Vanaf januari 1918 trekken de Russen hun handen af van de Kaukasus. Het land is immers in een burgeroorlog verwikkeld sinds de bolsjewieken de macht hebben gegrepen na de revolutie van november 1917. Grensgebieden zoals de Kaukasus en Armenië liggen daarom voor het grijpen. Niet alleen de Duitsers maar ook de Ottomanen maken daarvan gebruik. De Armeniërs weigeren om onder de bolsjewieken te vallen en richten hun eigen militaire eenheden op.

General Tovmas Nazarbekian en Drastamat Kanayan richten een klein Armeens leger op. In mei 1918 dringt het Ottomaanse leger oostelijk Armenië binnen en valt de stad Gyumri aan (toen Alexandropol). Het doel van de Ottomanen is het Russische Transkaukasië in te nemen en vooral de oliebronnen van Baku (vandaag de hoofdstad van Azerbeidzjan ). Ze slagen erin Gyumri te veroveren en rukken verder op richting Yerevan.

Op 21 mei verslaan de soldaten van Zihni Bey een Armeense eenheid van 600 infanteristen en 250 cavaleristen en nemen Sardarabad in. Vandaar gaan ze verder richting Yeghegnut. Op 22 mei lanceren de Armeniërs een tegenaanval en ze drijven de Ottomanen een 15 kilometer terug. De Ottomanen hergroeperen zich en steken de rivier Araks over maar stuiten op verwoede tegenstand. Op 24 mei komt er een nieuwe poging maar ook deze keer blijven de Armeense posities ongebroken. Op 25 mei 26 mei zijn de rollen omgekeerd : Armeense soldaten willen door de Ottomaanse linies breken maar worden afgeslagen.

Op 27 mei vallen de Armeniërs opnieuw de Ottomaanse linies aan, maar dit keer doen ze dat niet alleen frontaal maar vallen ze de vijand ook in de rug aan. In de achterhoede slagen de Armeense soldaten erin om het station van Arka te veroveren en een magazijn in Mastara. De Ottomanen trekken zich terug tot Karaburun. Op 29 mei nemen de Armeense soldaten ook Karaburun in. De Ottomanen hebben ondertussen belangrijke versterkingen laten aanrukken. Beide partijen komen overeen om een wapenstilstand te ondertekenen.

bronnen
http://historyofarmenia.org/2017/05/28/battle-sardarabad-birth-new-nation/
https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Sardarabad

ArmeenseStrijders_1918

Berichten uit Armenië

Het Utrechts Nieuwsblad publiceert op 9 maart 1918 een bericht van het Armeens Inlichtingenbureau.

Het Armeense Inlichtingenbureau heeft berichten opgevangen die erop wijzen dat het afstaan van Trans-Kaukasisch gebied aan de Turken aanleiding zal geven tot verdere Armeense gruwelen en wellicht tot de uitroeiing van de rest van de Armeense bevolking door de Turkse troepen die thans oprukken om weer Armenië te bezetten. Te Samsun (een havenstad aan de Zwarte Zee), waren alle mannelijke inwoners, de zuigelingen incluis, afgemaakt en dergelijke gruwelen werden in iedere stad of dorp bedreven.

De krant had allicht niet de mogelijkheid om zelf op onderzoek te trekken maar zoals we weten is de Armeense-Turkse kwestie ook een eeuw later nog niet volledig uitgeklaard.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
de foto komt van de website http://historiesofthingstocome.blogspot.be

Armenie_1918_01

 

Enver Pasja laat de Armeense soldaten ontwapenen

Enver Pasha

Enver Pasha

Enver Pasja, de opperbevelhebber van het leger van het Ottomaanse rijk, geeft op 25 februari 1915 de opdracht om de soldaten van Armeense afkomst te demobiliseren en ze onder te brengen in ongewapende werkbataljons. De officiële reden daarvoor was dat men vreesde dat de christelijke Armeniërs zouden collaboreren met Rusland, waarmee het Ottomaanse rijk in oorlog was. Eerder al, na de mislukte Kaukasusveldtocht, gaf Enver Pasja de Armeniërs de schuld van die nederlaag. Meer informatie daarover kan je lezen op deze pagina.

Een aantal historici gaan ervan uit dat deze demobilisatie een inleiding was tot de Armeense genocide. Doordat veel Armeniërs hun wapens kwijt waren, zou er tijdens de latere genocide minder weerstand zijn. Dat bleek ook zo : behalve rond de stad Van was er nauwelijks sprake van Armeense weerstand.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds