Belgische cavalerie verovert U-boot UC-61

UC-61 en haar bemanning zouden de onfortuinlijke faam krijgen om gevangen genomen te worden door een Belgisch cavaleriedetachement. De nieuwe UC-61 komt eind februari 1917 aan in Zeebrugge, onder bevel van Oberleutnant zur See Georg Gerth. Gerth en zijn bemanning zouden een korte carrière beschoren zijn, maar kunnen vier missies uitvoeren in vijf maanden tijd.

Op 5 maart 1917 torpedeert de UC-61 het Britse passagiersschip SS Copenhagen in de nabijheid van het lichtschip Noordhinder. Pas zes weken later vertrekt UC-61 op haar eerste mijnenlegmissie richting Kanaal. Op deze reis keldert ze ook nog vier schepen. Bij een aanval op het Franse schip SS Nelly wordt de UC-61 beschoten en beschadigd. De opgelopen schade houdt UC-61 vrij lang in het droogdok. Op de derde missie in juni 1917 legt de UC-61 een mijnenveld nabij Brest waardoor de Franse pantserkruiser Kléber zinkt.

Op 25 juli 1917 verlaat UC-61 Zeebrugge voor de laatste keer. In de vroege uren van 26 juli duikt er een lichte mist op. In plaats van op de bodem een tijd af te wachten, vaart UC-61 verder. Om 4u20 raakt de UC-61 de bodem. Bij het ochtendgloren zien de Duitsers dat ze op het strand van Wissant zijn terechtgekomen, op nog geen 800 meter van de duinen. De bemanning gooit obussen en torpedo’s overboord maar slagen er niet in om hun U-boot vrij te krijgen. Franse douaniers komen erbij uit en verwittigen de militaire autoriteiten in Calais. Een Belgische cavaleriepost wordt bevolen ter plaatse te gaan kijken. En zo nemen 40 ruiters van de vijfde lansiers  25 Duitse matrozen gevangen.

Bronnen
Tomas Termote, oorlog onder water, Davidsfonds
http://uboat.graptolite.net/UC61.html
http://www.uboat.net/wwi/boats/index.html?boat=UC+61

UC61_1917

 

 

 

Mata Hari ter dood veroordeeld

In Parijs veroordeelt de krijgsraad op 24 juli 1917 de Nederlandse Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend onder haar artiestennaam Mata Hari, ter dood wegens spionage.

In 1887 huwt de latere Mata Hari met een twintig jaar oudere Nederlander van Schotse afkomst. Het huwelijk geeft haar toegang tot de hogere Haagse kringen en brengt haar op termijn naar Indonesië, waar ze de lokale tradities bestudeert en lid wordt van een dansgroep.

Terug in Nederland scheidt het koppel en begint Mata Hari een carrière als danseres, die haar over heel Europa en ook in de Verenigde Staten brengt. Haar reizen en haar contacten met diverse hoge militairen maken haar verdacht en de Franse justitie houdt haar reeds geruime tijd in het oog. Op 13 februari 1917 wordt ze gearresteerd op verdenking van spionage. Na een kort proces veroordeelt de krijgsraad haar unaniem ter dood. Haar hoger beroep op 18 augustus verandert daar niets aan en op 15 oktober 1917 volgt de dood met de kogel.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

matahari

Catanzaro brigade gedecimeerd

Ik gebruik ook Google+ om mijn berichten van de blog van Martinus Evers te verspreiden. En daar kwam ik uit op een bericht dat mijn aandacht trok. De Catanzaro brigade rust uit achter de linies in Santa Maria la Longa (Udine). Als de rustperiode ten einde komt, weigert de Catanzaro brigade om terug naar de eerste linies te gaan. De gemoederen raken zodanig verhit dat het in de nacht van 15 op 16 juli 1917 tot een vuurgevecht komt met soldaten van andere regimenten. Er komt een compagnie Carabinieri aan te pas om de rebellie de kop in te drukken. Vier soldaten worden meteen opgepakt omdat ze betrapt worden met een geweer met een warme loop. De brigade wordt ook naar aloude Romeinse gewoonte gedecimeerd : de soldaten worden in rijen opgesteld, een officier begint te tellen en iedere tiende (decimus) soldaat wordt uit de rij meegenomen om gefusilleerd te worden. Naast de vier opgepakte soldaten worden er nog 12 uit de rijen genomen. De zestien soldaten worden in het bijzijn van hun kameraden geëxecuteerd en in de massagraf geworpen.

Dit verhaal doet me denken aan een scène uit een Italiaanse oorlogsfilm “Uomini contro”. Die scène staat hieronder :

bronnen
https://plus.google.com/b/101227772471143209683/+PetePanozzo/posts/9Zk3kPiz4WH
https://it.wikipedia.org/wiki/Brigata_%22Catanzaro%22

 

 

Poelkapelle onder Brits vuur

In Poelkapelle 1914-1918 lezen we dat de Britten op 22 juli 1917 met de grootste artilleriebeschieting uit de geschiedenis beginnen : meer dan drieduizend kanonnen spuwen vuur. Volgens auteurs Robert Baccarne en Jan Steen is de kostprijs van de munitie die alleen al op Poelkapelle verschoten wordt, groot genoeg om een heel land een even lange periode in welvaart te laten leven. Bovendien gooien Britse en Franse vliegtuigen bommen op elke verhevenheid die ze kunnen ontwaren.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

RoyalArtilleriy_MeninRoad

Julidagen in Petrograd

In Petrograd is het bijzonder onrustig tussen 16 en 19 juli 1917 (3 en 6 juli volgens de Juliaanse kalender die gevolgd wordt in Rusland). Die onrust is het gevolg van een eerder bevel om het regiment in Petrograd naar het front te sturen. De bolsjewieken in het regiment beramen een opstand om Petrograd in te nemen. Het partijbestuur is niet voor dat idee gewonnen omdat ze de positie van de bolsjewistische partij nog net sterk genoeg achten. Op 16 juli 1917 komen de soldaten op straat om te demonstreren en ze gooien daarbij de trams om. Op 17 juli komen gewapende matrozen vanuit Kronstadt aan in Petrograd om de opstand te steunen. Matrozen en soldaten trekken op naar het hoofkwartier van de bolsjewieken. Daar houdt Lenin een korte toespraak, maar het is niet duidelijk of hij nu al dan niet wil of de opstand wordt verder gewet. De demonstratie trekt daarna naar het Taurische paleis waar de stoet onder vuur wordt genomen. Tientallen demonstranten verliezen daarbij het leven. Op 18 juli komen soldaten aan die loyaal zijn aan de voorlopige regering onder leiding van Kerenski. Op 19 juli neemt Lenin de vlucht naar Finland in afwachting van rustiger tijden om terug te keren.

Bronhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Julidagen

19170704_Riot_on_Nevsky_prosp_Petrograd.jpg

Belgische piloot viert Nationale Feestdag

Tijdens een luchtgevecht haalt André De Meulemeester op 21 juli 1917 een Duits vliegtuig van het type Albatros neer. Omwille van het neerhalen van deze ‘vogel’ op de Belgische nationale feestdag geeft men hem de bijnaam Arend van Vlaanderen. Deze bijnaam is ook een verwijzing naar Brouwerij De Arend in Brugge, eigendom van zijn familie, waar de piloot na de oorlog ook gaat werken. In 1928, na de fusie met de Gentse brouwerij Belgica, wordt André De Meulemeester voorzitter van de raad van bestuur van Brouwerij Aigle Belgica.

AndreDeMeulemeester

Na Willy Coppens is André De Meulemeester de tweede meest succesvolle Belgische piloot tijdens de eerste wereldoorlog. Hij behaalt elf officieel bevestigde luchtoverwinningen en daarnaast negentien onbevestigde.

 

 

Zoals wel meerdere mensen heeft André de Meulemeester een ongewoon trekje. Zo zou hij bij iedere vlucht zijn chihuahua hebben meegenomen in zijn geel geschilderde vliegtuig. Sinds het najaar van 1916 maakt De Meulemeester deel uit van de eerste jachtescadrille, een eenheid die opereert vanaf een vliegveld in De Moeren.

Bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://siagrius.be/siagrius/?p=684

Batterij Tirpitz onder vuur

Gedurende de oorlog schiet het Duitse leger in Oostende regelmatig met geschut, bekend als Batterij Tirpitz, dat opgesteld staat in de weiden tussen de Elisabethlaan en de Mariakerkelaan. Bij het eerste schot in september 1915 barst de loop van het kanon en vallen er twaalf doden. In de loop der jaren ondervindt de batterij een fellere oppositie.

Op 16 juli 1917 zijn de tegenstanders (die schieten vanuit Koksijde) succesvol : meerdere kanonniers overleven de schoten niet, de schuilkelders zijn verwoest, scherven beschadigen de kanonnen en een deel van de bemanning neemt de vlucht.

Bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

BatterijTirpitz01

Belgische ACM in Rusland

Dat er Belgen gevochten hebben in Rusland tijdens de tweede wereldoorlog, is zeer bekend. Dat er ook Belgen gevochten hebben in Rusland tijdens de eerste wereldoorlog, was nieuw voor mij. Maar in 1917 zijn er Belgische soldaten die aan de kant van de Russen vechten tegen het Duits en Oostenrijks-Hongaarse leger.

Deze Belgische soldaten zijn bekend onder de naam ACM korps. ACM staat voor Auto-Canons-Mitrailleuses en zijn gepantserde auto’s uitgerust met kanonnen en machinegeweren. In het begin van de oorlog vechten deze ACM aan het IJzerfront. Maar als de bewegingsoorlog verandert in een loopgravenoorlog, worden deze gepantserde wagens nutteloos. Op 22 september 1915 scheept het ACM korps in Brest in op de Engelse stoomboot Wray Castle om naar Archangelsk getransporteerd te worden, waar ze op 13 oktober 1915 aankomen. Van 1915 tot eind september 1917 vecht het ACM korps samen met het Russische leger in Galicië tegen de Duitsers en Oostenrijkers. Tijdens het Kerenski-offensief in juni en juli 1917 is het ACM ook te vinden in de eerste linies. Op 2 juli 1917 vecht het ACM korps mee in de slag om Koenioeki en op 21 juli 1917 is het korps betrokken in de slag om Kosov.

acm_2

bronnen
www.obsirocbel.com les-belges-en-russie.html
auto-satisfaction.be odyssee-des-autos-canons-belges-en-russie/
www.bel-memorial.org ukraine/ternopil/ternopil_memorial_ACM.htm

Belgische piloten neergehaald boven Vladslo

kervyn_de_lettenhove_charlesGedurende een luchtgevecht op 15 juli 1917 boven Vladslo wordt de Farman 40 van luitenant Charles Kervyn de Lettenhoven neergeschoten. Zowel deze piloot als de waarnemer aan boord, onderluitenant Jacques de Meeûs, laten daarbij het leven.

JacquesdeMeeus

Jacques de Meeûs

 

Omdat de lichamen van beide slachtoffers niet meer uit elkaar gehouden konden worden, worden ze samen in een graf begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Vladslo.

Op de hoek van de Deselgemstraat en de Molenstraat in Dentergem wordt na de oorlog een bakstenen Heilig Hart-kapel gebouwd ter nagedachtenis van luitenant Charles Kervyn de lettehoven.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Staden verliest zijn kasteel

Engelse beschietingen einde juli 1917 leiden ertoe dat het kasteel van Staden zogoed als verdwijnt. Van het kasteel, waarvan de oorsprong teruggaat tot in de middeleeuwen, rest niet veel meer. Overigens treffen de Engelse beschietingen niet alleen het kasteel : na de oorlog bleek minder dan 10% van de huizen in Staden en omgeving herstelbaar.

Een jaar eerder was het gebouw nog in degelijke staat, want het Duitse opperbevel voor de regio had hier zijn hoofdkwartier. Veldmaarschalk Paul von Hindenburg zou er ook een aantal keren geweest zijn.

Het meest voelbare restant van het kasteel is een zitbank gemetst met stenen die van het verwoeste kasteel afkomstig zijn. In het landschap zie je ook nog wat van de vroegere kasteelwal.

bron : oorlogskalender 2014-2018

Staden_Kasteel