referendum in Australië

De Australische regering organiseert op 20 december 1917 een volksraadpleging rond de oorlogsdeelname. De kiezers moeten met ja of neen antwoorden op deze vraag :”Bent u voor het voorstel om de Australische troepen overzee te versterken ?”.

Het voorstel van de regering om meer troepen naar het front te zenden wordt afgewezen met 53,8% tegen 46,2%. Het referendum maakt deel uit van een breder debat over de verplichte militaire dienst in Australië.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://fr.wikipedia.org/wiki/référendum_australien_de_1917

The_Death_Ballot_(1917_Plebiscite)

Australische piloten in Bruay

Het meest recente eskader Asutralische piloten arriveert op 18 december 1917 in Bruay (Frankrijk) : 4th Squadron Australian Flying Corps.

Na een opleiding van een halfjaar in het thuisland trekt het eskader naar Groot-Brittannië om daar te leren omgaan met diverse types Britse vliegtuigen. Uiteindelijk worden ze uitgerust met Sopwith Camel-toestellen en trekken daarna naar Frankrijk, waar ze vooral activiteiten van het Britse leger ondersteunen door verkenningsvliegtuigen te escorteren en offensieve patrouilles uit te voeren.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://blogs.slq.qld.gov.au/ww1/2015/10/29/warbirds-online-and-the-australian-flying-corps/

No-1-Squadron-Australian-Flying-Corps-1918

 

 

Renaat De Rudder sneuvelt

Schoten afgevuurd door Belgische militairen treffen Renaat de Rudder op 17 december 1917 terwijl hij een verkenningsopdracht maakt door de frontzone. Wat later sterft hij aan de opgelopen verwondingen in een militair hospitaal.

Renaat_De_RudderVier dagen nadien wordt hij begraven op het militair kerkhof van Westvleteren. Zijn stoffelijke resten blijven daar tot ze op 21 juli 1932 tijdens de dertiende Ijzerbedevaart worden bijgezet in de crypte onder de Ijzertoren. Renaat De Rudder is dan uitgegroeid tot een van de symbolen van de Vlaamse beweging.

Renaat de Rudder, geboren in Oostakker, meldde zich kort na het begin van de oorlog als vrijwilliger. Aan het front beschreef hij de situatie van de Vlaamse soldaten in het vooral door Franstalige officieren gedomineerde leger. Zijn inzet voor de Frontbeweging werd hem dan ook niet in dank afgenomen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

 

 

de dood slaat toe in de seinput

Korporaal Henry Fayerbrother is op 16 december 1917 bij Langemark net op weg om een breuk in de telefoonlijn te herstellen wanneer granaatsalvo’s eraan komen. Hij rent terug om te schuilen in de seinput,maar er is geen plaats meer omdat anderen er schuilen, onder meer artillerist John Walker. Fayerbrother moet tevreden zijn met een schuilplek achter een bunker. Hij beschrijft wat er gebeurt enkele seconden na een enorme explosie.

John Walker komt naar me toe, blindweg in de lucht tastend. Het onderste deel van zijn hoofd is weggeblazen. Ik leid hem naar onze schuilplaats en terwijl hij sterft, komen de vreselijkste geluiden uit zijn verbrijzelde keel.

Iedereen in de seinput is dood, nu ook John Walker. Hij wordt begraven in de buurt van de granaattrechters aan de kant van de weg. De manschappen die omkwamen in de seinput, rusten nu zij aan zij op Cement House Cemetery, Boezingestraat 148, Langemark.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Telefoon_Poelkapelle_19171010

 

treinramp in de Alpen

Na de slag bij Caporetto hebben de Fransen en de Britten troepen gestuurd om hun Italiaanse bondgenoten bij te staan. Nu de Duitse en Oostenrijks-Hongaarse legers tot staan zijn gebracht, krijgen sommige Franse soldaten de kans om hun verlof met kerstmis thuis door te brengen.

In de nacht van 12 op 13 december 1917 komt een Franse militaire trein terug uit Italië met soldaten die verlof hebben gekregen.  Vanaf Modane zal de trein de militairen naar Chambéry brengen, aan de rand van de Franse Alpen. De trein bestaat uit twee locomotieven met 19 houten rijtuigen, een lengte van 350 meter en een gewicht van 526 ton, te zwaar voor de remkracht van de locomotieven. De machinist protesteert dan ook tegen het aantal wagons maar een Franse kapitein dwingt hem, met de revolver in de hand, om het station te verlaten.

Na Modane begint de reis normaal, maar op de vrij steile helling naar beneden neemt de snelheid sterk toe en wordt de trein oncontroleerbaar. In plaats van de toegestane 40 km/h bereikt de trein maar liefst 135 km per uur. Kort voor het station van Saint-Michel-de-Maurienne ontspoort de trein bij een snelheid van 102 km per uur. Omdat het elektrische licht van de trein niet werkt, hebben de soldaten kaarsen aangestoken, en de rijtuigen vatten daardoor snel vlam terwijl ze in elkaar schuiven. Ook zijn er granaten en andere explosieven aan boord, die de militairen als souvenir hebben meegenomen.

Volgens de officiële telling waren er 982 dienstplichtigen aan boord. Door het intense vuur zijn er honderden lichamen zodanig verbrand dat ze niet meer herkenbaar zijn. De tol wordt geschat op 500 tot 800 doden. De Franse autoriteiten duwen dit ongeluk in de doofpot en in de pers wordt er niets over geschreven. Maar de overlevende machinist zal het ongeluk toch nog na de oorlog in de openbaarheid brengen.

bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Treinramp_bij_Saint-Michel-de-Maurienne
http://www.railsavoie.fr/cartes/stmichel.html
http://dingeengoete.blogspot.be/2013/12/this-day-in-history-dec-12-1917-french.html

Treinramp_19171212

 

 

U-boten vallen aan !

14 december 1917 is een van die dagen dat Duitse duikboten bijzonder actief zijn.

  • Het Britse vrachtschip SS Hare wordt getorpedeerd door de U-62 terwijl het onderweg is van Manchester naar Dublin.
  • De UB-65 torpedeert het Noorse vrachtschip Nor, onderweg tussen Caen en Glasgow met alleen maar ballast aan boord. Twee doden.
  • Het Britse koopvaardijschip SS Volnay wordt getroffen door een mijn gelegd door de UC-64 terwijl het onderweg is tussen Montreal en Plymouth. Geen slachtoffers.
  • De Franse kruiser Chateaurenault zinkt door twee torpedo’s die de UC-38 afvuurde net buiten het Kanaal van Korinthië. Geen slachtoffers.
  • De U-64 brengt het Britse SS Coila tot zinken. Het schip is met een lading steenkool onderweg van Glasgow naar Livorno. Drie doden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Unterseeboot_U9_Propagandakarte_

 

de taalstrijd van Raoul Snoeck

Raoul Snoeck wordt in zijn compagnie gezien als een soort van talenwonder.

Ik ben een soort secretaris van een hoop brave jongens die in Frankrijk en in Groot-Brittannië oorlogsmeters bezitten, maar de taal van het land niet kennen. Ze vragen mij dan hun brieven op te stellen.

Gisteren deelde een soldaat me mee dat hij een oorlogsmeter gevonden had in Argentinië; waar halen ze het vandaan, mijn God. Mijn vriend neemt mij voor een man die alle talen kent : ik ken geen woord Spaans.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

ComoSeDice

Drika vindt de dood aan de draad

Dinsdag 14 juli 1914 is een heuglijke dag voor Maria Hendrika Vandebroek uit Neeroeteren. Ze trouwt met Hendrik Loos uit Meeuwen. Maar terwijl de twee in het huwelijksbootje stappen, stapelen de donderwolken boven de wereldpolitiek zich op. Drie weken later is België in oorlog. Voor Hendrik Loos, een rijkswachter in Heers, breekt een helse tijd aan. Enkele dagen na de Duitse inval bereiken de eerste vijandelijke cavaleriepatrouilles Zuid-Limburg. Loos belandt uiteindelijk in het neutrale Nederland. De oorlog is voor hem voorbij. Voor Hendrika “Drika” Vandebroek is de oorlog helemaal niet voorbij. Ze mist haar man maar kan hem amper bezoeken.Grenspassen worden maar sporadisch uitgereikt.

vanaf juni 1915 starten de werken aan de draadversperring aan de grens. Vanaf dan wordt het voor Drika haast onmogelijk om haar man te bezoeken. De vrouw wordt verscheurd door verlangen en wil drie jaar na haar trouwdag eindelijk haar huwelijk consumeren. Daarom besluit ze in augustus 1917 definitief te vluchten naar Nederland. Ze krijgt hulp van enkele grensbewoners die haar bij Kinrooi door de draad willen helpen, maar Hendrika wordt gearresteerd door alerte Duitse grenswachters.

Drie weken lang wordt ze opgesloten in de kazerne in Maaseik, waarna ze tot een half jaar cel wordt veroordeeld. Om onbekende redenen moet ze die straf niet helemaal uitzitten. Drie maanden na haar eerste vluchtpoging staat Drika opnieuw aan de elektrische draad, dit keer in Molenbeersel. Samen met haar hondje kruipt ze heel voorzichtig door een opening in de elektrische versperring. Het hondje is al aan de overkant maar wanneer Drika halverwege is, besluit het beestje plots terug te keren. De hond raakt de elektrische draad en via de leiband wordt ook Drika zelf geëlektrocuteerd. Ze is op slag dood. Het lijkt wordt door toegesnelde Duitsers in de tramstelplaats in Molenbeersel opgebaard. Daar kan haar familie Drika identificeren. “Ze zag zo blauw als een lei” noteert een kennis.

bronnen
oorlog in Limburg, bijlage bij HBvL
https://www.europeana.eu/portal/nl/record/2020601/contributions_13132.html

HendrikaVandebroek_1917

 

gevecht tegen de modder

Musketier Egon Keller vertelt over zijn belevenissen onderweg naar het front op 13 december 1917, ergens in de buurt van Westrozebeke.

Ik moet mij een weg banen tussen prikkeldraad en stukgeschoten bomen, de rugzak op de schouders, het geweer en de munitiekisten in de handen geklemd. Mijn uniform is zo beslijkt dat het dezelfde kleur heeft als de grond. Op 40 meter van onze stelling val ik plots in een bomput gevuld met slijk. Ik wil mij snel loswrikken, maar zink tot op borsthoogte in de modder. De compagnie heeft niets gezien of gehoord en is verder gemarcheerd in het pikdonker.

Bij het ochtendgloren ben ik door de koude zo verstijfd dat ik mijn benen niet meer voel. Twee koeriers vinden mij toevallig en willen mij uit de modder losmaken, maar dat lukt niet zomaar. Uiteindelijk kunnen ze mij met de lange steel van een schop uit mijn netelige positie bevrijden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

redding-tegenstander

Nobelprijs voor het Rode Kruis

Tijdens de voorbije drie oorlogsjaren werden er geen Nobelprijzen voor de Vrede toegekend. De achterliggende redenering is dat er geen waardige kandidaten zijn.

In 1917 is er ondanks de oorlog toch een Nobelprijs voor de Vrede : die wordt op 10 december 1917 toegekend aan het Internationale Rode Kruis. Het Nobelprijscomité waardeert de inspanningen die de organisatie doet voor de krijgsgevangenen en voor de communicatie tussen de krijgsgevangenen en hun familie. Ook prijst het comité het werkt dat het Rode Kruis levert om gewonde militairen via Zwitserland naar hun thuisland te transporteren.

In 1918 is er evenmin een Nobelprijs voor de Vrede terwijl die van 1919 naar de Amerikaanse president Woodrow Wilson gaat.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

CroixRouge