Woutje Van de Velde, een 6-jarig Nederlands meisje, sterft op 13 januari 1917 ten gevolge van een zedenmisdrijf gepleegd door een Belgische korporaal. De man is een van de ongeveer vijftienduizend Belgische militairen die geïnterneerd zijn in het zogenaamde Belgenkamp nabij Harderwijk.
Omdat Nederland neutraal is en wil blijven, worden militairen uit bij de oorlog betrokken landen geïnterneerd zodra ze de Nederlandse grens overschrijden. Voor nogal wat militairen is een vlucht naar Nederland dan ook een ontsnapping aan de oorlog.
Een afgezaagde boomstam markeert het graf van Woutje van de Velde op de Gemeentelijke Begraafplaats van Harderwijk. De dader wordt eerst veroordeeld tot vijftien jaar tuchthuis en vervolgens in hoger beroep ontoerekeningsvatbaat verklaard en vrijgesproken. De krijgsraad beslist dan hem in een krankzinnigengesticht op te sluiten.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

grafzerk Woutje Van de velde