De sjarif van Mekka is Hoessein bin Ali, lid van een familie die een rechtstreekse afstammeling van de profeet claimt, de Hasjemieten. Hoessein slaagt erin om de eerste twee jaren van de oorlog neutraal te blijven. Zoals alle neutralen wordt hij bestookt met voorstellen en aanbiedingen van de oorlogvoerenden. De Turkse regering durft hem niet tot medewerking dwingen maar ze betaalt hem daar gewoon voor. Ook de Britten ontdekken het potentieel van de neutrale Hoessein. Ze betalen hem ook maar hebben nog iets meer in de aanbieding : een politieke toekomst zonder de Turken. Hoessein krijgt daarvan de schriftelijke bevestiging in een aantal brieven van Henry MacMahon, de Britse hoge commissaris in Egypte. Hoessein legt samen met MacMahon de grenzen vast van een toekomstige Arabisch rijk, van Egypte tot Perzië waarvan hij de kalief zal worden.
Wanneer Djemal Pasja lucht lijkt te krijgen van Hoesseins plannen, laat de sjarif de opstand beginnen. Hij lost persoonlijk het eerste schot. In de vroege ochtend van 10 juni 1916 richt hij vanuit een raam in zijn eigen huis het geweer op een gebouwtje van het Turkse leger. Hoessein heeft een primitief legertje van nomaden bij mekaar gekocht. De krijgers hebben alleen oude geweren, dolken en zwaarden. Maar dat volstaat om de eerste dagen door te komen. Op 13 juni 1916 zijn de Turken al uit Mekka verdreven.
De Britten doen vervolgens wat ze beloofd hebben. Een schip van de Royal Navy komt kanonnen leveren. De aanval op Jeddah voeren de Britten en de krijgers van Hoessein samen uit. De stad wordt vanop zee gebombardeerd door de Engelse kruisers Hardinge en Fox, en valt zonder hoge kosten in Hoesseins handen. Het legertje neemt nog twee havensteden in maar dan verliest de revolte haar elan. De Turkse overmacht in Medina is te groot. De Turken kunnen Medina ook blijvend bevoorraden en versterken doordat het via een spoorlijn verbonden is met Damascus.
bron : Knack Historia 1916