Dokter Lievens gaat van Ramskapelle naar Nieuwpoort en noteert in zijn dagboek op 18 juni 1916 het volgende :
Wat een verschil met het Nieuwpoort van vorig jaar, hoewel toen de meeste huizen ook al beschadigd waren. Maar nu hinderen alle soorten van puin de doorgang van de straten niet meer, want ze worden dagelijks geruimd. De Tempelierstoren is compleet in de vernieling geschoten. Op de Markt is het spektakel betreurenswaardig. Van de Hallen blijft alleen een skelet van vier muren over. De stoere, bijna massieve kerktoren is aan het wankelen gebracht, gescheurd en verkruimeld. Het bedehuis raakt elke dag wat meer verpulverd door de inslag van zware granaten. Daarrond zijn de graven van heldhaftige Fransen blijven aangroeien. De Franse bezetters van de sector onderhouden ze met grote zorg. Hier en daar gapen gaten in de grond voor nieuwe slachtoffers en de Franse poilus die ernaast passeren, moeten zich afvragen of ze daar morgen rust en vrede zullen vinden. Want elke dag vallen er nieuwe slachtoffers.
bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo