nu 2026 nadert

We zijn bijna een jaar verder sinds mijn laatste bericht. Ik had me voorgenomen om niets meer op te zoeken over 1925. Na het lezen van het boek “1924 – het kanteljaar van Hitler” was het voor mij duidelijk dat 1924 het laatste jaar is dat we nog bij de naweeën van de Groote Oorlog kunnen rekenen. Vanaf 1925 gaat Hitler aan de slag om politieke macht te verwerven en zo snel mogelijk in het parlement te geraken. Dat zal lukken in 1933. En vanaf dan is het in feite aftellen tot de tweede wereldoorlog die start op 1 september 1939 in Polen.

Maar deze blog kan nog verder aangedikt worden. Reden is dat ik een aantal boeken over de Groote Oorlog heb gekocht in de periode van 2014 – 2018. En sommige boeken hebben nog interessante stukken die het verdienen vermeld te worden in deze blog. Daarom ga ik opnieuw het boek van Peter Englund lezen : “de schoonheid en het verdriet van de oorlog”. De nieuwe stukken ga ik wel een datum van publicatie geven die 100 jaar later ligt dan de datum waar het over gaat. In voor het boek van Peter Englund zijn dat dus de jaartallen 2014-2018.

Franquin de grootmeester van de school van Marcinelle

Ik vermeld zelden de geboortes van beroemde personen op deze blog die vooral gewijd is aan de Groote Oorlog en de jaren rond deze noodlottige periode. Maar voor deze man maak ik zeer graag een uitzondering. Op 3 januari 1924 wordt André Franquin geboren in Etterbeek.

Franquin zal later beroemd worden als de tekenaar die Robbedoes heeft groot gebracht. Franquin heeft het personage Robbedoes niet uitgevonden. Hij nam dit personage over van Jijé die het op zijn beurt van Rob-Vel had overgenomen. In de jaren na de tweede wereldoorlog maakt Franquin enkele albums die deze piccolo in rood uniform bijzonder populair maken. Denk maar aan “er is een tovenaar in Rommelgem”, “de roof van de marsupilami”, “Z van Zwendel”, “QRN op Bretzelburg”.

Robbedoes is niet bedacht door Franquin, maar hij smukt de reeks wel op met personages zoals Ijzerlijm, de graaf van Rommelgem, Zwendel, Wiebeling en de marsupilami. Het personage van Guust Flater is wel volledig aan Franquin toe te schrijven. Voor het weekblad “Kuifje” tekent hij de reeks “Ton en Tinneke”.

André Franquin maakt deel uit van de zogenaamde school van Marcinelle, een verwijzing naar de plaats waar de uitgeverij Dupuis gevestigd was. Die school is in feite een bepaalde tekenstijl van tekenaars zoals Franquin, Jijé, Morris en Peyo.

Het mooiste compliment kreeg Franquin van Hergé : “Franquin is een grote kunstenaar, waarbij ik slechts een armzalige tekenaar ben.”. Er zijn verschillende pagina’s van de hand van Franquin waar ik me de ogen kan uitkijken van bewondering. Maar als ik er maar één kan kiezen, is het deze pagina uit “de roof van de Marsupilami”. Het is mij een raadsel hoe Franquin erin slaagt om met tweedimensionale tekeningen beweging, snelheid en sierlijkheid te suggereren. Hergé is wat hard voor zichzelf in zijn compliment over Franquin, maar ik onderschrijf met enthousiasme wat hij over zijn collega zegt.

bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Andr%C3%A9_Franquin

1924 limietjaar van deze blog

We zijn nu 2024 en vanaf 2014 ben ik bezig geweest de gebeurtenissen van 100 jaar geleden te noteren op deze blog. Voor mij is 1924 het limietjaar van de periode die ik wil bekijken. Reden is het boek “1924 – het kanteljaar van Hilter” dat ik in 2022 gekocht heb in Brugge. En met het kanteljaar wordt het duidelijk dat we niet meer in de najaren van de Groote Oorlog zitten maar dat de tweede wereldoorlog wordt voorbereid. Alleen weten de tijdsgenoten van Hitler dat nog niet. Op enkelingen na die een visionaire blik hebben en zien dat er zware donderwolken samentrekken boven de hemel van Europa. Maar niet alleen daar, ook in Azië kan men aanvoelen dat een oorlog nadert. Denk maar aan het Mukden incident dat door Hergé treffend getekend wordt in “de Blauwe Lotus”.

Betekent dit ook het laatste jaar voor deze blog ? Geenszins ! Het betekent alleen dat ik geen gebeurtenissen na 1924 ga behandelen. Maar ik heb in de periode 2014-2019 geregeld boeken gekocht over de Groote Oorlog waarin bepaalde gebeurtenissen vermeld staan die ik nog niet op deze blog heb verwerkt. En dan zijn er de jaren van de eerste balkanoorlog en de tweede balkanoorlog die de aanleiding hebben gevormd voor de Groote Oorlog. Ik zie me dus nog eerder de jaren tussen 1911 en 1914 behandelen dan na 1924. Die periode beschouw ik als aanloop van de tweede wereldoorlog.

Ik wens mijn lezers een gelukkig en gezond nieuwjaar en hoop jullie nog geregeld als bezoeker te mogen ontvangen op de blog van Martinus Evers.

geboorte van Marc Sleen

Ik doe het zelden op deze blog : de geboortedag vermelden van iemand die niet direct betrokken was bij de Groote Oorlog. Maar als stripliefhebber kan ik dit niet zomaar laten passeren. Op 30 december 1922 wordt Marc Neels geboren in Gentbrugge. Later zal Marc Neels zijn familienaam omdraaien en als Marc Sleen de stripverhalen van Nero tekenen.

bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Marc_Sleen

verkiezingen in België

Op 20 november 1921 zijn er verkiezingen in België. De kiezers stemmen voor een nieuwe kamer van volksvertegenwoordiging en een nieuwe senaat. Door de grondwetswijziging wordt het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd voor alle mannen vanaf 21 jaar. De vrouwen hebben op dat moment nog enkel stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen. Door de aangepaste kieswetgeving beschikt geen enkele partij over de meerderheid van de parlementaire zetels. Men moet dus steeds een coalitie tussen verschillende partijen op de been brengen. Nu de Groote Oorlog gedaan is, wordt er niet meer gestreefd naar een coalitie van nationale eenheid. Deze verkiezingen leiden tot de regering Theunis I, die bestaat uit katholieken en liberalen (respectievelijk 80 en 33 zetels in de Kamer op een totaal van 186).

De regering onder leiding van Georges Theunis voert een conservatief beleid. Ze beperkt de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen. De regering wilt aanvankelijk de strikte achturige werkdag versoepelen, maar stuit op tegenstand van de vakbonden. De stijging van de levensduurte wordt echter niet aangepakt. In januari 1923 zal deze regering, samen met de Franse regering het Ruhrgebied bezetten om Duitsland onder druk te zetten werk te maken van achterstallige oorlogsherstelbetalingen. De bezetting leidt tot een verlenging van de dienstplicht en is daardoor niet populair bij de Belgische bevolking. Bovendien neemt hierdoor ook de inflatie toe. Onenigheid rond de aanpak van de vernederlandsing van de universiteit van Gent verhoogt nog eens de onenigheid binnen de regering. Daarom zal de regering Theunis I in juni 1923 zal ontslag indienen, maar koning Albert I weigert en de regering voert een herschikking door en gaat verder als Theunis II.

bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Belgische_verkiezingen_1921

https://nl.wikipedia.org/wiki/Regering-Theunis_I

Georges Theunis

gemeenteraadsverkiezingen in België

Op 24 april 1921 worden er voor het eerst sinds de Groote Oorlog gemeenteraadsverkiezingen gehouden in België. Voor het eerst mogen ook vrouwen gaan stemmen. Ze zijn met meer dan twee miljoen en dat heeft ook vrouwelijke burgemeesters tot gevolg. Strikt genomen is het niet de allereerste keer dat er vrouwen naar de stembus mogen. Bij de parlementsverkiezingen van 1919 is er al een zeer beperkt aantal vrouwelijke kiezers: vrouwen die tijdens de oorlog wegens patriottische daden door de Duitse bezetter zijn gevangen gezet, maar ook weduwen – echtgenotes of moeders van gesneuvelde militairen of burgers die door de bezetter zijn gedood.

Voor de gemeenteraadsverkiezingen worden vrouwen bijna gelijkgesteld aan mannen. De wet sluit wel prostituees en overspelige vrouwen van stemrecht uit. Het is hoe dan ook een grote vooruitgang. Tot aan de Groote Oorlog hebben Belgische vrouwen helemaal geen stemrecht. 

Het feit dat vrouwen wel mogen stemmen voor de gemeenteraad maar niet voor het parlement is een gevolg van een compromis tussen socialisten, liberalen en katholieken. De anticlericale socialisten en liberalen achten de invloed van meneer pastoor op de vrouwen te hoog en dat zorgt ervoor dat de stap naar stemrecht voor vrouwen voor het parlement een stap te ver is. De katholieken volgen die redenering eveneens en zijn dan ook fervente voorvechters van het vrouwenstemrecht.

Door de oorlog zijn er meer vrouwelijke dan mannelijke kiezers zijn maar toch leiden die gemeenteraadsverkiezingen niet meteen tot een vervrouwelijking van de gemeentebesturen. Slechts in 146 gemeenteraden – op een totaal van meer dan 2.600 – worden één of meerdere vrouwen verkozen. Samen zijn er amper 196 vrouwelijke gemeenteraadsleden, minder dan één procent van het totaal. Het aantal vrouwelijke burgemeesters en schepenen is uiteraard nog veel kleiner. Als gevolg van de verkiezingen van 1921 worden 6 vrouwen burgemeester en 13 schepen.

Als oud-inwoner van Ranst vermeld ik graag Amelia Brocken, die bijna uit het niets burgemeester wordt van de Antwerpse gemeente Emblem (nu een deel van Ranst). Ze is de vrouw van een sluismeester op de Kleine Nete maar heeft middelbaar onderwijs genoten – eerder uitzonderlijk voor die tijd – en is erg sociaal geëngageerd. Bij de verkiezingen in Emblem komt Amelia Brocken op met een lijst met haarzelf als enige kandidate. 

Toch wordt ze verkozen. Geen enkele lijst haalt een meerderheid en er kan geen kandidaat-burgemeester worden voorgedragen. Amelia Brocken wordt eerst gekozen tot eerste schepen en daarmee waarnemend burgemeester. Als er na een jaar nog geen burgemeester is, stelt de arrondissementscommissaris voor haar te benoemen. Ze heeft ook de meeste voorkeurstemmen behaald. 

Als burgemeester zorgt ze ervoor dat Emblem een behoorlijk schoolgebouw krijgt. Bij de volgende verkiezingen wordt ze opnieuw verkozen op een “éénvrouwslijst”. Ze haalt zoveel stemmen dat de lijst meerdere zetels had kunnen halen als er meerdere kandidaten waren geweest! Maar ditmaal sluiten de andere lijsten een coalitie die haar beletten om burgemeester te blijven.  

bron : https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/04/07/100-jaar-geleden-belgische-vrouwen-gaan-voor-het-eerst-stemmen/

Het dagboek van Louis Barthas

Louis Barthas is een Franse tonnenmaker of kuiper uit het zuiden van Frankrijk. Hij heeft de ganse eerste wereldoorlog meegemaakt en heeft het geluk gehad om die te overleven. Tijdens de oorlog hield hij notities bij in zijn schriften. En na de oorlog heeft hij zijn schriften omgezet in een boek.

Vanaf 2014 heb ik op deze blog geregeld berichten geplaatst van gebeurtenissen van 100 jaar geleden. Het dagboek van Louis Barthas ben ik pas in maart 2015 beginnen gebruiken. Nu de honderdjarige herdenking van de Groote Oorlog voorbij is, en ik niet meer bijna dagelijks berichten plaats, lijkt me de tijd gekomen om de ontbrekende passages van het dagboek van Barthas hier te vermelden.

VIIe Olympiade in Antwerpen

Op 14 augustus 1920 opent de zevende Olympiade in Antwerpen. Baron Edouard de Laveleye was het hoofd van het comité dat in 1913 het Internationaal Olympisch Comité moet overtuigen België te kiezen als gastland. In 1914 moet het IOC nog kiezen tussen de steden Antwerpen, Amsterdam, Rome en Boedapest. En dan breekt de Groote Oorlog uit

De Franse stad Lyon stelt zich in 1915 nog voor als mogelijke locatie voor de spelen, maar beslist dan toch Antwerpen te steunen als de stad tijdig bevrijd wordt om de spelen daar te laten doorgaan. Kort na de wapenstilstand van 11 november 1918 beslist het IOC Antwerpen te kiezen als locatie. Een uitvoerend comité gaat aan de slag op 17 april 1919 onder leiding van Henri de Baillet-Latour en Alfred Verdyck. De eerste steenlegging van het Olympisch stadion in Beerschot gebeurt op 4 juli 1919 door burgemeester Jan De Vos. Op 23 mei 1920 wordt het stadion voor de eerste keer in gebruik genomen.

De spelen duren van 14 augustus tot 12 september 1920.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/1920_Summer_Olympics

schoten op de 11-juli-viering in Antwerpen

Jan De Vos, de liberale burgemeester van Antwerpen, heeft samenscholingen op 11 juli verboden. Desondanks komen op 11 juli 1920 ongeveer 30.000 Vlamingen samen in Borgerhout voor een niet-geautoriseerde Guldensporenviering. Na de manifestatie begeven een groot aantal van hen zich naar het centrum van Antwerpen.
Burgemeester De Vos trekt zich wegens ziekte enkele uren terug en geeft in tussentijd eerste schepen Louis Strauss het bevel over de politie. Als Strauss de opdracht geeft om de Vlaamse Leeuw-vlaggen van de betogers in beslag te nemen, komt het tot schermutselingen.
Herman Van den Reeck probeert te verhinderen dat de vlag van een groep meisjes wordt afgenomen, maar een politieman schiet lukraak in de menigte, waardoor Van den Reeck vanop korte afstand wordt getroffen. De kogel dringt binnen via de bovenarm en doorboort beide longen.
Van den Reeck wordt pas naar het Sint-Elisabeth-ziekenhuis overgebracht nadat hij drie kwartier in het politiebureau heeft gelegen en onder dwang een schuldbekentenis heeft ondertekend. De volgende dag bezwijkt hij aan zijn verwondingen.

De begrafenis van Herman Van den Reeck op 17 juli 1920 vindt plaats met groot eerbetoon en werd massaal bijgewoond door flaminganten van uiteenlopende strekking, onder wie Camille Huysmans, Herman Van Puymbrouck, Berten Pil, Alfons Van de Perre en Staf De Clercq.
De maanden na zijn dood verschenen verscheidene hommages aan Van den Reeck in boeken en tijdschriften.

Herman Van den Reeck schreef voor het activistische tijdschift “de goedendag” en was daarnaast ook links-radicaal. Zijn afkeer voor de Franstalige bourgeoisie had voor Van den Reeck ook te maken met de ontvoogding van de Vlaamse werkman.

bron : http://nl.wikisage.org/wiki/Herman_Van_den_Reeck

Herman Van den Reeck

het einde van Moresnet

Op 10 januari 1920 treedt het verdrag van Versailles in werking. Daarmee komt er een officieel einde aan de Groote Oorlog. Die dag is er ook de eerste algemene vergadering van de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties. Duitsland verliest de havenstad Danzig dat onder bescherming komt van de Volkenbond. En België lijft Neutraal Moresnet definitief in. Het gebied wordt toegevoegd aan de Oostkantons onder leiding van generaal Herman Baltia.

Het belang van de streek van Moresnet lag in de aanwezige zinkfabriek. Gezien het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen niet overeenkwamen, ging een westelijk deel van Moresnet naar de Nederlanden, het oostelijk deel ging naar Pruisen en het centrale gedeelte van Moresnet bleef neutraal ook nadat in 1830 België zich afscheidde van het noorden. Maar na de oorlog verwerft België de controle over het voormalige “Neutrale Moresnet” en het oostelijk gedeelte van de gemeente dat indertijd aan Pruisen was toegekend.

bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/1920
https://historiek.net/10-januari-1920-belgie-lijft-ministaat-neutraal-moresnet-in/131522/