nu 2026 nadert

We zijn bijna een jaar verder sinds mijn laatste bericht. Ik had me voorgenomen om niets meer op te zoeken over 1925. Na het lezen van het boek “1924 – het kanteljaar van Hitler” was het voor mij duidelijk dat 1924 het laatste jaar is dat we nog bij de naweeën van de Groote Oorlog kunnen rekenen. Vanaf 1925 gaat Hitler aan de slag om politieke macht te verwerven en zo snel mogelijk in het parlement te geraken. Dat zal lukken in 1933. En vanaf dan is het in feite aftellen tot de tweede wereldoorlog die start op 1 september 1939 in Polen.

Maar deze blog kan nog verder aangedikt worden. Reden is dat ik een aantal boeken over de Groote Oorlog heb gekocht in de periode van 2014 – 2018. En sommige boeken hebben nog interessante stukken die het verdienen vermeld te worden in deze blog. Daarom ga ik opnieuw het boek van Peter Englund lezen : “de schoonheid en het verdriet van de oorlog”. De nieuwe stukken ga ik wel een datum van publicatie geven die 100 jaar later ligt dan de datum waar het over gaat. In voor het boek van Peter Englund zijn dat dus de jaartallen 2014-2018.

Een nieuw hoofdstuk voor Italië 

Op 3 januari 1925 houdt Benito Mussolini een toespraak in het Italiaanse parlement. Hij neemt daarbij de vlucht vooruit. Want Mussolini ligt langs twee kanten onder vuur. Na de moord op de socialist Matteoti dringt de linkse oppositie aan op arrestaties van de moordenaars en een onderzoek naar wie er allemaal bij betrokken is. Maar ook bij de fascisten zelf groeit de onvrede omdat er heel wat zwarthemden door de politie zijn opgepakt. Met de nacht van de consuls op oudejaar 1924 heeft Mussolini een duidelijke verwittiging gekregen. Als hij niet met de linkse partijen afrekent, zullen de fascisten dat wel zonder hem doen.  

En dus houdt Mussolini een troespraak waarin hij de politieke verantwoordelijkheid van de moord op Matteoti op zich neemt. In een democratie zou zo’n bekentenis betekenen dat de regeringsleider ontslag neemt in afwachting van een proces. Maar voor Mussolini betekent het net dat hij zich nog meer macht toeëigent. In feite is vanaf begin januari 1925 de Italiaanse staat en de fascistische partij één geworden. Aan de oppositie wordt duidelijk gemaakt dat zij niet meer van tel zijn. Mussolini zegt het hen met onderstaande woorden.  

De cheka die Mussolini vermeldt, is een verwijzing naar de eerste geheime dienst in de Sovjet-Unie. In deze contekst is het ook een verwijt van de linkse oppositie dat Mussolini met een eigen fascistische geheime dienst werkt om tegenstanders op te ruimen. De opstand op de Aventijn, is een verwijzing naar de periode waarin de linkse oppositie op de Aventijnse heuvel in Rome protesteerde tegen de moord op Matteoti en diegene die zij daarvoor verantwoordelijk achten, met name Mussolini.  

Mijne heren! De toespraak die ik voor u ga houden, kan strikt genomen misschien niet als een parlementaire toespraak worden aangemerkt. Het kan zijn dat sommigen van jullie uiteindelijk zullen ontdekken dat deze toespraak, zij het door het verstrijken van de tijd, verband houdt met wat ik op 16 november in dezelfde zaal hield. 

Een dergelijke toespraak kan wel of niet tot een politieke stemming leiden. Laat in ieder geval weten dat ik niet op zoek ben naar deze politieke stemming. Ik wil het niet: ik heb er te veel gehad. Artikel 47 van het Statuut zegt: “De Kamer van Afgevaardigden heeft het recht de ministers van de koning te beschuldigen en hen voor het Hooggerechtshof te dagen.” Ik vraag formeel of er iemand in deze Kamer, of buiten deze Kamer, is die gebruik wil maken van artikel 47. Mijn toespraak zal daarom heel duidelijk zijn en van dien aard dat het tot absolute verheldering zal leiden. 

Je begrijpt dat na een lange tijd samen te hebben gewandeld met reisgenoten aan wie onze dankbaarheid altijd moet uitgaan voor wat ze hebben gedaan, een stop nodig is om te kijken of dezelfde weg met dezelfde reisgenoten in de toekomst nog kan worden afgelegd. Ik ben het, heren, die in deze Kamer de beschuldiging tegen mezelf uit. Er werd gezegd dat ik een Cheka zou vinden. Nu durf ik te zeggen dat het probleem opgelost zal zijn. Het fascisme, regering en partij, is volledig efficiënt. 

“Mijne heren, jullie hebben illusies ! U geloofde dat het fascisme voorbij was omdat ik het onderdrukte, dat de partij dood was omdat ik haar gestraft had en dat u toen ook zo wreed was om dat te zeggen. Als ik het honderdste deel van de energie die ik stop in het comprimeren ervan zou steken in het ontketenen ervan, dan zou je zien… Maar dat zal niet nodig zijn, omdat de regering sterk genoeg is om de opstand op de Aventijn volledig en definitief te verpletteren.  

“Italië, heren, wil vrede, wil rust, wil ijverige kalmte; we zullen het met liefde geven, als het mogelijk is, of met geweld als het nodig is. U kunt er zeker van zijn dat in de 48 uur na mijn toespraak de situatie in het hele gebied zal worden opgehelderd. En we weten allemaal dat het geen persoonlijke gril is, dat het geen lust van de overheid is, dat het geen onedele passie is, maar dat het slechts grenzeloze en krachtige liefde voor het vaderland is.” 

Na de toespraak is er niemand die het waagt Mussolini aan te klagen wegens medeplichtigheid van moord. En daarmee is in feite de oppositie monddood gemaakt en kan men Italië voortaan beschouwen als een fascistische dictatuur.  

Bron : https://istorica.it/2021/01/03/il-discorso-con-cui-mussolini-instauro-il-fascismo-3-gennaio-1925/  

Benito Mussolini (centraal)

De nacht van de consuls 

Op 31 december 1924 dringen 33 consuls van de Italiaanse zwarthemden  het palazzo Chigi binnen. Ze lopen door verlaten zalen totdat ze alleen een bode ontmoeten. Die brengt hen onder lichte dwang naar de bureau van Mussolini. Mussolini is niet de enige in de kamer: bij hem zijn de minister van Financiën De Stefani en generaal Gandolfo, commandant van de militie.  

De consuls worden geleid door twee mannen die in de oorlog bij het elitekorps de Arditi hebben gevochten en vroege fascisten zijn : Enzo Galbiati en Aldo Tarabella. Zij vragen hem om op te treden tegen de oppositie want anders zullen zij het zonder Mussolini wel regelen.  

De spanning heeft te maken met de moord op de socialistische voorman Matteoti die in de zomer van 1924 vermoord is terug gevonden. Sindsdien zijn er fascisten opgepakt en probeert Mussolini zich staande te houden tegenover zowel de links partijen als zijn eigen aanhangers. Maar de consuls maken hem nu duidelijk dat hij niet mag dralen en voor de fascistische revolutie moet kiezen. 

Op 3 januari 1925 houdt Mussolini een toespraak in het Italiaanse parlement : “Ik, en ik alleen, neem de politieke, morele en historische verantwoordelijkheid voor alles wat er is gebeurd,” waarbij hij zijdelings verwijst naar de moord op Matteotti. Daarmee daagt Mussolini aanklagers en de rest van de democratische instellingen van Italië, en ook de koning, uit om zijn gezag in twijfel te trekken. Niemand doet dat. Vanaf 1925 kan Mussolini dus openlijk als dictator opereren, zichzelf Il Duce noemend en de staat en de fascistische partij samenvoegend. 

Nog later in 1925 volgt er alsnog een afrekening met de voormannen van de consuls die hem hebben, uitgedaagd op oudejaarsavond 1924 : Galbiati en Tarabella worden in 1925 uit de militie gezet wegens gebrek aan discipline. Later zullen ze alsnog hun eerherstel krijgen.  

Bronnen 

La notte in cui i gerarchi “processarono” il Duce – il Giornale 

Enzo Galbiati

een vrije kerst

Na de mislukte staatsgreep in München in november 1923 zit Adolf Hitler in de gevangenis in Landsberg na zijn veroordeling in april 1924. In de gevangenis heeft hij niet stilgezeten en heeft hij zijn beruchte boek “Mein Kampf “geschreven. Als hij zijn straf van vijf jaar volledig moet uitzitten, is de kans groot dat zijn politieke kracht volledig verdampt. Daarom probeert hij voorwaardelijke invrijheidsstelling te verkrijgen. 

De gevangenisdirecteur Leybold is alvast overtuigd dat Hitler veel kalmer is geworden en verzet zich niet tegen de idee van voorwaardelijke invrijheidsstelling. Maar niet iedereen heeft diezelfde indruk. De adjunct-politiechef van München stuurt al op 23 september 1924 een zeer scherpe waarschuwing aan het gerechtshof dat Hitler waarschijnlijk zeer snel met zijn oude streken zal beginnen als hij vrijgelaten wordt. In de brief staat ondubbelzinnig : “Hij vertegenwoordigt een permanent gevaar voor de interne en externe veiligheid van de staat.”. Ook aanklager Stenglein adviseert negatief tegen de vrijlating en herinnert aan Hitlers veroordeling uit 1922 voor de aanval op de politieke leider Otto Ballerstedt. Hitler is toen ook voorwaardelijk vrijgelaten na een maand gevangenis en heeft onmiskenbaar de voorwaarden geschonden door zijn staatsgreep. 

Het gerechtshof verleent op 25 september 1924 goedkeuring aan de voorwaardelijke vrijlating van Hitler met ingang van 1 oktober. Maar dan komt het kantoor van aanklager Stenglein in actie om te proberen de vrijlating alsnog te blokkeren. Tijdens het weekend werken Stengleins juristen door en stellen een lang beroepsschrift op. Hierdoor wordt de vrijlating per 1 oktober geblokkeerd. Op 6 oktober verwerpt het Beierse Hooggerechtshof Stengleins beroep en wijst Hitlers zaak terug naar een lager hof. Ondanks de waarschuwingen van politie en aanklagers geeft het Hooggerechtshof de zaak in handen van het hof dat al eerder ten gunste van Hitler heeft geoordeeld. 

Na twee maanden stilte is er een uitspraak. Op 19 december 1924 om 10 uur ‘s avonds verschijnt gevangenisdirecteur Leyboldt in de cel van Hitler om hem mee te delen dat hij ‘s anderendaags vrijgelaten zal worden. Hitler vraagt Adolf Müller, drukker van de nazikrant Völkischer Beobachter, om hem op te halen. Müller wordt vergezeld door fotograaf Heinrich Hoffmann. Rond het middaguur op 20 december neemt Hitler afscheid van zijn mannen. Leybold noteert in zijn administratie de tijd die Hitler nog zou moeten uitzitten : “3 jaar, 333 dagen, 21 uur en 50 minuten. Voorwaardelijk tot 1 oktober 1928”. 

Müller en Hoffmann zijn gearriveerd in een glimmende, zwarte auto met het dak van een cabriolet. Als ze in de wagen stappen, dringt Hoffmann erop aan dat ze een geschikte plek zoeken voor een passende foto. De drie mannen stoppen net buiten een oude landspoort van Landsberg. Hitler staat op straat, naast de zwarte auto, een hand aan de stijl van het portier. Hij kijkt ernstig en doelbewust, en op dit moment zal hij beseft hebben dat zijn leven opnieuw begonnen is.  

Zelfs op dit historische moment ziet Hitler er toch een beetje belachelijk uit. Zijn benen steken onder zijn regenjas als stokken tevoorschijn. Op de dag van zijn vrijlating draagt Hitler geen lange broek maar kniekousen. Onder zijn jas moet hij zijn Beierse lederhosen aan hebben, zelfs in december. De fotosessie duurt niet lang. “Schiet op, Hoffmann”, zei Hitler, “Het is stervenskoud.”. 

Bron : Peter Ross Range, 1924 – het kanteljaar van Hitler 

de laatste toespraak van Matteotti

Giacomo Matteotti is een Italiaans socialist die door de kiezer verkozen wordt in 1919, 1921 en 1924. Hij krijgt van zijn partijgenoten de bijnaam “Tempesta” (onweer) vanwege zijn strijdlustige en compromisloos karakter. Na de gebeurtenissen van december 1920 in Ferrara waarbij fascisten en socialisten het leven verliezen in onderling geweld, wordt Matteotti de nieuwe secretaris van de Arbeidskamer van de stad en dit zorgt voor een hernieuwde toewijding aan zijn antifascistische strijd, waarbij hij herhaaldelijk het geweld aan de kaak stelt.  

In 1921 publiceert hij een onderzoek naar het geweld van fascistische actieteams tijdens de verkiezingscampagne van de verkiezingen van 1921. In oktober 1922 wordt Matteotti uit de Italiaanse Socialistische Partij gezet. Samen met andere ballingen , wordt de nieuwe Socialistische Unitaire Partij opgericht , waarvan Matteotti secretaris wordt. 

In 1924 verschijnt de vertaling van zijn boek “een jaar van fascistische overheersing” in Londen. Bij de verkiezingen van 6 april 1924 wordt Matteotti herkozen, de PSU verzamelt 5,9% en wordt daarmee de tweede oppositiepartij achter de 9% van de Italiaanse Volkspartij . Door een aanpassing van de kieswetgeving en in een algemene sfeer van intimidatie en geweld slaagt de Nationale Fascistische Partij erin het grootste deel van de zetels te veroveren. 

Op 30 mei 1924 spreekt Matteotti in de Kamer van Afgevaardigden om de uitslag van de verkiezingen te betwisten , waarbij hij het geweld, de onwettigheden en het misbruik aan de kaak stelt dat de fascisten hebbengepleegd om de verkiezingen te winnen: 

«[…] Wij betwisten hier en tot in de kern de geldigheid van de meerderheidsverkiezingen. […] De verkiezingen zijn naar onze mening in wezen ongeldig, en we voegen eraan toe dat ze niet in alle kiesdistricten geldig zijn. […] Volgens uw eigen bevestiging ( van de fascistische parlementairen ) was daarom geen enkele Italiaanse kiezer vrij om met zijn wil te beslissen… […] Er is een gewapende militie, bestaande uit burgers van één enkele partij, die de verklaarde taak heeft een specifieke regering met geweld te steunen, ook al bestaat er geen consensus” 

Als hij de toespraak heeft beëindigd, zegt hij tot  zijn partijgenoten :  

Ik heb mijn toespraak gehouden. Nu moeten jullie de begrafenisrede voor mij voorbereiden. “ 

Met die uitspraak geeft Matteotti te kennen dat hij wel degelijk beseft dat hij vanaf nu in groot gevaar is. ZIjn voorstel om de verkiezingen ongeldig te verklaren wordt in het parlement verworpen. Op 1 juni 1924 verschijnt er een artikel in Il popolo d’Italia gericht tegen Matteotti. Het artikel is niet ondertekend maar waarschijnlijk geschreven door Mussolini. Op 4 juni krijgt Matteotti een heftige discuissie met Mussolini in het parlement. Op 10 juni wordt hij op klaarlichte dag in Rome ontvoerd. Zijn afwezigheid wordt niet direct tijdens de eerste uren gemeld. In de dagen erna neemt de onrust over de verdwijning van Matteotti toe. Het is pas op 12 augustus dat de jas van Matteotti wordt gevonden. Op 16 augustus wordt het levenloze lichaam van de onfortuinlijke politicus gevonden. In het latere proces waarbij de uitvoerders van de ontvoering en de moord worden aangeklaagd, wordt ervoor gezorgd dat alle sporen die kunnen leiden naar Mussolini bedekt blijven. 

Bron : https://it.wikipedia.org/wiki/Giacomo_Matteotti#La_contestazione_delle_elezioni_del_1924 

herschikking van de politieke macht in Turkije

Nu het Ottomaanse rijk vervangen is door Turkije, is hebt moment rijp om de politieke macht te herschikken. En Mustafa Kemal laat er dan ook geen gras over groeien. Op 3 maart 1924 schaft de Turkse nationale raad het kalifaat af na een periode van 407 jaar. Er wordt vastgelegd dat 15 maart de datum is waarop de kalief  Abdulmejid II en zijn harem worden weggevoerd uit Istanbul. Abdulmejid is de neef van de laatste Ottomaanse sultan Mehmed VI, en hij was religieuze leider van de islam na zijn verkiezing tot kalief op 19 November 1923

Twee dagen nadat Turkije het kalifaat heeft afgeschaft, wordt Hussein bin Ali, koning van Hejaz (nu Saoedi-Arabië) en sharif van Mekka uitgeroepen tot kalief van alle moslims door moslimleiders in Mesopotamië (nu Irak) en Transjordanië (nu Jordanië). De respons in de islamitische wereld is eerder afwijzend.

De eerste regering van Turkije wordt gereorganiseerd als premier Ismet Pasha op verzoek van president Mustapha Kemal een nieuwe ministerraad vormt. Ismet vervangt vier leden van zijn kabinet en schakelt het Ministerie van Sharia en Stichtingen en het Ministerie van de Generale Staf uit, terwijl hij het Ministerie van Economische Zaken opsplitst in het nieuwe Ministerie van Handel en het Ministerie van Landbouw.

Turkije laat duidelijk zien wie de overwinnaar is in de Grieks-Turkse oorlog van 1919-1922. Terwijl de teugels strak worden gehouden in Turkije, rommelt het in Griekenland. Georgios Kafantaris wordt op 8 maart 1924 door het Griekse leger gedwongen af te treden als premier van Griekenland, samen met zijn kabinet, minder dan een maand nadat hij Eleftherios Venizelos is opgevolgd, omdat hij niet ingaat op de oproep van het leger tot afschaffing van de monarchie ten gunste van een republiek te onderschrijven. Kafantaris is voorstander van een referendum over de toekomst van de monarchie voorgesteld, terwijl het leger om onmiddellijke verandering vraagt.

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/March_1924

de hoofdbeklaagde neemt het woord

Eind februari – begin maart 1924 draait in München alles om het zogenaamde Hitler-Ludendorff-proces. Hitler staat er samen met generaal Ludendorff en een aantal anderen voor de rechtbank om zich te verdedigen tegen de beschuldigingen van hoogverraad na de mislukte staatsgreep van november 1923.  

Hans Ehard is de openbare aanklager die een uiterst zorgvuldige reconstructie heeft gemaakt van de gebeurtenissen tijdens de staatsgreep. Niettegenstaande alle complicaties en verwikkelingen en het grote aantal deelnemers was de putsch volgens de aanklager in wezen het werk van één man :”Hitler is de ziel van de hele onderneming.”. Op het eerste zicht is Ehards verklaring volkomen verpletterend, maar Hitler kan zich nauwelijks een betere aanloop wensen voor de belangrijkste redevoering van zijn carrière. Wat kan er voor een man, wiens hele politieke streven er op gericht is om zichzelf tot het centrum van alle gebeurtenissen te maken, beter zijn dan in een open rechtszaal, voor het front van de wereldpers, aangewezen te worden as de ziel van de hele show ? 

Op de eerste dag van het proces, om half drie ’s middags, staat Hitler op van achter een van de toen tafels van de verdediging. Hij moet zijn bijdrage aan de show beginnen vanuit een koude start. Hij heeft al bijna vier maanden geen redevoering meer gehouden. Als hij van de rechter het woord krijgt, begint hij te spreken over de vierenhalf jaar dat hij in het Duitse leger heeft gediend. Waarom zou een man, vraagt hij zich retorisch af, die getraind is in blinde gehoorzaamheid aan zijn meerderen, in conflict zijn gekomen met de zogenaamde grondwet. Waarom wordt hij beschuldigd van hoogverraad ? 

Op die retorische vraag geeft hijzelf het antwoord dat bijna vier uur lang zal duren. Aanvankelijk spreekt de geharde demagoog op een bijna zenuwachtige manier. Maar al spoedig vindt hij zijn toon en stort hij een vloed van woorden, gebaren, anekdotes over zijn publiek uit. Hij heeft het over zijn jeugdjaren in Wenen, waar hij aankwam als wereldburger en er vertrok als overtuigd antisemiet. In één moeite door versmelt hij Jodendom en marxisme met elkaar tot één kwaadaardige kracht. Voor Hitler is het proces de voortzetting van politieke propaganda met juridische middelen. 

In de rechtszaal en via de kranten kan hij nu eindelijk mensen bereiken die nooit naar een van zijn luidruchtige massabijeenkomsten zouden komen. Terwijl hij zich door de middag heen praat, is Hitlers doel om zichzelf en zijn partij af te schilderen als het laatste bolwerk tegen het afglijden van Duitsland naar de chaos. Om zijn radicale oplossing (de staatsgreep) aanvaardbaar te maken, moet hij het probleem radicaal maken. Dat probleem is de onwettigheid van de Duitse regering, de regering van de “novembermisdadigers” die de revolutie van 1918 hadden mogelijk gemaakt. De Weimarrepubliek is nooit gelegitimeerd door een eenduidig plebisciet over haar recht van bestaan. En daarom bestaat de revolutie van 1918 voor Hitler niet. En dus verwerpt hij de beschuldiging van hoogverraad. Meer nog, hij schakelt over van een defensieve naar een offensieve benadering. Hitler beschuldigt degenen die hem beschuldigen. Kahr, Lossow en Seisser, de kroongetuigen van de aanklager, zijn zelf schuldig aan verraad. “Als onze hele onderneming een daad van hoogverraad was, dan hebben Kahr, Lossow en Seisser samen met ons hoogverraad gepleegd. We hebben maandenlang met hen over niets anders gesproken dan waarvoor wij nu in de beklaagdenbank zitten. “ 

Met zijn retoriek probeert Hitler de kern van de legitimiteit van de aanklacht tegen hem te ondermijnen :”Ik beken de daad, maar niet het hoogverraad, omdat er geen beschuldiging van hoogverraad is uitgebracht tegen de verraders van 1918.”

Natuurlijk is niet iedereen gecharmeerd van Hitlers vertoning. De kranten die vooral door de hogere burgerij gelezen worden, zetten hem weg als een ongeschoolde pummel. Maar er zijn ook minder kritische geesten in de rechtbank. “Wat een geweldige vent, die Hitler”, zegt een lekenrechter binnen gehoorsafstand van de journalist Hans von Hülsen. Dit is precies de indruk die Hitler heeft willen maken. Hij is terug. 

Bron : Peter Ross Range, 1924 – het kanteljaar van Hitler, Atlas contact 

proces wegens hoogverraad

Het proces van Adolf Hitler wegens hoogverraad begint in München op een winterse dinsdag, 26 februari 1924

Advocaten, journalisten en juristen, die aankomen bij de voormalige infanterie school van de Reichswehr, treffen een situatie aan die veel weg heeft van een militaire belegering. Uit vrees voor geweld door nationalistische paramilitairen of door demonstrerende fanatieke aanhangers van Hitler, is een detachement soldaten van de Reichswehr en de Beierse Staatspolitie, met stalen helmen op, rondom het gebouw in stelling gebracht. Het grote gebouw, opgetrokken uit donkere baksteen, moet tijdelijk dienstdoen als het Beierse Volksgerechtshof en als provisorische gevangenis voor Hitler en andere aangeklaagden. Terwijl de bezoekers met hun voeten stampen en in hun handen blazen vanwege de kou, lopen de soldaten wachten achter een barrière van in elkaar gevouwen prikkeldraad en tankversperringen. 

The New York Times is niet de enige buitenlandse krant die verslag doet van het proces. Een Zwitserse krant bericht dat er naast journalisten van de Londense Times en Le Temps uit Parijs nog zo’n vijftig andere buitenlandse journalisten zijn. Natuurlijk is het aantal Duitse verslaggevers nog groter. Voor de journalisten zijn zestig van de honderdtwintig bezoekersplaatsen beschikbaar in de tot rechtszaal omgevormde officiersmess. Maar dat is niet genoeg, in de hal is daarom nog een extra persruimte ingericht.  

De militaire academie, gelegen aan de Blutenburgstrasse, is deels uitgekozen voor het meest sensationele proces van jaren in München, omdat ze ver weg ligt van het drukke gerechtsgebouw in het centrum. Het is makkelijker om een bewakingscordon rond de academie te leggen. Maar er is nog een andere reden : de school staat leeg. Omdat het cadettenkorps van vijfhonderd man zich zo enthousiast heeft aangesloten bij Hitlers opstand, heeft generaal Seeckt, de opperbevelhebber van de Reichswehr, de school in München gesloten en de academie verplaatst naar een kleine stad in Thüringen waar de cadetten minder kwaad kunnen doen.  

Hitler wordt berecht met negen medeputschisten, inclusief de oorlogsheld Ludendorff. De spectaculaire mislukking van de putsch is nu vier maanden geleden en in theorie staat hem een eenvoudig proces wegens verraad te wachten. Hij heeft de daad al min of meer bekend. Maar de behandeling voor het Volksgerechtshof zal over veel meer gaan dan het vaststellen van schuld of onschuld. De voornaamste gedaagde zal er alles aan doen om zijn proces om te vormen tot een moraalgeschiedenis over de toekomst van Duitsland en de “redding van het vaderland” met hemzelf in de rol van redder. Hij zal de rechtszaal, stampvol met journalisten, gebruiken om zichzelf, nog altijd onbekend in grote delen van Duitsland, te verkopen aan het grootste publiek dat hij ooit gehad heeft. 

Bron : Peter Ross Range, 1924 – het kanteljaar van Hitler, atlas contact 

Sovjet-Unie krijgt erkenning 

Doorgaans is de periode na de dood van een politiek leider een moeilijk moment, zeker als het gaat om een dictatuur. Maar na de dood van Lenin kan de Sovjet-Unie zijn positie versterken. Op 1 februari 1924 erkent de regering van Groot-Brittannië de Sovjet-Unie. Op 2 februari wordt Alexei Rikov (foto links) de nieuwe voorzietter van de raad van volkscommissarissen, een titel te vergelijken met die van eerste minister van de Sovjet-Unie. Felix Dzerzjinski (foto rechts) wordt voorzietter van de sovjet van de nationale economie. Op 7 februari erkent ook de fascistische regering van Italië de Sovjet-Unie. Daarmee neemt de spanning tussen de voormalige geallieerden af en is het idee om de tsaar terug op de troon te brengen bij de westerse landen verdwenen. 

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/February_1924

testament van Lenin

De laatste jaren van Lenin zijn niet bepaald vrij van zorgen. Op 25 mei 1922 wordt Lenin getroffen door een beroerte, waardoor de rechterkant van zijn lichaam bijna geheel verlamd raakt. Bij een latere beroerte wordt Lenin van zijn spraakvermogen beroofd. Door die gezondheidsproblemen ziet Lenin zijn einde onder ogen. In december 1922 en januari 1923 dicteert hij zijn politiek testament, waarin hij de persoonlijke kwaliteiten van zijn kameraden bespreekt, in het bijzonder Trotski en Stalin. Hij adviseert Stalin te verwijderen uit de functie van secretaris-generaal van de Communistische Partij, omdat hij hem niet geschikt acht voor de functie. In plaats daarvan beveelt hij Trotski aan voor de baan en beschrijft hem als “de meest capabele man in het huidige Centraal Comité”. Hij benadrukt Trotski’s superieure intellect, maar bekritiseert tegelijkertijd zijn zelfverzekerdheid en neiging tot buitensporig bestuur. 

Op 21 januari 1924 overlijdt Lenin in Gorki, een dorpje op 35 km ten zuiden van Moskou. Op 23 januari wordt de kist met het lichaam van Lenin per trein van Gorki naar Moskou vervoerd en tentoongesteld in de Kolommenzaal in het Huis van de Vakbonden, en blijft daar drie dagen. Op 27 januari wordt het lichaam van Lenin afgeleverd op het Rode Plein, begeleid door krijgsmuziek. Hoewel zijn weduwe Kroepskaja het er niet mee eens is, wordt zijn gebalsemde lichaam permanent tentoongesteld in een mausoleum op het Rode Plein in Moskou. 

Onderstaande schilderij van de begrafenis van Lenin is van Isaak Brodsky. 

bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Vladimir_Lenin#Declining_health_and_conflict_with_Stalin:_1920–1923