Dokter Lievens is erbij als het bevrijdingsoffensief start. Hij maakt alles mee vanaf de eerste minuut. We geven hieronder zijn uitgebreid verslag van de eerste dagen van het bevrijdingsoffensief verkort weer.
28-9-1918 : Om 2u30 begint een helse artillerievoorbereiding op heel het front van mijn divisie, en links bij de IXe divisie waar Jules zal vechten en rechts bij de XIIe infanteriedivisie. Dit trommelvuur duurt drie uur, dan start het rollend vuur en vooruit : naar de dood of de bevrijding ! Het is 5u30 en al schemerklaar.
Bij onze eerste stappen in het niemandsland komen we terecht in een welgevoed mitrailleurvuur, uitgespuwd vanuit sterk gebetonneerde schuilkoten. Maar we omsingelen ze in een oogwenk en verdelgen de Duitsers tot de laatste man. Onsze vuurpijlen stralen hoog hun sterrenvinken in de lucht om aan te artillerie duidelijk te maken dat de eerste lijn, de Frankenstellung, is ingenomen. Meteen daarna bewegen de knetterende explosies van onze granaten zich in een logge lijn vooruit voor een verdere aanval. Onze karabiniers lopen er zo dicht mogelijk achter zodat velen door scherven gewond raken en vallen. Ze zijn razend, niet alleen van de pijn, maar ook omdat ze de strijd moeten opgeven. Ik verzorg ze samen met mijn brancardier en laat ze dan liggen voor de volgende medische ploeg.
Daarna valt ook de Preussenstellung in onze handen. In Poelkapelle komen we bij een Duitse hulppost waar een vijandelijke geneesheer zijn gewonden aan het verzorgen is. Wij laten hem verder werken en met enkele van onze brancardiers verzorgt hij ook onze gewonden. Tegen de middag bereiken we de Bayernstellung en onze buit wordt groter bij elke stap zonder dat we zelf buitengewone verliezen lijden. Nu komen we in de vlakte voor de hoogte van Passchendaele en rusten een uurtje uit. Het artillerievuur is stilgevallen want de mannen verplaatsen onze kanonnen omdat onze sprong vooruit te groot is geweest en ze nu niet ver genoeg meer reiken. Het duurt lang voordat ze klaar zijn en we krijgen bevel de hoogte te bestromen zonder artillerievoorbereiding.
Bij de eerste stappen al ratelt de hele berg met een knetterend mitrailleurvuur en regent het kogelballen op ons. Ik moet me op mijn buik leggen om de gewonden te verzorgen en hun aantal groeit snel. Hoewel onze jongens sinds dagen geen enkele rust meer hebben, kruipen ze vooruit en bereiken tegen de avond de Flandernstellung op vijfhonderd meter van de hoogte van Passchendaele. Daar graaft elke man zich een putje en werpt de aarde als bortswering en dijk voor zich.
De regen maakt plaats voor een kille huilende wind en het slagveld schijnt eenzaam en dood. Daar klinkt een schreeuw uit het struikgewas :”Dokter ! Docteur !”. Ik dwaal in de richting vanwaar de roep lijkt te komen en weldra weerklinkt van alle kanten een afschuwelijk gehuil. Het zijn de stervenden en gewonden die om hulp en lafenis smeken. Ik zwerf van punt naar put om hen te bieden wat ik kan : een verband, een inspuiting, een teugje water. Waar blijven de mannen die hen moeten wegdragen ? Onze helden liggen doornat in ijskoud water, uitgepunt van de zware inspanningen, verstijfd door kou en bloedverlies. Ze overleven het niet als ze zo de nacht moeten doorbrengen. We dragen er zoveel mogelijk een duizendtal meter achteruit. Maar daar ziet er niemand meer naar hen om en hun gekerm klinkt altijd maar hoger en luider.
29-9-1918 : Meteen herbegint ons dolen over het doodsterrein. Wat ik gevreesd had, is uitgekomen. Talloze gewonden van gisteren vind ik nu bezweken van de kou en paars terug. Anderen liggen nog te sterven en hervatten hun geweeklaag. En er is nog niemand te zien om hen hier weg te brengen. Ik huil erbij als een kind omdat ik niets meer voor die rampzaligen kan doen…
bron : André Gysel, Dokter Lievens – dagboek van een arts , Lannoo
Onderstaande tekening is van Pierre Paulus, premiers pansements
Pingback: Pelt verliest een zoon nabij Passendaele – Martinus Evers