Koning Albert heeft gedurende jaren belet dat zijn soldaten op grote schaal stierven tijdens geallieerde offensieven. Nu beseft hij echter dat een koerswijziging zich opdringt. Vandaar dat de koning op 17 augustus 1918 aan Foch voorstelt om de Belgen een offensief te laten uitvoeren. Hij spreekt over een grote aanval in de sector Diksmuide.
Foch ziet meteen dat een Belgische aanvalsoperatie bij Diksmuide niet veel betekenis heeft. Hij neemt twee weken de tijd om na te denken. Pas op 2 september 1918 reageert hij op het Belgische voorstel. In een brief aan de Britse en Belgische militaire chef stelt hij voor dat Belgen en Britten een aanval zouden doen om het bos van Houthulst, de Vlaamse heuvelrug en de hoogten ten oosten van Ieper te veroveren.
Op 9 september antwoordt de Belgische generaal Gillain op de brief van Foch. Gillain benadrukt dat het Belgische leger wil deelenemen, maar dan heeft het versterkingen nodig en enige tijd om zich op de aanval voor te bereiden. Foch heeft begrepen waar de Belgische generaal op aanstuurt en hij laat weten dat hij koning Albert persoonlijk wil ontmoeten. Nu gaat alles opmerkelijk snel want het onderhoud gaat al door op 11 september. Op 12 september geeft generaal Gillain het operatieplan aan de chefs van de legerdivisies.
Vanaf 15 september zien de soldaten in de achterhoede zoveel voorbereidingen voor een offensief, dat ze er echt niet meer naast kunnen kijken. Pas op 27 september krijgen de soldaten te horen dat ze zich moeten klaarmaken om in de aanval te gaan.
bron : Luc Vandeweyer, Koning Albert en zijn soldaten, Manteau