drukke tijden voor Belgische spionnen

Het is in januari 1918 voor de spionnen meer dan ooit zaak om de transporten over de Duitse spoorwegen te traceren. Typisch voor de groeiende achterdocht bij de inlichtingenofficieren is de nieuwsbrief van 8 januari 1918. Deze keer gaat het om een deserteur uit de Elzas, een soldaat van de 187e infanteriedivisie. Hij heeft in het station van Gent Oostenrijkse troepen en artillerie en ook Bulgaren gezien. Die vreemde troepen moesten daar van de trein met het oog op hun inzet aan het front in Vlaanderen.

Er wordt geschat dat er midden januari 1918 al vijftien divisies zijn bijgekomen aan het westelijke front. Ze zijn in uitstekende staat en goed bewapend. De divisies die vertrokken, zijn ofwel middelmatig van kwaliteit ofwel zwaar toegetakeld tijdens de recente Britse offensieven. De rapporten van de daarop volgende dagen wijzen evenwel uit dat de meeste nieuwe Duitse divisies naar het westen worden gevoerd via de Franse oost-west spoorlijnen die via Luxemburg, Thionville en Straatsburg lopen. Slechts drie van de negentien getraceerde divisies gebruikten het Belgische spoorwegnetwerk. Dat verschil is zo opvallend dat de Belgen zich afvragen of er soms ernstige problemen zijn op de spoorlijn via Visé naar Tongeren.

De Duitse legerleiding kiest er voor om de beste en jongste elementen uit de divisies in het oosten af te romen en ze als individuen naar het westen te sturen. Voor een groot deel van die mannen is een tijdelijk oponthoud voorzien in Leopoldsburg of een ander opleidingscentrum in Limburg. Het zijn deze soldaten die via de spoorlijnen door Luik en Visé naar het westen komen. Het aantal soldaten in opleiding in Limburg neemt daardoor fors toe. De aangroei is zo opvallend dat sommige spionnen in de streek het cijfer 150.000 laten vallen als ze willen aangeven hoe groot de Duitse militaire aanwezigheid in de kampen en op de oefenterreinen wel is.

de tekening hieronder is van de Duitse schilder Albert Leistner en is getiteld “Abfahrt ins Feld von Leipzig am Ostersonntag, 1916”

bron : Luc Vandeweyer, Koning Albert en zijn soldaten, Manteau

AlbrechtLestner_AbfahrtInsFeld

 

treinramp in de Alpen

Na de slag bij Caporetto hebben de Fransen en de Britten troepen gestuurd om hun Italiaanse bondgenoten bij te staan. Nu de Duitse en Oostenrijks-Hongaarse legers tot staan zijn gebracht, krijgen sommige Franse soldaten de kans om hun verlof met kerstmis thuis door te brengen.

In de nacht van 12 op 13 december 1917 komt een Franse militaire trein terug uit Italië met soldaten die verlof hebben gekregen.  Vanaf Modane zal de trein de militairen naar Chambéry brengen, aan de rand van de Franse Alpen. De trein bestaat uit twee locomotieven met 19 houten rijtuigen, een lengte van 350 meter en een gewicht van 526 ton, te zwaar voor de remkracht van de locomotieven. De machinist protesteert dan ook tegen het aantal wagons maar een Franse kapitein dwingt hem, met de revolver in de hand, om het station te verlaten.

Na Modane begint de reis normaal, maar op de vrij steile helling naar beneden neemt de snelheid sterk toe en wordt de trein oncontroleerbaar. In plaats van de toegestane 40 km/h bereikt de trein maar liefst 135 km per uur. Kort voor het station van Saint-Michel-de-Maurienne ontspoort de trein bij een snelheid van 102 km per uur. Omdat het elektrische licht van de trein niet werkt, hebben de soldaten kaarsen aangestoken, en de rijtuigen vatten daardoor snel vlam terwijl ze in elkaar schuiven. Ook zijn er granaten en andere explosieven aan boord, die de militairen als souvenir hebben meegenomen.

Volgens de officiële telling waren er 982 dienstplichtigen aan boord. Door het intense vuur zijn er honderden lichamen zodanig verbrand dat ze niet meer herkenbaar zijn. De tol wordt geschat op 500 tot 800 doden. De Franse autoriteiten duwen dit ongeluk in de doofpot en in de pers wordt er niets over geschreven. Maar de overlevende machinist zal het ongeluk toch nog na de oorlog in de openbaarheid brengen.

bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Treinramp_bij_Saint-Michel-de-Maurienne
http://www.railsavoie.fr/cartes/stmichel.html
http://dingeengoete.blogspot.be/2013/12/this-day-in-history-dec-12-1917-french.html

Treinramp_19171212

 

 

Duitsers openen de Montzenroute

Op 15 februari 1917 openen de Duitsers de in snel tempo aangelegde spoorlijn 24 tussen Aken en Tongeren als een onderdeel van het traject tussen het Ruhrgrbied en de haven van Antwerpen. Deze route krijgt de naam Montzenroute met als meest karakteristiek onderdeel het viaduct van Moresnet. Gezien de neutrale opstelling van Nederland in deze oorlog was het gebruik van de Ijzeren Rijn (via de grensovergang tussen Hamont en Weert) niet meer mogelijk. De officiële opening van de lijn, met tal van genodigden en toespraken volgt bijna twee weken later.

Weldra is de lijn druk in gebruik voor transporten van vooral militaire goederen allerhande. Op een gewone werkdag rijden er zowat vijftig treinen in beide richtingen. Vanaf 9 oktober 1917 is er ook personenvervoer op spoorlijn 24. Vlakbij de dorpskern van Sint-Martens-Voeren is een circa 20 meter hoger en 250 meter lange viaduct dat deel uitmaakt van spoorlijn 24. Dit viaduct is gekend als het viaduct van Moresnet.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

viaductmoresnet

executie van Adelin Colon

Adelin Colon, onderstationschef in Ottignies, wordt op 26 juli 1916 door de Duitsers geëxecuteerd. Ze arresteerden hem op 7 november 1915  (lees hier meer daarover). en vervolgens veroordeelde het Krijgsgerecht hem ter dood. Hij vatte zijn spionageactiviteit aan kort na de Duitse inval in België.

Geen enkele andere van de bijna honderd mensen die in zijn dienst spioneerden, werd achteraf opgepakt. Dat geeft aan dat Adelin Colon absoluut niemand verraden heeft tijdens de ongetwijfeld talloze harde ondervragingen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

AdelinColon

Adelin Colon

Adelin Colon opgepakt

AdelinColon

Adelin Colon

Adelin Colon, onderstationschef in Ottignies en hoofd van een spionagedienst, wordt op 7 december 1915 gevangengenomen door de Duitsers. Colons naam raakte bekend bij de Duitsers doordat hij ook veel contact had met andere diensten, waarvan er helaas recent enkele leden waren opgepakt. Zelf verraadt hij niemand, ook niet na zijn terdoodveroordeling. Zijn executie gaat door op 26 juli 1916.

In november 1914 richtte hij samen met Marius Labacq een spionagedienst op die vooral de activiteiten op de spoorlijnen Mechelen-Brussel en Mechelen-Gent in het oog houdt. Op korte tijd hadden de initiatiefnemers tachtig mensen verzameld die voor hun dienst inlichtingen verzamelden.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Executie te Gent

Executie te Gent

op 15 april 1915 werd in Gent de 54-jarige Ferdinand Lenoir, divisiechef bij de spoorwegen, geëxecuteerd. Wellicht verneemt Virginie Loveling het pas een dag later, want ze vermeldt het in haar oorlogsdagboek op 16 april 1915.

FerdinandLenoirGisteren had een terechtstelling plaats. Een heer, ingenieur, afdelingsoverste in het Gouvernementshotel te Brussel, is door het hoofd geschoten. Lenoir was zijn naam.

De enen zeggen dat hij beschuldigd was van een draadloze telefoon in zijn huis te hebben gehad, anderen vertellen dat hij de vlucht van Belgische soldaten heeft bevorderd. Er wordt ook beweerd dat hij Duitse treinboekjes aan de bondgenoten bezorgde.

Het was zijn vrouw toegestaan gans de morgen bij hem door te brengen. Haar gesmeek, haar knieval, hebben geen harten van de rechters vermurwd.

bronnen 

oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

de oorspronkelijke tekst is te lezen op http://edities.kantl.be/loveling/d_1915-04-16.htm

Ferdinand Lenoir wordt ook vermeld op http://vdkg.weebly.com/de-slachtoffers

Karel Van de Woestijne ziet Duitse troepenbewegingen

Hoewel hij een flink eind van het Ijzerfront zit, heeft auteur Karel van de Woestijne, die meestal in Brussel verblijft, toch wel een idee van wat ginder gebeurt, dankzij de troepenbewegingen in het hinterland. Op 17 december 1914 noteert hij het volgende :

Afschrikking : we horen weer het kanon. We weten wel dat er daar aan de Ijzer nieuwe bedrijvigheid moet zijn, ook al hebben de kranten er niets van gemeld. De voorbijrijdende treinen die uit Vlaanderen komen, of beladen met soldaten en materiaal naar Vlaanderen gaan, zeggen ons dat nieuwe, meer verwoede, misschien beslissende gevechten aan de gang zouden zijn.

Over de boulevard zien we nieuwe manschappen lopen : echte reuzen, eerbiedwekkend door de uitdrukking van hun strenge gelaat, als door de gestalte.

Duits troepentransport

Duits troepentransport

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds.

de trein redt de Duitsers aan het oostfront

Hieronder zie je een locomotief  van 1914. Deze locomotief samen met de nodige wagons zullen de Duitsers aan het oostfront helpen om een dreigende nederlaag om te buigen in een klinkende overwinning. Zonder de trein waren de nodige soldaten nooit tijdig van de oostgrens naar de zuidgrens van Oost-Pruisen geraakt om achtereenvolgens een Russisch leger te stoppen en daarna een ander Russisch leger te vernietigen. Wie wil weten hoe deze slag verliep, kan dat lezen in de slag van Tannenberg.

sneltreinlocHSM_1914_Berlijn