Marsorders voor het oostfront

Herbert Sulzbach, een Duitse luitenant bij de artillerie, zit al enkele jaren aan het westfront. In april 1917 heeft hij verlof maar daarna moet hij naar zijn nieuwe regiment aan het oostfront.

Op 10 april ben ik in Keulen en dan reis ik door via Mainz naar Frankfurt-am-Main. Daar zie ik mijn ouders, mijn vrienden en kennissen weer eens. Ik ontmoet er ook mijn vriend Kurt Reinhardt en zijn broer, luitenant Reinhardt, maar ze zijn jammer genoeg hier voor een droevige reden. Hun vader is ernstig gewond geraakt en ligt op zijn sterfbed.

Vanuit Frankfurt-am-Main reist Sulzbach naar Berlijn en op 26 april verlaat hij Berlijn om op 28 april in Wenen aan te komen. Op 29 april reist hij dan naar Boedapest. Op 30 april neemt hij opnieuw de trein, dit keer met bestemming Lemberg (momenteel Lvov in Oekraïne).

Op 30 april begin ik aan een rit van 22 uur op de trein. Bijzonder charmant, dit groene Hongaarse platteland, zo weelderig, rijk en gevarieerd. We rijden voorbij de Tokay regio, voorbij de Karpaten waar we 2 jaar geleden de Russen verjaagd hebben. Stilletjesaan begint het landschap Oost-Europese trekken te vertonen. De trein stopt vaak en je ziet er een mengeling van allerlei volkeren : Tsjechen, Slovaken, Slovenen. De trein rijdt door de Lubkow pas, valleien en kloven. Ik ben bijzonder gefascineerd door het Hongaarse landschap en alle nieuwe dingen die ik zie, maar tenslotte val ik in slaap. Op 1 mei 1917 kom ik aan in Lemberg. Ik verfris me en doe een eerste wandeling door dit Galicische stadje. Ik breng ook een bezoek aan mijn nicht Vera. ’s Middags reis ik door naat Krasnoe en Zolochev, het laatste station voor ik het front bereik en mijn nieuwe post bij batterij nr 8.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

Galizien

Galicië

gedwongen rust voor Herbert Sulzbach

Herbert Sulzbach brengt de maand februari 1917 bijna geheel door in een veldlazaret.

8 februari 1917 : mijn derde verjaardag aan het front. Ik heb een keelontsteking en ga naar het hospitaal via Saint-Quentin naar Le Cateau en Sains du Nord. Alle militaire hospitalen zijn opgedeeld in kleinere departementen. Ik voel me uiterst beroerd maar word goed verzorgd.

De eerste dagen zijn heel vervelend omdat ik in bed moet blijven liggen. Tegen eind februari mag ik voor de eerste keer uit bed. Ondertussen heb ik vriendschap gesloten met 2 andere patiënten in dezelfde zaal, allebei luitenanten van een artillerieregiment. Beetje bij beetje mogen we meer de zaal verlaten en ontspanning zoeken in de kantine of de filmzaal.

Tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis krijg ik het Ijzeren Kruis 2e klasse waarvoor luitenant Reinhardt me in december 1914 had aanbevolen.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

feldlazarett

Unternehmen Alberich

Unternehmen Alberich

De Duitse troepen beginnen in februari 1917 hun terugtrekking naar de pas gebouwde defensie in de diepte van de Siegfriedlinie op ongeveer 32 kilometer achter het bestaande front dat tussen Arras en Soissons ligt. Tussen de oude frontlinie en hun nieuwe stellingen vernielen de Duitsers in een periode van 5 weken steden, dorpen en communicatielijnen. Ze kappen bossen en vergiftigen watervoorraden. Deze geheime actie is rond tegen 5 april 1917.

Het doel achter deze terugtrekking is het inkorten van de frontlinies met 40 kilometer. Daardoor kunnen de Duitsers divisies vrijmaken als reserve voor de geallieerde aanval die ze in 1917 verwachten. Het idee kwam al in oktober 1916 als de slag aan de Somme aan zijn laatste fase bezig is.

Over een afstand van 150 kilometer werken meer dan 26.000 krijgsgevangenen en 9.000 Belgische en Franse dwangarbeiders aan deze verdedigingslinie en gebruiken daarvoor 510.000 ton grind en steenslag, 110.000 ton cement, 20.000 ton rond staal en 12.500 ton prikkeldraad.

Ernst Jünger schrijft in zijn dagboek :

Tot aan de Hindenburglinie is elk dorp een puinhoop, elke boom wordt geveld, elke weg ondermijnd, elke waterput besmet, elke rivier afgedamd , elke kelder ondermijnd, elke rail losgeschroefd , elke telefoondraad stukgesneden, al het branbles brandbare verbrand, kortom, we hebben het land dat onze oprukkende vijand opwachtte, in een woestenij veranderd.

Herbert Sulzbach schrijft over deze tactische terugtrekking het volgende :

Midden maart starten we de geplande terugtrekking van Duitse troepen van de Ancre. Een briljant idee omdat het gebied van de Somme met al zijn granaattrechters een onmogelijk gebied zou zijn voor onze soldaten, alleen al op grond van de gezondheid. Ik vrees wel dat mijn geliefde Noyon in de vuurlinies terechtkomt en dat ik het niet meer ga terugzien.

bronnen
Ian Westwell, 1914-1918 – de eerste wereldoorlog dag na dag, Deltas
Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military
http://www.spiegel.de/einestages/unternehmen-alberich-im-ersten-weltkrieg-verbrannte-erde-in-frankreich-a-1133451.html

alberich-gebiet_1917

Operatie gifpil

In zijn dagboek heeft Herbert Sulzbach, Duitse artillerieofficier al geschreven over de voorbereidingen (lees het artikel hier). Begin februari noteert hij het volgende over operatie gifpil.

Op 3 februari 1917 ga ik naar het front nabij Baleux en ik kom ’s avonds doodop terug. Op 4 februari krijgen we het startsein voor operatie gifpil en het loopt vlotjes als een militaire oefening : artillerievoorbereiding, een kleine infanterieaanval, en we nemen 30 krijgsgevangenen, 10 Britten en 20 Fransen. We leggen een barrage gedurende een half uur en jammer genoeg vallen er aan onze kant ook een aantal gewonden.

Er wordt gesproken over het risico dat de diplomatieke relaties met Amerika verbroken worden.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword Military

duitseartillerie_1917_02

Duitse voorbereidingen in de sneeuw

Herbert Sulzbach, Duitse artillerieofficier, noteert in zijn dagboek het volgende.

Einde januari 1917 en het is 15 graden onder nul. Vandaag moet ik de leiding van artilleriebatterij nummer 8 op me nemen. Hun hoofdkwartier is in Péronne. De artilleristen waren me niet bekend voor ik daar aankwam> We bereiden een operatie voor onder de naam “gifpil”. Ik ben voortdurend druk bezig, te beginnen met een lange wandeling van het hoofdkwartier van het regiment tot aan de frontlinies nabij Barleux. De artilleriecommandanten willen hun veldkanonnen, houwitsers en mortieren richten op de toekomstige doelen maar het moet wel gebeuren op een manier dat de Fransen niets vermoeden. De schuilplaatsen aan het front zijn ijskoud en  ik voel me bevroren en hongerig. De nacht breng ik door in de frontlinies omdat ik ook mijn eigen batterij moet richten op de toekomstige doelen.

Daags erop is het bijzonder druk rond de enige veldtelefoon want alle officieren willen hun soldaten de nodige bevelen doorgeven. Een operatie zoals deze moet goed voorbereid worden. Je ziet heel wat officieren die mekaar van haar noch pluim kennen maar die toch vanaf het eerste moment samenwerken in een goed gevoel van kameraadschap.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

winter1917_04

de jaarovergang voor Herbert Sulzbach

Herbert Sulzbach is aan de Somme gelegerd bij de Duitse artillerie. Tijdens de jaarovergang 1916-1917 noteert hij het volgende in zijn dagboek.

24 december 1916 : Deze kerstavond is de derde die ik aan het front doorbreng. Dit keer houden de Fransen geen rekening met de mooiste van alle feestdagen en om 7 uur ’s avonds moet ik schuilen voor een bombardement. Iedereen is erg op zijn hoede en hoewel er geen grootschalige aanvallen meer zijn, zijn er nog steeds schermutselingen langs het ganse Sommefront. Later op de avond ga ik langs de verschillende posities van onze artilleristen en we bezoeken onze kameraden in de loopgraven waar er volop Stille Nacht gezongen wordt. De post is de voorbije nacht bezorgd en iedere soldaat heeft een geschenk gekregen. Er zijn ook versterkingen aangekomen en deze nieuwelingen krijgen nu een idee wat het betekent Kerstmis te vieren in de frontlinies.

26 december 1916 : We stappen door Biaches dat aan de Somme gelegen is. Het dorp bestaat in feite niet meer. Onze frontlinies lopen dwars door de vernielde huizen en kelders. Je krijgt de indruk dat de frontlinies nog de veiligste plek zijn. Op onze tochten tussen de posities van onze batterijen en de frontlinies liggen we geregeld onder vuur en moeten we dekking zoeken.

31 december 1916 : Ook al zijn de laatste weken aan de Somme heftig geweest, toch hebben onze frontlinies in het westen niets aan kracht ingeboet. Op alle andere oorlogsfronten hebben we overwinning op overwinning behaald. Onze hoop op vrede in het nieuwe jaar is daarom gerechtvaardigd.
Ons nieuwjaarsfeestje aan de Somme met de nodige drank was bijzonder vrolijk, alles in acht genomen. De verschillende eenheden wensten mekaar gelukkig nieuwjaar langs de telefoon.
Het vredesaanbod van onze Keizer schijnt afgewezen te zijn door de geallieerden.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword Military

weihnachten1916

Marsorders voor Herbert Sulzbach

Herbert Sulzbach is een Duitse onderofficier bij de artillerie. Op 11 november 1916 krijgt hij goed nieuws en marsorders voor de Somme.

Ik word vandaag gepromoveerd tot luitenant met ingang vanaf 3 november 1916. Het is een heel inspirerend moment en ik ben er heel vereerd mee.

Aan de Somme is de slag nog altijd bezig en we krijgen onze marsorders… naar de Somme ! Ik heb al voorspeld dat we hiervan niet gespaard zouden blijven. Na al de voorbije rustige maanden gaan we naar de grootste veldslag ooit. We zijn in actie geweest op alle grote slagvelden in het westen, op Verdun na, ondanks dat we aan een rustig front in Evricourt gelegerd waren. En dus worden we teruggetrokken uit onze divisie en op de marsweg, in Noyon, neemt onze divisiecommandant, generaal Sack, plechtig afscheid van ons. Voor de eerste keer mag ik mijn nieuwe plaats innemen en salueren voor de rangen der soldaten op appèl. Het is eeb bijzondere eer voor ons om de divisie te verlaten en in actie te komen aan de Somme.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

De tekening hieronder is van Otto Flechtner en is getiteld “Deutsche Artillerie auf dem Marsch”.

ottoflechtner_deutscheartillerieaufdemmarsch_1916

Berthe van Brussel

De Duitse artillerist Herbert Sulzbach kan eind september 1916 samen met luitenant Schellenberg naar Brussel. Ze reizen via Saint-Quentin (Fr) via Mons en Braine-le-Comte en komen aan in de Belgische hoofdstad.

Ik moet deze kleine uitstap in detail beschrijven want deze dagen vormen een enorm contrast met het dagelijkse leven aan het front. Hier voel je je volop leven, terwijl de dood alomtegenwoordig is in de eerste linies. Mijn kamer met een wit, zacht bed is de meest heerlijke plaats die je je kan inbeelden, vergeleken met de modderige schuilplaatsen in de loopgraven. In het restaurant kunnen we genieten van een goed maal, omgeven door muziek en overal rondom ons zien we vrouwen. ’s Avonds gaan we naar de danscafé’s en dit  leven is bijzonder aangenaam. De mensen moeten het ons maar niet kwalijk nemen, net zo min als ik het erg vind dat ze zich aan het thuisfront ook nog aangenaam maken. Je weet immers maar nooit of je nog terug komt om er weer van te genieten.

(…)

De stad zelf, die ik in 1912 al eerder bezocht, vind ik heel aangenaam : het stadhuis, de kathedraal van Sint-Goedele en de Beurs zijn bewonderenswaardig. Ik ontmoet heel wat mensen op die korte verloven. ’s Avonds in het restaurant dineer ik met een aangename Belgische dame. Eindelijk weer praten met een intelligente dame, hoe lang heb ik dat niet gemist. Afscheid nemen van Brussel was bijzonder hard, juist omwille van die dame : Berthe was haar naam. Er zijn mensen waarmee je direct vriendschap kan sluiten in een paar uur en waarmee je je zo eigen voelt alsof je ze al jaren kent. Belgische burgers behandelen ons Duitsers doorgaans zeer afstandelijk. (…)

Op de terugweg hielden we een uur halt in Namen en ik wandelde door de stad en bezocht de plaatsen waar ik in 1914 gelegerd was. Op de terugweg naar het front was de spoorlijn geblokkeerd door troepentransporten : grote troepenbewegingen van en naar de Somme, compagnieën soldaten die gevechtsmoe waren en ongelooflijk smerig.

bron : Herbert Sulzbach, with the german guns, Pen & Sword military

DuitseSoldaten_Schaarbeek.jpg

De Eiffeltoren bekeken vanuit Duitse linies

Herbert Sulzbach heeft de paasdagen van 1916 in Frankfurt-am-Main kunnen doorbrengen. Hij bezoekt familie en gaat met vrienden op café om de oorlog te vergeten. Maar ook thuis is de oorlog erg aanwezig : hij verneemt er dat de bediende Berthold die voor zijn familie jarenlang heeft gewerkt, in Verdun is omgekomen. Uit zijn laatste brief bleek al dat Berthold ervan uitging dat hij niet levend van het front zou terugkeren.

Eenmaal terug in de linies begeeft Sulzbach zich naar Noyon, meer bepaald de Mont Saint-Siméon. Daar heeft hij begin mei 1916 een heel bijzonder zicht op Parijs.

Tegen de avond gingen we terug via de Mont Saint-Siméon : een observatiepost daar heeft je een heel mooi zicht tot ver in het vijandelijke hinterland. Onze sector nabij Noyon en de sector in Piémont zijn de meest vooruitgeschoven posities die het Duitse leger in handen heeft. En dus liggen ze ook het dichtste bij Parijs. Als ik nu zeg dat ik door de telescoop keek en de Eiffeltoren zag, dan begrijpen de lezers misschien – of misschien ook niet – hoe ik me voelde als ik dit beeld zag : Parijs in zicht ! En toch nog te ver om ernaar te reiken, ook al waren onze legers binnen de laatste tien kilometers van Parijs aan het begin van september 1914.

Guillaume_Apollinaire_Calligramme

 

Herbert Sulzbach hoort de Duitse artillerie van Verdun

In zijn dagboek vermeldt Herbert Sulzbach dat hij in de buurt van Plémont zit. Volgens google maps is dit op een kleine 100 kilometer van Verdun. Het geeft een idee van de kracht van het artilleriebombardement als je het volgende leest.

Op 23 februari 1916 begint er een enorm lawaai van artillerievuur ver weg ten zuiden van ons. Dit was het trommelvuur aan het begin van ons offensief van Verdun.

Op 25 februari krijgen we het bericht dat verschillende dorpen rond Verdun door onze troepen zijn ingenomen, een hoop militair materieel is veroverd en onze frontlijn is dichter bij Verdun.

Ander interessant nieuws is dat er voortdurend nieuwe luchtschepen worden gebouwd in de Zeppelinfabrieken in Friedrichshafen en dat we ondertussen over meer dan 100 zeppelins beschikken. Ook het nieuws over Verdun is goed : één fort is ingenomen en de Woëvrelinie is doorbroken.

Op 27 februari word ik gepromoveerd tot Unteroffizier. Nabij Verdun houdt het gerommel nooit op. Er ligt wat sneeuw op de grond, maar het voelt desondanks al een beetje als lente aan.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

Verdun_DuitseArtillerie