Landing in de baai van Suvla

Begin augustus 1915 zitten de Britten nog steeds klem op de 2 bruggenhoofden Kaap Helles en de Anzac-inham. Twee uitbraakpogingen van luitenant-generaal Aylmer Hunter-Weston – de slagen om het Gully ravin en de berg Achi Baba – hebben geen resultaten opgeleverd voor de Britten. Er zijn alleen heel wat soldaten gesneuveld : 8.000 Britsen en 24.000 Turkse militairen. Hunter-Weston is terug naar het thuisland gestuurd en opgevolgd door generaal Street.

Op 6 augustus 1915 landen Britse troepen in de baai van Suvla om een derde bruggenhoofd te vormen, ten noorden van de Anzac-inham. Vanuit die twee bruggenhoofden moeten de troepen de heuvelrug Sari Bair in een gecombineerde actie veroverd worden om ze aan elkaar te linken. Liman von Sanders weet al weken van tevoren dat er nieuwe invasieplannen klaar zijn, alleen kent hij de precieze plaats niet. Hij verspreidt zijn divisies zodanig dat er geen Turken in de buurt van de baai van Suvla liggen. Voor het leidinggeven aan de landing wordt sir Frederick Stopford aangewezen, een al wat oudere man die eerder dienst had gedaan als ceremonieel luitenant bij de Tower van Londen, en die geen gevechtservaring heeft. Dit nadeel wordt nog vergroot door het feit dat generaal Street bij Kaap Helles en generaal Birdwood in de Anzac-inham niet weten wat hun rol nu precies inhoudt. Beide generaals doen vanuit hun bruggenhoofd uitbraakpogingen maar zonder al te veel succes. De ANZAC-troepen veroveren wel de top van Chunuk Bair op 8 augustus 1915, maar Turkse soldaten onder leiding van Mustafa Kemal doen een tegenaanval en verdrijven de ANZAC-soldaten terug.

De landing bij de baai van Suvla is wel een succes. Slechts gehinderd door wat sluipschutters, komen 20.000 manschappen vlot aan land. Generaal Stopford wacht echter met het aanvallen van de heuvels tot de avond invalt en er wordt geen poging gedaan de heuvelrug van Tekke Tepe in te nemen. Stopford had geen idee hoe zwak de Turken in de buurt vertegenwoordigd zijn en is al blij met het consolideren van zijn positie in de plaatselijke heuvels. Sir Ian Hamilton, de opperbevelhebber over de strijdkrachten in dit gebied, probeert Stopford wel tot daden te bewegen, maar dat gebeurt pas als hij ter plekke komt op 8 augustus 1915. In die tussentijd geeft Liman von Sanders kolonel Mustafa Kemal de opdracht om de baai van Suvla af te sluiten. In zijn eigen energieke stijl doet kolonel Kemal wat van hem verwacht wordt. De Britten zijn dus weer gestopt, al bezitten ze nu een derde bruggenhoofd.

Suvla_landing_1915

de vergeten Duitser van Wervik

Luitenant Wolfgang Kühne komt op 6 augustus 1915 om het leven – wellicht in de buurt van Wervik – niet tijdens een gevecht, maar bij een ongeluk. Zijn collega’s bezorgen hem een laatste rustplaats op het stedelijk kerkhof.

Op het ogenblik dat de Duitse troepen Wervik bezetten, in de herfst van 1914, was het nieuwe kerkhof nog maar net in gebruik genomen. De Duitsers besluiten om het kerkhof ook zelf te gebruiken en geven het een nieuwe naam : Ehrenfriedhof nr 65 Wervik-Nord. Als de oorlog voorbij is, nemen de Duitse graven ongeveer de helft van de oppervlakte van het kerkhof in.

Toeristische tip : op de Stedelijke begraafplaats (Komenstraat 83, Wervik) is er een eeuw later nog slechts één enkel Duits graf, dat van Wolfgang Kühne. In 1915 werden alle Duitse graven gecentraliseerd op enkele grote begraafplaatsen (Vladslo, Langemark, Menen) maar Wolfgang Kühne werd vergeten.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Vladslo

Vladslo

Herbert Sulzbach gaat terug naar het front

In het vorige bericht (lees hier) was Herbert Sulzbach uit het hospitaal ontslagen en had hij een aantal dagen verlof gehad in Frankfurt. Maar begin augustus 1915 gaat hij terug naar het front. In zijn dagboek lezen we het volgende.

30 juli 1915 : Op de trein naar het westelijk front. De commandant van onze artilleriebatterij is luitenant Reinhardt, geassisteerd door de luitenanten Becker en Bremshey. Onze kanonnen zijn getooid met de Duitse, Oostenrijkse en Turkse vlaggen. We reizen terug langs dezelfde weg die we op 2 september 1914 langs de Rijn hebben gevolgd en de “Rijnmeisjes” brengen ons eten aan de stopplaatsen.

31 juli 1915 : Luik, en daarna gaan we langs mijn dierbaar oude Namen en ook Maubeuge, waar ik de eerste zeppelinhangar zie in vijandelijk gebied. We verlaten de trein in Baboeuf.

1 augustus 1915 : Een gans jaar oorlog ! Wie zou dat gedacht hebben, een jaar geleden ? We brengen de dag door in onze kwartieren, die me doen terugdenken aan Les Petites Armoises. ’s Avonds rijden luitenant Reinhardt,  2 onderofficieren en ikzelf voorbij Noyon naar onze nieuwe posities nabij Evricourt. Ik heb nooit zo’n rustige artilleriepositie gezien. Daarna rijden we terug naar onze kwartieren.

2 augustus 1915 : We rijden terug naar Evricourt, door een idyllisch landschap, heuvels en valleien, kleine bossen en weiden – dit is Picardië. We rijden verder dan gisteren, laten de paarden achter en wandelen verder om onze nieuwe observatiepost in de infanterielinies te inspecteren. Het is wonderlijk om te zien dat in deze gevechtszone de mooie, kleine dorpen, die slechts deels zijn beschadigd, toch nog door de burgers bewoond worden.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military.

Herbert Sulzbach in Picardië, zomer van 1915

Herbert Sulzbach in Picardië, zomer van 1915

oorlogsschip naar Hindenburg genoemd

Zowat anderhalf jaar voor het begin van de oorlog werd in Duitsland de kiel gelegd van een slagkruiser met de voorlopige naam Ersatz Hertha, dat wil zeggen ter vervanging van de Hertha. Niemand kon toen vermoeden dat het schip de naam zou krijgen van een generaal die toen al op pensioen was.

Kort na de aanvang van de oorlog roept het leger generaal Paul von Hindenburg terug uit pensioen. In enkele maanden tijd behaalt hij een aantal overwinningen, onder meer in Rusland en Polen, die hem tot de populairste generaals maken.

Op 1 augustus 1915 gaat de nieuwe slagkruiser Ersatz Hertha te water en krijgt de naam Hindenburg als dank voor de inzet en successen van de generaal.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

tewaterlating van de Hindenburg

tewaterlating van de Hindenburg

Duitse vlammenwerpers aan de Hooge Crater

Duitse troepen vallen op 31 juli 1915 Hooge Crater in Zillebeke aan, die reeds enkele weken onder Britse controle is. Manschappen van King’s Royal Rifle Corps verdedigen de stelling maar worden verdreven, onder meer omdat de vijand een nieuw wapen inzet : de vlammenwerper.

De Duitsers hadden de vlammenwerper enkele maanden eerder al uitgetest in Malancourt (Frankrijk) maar nu was de aanval grootschaliger en waren de vlammenwerpers al meer geperfectioneerd.

de Franse soldaat Louis Barthas maakte ook al eerder melding van een Duitse aanval met vuur : daarover lees je meer op [deze bladzijde].

Toeristische tip : ter nagedachtenis van de manschappen van het King’s Royal Rifle Corps die hier sneuvelden op 30 juli n 31 juli 1915 (en op 2 juli 1916 bij Sanctuary Wood) werd een gedenkteken geplaatst op de Meenseweg in Zillebeke ter hoogte van het huis met nummer 498 en tegenover de parking van pretpark Bellewaerde.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

DuitseVlammenwerper1915