Britse piloot Warneford komt om

ReginaldWarnefordReginald Warneford komt op 17 juni 1915 om het leven, slechts 10 dagen nadat hij boven Gent een zeppelin neerschoot (lees mees daarover op deze pagina) . In de korte tijdsspanne tussen zijn huzarenstuk in Gent en zijn dood mag hij twee hoogegewaardeerde eretekens ophalen. Op 11 juni 1915 krijgt hij het Victoria Cross uit handen van de Engelse koning George V en op 17 juni 1915 eert de Franse legeraanvoerder Joseph Joffre hem met het Légion d’Honneur.

Na de ontvangst van zijn eretekens en de bijbehorende lunches vliegt Warneford naar Veurne, waar hij een korte testvlucht maakt met een Farman HF 27. Daarna gaat hij de lucht in met aan boord de Amerikaanse journalist Henry Beach Newman. Tijdens het optrekken breekt een vleugel van het toestel en wordt Warneford net als zijn passagier uit het vliegtuig geslingerd. De journalist overlijdt ter plekke, de befaamde piloot onderweg naar het ziekenhuis.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
Op het forum eerste wereldoorlog voeg Ivan Adriaenssens nog een opmerking toe :”Hij is natuurlijk niet in Veurne neergestort, maar in Buc, nabij Parijs. Kort na het opstijgen.”.
Volgens https://nl.wikipedia.org/wiki/Reginald_Warneford was het de bedoeling dat Warneford vanuit Buc naar Veurne zou vliegen maar daar is hij dus nooit toegekomen.

Duitse doorbraak bij de San

Florence Farmborough is een Britse vrouw die als verpleegster dienst heeft genomen in het Russische leger. Op 11 juni 1915 is ze voor de derde week gelegerd in Molodycz. Inmiddels is die eerste, paniekerige terugtocht na de doorbraak bij Gorlice vergeten, bijna in elk geval. Sinds die dagen, in het begin van mei, heeft het derde leger het ongelooflijke getal van 200.000 man verloren, van wie er 140.000 als gevangenen zijn verdwenen, maar nu heeft het een nieuwe en naar het lijkt sterke positie ingenomen langs de brede rivier de San (in het huidige Polen, toenmalig Oostenrijks-Hongaars gebied). Er zijn ten slotte versterkingen gearriveerd. En ze hebben order gekregen van hogerhand : hier, precier hier, moeten de Duitsers en de Oostenrijkers uiteindelijk worden tegengehouden : geen terugtochten meer ! Langs de rivier hebben gevechten gewoed, en beide zijden hebben kleinere aanvallen uitgevoerd. ’s Avonds laat heeft Florence voor het eerst grote aantallen grijs geklede Duitse krijgsgevangenen gezien : ze kwamen in de maneschijn over een weg gelopen, met hun typische punthelmen op, bewaakt door Kozakken te paard. Het gerucht gaat dat de vijand grote verliezen geleden heeft. Er is weer hoop.

Waar Florence zich bevindt, wordt nagenoeg niet gevochten, wat het gevoel dat de crisis voorbij is, natuurlijk versterkt. Ze heeft volop de tijd gehad voor andere dingen, zoals de was doen bij de rivier en de Italiaanse toetreding tot de oorlog vieren en haar eigen naamdag.

Het is nu drie uur ’s middags. Florence Farmborough zit voor haar tent te rusten na de werkdag. Alles is zoals gewoonlijk rustig. Ze ziet vier brancardiers die een paar doden wegdragen om hen te begraven op de geïmproviseerde begraafplaats op het veld naast het hospitaal. Een man van de vliegende brigade komt naar haar toe en geeft haar een brief voor hun arts. Ze vraagt in het voorbijgaan hoe het in hun eenheid is. De man vertelt met ingehouden opwinding dat er vanmorgen kogels van granaatkartetsen vlak bij hen zijn neergekomen en dat ze zich opmaken voor vertrek. De Duitsers zijn doorgebroken bij de San !

Ze schrikt van het nieuws maar ze is er niet van overtuigd dat het echt waar is. IN de verte is weliswaar het geluid van zwaar artillerievuur te horen, maar als ze rond etenstijd vol ongeloof bij de anderen informeert, weten ze net zo weinig als zij. Na het eten loopt ze terug naar haar tent, waar ze Anna treft, een andere verpleegster. Anna bevestigt het, moe. De geruchten over een doorbraak bij de San kloppen.

Dan komt de uiteindelijke bevestiging in de vorm van een order zich gereed te maken voor vertrek. Ze beginnen te pakken en breken de tenten in allerijl af.

bron : Peter Englund, de schoonheid en het verdriet van de oorlog, Spectrum

Jaroslaw1915

Intocht Oostenrijks-Hongaarse soldaten in Jaroslau (Jaroslaw) gelegen aan de San

luitenant-kolonel uit Maaseik sneuvelt in Diksmuide

kolonelRademakers1915

Het 3e regiment Jagers te voet krijgt in mei 1915 de opdracht om de Ijzer over te steken en op de oostelijke oever een bruggenhoofd te veroveren en behouden. Daar slaagt dit regiment in tijdens de nacht van 9 op 10 mei 1915. De Duitsers lanceren vanaf dan geregeld tegenaanvallen en beschietingen op deze voorpost.

Het is in deze voorpost in een loopgraaf aan de Ijzer in Diksmuide dat op 12 juni 1915 een kogel luitenant-kolonel Maximilien Rademakers in het hoofd treft. Een drietal manschappen snelt hem nog te hulp, maar ook zij laten het leven. Eerst wordt hij begraven op de Belgische militaire begraafplaats in Adinkerke, maar later verhuizen zijn stoffelijke resten naar Sint-Kruis Brugge.
Luitenant-kolonel Rademakers, geboren in 1864 in Maaseik, had er reeds een behoorlijke militaire carrière op zitten toen de wereldoorlog begon. Hij raakte gewond tijdens de slag bij Halen (12 augustus 1914) en nogmaals in Hofstade (27 september 1914). Vanaf april 1915 was hij actief in Diksmuide.

Toeristische tip : Aan het huis Beerstblotestraat 8, vlak bij de Dodengang in Diksmuide, hangt een gedenkplaat ter nagedachtenis van luitenant-kolonel Rademakers. De plaat hangt precies op de plek waar hij sneuvelde.

bronnen

oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/woi/relict/313

George Ernest Roe geexecuteerd wegens desertie

Ergens in de Vlaamse velden executeren Britse manschappen op 11 juni 1915 de 19-jarige soldaat George Ernest Roe wegens desertie. Over de omstandigheden van zijn veroordeling en zijn executie is bijzonder weinig bekend. Volgens één bron zou hij te laat teruggekeerd zijn van een verlof. Het is natuurlijk evengoed mogelijk dat Goegr gewoon schrik had of leed aan shellshock, een aandoening die toen al bekend was bij het Britse leger.
George Ernest Roe, die deel uitmaakte van King’s Own Lancashire Light Infantry, ligt begraven op Perth Cemetery (China Wall).

Toeristische tip : Perth Cemetery (China Wall) ligt langs de Maalstedestraat in Zillebeke. Op de begraafplaats die verdeeld is in verschillende niveaus, liggen maar liefst 2291 militairen begraven, van wie bijna de helft niet geïdentificeerd is. Waarom de begraafplaats de naam Perth draagt, is niet duidelijk, maar de term China Wall verwijst naar een toenmalige communicatieloopgraaf met een borstwering van hoog opgestapelde zankzakjes.

In 2001 bestaat er een shot-at-down-standbeeld in het National Memorial Arboretum nabij Alrewas in Staffordshire, Groot-Brittanië. Het vermeldt de 306 soldaten van het Britse leger die wegens desertie zijn geëxecuteerd. Vaak kregen deze soldaten geen eerlijk proces en dienden ze als afschrikwekkend voorbeeld voor de andere soldaten.

shot-at-dawn-statue

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

http://en.wikipedia.org/wiki/Shot_at_Dawn_Memorial

Herbert Sulzbach neemt de hospitaaltrein

Herbert Sulzbach heeft in zijn dagboek al eerder geklaagd over een hardnekkige uitslag op zijn been. Die uitslag is ondertussen een ontsteking geworden en vanaf 27 mei 1915 ligt hij in het militair hospitaal van Vouziers. Naast de soldaten die gewond zijn tijdens de gevechten, voelt hij zich er niet erg op zijn plaats. En dan krijgt hij goed nieuws…

Op 7 juni verneem ik dat ik naar huis mag in een hospitaaltrein. (…) Op 8 juni ga ik dan aan boord van de hospitaaltrein met goed uitgeruste wagons. Op 9 juni zijn we in Kaiserslautern : ik neem er diep adem, bewonder ons geliefde Duitsland en ik voel me enthousiast en heel gelukkig. We rijden verder naar Ludwigshafen, Mannheim en Heidelberg, Würzberg en Schweinfurt voor de nacht valt.

Op de morgen van de 10e juni bereiken we Hof en om 10 uur stappen we uit in Zwickau. Daar word ik opgenomen in het Reserve Militaire Hospitaal en gezien ik niet zo ziek ben, hoop ik dat ik heel snel verder kan reizen naar Frankfurt.

Sulzbach zal nog in het hospitaal blijven tot de 26e juni.

lazarettzug01

Louis Barthas ontsnapt aan de vuurdood

Op 10 juni 1915 heroveren de Fransen Neuville-Saint-Vaast. De 2e slag om Artois woedt dan nog in alle hevigheid en zal nog enkele weken duren. Louis Barthas neemt deel aan de gevechten in Artois en zit op zo’n 20 kilometer vandaar, ergens tussen Lorette en Saings-en-Gohelle. In zijn dagboek lezen we hoe gruwelijk en ongenadig de gevechten waren.

Op een kruispunt in de verbindingsgangen lag een ongelukkige soldaat op de grond die door een granaat onthoofd was, als door de guillotine. Naast hem lag iemand die vreselijk verminkt was. Ik deed een paar passen naar rechts en zag tot mijn verbijstering een stapel lijken, bijna allemaal Duitsers, die in de op deze plaats zeer brede loopgraaf zelf waren begraven. Bij de ingang van de loopgraaf lag leunend op de borstwering een jonge Duitser die leek te slapen. Geen spoor van verwondingen, maar de dood had hem met zijn vleugels beroerd.  Hij had hem een glimlach gelaten die nu nog op zijn jeugdige gezicht te lezen stond.

“Hier zijn alleen maar doden!”, riep ik. Toen ik terugliep, sloeg ik rechtsaf en vond eindelijk nog levenden die doodsbleek met grote ogen van schrik in groepjes van drie of vier op hun hurken zaten. Het waren net schichtige dieren. Ze zwegen en staarden in het niets. De aanhoudende artilleriebeschietingen lieten hen totaal onverschillig.

Maar wat gebeurde er ? Opende de hel zich onder onze voeten ? Stonden we op de rand van een uitbarstende vulkaan ? De loopgraaf stond in lichterlaaie en vulde zich met een bijtende rook. Er hing een verstikkende lucht. Ik hoorde gefluit en gekraak, maar ook een verschrikkelijke gehuil van pijn. De ogen van sergeant Vergès waren verbrand. Aan mijn voeten rolden twee ongelukkigen over de grond van ellende. Hun kleren en handen, hun hele lichaam stond in brand. Het waren levende toortsen. In de loopgraaf vatte alle vlam : dekens, tentzeilen en zakken. De Duitsers hadden een ontvlambare vloeistof op ons afgevuurd. Tot overmaat van ramp sloeg de brand over naar een kist lichtkogels die omviel. Dat veroorzaakte het meeste lawaai, vonken en rook.

Ik bedekte mijn gezicht met mijn handen en vluchtte weg uit deze hel. Ik verloor alle besef. Zo kwam ik terug bij mijn manschappen. Ze zeggen dat ik wezenloos uit mijn ogen keek en wartaal uitsloeg, maar deze toestand duurde niet lang en al vlug vond ik mijn zelfbeheersing terug.

bronnen

https://makersley.com/neuville-10-jun-1915/

Louis Barthas, oorlogsdagboeken, uitgeverij Bas Lubberhuizen

flammenwerfer

Zeppelin neergehaald boven Gent

Raoul Snoeck beschrijft op 7 juni 1915 in zijn dagboek zijn ontmoeting in Sint-Idesbald met de Britse piloot Reginald Warneford die kort daarvoor een zeppelin boven Gent heeft neergehaald.

Een merkwaardig avontuur overkomt me. Zopas heb ik vernomen dat boven Gent een zeppelin werd neergehaald door de Engelse piloot Warneford. Op terugtocht van zijn raid had hij motorproblemen en moest hij hier een noodlanding maken. Daar ik als enig van de compagnie Engels begrijp, word ik aangeduid als tolk. De Britse piloot vertelde me het volgende :

Vannacht vertrokken we met drie piloten op verkenningstocht boven het bezette Belgie om een loods voor zeppelins te vernietigen. ’s Morgens om half drie vliegen we in de omgeving van Brussel en weldra merken we in Evere de loods waarin zich een zeppelin zou moeten bevinden. Nadat we ons ervan overtuigd hadden dat onze komst onopgemerkt was gebleven, besloten mijn collega’s de loods op te blazen, terwijl ik mijn verkenningsvlucht voortzette.

Toen tegen drie uur de ochtendschemering aanbrak. meende ik in de verte het silhouet van een zeppelin e ontwaren, die richting Gent vloog. Ik haastte me erheen, terwijl ik hoogte koos om er te kunnen boven vliegen. Ik slaagde erin me aan zijn blik te onttrekken en bevond me weldra een dertigtal meter boven het toestel. De zeppelin (één van de grootste die ik ooit had gezien) daalde meer en meer terwijl hij Gent naderde. Ik buitte de situatie in mijn voordeel uit en gooide zes bommen. De zesde veroorzaakte een formidabele explosie. De luchtverplaatsing was zo hevig dat mijn tweedekker volledig omkeerde en ik onvrijwillig een looping uitvoerde. Gelukkig kon ik mijn toestel weer onder controle krijgen. Toch moest ik een noodlanding maken. De bom die ik op de zeppelin had gegooid, was raak : ik zag het luchtschip verteerd worden door een gele vlammenzee. De brand duurde geruime tijd en ik geloof dat alle inzittenden verkoold werden.

Noot van de vertaler André Gysel : In Gent zag men het reusachtige vaartuig vuur vatten. De hevige brand verlichtte de stad. De 28 bemanningsleden stierven een verschrikkelijke vuurdood. De zeppelin die Warenford beregoed, stortte voor een stuk neer op het weeshuis van Sint-Amandsberg en voor een deel op het kerkhof.

Warneford_Zeppelin_Gent

bronnen

de tekst van het dagboek komt uit Raoul Snoeck, in de modderbrij van de IJzervallei. Snoeck-Ducaju

de tekening is van Ivan Petrus Adriaenssens, afspraak in Nieuwpoort, Lannoo

Monte Scorluzzo in Oostenrijkse handen

Het Oostenrijks-Hongaarse leger verovert op 4 juni 1915 de top van de Monte Scorluzzo op de Italianen. Precies over de top van deze ruim 3000 meter hoge berg, in het zuiden van de Stelviopas, loopt de grens tussen Italië en Oostenrijk. De berg ligt op de grens van Lombardije en het betwiste gebied Trentino-Alto Adige.
In de nabijheid van deze naar het schijnt gemakkelijk te beklimmen bergtop verwijzen tal van resten naar de oorlog, zoals loopgraven en uitgehakte schuilplaatsen.

Onderstaande foto toont een kanon in zo’n uitgehakte schuilplaats op de Monte Scorluzzo.

Scorluzzo_Tour_004.2_Geschuetzkaverne_histbron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Przemysl heroverd door de Centralen

Przemysl is Oostenrijks-Hongaars grondgebied als de oorlog uitbreekt. Al heel snel vallen de Russen dit deel van het Oostenrijks-Hongaars rijk aan. Lees daarover meer op deze pagina. Op deze pagina vind je uitleg over de val van de vestingstad.

De Oostenrijkers lijken te bezwijken door de Russische inval in Galicië en dus komen de Duitsers hun bondgenoten te hulp. Begin mei 1915 beginnen ze met een grootscheeps offensief (meer info vind je hier). We zijn nu één maand verder en de Duitse en Oostenrijks-Hongaarse troepen hebben de Russen al de ganse maand teruggedreven. Op 3 juni 1915 trekken de troepen van de Centrale machten de stad terug binnen.

Dit goeie nieuws verspreidt zich al heel snel onder de soldaten van het Duitse en Oostenrijks-Hongaarse leger.Zoverneemt ook de Duitse artillerist Herbert Sulzbach dit in het hospitaal van Vouziers waar hij is opgenomen voor een ontsteking aan zijn been. Hij noteert over het offensief en de herovering het volgende in zijn dagboek.

De slag bij Gorlice under bevel van von Mackensen duurde van de 2e tot de 20e mei. Onze legers hebben de Russische frontlinies doorbroken en hebben bijna 200.000 krijgsgevangenen gemaakt. (…) 3 juni : Przemysl is in onze handen gevallen, onze troepen gingen de stad binnen en namen ze terug in bezit.

Duitse en Oostenrijks-Hongaarse soldaten trekken Przemysl binnen.

Duitse en Oostenrijks-Hongaarse soldaten trekken Przemysl binnen.

bronnen
Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

Michael Neiberg & David Jordan, the eastern front 1914-1920, amber books

Frans toestel stort neer te Noordschote

dagboek van aalmoezenier De Wyels

dagboek van aalmoezenier De Wyels

Aalmoezenier Franco De Wyels (de latere abt van Affligem) kijkt van in zijn bergplaats, een schuur, toe op een luchtgevecht boven Noordschote (Lo-Reninge).

Rond 19 u vliegt een Engels of Frans toestel boven de Duitse linie, juist voor Noordschote. Het wordt hevig beschoten en geraakt. Dan daalt het in snelle vaart, al kronkelend terwijl Duitse kanonnen en geweren het onder vuur nemen.
Het toestel valt 300 meter zuidwaarts van Drie Grachten (Merkem), juist op de oostkant van het kanaal in de Duitse linies. De piloten worden gevangen genomen. Onze artillerie vuurt in die richting om de Duitsers die de machine zouden naderen, te treffen en zo mogelijk het toestel te vernietigen.
De Duitsers op hun beurt bestoken hevig de loopgraven van Noordschote. Terwijl we avondmalen onder het prieeltjes, moeten we achter een muur vluchten omdat boven ons shrapnels ontploffen.

bronnen :
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
De tekening hieronder, komt uit de stripreeks “Eedelweiss” van Yann & Hugault (Silvester Strips).
Dit fragment is genomen uit het dagboek van aalmoezenier De Wyels, uitgegeven bij Lannoo.Meer informatie daarover vind je terug op deze pagina.

Edelweiss01_01